Optimalisatie Treinverbinding Dordrecht – Brabant Voorbeeldclausules

Optimalisatie Treinverbinding Dordrecht – Brabant. ❖ Besluitvorming over eventuele realisatie en (co)financiering van de IC verbinding Dordrecht – Brabant voor de jaren 2020 tot en met 2024 zal, vanwege de nog lopende gesprekken tussen IenW en de regionale overheden over de hieraan te verbinden voorwaarden, na het BO MIRT plaatsvinden. ❖ IenW, provincie Zuid-Holland en provincie Noord-Brabant spreken af om nog voor het einde van dit jaar tot definitieve besluitvorming te komen.

Related to Optimalisatie Treinverbinding Dordrecht – Brabant

  • Eigen bijdrage U bent een wettelijke eigen bijdrage verschuldigd als u 18 jaar of ouder bent als het gaat om zorg die niet recht- streeks in verband staat met de indicatie voor bijzondere tandheelkundige hulp. De eigen bijdrage is gelijk aan het bedrag dat in rekening mag worden gebracht als er geen sprake is van tandheelkundige zorg in bijzondere gevallen.

  • Algemene bepaling 1. Onder deeltijdmedewerker wordt verstaan de medewerker met wie op vrijwillige basis en volgens een regelmatig patroon een arbeidsduur ingevolge de arbeidsovereenkomst is overeengekomen van minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 36. 2. Een verzoek van de medewerker om zijn arbeidsduur aan te passen zal worden geho- noreerd, ▪ voorzover het betreft het tijdstip van ingang en de omvang van de aanpassing, − in geval van vermindering van de arbeidsduur, tenzij zwaarwegende bedrijfs- belangen zich daartegen verzetten, − in geval van vermeerdering van de arbeidsduur, tenzij dit op grond van be- drijfsbelang redelijkerwijs niet kan worden gevergd; ▪ wat het arbeidspatroon betreft, tenzij dit op grond van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd. 3. De werkgever deelt de beslissing schriftelijk aan de medewerker mede, bij afwijzing van het verzoek dan wel bij vaststelling van een arbeidspatroon afwijkend van de wens van de medewerker, onder opgave van de redenen daartoe. Bij niet-inwilliging zal het be- sluit, geanonimiseerd, worden gemeld aan de secretaris van de desbetreffende Onder- nemingsraad met vermelding van de beweegredenen die tot die beslissing hebben ge- leid. 4. Voor zover ten aanzien van de deeltijdmedewerker regels gelden die een aanvulling vormen op c.q. een afwijking inhouden van het bepaalde in de andere hoofdstukken van de cao zijn deze opgenomen in de artikelen 50tot en met 54.

  • Geheimhouding, dossierbeheer en inzagerecht a. De zorgaanbieder zal alle informatie betreffende de patiënt/cliënt die hij/zij verkrijgt bij de uitvoering van zijn/haar diensten vertrouwelijk behandelen en deze informatie niet aan derden ter hand stellen, behoudens voor zover zorgaanbieder daartoe verplicht is of de zorgaanbieder toestemming heeft verkregen. b. De zorgaanbieder zal een geheimhoudingsplicht zoals beschreven in lid 1 opleggen aan zijn/haar medewerkers en eventuele bij de uitvoering van diensten ingeschakelde derden. c. De zorgaanbieder zal rapportages over behandelingen/behandeltrajecten op aanvraag van de patiënt/cliënt verstrekken, met inachtneming van de AVG.

  • Verzekerde bedragen A. Behoudens anders bepaald in de bijzondere voorwaarden moeten de verzekerde bedragen onder de verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer worden vastgesteld. Om de toepassing van de evenredigheidsregel op de bedragen te voorkomen, moeten de verzekerde bedragen, die alle belastingen omvatten in zoverre deze niet kunnen worden afgetrokken, op ieder ogenblik gelijk zijn aan de waarde van de verzekerde goederen*, geschat met inachtneming van de volgende bepalingen, ongeacht enige boekwaarde: 1) het gebouw*: volgens de werkelijke waarde* of, als de bijzondere voorwaarden dit vermelden, volgens de nieuwwaarde*; 2) de inboedel*: volgens de nieuwwaarde*; Niettemin: a) worden xxxxxxxxxx en kleding volgens de werkelijke waarde* geschat; b) worden stijlmeubelen, kunstvoorwerpen en verzamelobjecten, juwelen en in het algemeen alle zeldzame of kostbare voorwerpen volgens hun verkoopwaarde* geschat; c) worden fietsen, bromfietsen en motorfietsen, elektrische toestellen (met inbegrip van elektronische toestellen) geschat volgens hun werkelijke waarde*, zonder dat deze hoger mag zijn dan de vervangingsprijs van nieuwe goederen met vergelijkbare prestaties; 3) het materieel*: volgens de werkelijke waarde* of, als de bijzondere voorwaarden het vermelden, volgens de nieuwwaarde*; Niettemin: a) mag het materieel* niet geschat worden volgens een waarde die hoger is dan de vervangingsprijs van nieuw materieel met vergelijkbare prestaties; b) worden originelen en kopieën van archieven, documenten, handelsboeken, plannen, modellen en informatiedragers* geschat volgens de materiële wedersamenstellingswaarde, met uitsluiting van de kosten voor onderzoek en studie; c) worden motorrijtuigen en aanhangwagens volgens de verkoopwaarde* geschat; d) worden de onderdelen die blootstaan aan snelle slijtage en herhaalde vervangingen zoals bijvoorbeeld kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, luchtbanden en andere rubberbanden, pantser- en slijtplaten, graaf- en grijptanden, zeven, accumulatorbatterijen, volgens hun werkelijke waarde* geschat; 4) koopwaar*; - bevoorradingen, grondstoffen, eetwaren, verpakkingen, afval betreft: volgens de dagwaarde*; - producten in fabricatie of afgewerkte maar niet verkochte producten: door bij de prijs van de grondstoffen volgens de dagwaarde* de rechtstreekse en onrechtstreekse kosten te voegen die gemaakt zijn om hun fabricatiegraad te bereiken; - de afgewerkte en verkochte, maar niet geleverde producten: volgens de verkoopprijs, verminderd met de niet gemaakte kosten; - de goederen die aan de cliënteel toebehoren en bij de verzekerde zijn opgeslagen: op basis van de werkelijke waarde* tenzij het motorrijtuigen of hun aanhangwagens betreft: in dat geval gebeurt de schatting volgens de verkoopwaarde*; 5) dieren: volgens hun dagwaarde*, zonder rekening te houden met hun tentoonstellings- of wedstrijdwaarde; 6) de huurdersaansprakelijkheid* of de aansprakelijkheid als gebruiker*; - indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van het hele gebouw*: volgens de werkelijke waarde* van dat gebouw*; - indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van een gedeelte van het gebouw*: volgens de werkelijke waarde*, zowel van dit deel van het gebouw* als van de andere delen, in zoverre de verzekerde* er contractueel aansprakelijk voor kan worden gesteld. B. Tijdens de duur van het contract kan de verzekeringnemer te allen tijde verzoeken de verzekerde bedragen te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met de waarden van de omschreven goederen waarop ze betrekking hebben.

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Toepasselijk recht en geschilbeslechting 1. Op Overeenkomsten welke Main sluit met Opdrachtnemer is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 2. Alle geschillen voortvloeiende uit Overeenkomsten, welke Main sluit met Opdrachtnemer of uit andere overeenkomsten ter uitvoering hiervan, zullen met uitsluiting van iedere andere rechter, door de bevoegde rechter van de Rechtbank Amsterdam worden beslecht. 3. Afgezien van hetgeen onder artikel 15 lid 2 van deze algemene voorwaarden is bepaald, behoudt Main zich het recht voor om Opdrachtnemer te dagen voor de bevoegde rechterlijke instantie van de woon- of vestigingsplaats van Opdrachtnemer.

  • AFWIJKENDE BEPALINGEN KLEINVERBRUIKAANSLUITINGEN In afwijking van artikel 10 lid 2 zijn Klanten met een Kleinverbruikaansluiting een opzegvergoeding verschuldigd conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen.

  • Bijdrage 1. De werkgever is verplicht – afhankelijk van het loonbetalingstijdsvak – maandelijks dan wel vierwekelijks een door de Stichting PAWW vastgestelde bijdrage in te houden op het loon van de werknemers en af te dragen aan de Stichting PAWW. Ten aanzien van de afdracht aan de Stichting PAWW kan de Stichting PAWW afwijken van de termijn van een maand of vier weken, indien zij dit gezien de specifieke omstandigheden aan de orde acht. 2. De bijdrage bedraagt maximaal 0,75% van het loon. Het percentage van de bijdrage wordt jaarlijks vóór 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin deze bijdrage zal gelden vastgesteld door de Stichting PAWW. De Stichting PAWW informeert de betreffende werkgevers schriftelijk of elektronisch vóór 1 november van het lopende kalenderjaar over het besluit ten aanzien van het in het daaropvolgende jaar vastgestelde percentage. De werkgever meldt dit percentage vóór 1 december van het lopende kalenderjaar schriftelijk of elektronisch aan zijn werknemers. Bij die mededeling wordt het besluit van de Stichting PAWW gevoegd. Nieuwe werknemers ontvangen deze informatie – schriftelijk of elektronisch – uiterlijk op de dag van indiensttreding. De Stichting PAWW vermeldt het percentage van de bijdrage tevens op de website van de Stichting PAWW, uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor dit percentage zal gelden. 3. De bijdrage komt volledig voor rekening van de werknemer. De verplichting van de werknemer om bij te dragen geldt alleen wanneer daaraan een algemeen verbindend verklaarde cao Private Aanvulling WW en WGA ten grondslag ligt. 4. Er wordt geen bijdrage ingehouden op het loon van de werknemer met ingang van de eerste dag van de maand waarin de werknemer de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, zijnde de pensioengerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.

  • Algemene beschrijving Kranswieren zijn grote vertakte algen met fijne bladeren, ze groeien meestal dicht bij de bodem en kunnen grote aaneengesloten velden vormen. Ze komen voor in meren van het laagveen- en IJsselmeergebied. Het water moet zeer helder, voedselarm en niet vervuild zijn. Doorgaans is het water zeer mineraalrijk, omdat het onder invloed van toestromend grondwater staat of omdat het een beetje brak is. Kranswierwater komt nu vooral voor in het IJsselmeergebied en in meren waar toestroom is van grondwater uit de Veluwe of de Utrechtse heuvelrug plaats vindt. De klassieke vindplaatsen zijn de laagveenplassen, kleinere watertjes in het duingebied en de binnenduinrand en kwelgebieden op de overgang van de zandgronden naar het laagveengebied. De begroeiingen bestaan uit vrij eenvormige vegetatiematten, vaak een beetje aangedrukt op de bodem liggend. Kranswieren sterven soms in de winter af en moeten dan vanuit sporen opnieuw uitlopen. Voor duurzaam behoud van kranswierwater moet het water zeer voedselarm en zeer helder zijn. Worden kranswieren met slib bedekt, dan sterven ze meestal snel af. Niet alle kranswiervegetaties worden tot kranswierwater gerekend. Het gaat om grote aaneengesloten vegetaties van kranswieren, niet om kranswieren die verspreid tussen andere waterplanten of in kleine poeltjes tussen moerasplanten groeien. Belangrijke soorten zijn sterkranswier, stekelharig kransblad, ruw kransblad, kraaltjes glanswier, kleinhoofdig glanswier, klein en groot boomglanswier, brakwaterkransblad, kustkransblad en gebogen kransblad. De krooneend is in belangrijke mate afhankelijk van kranswieren. De grote plassen en meren met kranswieren in ons land behoren tot de grootste vindplaatsen hiervan in Europa. Ook is de soortenrijkdom in ons land hoog: van de ruim veertig kranswiersoorten in Europa komt de helft in ons land voor. Nederland is daarom van zeer groot belang voor dit type. Door vervuiling van het water zijn veel vindplaatsen verdwenen. De toekomst van kranswierwater in het IJsselmeergebied is onzeker. Experimenten met defosfateren van het water zijn hoopvol. In het Naardermeer bijvoorbeeld hebben de kranswieren zich weten te herstellen na het in gebruik nemen van een defosfateringsinstallatie. De kranswieren die van min of meer brak water afhankelijk zijn, blijven echter sterk bedreigd.

  • Passen we de premie aan bij wijzigingen in uw medewerkersbestand? We passen uw premie aan als de verzekerde loonsom binnen uw verzekering wijzigt. Dit kan gebeuren doordat: - nieuwe medewerkers bij u in dienst treden; - medewerkers uit dienst treden; - het salaris van een of meer verzekerden verandert. We berekenen voor deze aanpassing een wijziging in de premie. Deze brengen we in rekening bij uw eerstvolgende naverrekeningstermijn. Welke naverrekeningstermijn we met u hebben afgesproken staat op uw polisblad. Deze premiewijziging geeft u niet het recht om de verzekering te beëindigen. Het premiepercentage passen we niet aan door deze wijzigingen in het medewerkersbestand. Wijzigt het medewerkersbestand door (gedeeltelijke) overname van een ander bedrijf, fusie, splitsing van uw bedrijf of doordat u een deel van uw bedrijf verkoopt? Dan passen we het premiepercentage wel aan. U krijgt dan een offerte van ons. Gaat u niet akkoord met de wijziging van uw premiepercentage? Dan willen we deze mededeling binnen een maand, nadat we u geïnformeerd hebben over de wijziging, van u hebben ontvangen. De verzekering eindigt dan op de datum waarop uw risico gewijzigd is.