Opschorting, beperking of beëindiging van intraday-krediet. 1. DNB schort de toegang tot automatische zekerheidsstelling op of beëindigt deze indien zich één van de volgende gevallen van verzuim voordoet:
a) de primaire MCA van de deelnemer met DNB wordt opgeschort of beëindigd;
b) de betrokken deelnemer voldoet niet langer aan de in artikel 10 neergelegde vereisten voor het verstrekken van intraday-krediet;
c) een bevoegde gerechtelijke of andere autoriteit neemt een besluit om ten aanzien van deelnemer over te gaan tot het openen van een procedure tot liquidatie van de deelnemer of de benoeming van een vereffenaar of soortgelijke functionaris voor de entiteit of een andere soortgelijke procedure;
d) de fondsen van de entiteit worden bevroren en/of andere maatregelen worden door de Unie opgelegd waardoor de deelnemer beperkt over zijn middelen kan beschikken;
e) de toelating van de deelnemer als tegenpartij voor monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem is opgeschort of beëindigd.
2. DNB kan de toegang tot intraday-krediet opschorten of beëindigen indien een NCB de deelname van de deelnemer aan TARGET uit hoofde van de uitvoeringsmaatregelen van deel I, artikel 25, lid 2 opschort of beëindigt.
3. DNB kan besluiten de toegang van een deelnemer tot intraday-krediet op te schorten, te beperken of beëindigen, indien de deelnemer, bezien vanuit het oogpunt van prudentieel handelen geacht wordt een risico te vormen.
Opschorting, beperking of beëindiging van intraday-krediet. 1. Voor de toepassing van deze Titel VI geldt de opschorting of beëindiging van de toegang van de entiteit tot monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem als geval van verzuim.
2. DNB schort de toegang tot intraday-krediet op of beëindigt deze indien zich een van de volgende gevallen van verzuim voordoet:
(a) de PM-rekening van de betrokken entiteit bij DNB wordt opgeschort of gesloten;
(b) de betrokken entiteit voldoet niet meer aan in deze Titel neergelegde vereisten voor het verlenen van intraday-krediet;
(c) een bevoegde gerechtelijke of andere autoriteit neemt een besluit tot het in werking stellen van een procedure tot liquidatie van de entiteit of de benoeming van een vereffenaar of soortgelijke functionaris voor de entiteit of een andere soortgelijke procedure;
(d) de gelden van de entiteit worden bevroren en/of andere maatregelen door de Unie opgelegd die de bekwaamheid van de entiteit beperken om over haar gelden te beschikken;
(e) de toegang van de entiteit tot monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem wordt opgeschort of beëindigd.
3. DNB kan de toegang tot intraday-krediet opschorten of beëindigen, indien een NCB van het eurogebied de deelname van de deelnemer aan TARGET2 krachtens artikel 38 lid 2 onder
Opschorting, beperking of beëindiging van intraday-krediet. 1. Voor de toepassing van deze Titel VI geldt de opschorting of beëindiging van de toegang van de entiteit tot monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem als geval van verzuim.
2. DNB schort de toegang tot intraday-krediet op of beëindigt deze indien zich een van de volgende gevallen van verzuim voordoet:
(a) de PM-rekening van de betrokken entiteit bij DNB wordt opgeschort of gesloten;
(b) de betrokken entiteit voldoet niet meer aan in deze Titel neergelegde vereisten voor het verlenen van intraday-krediet;
(c) een bevoegde gerechtelijke of andere autoriteit neemt een besluit tot het in werking stellen van een procedure tot liquidatie van de entiteit of de benoeming van een vereffenaar of soortgelijke functionaris voor de entiteit of een andere soortgelijke procedure;
(d) de gelden van de entiteit worden bevroren en/of andere maatregelen door de Unie opgelegd die de bekwaamheid van de entiteit beperken om over haar gelden te beschikken;
(e) de toegang van de entiteit tot monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem wordt opgeschort of beëindigd.
3. DNB kan de toegang tot intraday-krediet opschorten of beëindigen, indien een NCB van het eurogebied de deelname van de deelnemer aan TARGET2 krachtens artikel 38 lid 2 onder (b) tot (e) opschort of beëindigt, of indien zich één of meerdere gevallen van verzuim voordoen (buiten de in artikel 38 lid 2 onder (a) bedoelde gevallen).
4. Indien het Eurosysteem overeenkomstig paragraaf 2.4 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14, op grond van overwegingen van prudentieel handelen of anderszins, besluit de toegang van wederpartijen tot monetaire beleidsinstrumenten op te schorten of te beperken, dan wel wederpartijen van deze toegang uit te sluiten, past DNB een dergelijk besluit eveneens toe met betrekking tot de toegang tot intraday krediet, zulks conform de bepalingen neergelegd in de door DNB gehanteerde overeenkomsten.
5. DNB kan de toegang van een deelnemer tot intraday-krediet opschorten of beperken, dan wel een deelnemer van deze toegang uitsluiten, indien de deelnemer, bezien van uit het oogpunt van prudentieel handelen, geacht wordt een risico te vormen. In dergelijke gevallen stelt DNB de ECB en de NCB’s van het eurogebied hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis. Waar dat aangewezen is, neemt de Raad van Bestuur van de ECB een besluit inzake uniforme implementatie in alle TARGET2-deelsystemen van de getroffen maatregelen.
6. Indien DNB besluit de toegang tot intraday-krediet van een wederparti...