Common use of Organisatie Clause in Contracts

Organisatie. (VO 183/2005 Artikel 4.1) De eerste verplichting van elke exploitant is te beantwoorden aan de toepasselijke hygiënevoorschriften. (VO 183/2005 Bijlage II) Een persoon die verantwoordelijk is voor de productie moet worden aangeduid. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf moet zo veel mogelijk worden voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten doeltreffende programma's voor de bestrijding van schadelijke organismen worden toegepast. (VO 183/2005 Bijlage II) Bedrijfsruimten en apparatuur die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het mengen en/of produceren moeten adequaat en regelmatig worden gecontroleerd volgens door de fabrikant voor de producten schriftelijk vastgelegde procedures. (VO 183/2005 Bijlage II) Het water voor de productie van diervoeders gebruikte water moet van voldoende kwaliteit voor dieren zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf en stof moeten voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De productiewerkzaamheden uitgevoerd worden volgens schriftelijk vastgelegde instructies en procedures om de kritieke punten van het productieproces te bepalen, te valideren en te beheersen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten technische en organisatorische maatregelen worden genomen om kruisverontreiniging en fouten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er moeten voldoende passende middelen beschikbaar zijn om de controles tijdens het productieproces te verrichten. (VO 183/2005 Bijlage II) Op de aanwezigheid van voor de gezondheid van mens of dier verboden voeders, ongewenste stoffen en andere verontreinigingen moet worden toegezien en er moeten adequate beheersingsstrategieën voorhanden zijn om het risico zo gering mogelijk te maken. (VO 183/2005 Bijlage II) Afval en materiaal dat niet geschikt is als diervoeder, moet afgezonderd en geïdentificeerd worden. Indien in dergelijk materiaal gevaarlijke concentraties van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, verontreinigingen of andere gevaren aanwezig zijn, moet het op adequate wijze worden verwijderd en mag het niet als diervoeder worden gebruikt. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven nemen passende maatregelen om te waarborgen dat de geproduceerde producten effectief kunnen worden getraceerd. (VO 183/2005 Bijlage II) De etikettering van de producten moet duidelijk aangeven of zij bestemd zijn voor diervoeders of andere doeleinden. Als van een bepaalde partij van een product wordt verklaard dat deze niet bestemd is voor gebruik in diervoeders, mag deze verklaring achteraf door een exploitant in een later stadium van de keten niet worden gewijzigd. (VO 183/2005 Bijlage II) Verwerkte diervoeders worden gescheiden gehouden van onverwerkte voedermiddelen en toevoegingsmiddelen om kruisverontreiniging van het verwerkte diervoeder te vermijden; het gebruikte verpakkingsmateriaal moet deugdelijk zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) De opslagruimten zijn uitsluitend toegankelijk voor personen die daarvoor toestemming van de exploitant van het diervoederbedrijf hebben. (VO 183/2005 Bijlage II) Diervoeders worden op een zodanige wijze opgeslagen en vervoerd dat zij gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd en dat verwarring of kruisverontreiniging wordt vermeden en bederf wordt voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De voor vervoer, opslag, intern transport, hantering en weging gebruikte recipiënten en apparatuur moeten schoon zijn. Er moeten reinigingsprogramma's worden ingevoerd; de sporen van reinigings- en ontsmettingsmiddelen moeten zo klein mogelijk gehouden worden. (VO 183/2005 Bijlage II) Waar nodig moet de temperatuur zo laag mogelijk gehouden worden om condens en bederf te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Recipiënten die dienen voor de opslag of het vervoer van mengvetten, oliën van plantaardige oorsprong of daarvan afgeleide producten, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, mogen niet worden gebruikt voor het vervoer of de opslag van andere dan deze producten, tenzij de producten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Zij moeten gescheiden worden gehouden van elke andere lading, wanneer er een risico van verontreiniging bestaat. Wanneer dit gescheiden gebruik niet mogelijk is, moeten de recipiënten op doeltreffende wijze worden gereinigd om elk spoor van het product te verwijderen, als die recipiënten eerder werden gebruikt voor producten die niet voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Dierlijke vetten van categorie 3, als vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, moeten overeenkomstig die verordening worden opgeslagen en vervoerd. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven zetten een systeem op voor de registratie en behandeling van klachten. (VO 183/2005 Bijlage II) een systeem voor het snel terugroepen van producten die zich in het afzetcircuit bevinden moet ingevoerd zijn. Via schriftelijke procedures moet de bestemming van de teruggeroepen producten omschreven zijn en voordat deze eventueel opnieuw in het verkeer worden gebracht, moeten zij opnieuw via een kwaliteitsbeheersingsprocedure beoordeeld worden. (VO 183/2005 artikel 5) Diervoeders worden alleen betrokken van inrichtingen die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 183/2005 geregistreerd en/of erkend zijn.

Appears in 2 contracts

Samples: Toelatingsvoorwaarden Voor Inrichtingen Voor De Vervaardiging en/of Het in De Handel Brengen Van Additieven, Toelatingsvoorwaarden Voor Inrichtingen Voor De Vervaardiging en/of Het in De Handel Brengen Van Additieven

Organisatie. (VO 183/2005 Artikel 4.1) De eerste verplichting van elke exploitant is te beantwoorden aan de toepasselijke hygiënevoorschriften. (VO 183/2005 Bijlage II) Een persoon die verantwoordelijk is voor de productie moet worden aangeduid. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf moet zo veel mogelijk worden voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten doeltreffende programma's voor de bestrijding van schadelijke organismen worden toegepast. (VO 183/2005 Bijlage II) Bedrijfsruimten en apparatuur die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het mengen en/of produceren moeten adequaat en regelmatig worden gecontroleerd volgens door de fabrikant voor de producten schriftelijk vastgelegde procedures. (VO 183/2005 Bijlage II) Het water voor de productie van diervoeders gebruikte water moet van voldoende kwaliteit voor dieren zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf en stof moeten voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De productiewerkzaamheden uitgevoerd worden volgens schriftelijk vastgelegde instructies en procedures om de kritieke punten van het productieproces te bepalen, te valideren en te beheersen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten technische en organisatorische maatregelen worden genomen om kruisverontreiniging en fouten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er moeten voldoende passende middelen beschikbaar zijn om de controles tijdens het productieproces te verrichten. (VO 183/2005 Bijlage II) Op de aanwezigheid van voor de gezondheid van mens of dier verboden voeders, ongewenste stoffen en andere verontreinigingen moet worden toegezien en er moeten adequate beheersingsstrategieën voorhanden zijn om het risico zo gering mogelijk te maken. (VO 183/2005 Bijlage II) Afval en materiaal dat niet geschikt is als diervoeder, moet afgezonderd en geïdentificeerd worden. Indien in dergelijk materiaal gevaarlijke concentraties van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, verontreinigingen of andere gevaren aanwezig zijn, moet het op adequate wijze worden verwijderd en mag het niet als diervoeder worden gebruikt. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven nemen passende maatregelen om te waarborgen dat de geproduceerde producten effectief kunnen worden getraceerd. (VO 183/2005 Bijlage II) De etikettering van de producten moet duidelijk aangeven of zij bestemd zijn voor diervoeders of andere doeleinden. Als van een bepaalde partij van een product wordt verklaard dat deze niet bestemd is voor gebruik in diervoeders, mag deze verklaring achteraf door een exploitant in een later stadium van de keten niet worden gewijzigd. (VO 183/2005 Bijlage II) Verwerkte diervoeders worden gescheiden gehouden van onverwerkte voedermiddelen en toevoegingsmiddelen om kruisverontreiniging van het verwerkte diervoeder te vermijden; het gebruikte verpakkingsmateriaal moet deugdelijk zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) De opslagruimten zijn uitsluitend toegankelijk voor personen die daarvoor toestemming van de exploitant van het diervoederbedrijf hebben. (VO 183/2005 Bijlage II) Diervoeders worden op een zodanige wijze opgeslagen en vervoerd dat zij gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd en dat verwarring of kruisverontreiniging wordt vermeden en bederf wordt voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De voor vervoer, opslag, intern transport, hantering en weging gebruikte recipiënten en apparatuur moeten schoon zijn. Er moeten reinigingsprogramma's worden ingevoerd; de sporen van reinigings- en ontsmettingsmiddelen moeten zo klein mogelijk gehouden worden. (VO 183/2005 Bijlage II) Waar nodig moet de temperatuur zo laag mogelijk gehouden worden om condens en bederf te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Recipiënten die dienen voor de opslag of het vervoer van mengvetten, oliën van plantaardige oorsprong of daarvan afgeleide producten, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, mogen niet worden gebruikt voor het vervoer of de opslag van andere dan deze producten, tenzij de producten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Zij moeten gescheiden worden gehouden van elke andere lading, wanneer er een risico van verontreiniging bestaat. Wanneer dit gescheiden gebruik niet mogelijk is, moeten de recipiënten op doeltreffende wijze worden gereinigd om elk spoor van het product te verwijderen, als die recipiënten eerder werden gebruikt voor producten die niet voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Dierlijke vetten van categorie 3, als vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, moeten overeenkomstig die verordening worden opgeslagen en vervoerd. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven zetten een systeem op voor de registratie en behandeling van klachten. (VO 183/2005 Bijlage II) een systeem voor het snel terugroepen van producten die zich in het afzetcircuit bevinden moet ingevoerd zijn. Via schriftelijke procedures moet de bestemming van de teruggeroepen producten omschreven zijn en voordat deze eventueel opnieuw in het verkeer worden gebracht, moeten zij opnieuw via een kwaliteitsbeheersingsprocedure beoordeeld worden. (VO 183/2005 artikel 5) Diervoeders worden alleen betrokken van inrichtingen die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 183/2005 geregistreerd en/of erkend zijn. (KB 21 feb. 2006 Bijlage I) De exploitant van een diervoederinrichting bewaart gedurende 6 maand een representatief monster van 500 g van elke partij van als kritiek beschouwde diervoeders.

Appears in 2 contracts

Samples: Toelatingsvoorwaarden Voor Inrichtingen Voor De Vervaardiging en/of Het in De Handel Brengen Van Voormengsels, Toelatingsvoorwaarden Voor Inrichtingen Voor De Vervaardiging en/of Het in De Handel Brengen Van Voormengsels

Organisatie. (VO 183/2005 Artikel 4.1) De eerste verplichting van elke exploitant is te beantwoorden aan de toepasselijke hygiënevoorschriften. (VO 183/2005 Bijlage II) Een persoon die verantwoordelijk is voor de productie moet worden aangeduid. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf moet zo veel mogelijk worden voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten doeltreffende programma's voor de bestrijding van schadelijke organismen worden toegepast. (VO 183/2005 Bijlage II) Bedrijfsruimten en apparatuur die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het mengen en/of produceren moeten adequaat en regelmatig worden gecontroleerd volgens door de fabrikant voor de producten schriftelijk vastgelegde procedures. (VO 183/2005 Bijlage II) Het water voor de productie van diervoeders gebruikte water moet van voldoende kwaliteit voor dieren zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf en stof moeten voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De productiewerkzaamheden uitgevoerd worden volgens schriftelijk vastgelegde instructies en procedures om de kritieke punten van het productieproces te bepalen, te valideren en te beheersen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten technische en organisatorische maatregelen worden genomen om kruisverontreiniging en fouten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er moeten voldoende passende middelen beschikbaar zijn om de controles tijdens het productieproces te verrichten. (VO 183/2005 Bijlage II) Op de aanwezigheid van voor de gezondheid van mens of dier verboden voeders, ongewenste stoffen en andere verontreinigingen moet worden toegezien en er moeten adequate beheersingsstrategieën voorhanden zijn om het risico zo gering mogelijk te maken. (VO 183/2005 Bijlage II) Afval en materiaal dat niet geschikt is als diervoeder, moet afgezonderd en geïdentificeerd worden. Indien in dergelijk materiaal gevaarlijke concentraties van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, verontreinigingen of andere gevaren aanwezig zijn, moet het op adequate wijze worden verwijderd en mag het niet als diervoeder worden gebruikt. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven nemen passende maatregelen om te waarborgen dat de geproduceerde producten effectief kunnen worden getraceerd. (VO 183/2005 Bijlage II) De etikettering van de producten moet duidelijk aangeven of zij bestemd zijn voor diervoeders of andere doeleinden. Als van een bepaalde partij van een product wordt verklaard dat deze niet bestemd is voor gebruik in diervoeders, mag deze verklaring achteraf door een exploitant in een later stadium van de keten niet worden gewijzigd. (VO 183/2005 Bijlage II) Verwerkte diervoeders worden gescheiden gehouden van onverwerkte voedermiddelen en toevoegingsmiddelen om kruisverontreiniging van het verwerkte diervoeder te vermijden; het gebruikte verpakkingsmateriaal moet deugdelijk zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) De opslagruimten zijn uitsluitend toegankelijk voor personen die daarvoor toestemming van de exploitant van het diervoederbedrijf hebben. (VO 183/2005 Bijlage II) Diervoeders worden op een zodanige wijze opgeslagen en vervoerd dat zij gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd en dat verwarring of kruisverontreiniging wordt vermeden en bederf wordt voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De voor vervoer, opslag, intern transport, hantering en weging gebruikte recipiënten en apparatuur moeten schoon zijn. Er moeten reinigingsprogramma's worden ingevoerd; de sporen van reinigings- en ontsmettingsmiddelen moeten zo klein mogelijk gehouden worden. (VO 183/2005 Bijlage II) Waar nodig moet de temperatuur zo laag mogelijk gehouden worden om condens en bederf te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Recipiënten die dienen voor de opslag of het vervoer van mengvetten, oliën van plantaardige oorsprong of daarvan afgeleide producten, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, mogen niet worden gebruikt voor het vervoer of de opslag van andere dan deze producten, tenzij de producten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Zij moeten gescheiden worden gehouden van elke andere lading, wanneer er een risico van verontreiniging bestaat. Wanneer dit gescheiden gebruik niet mogelijk is, moeten de recipiënten op doeltreffende wijze worden gereinigd om elk spoor van het product te verwijderen, als die recipiënten eerder werden gebruikt voor producten die niet voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Dierlijke EG.Dierlijke vetten van categorie 3, als vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, moeten overeenkomstig die verordening worden opgeslagen en vervoerd. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven zetten een systeem op voor de registratie en behandeling van klachten. (VO 183/2005 Bijlage II) een systeem voor het snel terugroepen van producten die zich in het afzetcircuit bevinden moet ingevoerd zijn. Via schriftelijke procedures moet de bestemming van de teruggeroepen producten omschreven zijn en voordat deze eventueel opnieuw in het verkeer worden gebracht, moeten zij opnieuw via een kwaliteitsbeheersingsprocedure beoordeeld worden. (VO 183/2005 artikel 5) Diervoeders worden alleen betrokken van inrichtingen die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 183/2005 geregistreerd en/of erkend zijn. (KB 21 feb. 2006 Bijlage I) De exploitant van een diervoederinrichting bewaart gedurende 6 maand een representatief monster van 500 g van elke partij van als kritiek beschouwde diervoeders.

Appears in 1 contract

Samples: Erkenningsvoorwaarden Voor De Inrichting Voor De Productie Van Biodiesel

Organisatie. (VO 183/2005 Artikel 4.1) De eerste verplichting van elke exploitant is te beantwoorden aan de toepasselijke hygiënevoorschriften. (VO 183/2005 Bijlage II) Een persoon die verantwoordelijk is voor de productie moet worden aangeduid. (Deze persoon mag eventueel een persoon zijn van buiten het bedrijf maar die duidelijk handelt op vraag en onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant.) (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf moet zo veel mogelijk worden voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten doeltreffende programma's voor de bestrijding van schadelijke organismen worden toegepast. (VO 183/2005 Bijlage II) Bedrijfsruimten en apparatuur die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het mengen en/of produceren moeten adequaat en regelmatig worden gecontroleerd volgens door de fabrikant voor de producten schriftelijk vastgelegde procedures. (VO 183/2005 Bijlage II) Het water voor de productie van diervoeders gebruikte water moet van voldoende kwaliteit voor dieren zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf en stof moeten voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De productiewerkzaamheden uitgevoerd worden volgens schriftelijk vastgelegde instructies en procedures om de kritieke punten van het productieproces te bepalen, te valideren en te beheersen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten technische en organisatorische maatregelen worden genomen om kruisverontreiniging en fouten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er moeten voldoende passende middelen beschikbaar zijn om de controles tijdens het productieproces te verrichten. (VO 183/2005 Bijlage II) Op de aanwezigheid van voor de gezondheid van mens of dier verboden voeders, ongewenste stoffen en andere verontreinigingen moet worden toegezien en er moeten adequate beheersingsstrategieën voorhanden zijn om het risico zo gering mogelijk te maken. (VO 183/2005 Bijlage II) Afval en materiaal dat niet geschikt is als diervoeder, moet afgezonderd en geïdentificeerd worden. Indien in dergelijk materiaal gevaarlijke concentraties van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, verontreinigingen of andere gevaren aanwezig zijn, moet het op adequate wijze worden verwijderd en mag het niet als diervoeder worden gebruikt. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven nemen passende maatregelen om te waarborgen dat de geproduceerde producten effectief kunnen worden getraceerd. (VO 183/2005 Bijlage II) De etikettering van de producten moet duidelijk aangeven of zij bestemd zijn voor diervoeders of andere doeleinden. Als van een bepaalde partij van een product wordt verklaard dat deze niet bestemd is voor gebruik in diervoeders, mag deze verklaring achteraf door een exploitant in een later stadium van de keten niet worden gewijzigd. (VO 183/2005 Bijlage II) Verwerkte diervoeders worden gescheiden gehouden van onverwerkte voedermiddelen en toevoegingsmiddelen om kruisverontreiniging van het verwerkte diervoeder te vermijden; het gebruikte verpakkingsmateriaal moet deugdelijk zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) De opslagruimten zijn uitsluitend toegankelijk voor personen die daarvoor toestemming van de exploitant van het diervoederbedrijf hebben. (VO 183/2005 Bijlage II) Diervoeders worden op een zodanige wijze opgeslagen en vervoerd dat zij gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd en dat verwarring of kruisverontreiniging wordt vermeden en bederf wordt voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De voor vervoer, opslag, intern transport, hantering en weging gebruikte recipiënten en apparatuur moeten schoon zijn. Er moeten reinigingsprogramma's worden ingevoerd; de sporen van reinigings- en ontsmettingsmiddelen moeten zo klein mogelijk gehouden worden. (VO 183/2005 Bijlage II) Waar nodig moet de temperatuur zo laag mogelijk gehouden worden om condens en bederf te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Recipiënten die dienen voor de opslag of het vervoer van mengvetten, oliën van plantaardige oorsprong of daarvan afgeleide producten, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, mogen niet worden gebruikt voor het vervoer of de opslag van andere dan deze producten, tenzij de producten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Zij moeten gescheiden worden gehouden van elke andere lading, wanneer er een risico van verontreiniging bestaat. Wanneer dit gescheiden gebruik niet mogelijk is, moeten de recipiënten op doeltreffende wijze worden gereinigd om elk spoor van het product te verwijderen, als die recipiënten eerder werden gebruikt voor producten die niet voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Dierlijke vetten van categorie 3, als vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, moeten overeenkomstig die verordening worden opgeslagen en vervoerd. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven zetten een systeem op voor de registratie en behandeling van klachten. (VO 183/2005 Bijlage II) een systeem voor het snel terugroepen van producten die zich in het afzetcircuit bevinden moet ingevoerd zijn. Via schriftelijke procedures moet de bestemming van de teruggeroepen producten omschreven zijn en voordat deze eventueel opnieuw in het verkeer worden gebracht, moeten zij opnieuw via een kwaliteitsbeheersingsprocedure beoordeeld worden. (VO 183/2005 artikel 5) Diervoeders worden alleen betrokken van inrichtingen die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 183/2005 geregistreerd en/of erkend zijn. (KB 21 feb. 2006 Bijlage I) De exploitant van een diervoederinrichting bewaart gedurende 6 maand een representatief monster van 500 g van elke partij van als kritiek beschouwde diervoeders.

Appears in 1 contract

Samples: Toelatingsvoorwaarden Voor Inrichtingen Voor De Vervaardiging Van Mengvoeders

Organisatie. (VO 183/2005 Artikel 4.1) De eerste verplichting van elke exploitant is te beantwoorden aan de toepasselijke hygiënevoorschriften. (VO 183/2005 Bijlage II) Een persoon die verantwoordelijk is voor de productie moet worden aangeduid. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf moet zo veel mogelijk worden voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten doeltreffende programma's voor de bestrijding van schadelijke organismen worden toegepast. (VO 183/2005 Bijlage II) Bedrijfsruimten en apparatuur die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het mengen en/of produceren moeten adequaat en regelmatig worden gecontroleerd volgens door de fabrikant voor de producten schriftelijk vastgelegde procedures. (VO 183/2005 Bijlage II) Het water voor de productie van diervoeders gebruikte water moet van voldoende kwaliteit voor dieren zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) Bederf en stof moeten voorkomen en onder controle gehouden worden om het binnendringen van schadelijke organismen te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De productiewerkzaamheden uitgevoerd worden volgens schriftelijk vastgelegde instructies en procedures om de kritieke punten van het productieproces te bepalen, te valideren en te beheersen. (VO 183/2005 Bijlage II) Er moeten technische en organisatorische maatregelen worden genomen om kruisverontreiniging en fouten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er moeten voldoende passende middelen beschikbaar zijn om de controles tijdens het productieproces te verrichten. (VO 183/2005 Bijlage II) Op de aanwezigheid van voor de gezondheid van mens of dier verboden voeders, ongewenste stoffen en andere verontreinigingen moet worden toegezien en er moeten adequate beheersingsstrategieën voorhanden zijn om het risico zo gering mogelijk te maken. (VO 183/2005 Bijlage II) Afval en materiaal dat niet geschikt is als diervoeder, moet afgezonderd en geïdentificeerd worden. Indien in dergelijk materiaal gevaarlijke concentraties van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, verontreinigingen of andere gevaren aanwezig zijn, moet het op adequate wijze worden verwijderd en mag het niet als diervoeder worden gebruikt. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven nemen passende maatregelen om te waarborgen dat de geproduceerde producten effectief kunnen worden getraceerd. (VO 183/2005 Bijlage II) De etikettering van de producten moet duidelijk aangeven of zij bestemd zijn voor diervoeders of andere doeleinden. Als van een bepaalde partij van een product wordt verklaard dat deze niet bestemd is voor gebruik in diervoeders, mag deze verklaring achteraf door een exploitant in een later stadium van de keten niet worden gewijzigd. (VO 183/2005 Bijlage II) Verwerkte diervoeders worden gescheiden gehouden van onverwerkte voedermiddelen en toevoegingsmiddelen om kruisverontreiniging van het verwerkte diervoeder te vermijden; het gebruikte verpakkingsmateriaal moet deugdelijk zijn. (VO 183/2005 Bijlage II) De opslagruimten zijn uitsluitend toegankelijk voor personen die daarvoor toestemming van de exploitant van het diervoederbedrijf hebben. (VO 183/2005 Bijlage II) Diervoeders worden op een zodanige wijze opgeslagen en vervoerd dat zij gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd en dat verwarring of kruisverontreiniging wordt vermeden en bederf wordt voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) De voor vervoer, opslag, intern transport, hantering en weging gebruikte recipiënten en apparatuur moeten schoon zijn. Er moeten reinigingsprogramma's worden ingevoerd; de sporen van reinigings- en ontsmettingsmiddelen moeten zo klein mogelijk gehouden worden. (VO 183/2005 Bijlage II) Waar nodig moet de temperatuur zo laag mogelijk gehouden worden om condens en bederf te voorkomen. (VO 183/2005 Bijlage II) Recipiënten die dienen voor de opslag of het vervoer van mengvetten, oliën van plantaardige oorsprong of daarvan afgeleide producten, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, mogen niet worden gebruikt voor het vervoer of de opslag van andere dan deze producten, tenzij de producten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Zij moeten gescheiden worden gehouden van elke andere lading, wanneer er een risico van verontreiniging bestaat. Wanneer dit gescheiden gebruik niet mogelijk is, moeten de recipiënten op doeltreffende wijze worden gereinigd om elk spoor van het product te verwijderen, als die recipiënten eerder werden gebruikt voor producten die niet voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 of artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 852/2004, en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Dierlijke vetten van categorie 3, als vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1069/2009, die zijn bestemd voor gebruik in diervoeders, moeten overeenkomstig die verordening worden opgeslagen en vervoerd. .. (VO 183/2005 Bijlage II) Exploitanten van diervoederbedrijven zetten een systeem op voor de registratie en behandeling van klachten. (VO 183/2005 Bijlage II) een systeem voor het snel terugroepen van producten die zich in het afzetcircuit bevinden moet ingevoerd zijn. Via schriftelijke procedures moet de bestemming van de teruggeroepen producten omschreven zijn en voordat deze eventueel opnieuw in het verkeer worden gebracht, moeten zij opnieuw via een kwaliteitsbeheersingsprocedure beoordeeld worden. (VO 183/2005 artikel 5) Diervoeders worden alleen betrokken van inrichtingen die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 183/2005 geregistreerd en/of erkend zijn. (KB 21 feb. 2006 Bijlage I) De exploitant van een diervoederinrichting bewaart gedurende 6 maand een representatief monster van 500 g van elke partij van als kritiek beschouwde diervoeders.

Appears in 1 contract

Samples: Erkenningsvoorwaarden Voor De Inrichting Voor De Oleochemische Productie Van Vetzuren