Matrix voor inconveniënte uren. Voor het vaststellen van de hoogte van je ploegentoeslag is de matrix voor inconveniënte uren opgesteld. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
1. Er geldt een basistoeslag voor het werken in een standaard 2-, 3- en 5-ploegendienst van 8% en voor het werken in een standaard 4-ploegendienst van 14,9%. Voor afwijkende ploegendiensten geldt 8%.
2. De werkweek is ingedeeld in vijf vaste tijdblokken; je werkgever kan de indeling van de tijdblokken niet aanpassen.
3. Werk je binnen blok I? Deze uren gelden niet als onaangename uren. Je krijgt geen inconveniëntentoeslag voor het werken op deze uren. Werk je in een ander tijdblok, II tot en met V? Dan krijg je wel een inconveniëntentoeslag. Alle uren, van het begin tot het einde van je werkdag en uit alle tijdblokken, tellen mee voor de berekening van je ploegentoeslag.
4. Je berekent je ploegentoeslag aan de hand van de formule in bijlage III. De in de matrix opgenomen inconveniëntentoeslagen gelden als minimum; je werkgever kan in de onderneming per tijdblok een hogere toeslag toepassen.