MATE VAN ONZEKERHEID Voorbeeldclausules

MATE VAN ONZEKERHEID. Elke gebruikte parameter bevat een zekere onzekerheid. Voor de niet-economische parameters wordt zo veel als mogelijk uitgegaan van de eigen historiek die Crelan Insurance sinds haar oprichting heeft opgedaan. Deze informatie is logischerwijze nog beperkt en wordt daarom aangevuld met ervaringscijfers van de Belgische levensverzekeringsmarkt die jaarlijks door de Nationale Bank worden gepubliceerd. Jaarlijks wordt in voorbereiding van de jaarrapportering een evaluatie gemaakt van de diverse parameters op basis van de meest recente cijfers. Daarbij worden de evolutie en waarde van de parameters vergeleken. Diverse scenario’s worden hierbij besproken: het verhogen/verlagen van de afkoop- en sterftekansen. Afkopen en overlijdens compenseren elkaar gedeeltelijk. Dit verlaagt de onzekerheid over de hoogte van de technische provisies. Bovendien werd in de vergelijking van de parameters gekeken naar de stabiliteit op het vlak van de SCR ratio. De SCR ratio reageert eerder beperkt op kleine wijzigingen in de parameterkeuze. De voornaamste gevoeligheid zit op de parameters die de sterfte en de kosten definiëren. De waardering in de BE GAAP jaarrekening is gebaseerd op de actuariële formules voor de berekening van de wiskundige reserves zoals opgenomen in het technisch dossier dat werd neergelegd bij de bevoegde instanties. De berekening gebeurt op een retrospectieve manier volgens het Universal Life principe en op basis van de commerciële tariefbasissen waarmee de verzekeringspremies en afkoopwaarden worden berekend. Deze tariefbasissen bevatten een zekere winstmarge voor Crelan Insurance. De Solvency II voorzieningen zijn gebaseerd op een prospectieve berekening, rekening houdende met toekomstige premies (conform de analyse van de zogenaamde contractgrenzen). In tegenstelling tot de BE GAAP voorzieningen maken de Solvency II voorzieningen gebruik van parameters die gebaseerd zijn op de eigen ervaring of economische verwachtingen.

Related to MATE VAN ONZEKERHEID

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.