Common use of Overeenkomst over planologische medewerking Clause in Contracts

Overeenkomst over planologische medewerking. In een overeenkomst met de initiatiefnemer kan het bevoegd gezag de intentie opnemen dat het inspannin- gen zal verrichten om planologische medewerking te verlenen aan een ruimtelijke ontwikkeling, zoals een project voor hernieuwbare energie.29 Ook kan worden af- gesproken dat de initiatiefnemer inspanningen verricht om draagvlak te creëren of te vergroten, bijvoorbeeld door het aanbieden van de mogelijkheid tot financiële participatie aan omwonenden. Er zijn geen mogelijk- heden voor het bevoegd gezag om in een overeenkomst met de initiatiefnemer financiële participatie te eisen in ruil voor planologische medewerking. Dat geldt voor alle vormen van financiële participatie zoals beschreven in de participatiewaaier. Financiële participatie voor de omgeving in een project is niet direct te relateren aan de behartiging van een ruimtelijk relevant motief (zie par. 2.1). Als de overheid in ruil voor planologische medewerking voorwaarden bedingt buiten het kader van de ‘goede ruimtelijke ordening’ (art. 3.1 Wro en art. 2.12 Wabo), is de over- eenkomst niet afdwingbaar. Uit het arrest Xxxxxxxx/ Hornkamp volgt dat de gemeente aan de planologische medewerking geen voorwaarden mocht verbinden ter behartiging van de gewenste woonruimteverdeling: ‘De bevoegdheden die de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan de gemeente verleent, kunnen alleen strekken tot de behartiging van haar planologische belangen’.30 Als de bevoegdheid wordt gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is verleend, is sprake van strijd met het verbod van détournement de pouvoir of het oneigenlijk gebruik van bevoegdheden (vgl. art. 3:3 Awb). Een derge- lijke overeenkomst is nietig. Deze lijn wordt bevestigd in het arrest Bouwers/Bladel (over de ruimte-voor-ruim- te-regeling), waarin wordt benadrukt dat voorwaarden het doel moeten (kunnen) dienen waarvoor de bevoegd- heid door de wet is gegeven.31 Dit neemt vanzelfsprekend niet weg dat een initiatiefnemer kan aangeven dat hij – met het oog op het Klimaatakkoord en/of lokaal beleid – op vrijwillige basis afspraken wil maken over financiële participatie.

Appears in 3 contracts

Samples: Oplegger & Factsheet, Oplegger & Factsheet, Oplegger & Factsheet

Overeenkomst over planologische medewerking. In een overeenkomst met de initiatiefnemer kan het bevoegd gezag de intentie opnemen dat het inspannin- gen zal verrichten om planologische medewerking te verlenen aan een ruimtelijke ontwikkeling, zoals een project voor hernieuwbare energie.29 Ook kan worden af- gesproken dat de initiatiefnemer inspanningen verricht om draagvlak te creëren of te vergroten, bijvoorbeeld door het aanbieden van de mogelijkheid tot financiële participatie aan omwonenden. Er zijn geen mogelijk- heden voor het bevoegd gezag om in een overeenkomst met de initiatiefnemer financiële participatie te eisen in ruil voor planologische medewerking. Dat geldt voor alle vormen van financiële participatie zoals beschreven in de participatiewaaier. Financiële participatie voor de omgeving in een project is niet direct te relateren aan de behartiging van een ruimtelijk relevant motief (zie par. 2.1). Als de overheid in ruil voor planologische medewerking voorwaarden bedingt buiten het kader van de ‘goede ruimtelijke ordening’ (art. 3.1 Wro en art. 2.12 Wabo), is de over- eenkomst niet afdwingbaar. Uit het arrest Xxxxxxxx/ Hornkamp volgt dat de gemeente aan de planologische medewerking geen voorwaarden mocht verbinden ter behartiging van de gewenste woonruimteverdeling: ‘De bevoegdheden die de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan de gemeente verleent, kunnen alleen strekken tot de behartiging van haar planologische belangen’.30 Als de bevoegdheid wordt gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is verleend, is sprake van strijd met het verbod van détournement de pouvoir of het oneigenlijk gebruik van bevoegdheden (vgl. art. 3:3 Awb). Een derge- lijke overeenkomst is nietig. Deze lijn wordt bevestigd in het arrest Bouwers/Bladel (over de ruimte-voor-ruim- te-regeling), waarin wordt benadrukt dat voorwaarden het doel moeten (kunnen) dienen waarvoor de bevoegd- heid door de wet is gegeven.31 Dit neemt vanzelfsprekend niet weg dat een initiatiefnemer kan aangeven dat hij – met het oog op het Klimaatakkoord en/of lokaal beleid – op vrijwillige basis afspraken wil maken over financiële participatie.. RES | procesparticipatie en financiële participatie | Financiële participatie

Appears in 1 contract

Samples: Oplegger & Factsheet