Common use of ONDERAANNEMERS (ART.12) Clause in Contracts

ONDERAANNEMERS (ART.12). De opdrachtnemer mag, voor de uitvoering van deze opdracht, gebruikmaken van onderaanneming. Om de competenties van de eventuele onderaannemers in rekenschap te kunnen nemen, duidt de inschrijver in zijn offerte de identiteit van de voorgestelde onderaanners aan en het deel van de opdracht dat hij van plan is in onderaanneming aan te stellen. De Aanbestedende Overheid vestigt de aandacht van de opdrachtnemer op volgende zaken: a) Overeenkomstig art. 12/3 van het KB van 14 januari 2013, is het verboden om het geheel van de opdracht dat hem werd toegewezen in onderaanneming te geven aan een andere onderaannemer. Het is eveneens verboden voor een onderaannemer om alleen de coördinatie van de opdracht te behouden. b) Wanneer de opdrachtnemer bepaalde onderaannemers in zijn offerte heeft voorgedragen overeenkomstig artikel 74 van het KB van 14 januari 2013, kan de eerstgenoemde, wanneer hij in de uitvoering gebruik maakt van onderaanneming, daarbij in principe alleen beroep doen op de betreffende voorgedragen onderaannemers, tenzij wanneer hij de toestemming van de aanbesteder verkrijgt tot het inzetten van een andere onderaannemer (art. 12, §3 van het KB van 14 januari 2013. c) Overeenkomstig artikel 12/1, al. 3 van het KB van 14 januari 2013, maakt de opdrachtnemer, op vraag van de aanbestedende overheid en ten laatste bij het begin van de uitvoering van de opdracht, volgende gegevens over: naam, contactgegevens en wettelijke vertegenwoordigers van alle onderaannemers, ongeacht hun aandeel of plaats in de keten van onderaanneming, die bij de uitvoering van de werken of het verrichten van de diensten betrokken zijn, voor zover deze gegevens op dat moment bekend zijn. d) Overeenkomstig artikel 12/2 van het KB van 14 januari 2013, kan de aanbestedende overheid, op elk moment, controleren of er in hoofde van de rechtstreekse onderaannemer/s van de opdrachtnemer gronden tot uitsluiting voorhanden zijn als bedoeld in de artikelen 67 tot 69 van de wet van 17 juni 2016. e) Zoals hierboven aangegeven moeten de onderaannemers erkend zijn in de met de aard van de hem toegewezen werken overeenstemmende categorie en in de klasse die overeenstemt met hun deelname aan de opdracht. De aanbestedende overheid kan, op elk moment, aan de opdrachtnemer vragen om het bewijs hiervan over te maken. f) Ten slotte, gedurende het hele verloop van de opdracht, is enige contactpersoon van de aanbestedende overheid de vertegenwoordiger van de opdrachtnemer, zelfs indien het feiten of opmerkingen betreft aangaande zijn onderaannemers; aan hem de taak om de boodschap over te brengen aan de verantwoordelijke van de verschillende ondernemingen. De opdrachtnemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbesteder wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt (art. 12, §1er van het KB van 14 januari 2013). g) Rechtstreekse vordering onderaannemer (artikel 1798 Burgerlijk Wetboek) : Wanneer de opdrachtnemer in het kader van deze opdracht een beroep doet op onderaannemers om hen het geheel of een deel van de uit te voeren werken toe te vertrouwen, kunnen deze onderaannemers, in geval van moeilijkheden om zich door de opdrachtnemer te laten betalen, hun facturen rechtstreeks aan de aanbestedende overheid bezorgen.

Appears in 2 contracts

Samples: Opdracht Voor Werken, Opdracht Voor Werken

ONDERAANNEMERS (ART.12). De opdrachtnemer mag, voor de uitvoering van deze opdracht, gebruikmaken van onderaanneming. Om de competenties van de eventuele onderaannemers in rekenschap te kunnen nemen, duidt de inschrijver in zijn offerte de identiteit van de voorgestelde onderaanners aan en het deel van de opdracht dat hij van plan is in onderaanneming aan te stellen. De Aanbestedende Overheid vestigt de aandacht van de opdrachtnemer op volgende zaken: a) Overeenkomstig art. 12/3 van het KB van 14 januari 2013, is het verboden om het geheel van de opdracht dat hem werd toegewezen in onderaanneming te geven aan een andere onderaannemer. Het is eveneens verboden voor een onderaannemer om alleen de coördinatie van de opdracht te behouden. b) Wanneer de opdrachtnemer bepaalde onderaannemers in zijn offerte heeft voorgedragen overeenkomstig artikel 74 van het KB van 14 januari 2013, kan de eerstgenoemde, wanneer hij in de uitvoering gebruik maakt van onderaanneming, daarbij in principe alleen beroep doen op de betreffende voorgedragen onderaannemers, tenzij wanneer hij de toestemming van de aanbesteder verkrijgt tot het inzetten van een andere onderaannemer (art. 12, §3 van het KB van 14 januari 2013. c) Overeenkomstig artikel 12/1, al. 3 van het KB van 14 januari 2013, maakt de opdrachtnemer, op vraag van de aanbestedende overheid en ten laatste bij het begin van de uitvoering van de opdracht, volgende gegevens over: naam, contactgegevens en wettelijke vertegenwoordigers van alle onderaannemers, ongeacht hun aandeel of plaats in de keten van onderaanneming, die bij de uitvoering van de werken of het verrichten van de diensten betrokken zijn, voor zover deze gegevens op dat moment bekend zijn. d) Overeenkomstig artikel 12/2 van het KB van 14 januari 2013, kan de aanbestedende overheid, op elk moment, controleren of er in hoofde van de rechtstreekse onderaannemer/s van de opdrachtnemer gronden tot uitsluiting voorhanden zijn als bedoeld in de artikelen 67 tot 69 van de wet van 17 juni 2016. e) Zoals hierboven aangegeven moeten de onderaannemers erkend zijn in de met de aard van de hem toegewezen werken overeenstemmende categorie en in de klasse die overeenstemt met hun deelname aan de opdracht. De aanbestedende overheid kan, op elk moment, aan de opdrachtnemer vragen om het bewijs hiervan over te maken. f) Ten slotte, gedurende het hele verloop van de opdracht, is enige contactpersoon van de aanbestedende overheid de vertegenwoordiger van de opdrachtnemer, zelfs indien het feiten of opmerkingen betreft aangaande zijn onderaannemers; aan hem de taak om de boodschap over te brengen aan de verantwoordelijke van de verschillende ondernemingen. De opdrachtnemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbesteder wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt (art. 12, §1er van het KB van 14 januari 2013). g) Rechtstreekse vordering onderaannemer (artikel 1798 Burgerlijk Wetboek) : Wanneer de opdrachtnemer in het kader van deze opdracht een beroep doet op onderaannemers om hen het geheel of een deel van de uit te voeren werken toe te vertrouwen, kunnen deze onderaannemers, in geval van moeilijkheden om zich door de opdrachtnemer te laten betalen, hun facturen rechtstreeks aan de aanbestedende overheid bezorgen. Om rechtstreeks door de Aanbestedende Overheid te kunnen worden betaald, moet de onderaannemer een vorderingsrecht hebben ten aanzien van de aannemer, dat zeker (onbetwistbaar/onbetwist) en opeisbaar (niet gebonden aan een betalingstermijn) is.

Appears in 1 contract

Samples: Opdracht Voor Werken

ONDERAANNEMERS (ART.12). De opdrachtnemer mag, voor de uitvoering van deze opdracht, gebruikmaken van onderaanneming. Om de competenties van de eventuele onderaannemers in rekenschap te kunnen nemen, duidt de inschrijver in zijn offerte de identiteit van de voorgestelde onderaanners aan en het deel van de opdracht dat hij van plan is in onderaanneming aan te stellen. De Aanbestedende Overheid vestigt de aandacht van de opdrachtnemer op volgende zaken: a) Overeenkomstig art. 12/3 van het KB van 14 januari 2013, is het verboden om het geheel van de opdracht dat hem werd toegewezen in onderaanneming te geven aan een andere onderaannemer. Het is eveneens verboden voor een onderaannemer om alleen de coördinatie van de opdracht te behouden. b) Wanneer de opdrachtnemer bepaalde onderaannemers in zijn offerte heeft voorgedragen overeenkomstig artikel 74 van het KB van 14 januari 2013, kan de eerstgenoemde, wanneer hij in de uitvoering gebruik maakt van onderaanneming, daarbij in principe alleen beroep doen op de betreffende voorgedragen onderaannemers, tenzij wanneer hij de toestemming van de aanbesteder verkrijgt tot het inzetten van een andere onderaannemer (art. 12, §3 van het KB van 14 januari 2013. c) Overeenkomstig artikel 12/1, al. 3 van het KB van 14 januari 2013, maakt de opdrachtnemer, op vraag van de aanbestedende overheid en ten laatste bij het begin van de uitvoering van de opdracht, volgende gegevens over: naam, contactgegevens en wettelijke vertegenwoordigers van alle onderaannemers, ongeacht hun aandeel of plaats in de keten van onderaanneming, die bij de uitvoering van de werken of het verrichten van de diensten betrokken zijn, voor zover deze gegevens op dat moment bekend zijn. d) Overeenkomstig artikel 12/2 van het KB van 14 januari 2013, kan de aanbestedende overheid, op elk moment, controleren of er in hoofde van de rechtstreekse onderaannemer/s van de opdrachtnemer gronden tot uitsluiting voorhanden zijn als bedoeld in de artikelen 67 tot 69 van de wet van 17 juni 2016. e) Zoals hierboven aangegeven moeten de onderaannemers erkend zijn in de met de aard van de hem toegewezen werken overeenstemmende categorie en in de klasse die overeenstemt met hun zijn deelname aan de opdracht. De aanbestedende overheid kan, op elk moment, aan de opdrachtnemer vragen om het bewijs hiervan over te maken. f) Ten slotte, gedurende het hele verloop van de opdracht, is enige contactpersoon van de aanbestedende overheid de vertegenwoordiger van de opdrachtnemer, zelfs indien het feiten of opmerkingen betreft aangaande zijn onderaannemers; aan hem de taak om de boodschap over te brengen aan de verantwoordelijke van de verschillende ondernemingen. De opdrachtnemer blijft aansprakelijk ten opzichte van de aanbesteder wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt (art. 12, §1er van het KB van 14 januari 2013). g) Rechtstreekse vordering onderaannemer Directe actie van de onderaannnemer (artikel 1798 van het Burgerlijk Wetboek) : Wanneer de opdrachtnemer ): in het kader van deze opdracht de huidige opdracht, wanneer de opdrachtnemer een beroep doet op onderaannemers om hen het geheel of een deel van de uit te voeren werken toe te vertrouwen, kunnen deze onderaannemers, in geval van moeilijkheden moelijkheden om zich te laten uitbetalen door de opdrachtnemer aannemer, rechtstreeks hun facturen aan de Aanbestedende Overheid voorleggen. Om rechtstreeks door de Aanbestedende Overheid te laten kunnen worden betaald, moet de onderaannemer een vorderingsrecht hebben ten aanzien van de aannemer, dat zeker (onbetwistbaar/onbetwist) en opeisbaar (niet gebonden aan een betalingstermijn) is. De Aanbestedende Overheid is evenwel alleen onder de volgende (cumulatieve) voorwaarden verplicht om de onbetaald gebleven onderaannemer te betalen: - de Aanbestedende Overheid is zelf nog bepaalde sommen verschuldigd aan de aannemer, - in het kader van eenzelfde aannemingsovereenkomst, - de schuld van de AanbestedendeOoverheid tegenover de aannemer is zelf ook opeisbaar, - de verplichting om de onderaannemer rechtstreeks te betalen, is beperkt tot uitsluitend het bedrag van deze schuld. Met andere woorden, als de schuld van de Aanbestedende Overheid ten aanzien van de aannemer lager is dan de schuld van de aannemer ten aanzien van de onderaannemer, kan die laatste alleen dat bedrag bij de Aanbestedende Overheid invorderen, en niet het volledige bedrag van zijn schuldvordering. De onderaannemer moet de Aanbestedende Overheid ondubbelzinnig duidelijk maken dat hij rechtstreeks door die laatste wil worden betaald. De onderaannemer brengt de Aanbestedende Overheid op de hoogte van zijn recht om rechtstreeks door die laatste te worden betaald, door de bewijzen te leveren van zijn schuldvordering ten aanzien van de aannemer. h) De opdrachtnemer moet verplicht instaan voor de leiding over de werf. De opzichter/werfleider zal dientengevolge verplicht een aangestelde van de opdrachtnemer zijn. De huidige opdracht is een opdracht voor werken en wordt beschouwd als een opdracht in een fraudegevoelige sector. Alle Aanbestedende Overheden zijn heden ten dage geconfronteerd met een fenomeen van onderaanneming in cascade waardoor niet alleen de Aanbestedende Overheid de leiding van de werken verliest, maar hem ook belangrijke risico’s doet oplopen in het kader van de solidaire aansprakelijkheid voor sociale, fiscale en loonschulden die toelaten opdrachtgevers en aannemers verantwoordelijk te stellen voor de sociale, fiscale en loonschulden van hun facturen rechtstreeks onderaannemers. Het voorbehoud van de leiding der werken aan de aanbestedende overheid bezorgenopdrachtnemer laat de Aanbestedende Overheid toe om er beter op toe te zien op alle tussenkomende partijen op zijn werf ten aanzien van de sociale wetgeving en een betere communicatie te hebben met de verantwoordelijke van de werf, zodat de Aanbestedende Overheid erover waakt over het behoud van de overheidsgelden en bijdraagt tot de strijd tegen de sociale dumping. Om die reden gaaat het om een substantiêle eis overeenkomstig artikel 76 §1, 3° van het K.B. van 18.04.2017, in die mate dat het niet-respecteren ervan een substantiële onregelmatigheid van de offerte met zich zal meebrengen. i) Deze opdracht wordt beschouwd als een opdracht in een fraudegevoelige sector. Bijgevolg is artikel 12/1 van het Koninklijk Besluit van 14 janauri 2013 van toepassing op de opdracht. Elke inbreuk ten overstaan van zijn verplichtingen zoals vermeld in artikel 12/12 van het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 wordt beschouwd als een tekortkoming van de opdrachtnemer ten aanzien van zijn contract

Appears in 1 contract

Samples: Opdracht Voor Werken