Common use of Plan van aanpak Clause in Contracts

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. - Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. - Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . In het plan van aanpak wordt vastgelegd: - Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . - Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . - Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . - Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . - Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: - Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en Arbodienst. - De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te laten gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbo- dienstverlener. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelenmeedelen. Ook kan je de ARBOkunt x xx Xxxx-dienst/bedrijfsarts dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel xxxxxx mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking mede- werking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de overde klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst probleemanalyseuitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: - Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf hetbedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . - Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . - Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekkenwekenbegeleidingsgesprekken); en . - Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . - Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwelwerknemer(ofwel: wie is de ‘casemanager’). • Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: - Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever ons en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en de Arbodienst. - De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of werkoverlegof bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker ontvangt een werknemer ontvangteen kopie van het ondertekende plan van aanpak. • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. • Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpakaan- pak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion deskundigenoordeel worden aangevraagd bij het de UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. – Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. – Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse probleem- analyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . In het plan van aanpak wordt vastgelegd: – Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . – Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . – Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . – Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . – Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: – Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en Arbodienst. – De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie gezondheidssi- tuatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekendwerknemer onderte- kend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming overeenstem- ming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te laten gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbo- dienstverlener. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelenmeedelen. Ook kan je de ARBOkunt x xx Xxxx-dienst/bedrijfsarts dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking mede- werking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: - Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . - Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . - Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . - Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . - Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanagerde‘casemanager’). • Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: - Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever ons en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en de Arbodienst. - De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. • Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpakaan- pak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion deskundigenoordeel worden aangevraagd bij het de UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst arbodienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e zesde week van de ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; arbodienstverlener. - Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; arbodienstverlener. - Op basis van de probleemanalyse moet door u en uw werkgever een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons de arbodienstverlener uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . - In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat - wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je uw eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke - welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe - hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 eenmaal per zes weken begeleidingsgesprekken); en Hoe - hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener contact hebben (minimaal eens in de 6 eenmaal per zes weken); en Wie - wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast - Verder worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op - op welke tijdstippen je u bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsartsarbodienstverlener; en De - de informatie die je u ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. - Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. - Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigtwerknemer xxxxxxx, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. - Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je kunt u de ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons uw werkgever om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; – Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/dienst/ bedrijfsarts; – Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse probleem- analyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; – In het plan van aanpak wordt vastgelegd: • Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en • Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en • Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en • Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en • Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). – Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: • Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en • De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. – Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. – Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. – Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking mede- werking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse probleemana- lyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: – Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . – Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . – Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . – Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . – Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). • Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: – Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever ons en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en de Arbodienst. – De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. • Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpakaan- pak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion deskundigenoordeel worden aangevraagd bij het de UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te laten gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbo- dienstverlener. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject integratieproject (terugkeer naar je uw eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘“casemanager’”). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je u bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; en De informatie die je u ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelenmeedelen. Ook kan je de ARBOkunt x xx Xxxx-dienst/bedrijfsarts dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal Werkgever en werknemer wijzen per individuele ziek- melding een casemanager aan en stellen binnen twee weken na de ARBO-dienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk (bijstelling van de) probleemanalyse een Plan van aanpak op. In het Plan van aanpak wordt de casemanager benoemd. De casemanager verwerkt geen medische (persoons)gegevens. De (bedrijfs)arts ontvangt een afschrift. Uiterlijk aan het werk einde van het eerste ziektejaar evalueren u en uw zieke werknemer het Plan van aanpak en stellen dit zo nodig bij. De vervolgafspraken door de (bedrijfs)arts voor een tussentijdse evaluatie of bijstelling van de probleemanalyse vinden plaats op basis van de inhoud van de achterliggende problema- tiek. De frequentie van de vervolgplanning (of een afwijking daarvan) wordt gemotiveerd door de (bedrijfs)arts. Advisering (bedrijfs)arts De advisering van de (bedrijfs)arts wordt voortgezet zolang het dienstverband duurt en er nog geen WIA- beoordeling heeft plaatsgevonden, ook al is de periode van 104 weken verzuim overschreden. De advisering na 104 weken maakt geen onderdeel uit van het abonne- mentstarief en zal separaat gefactureerd worden. De (bedrijfs)arts signaleert tijdig of er sprake is van stagnatie in het herstel van de medische toestand en/ of de functionele mogelijkheden en de eventuele werk- gebonden oorzaken daarvan en adviseert over (onder- bouwde) interventies. Tevens adviseert de (bedrijfs) arts over herstel- en re-integratiemogelijkheden en schakelt gericht, op basis van professionele en wettelijke normen, andere professionals in om daarbij te gaan: geheel adviseren en te ondersteunen. De (bedrijfs)arts overlegt indien nodig met de huisarts of gedeeltelijk, voor behandelend specialist van de zieke werknemer (slechts na toestemming daartoe van de zieke werkne- mer) inzake informatie-uitwisseling of een behandeling in de reguliere zorg. Verzoek tot andere (bedrijfs)arts De werknemer heeft het eigen werk of ander werkrecht om schriftelijk een verzoek in te dienen tot een andere (bedrijfs)arts. De toelichting op de website over de te volgen procedure in geval van een wijzigingsverzoek op de (bedrijfs)arts maakt deel uit van deze Samenwerkingsvoorwaarden. Second opinion (bedrijfs)arts De door ArboNed in te zetten (bedrijfs)arts verplicht zich de werknemer de mogelijkheid te bieden een second opinion aan te vragen. De second opinion wordt uitgevoerd door een BIG-geregistreerde (bedrijfs)arts van de Landelijke poule (bedrijfs)artsen. De meest actuele lijst vindt u op www.bedrijfsartsense- xxxxxxxxxxx.xx. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk (bedrijfs)arts is niet werkzaam voor of namens ArboNed. De kosten van de second opinion komen voor rekening van de werkgever tenzij in het abonnement opgenomen en tenzij de werknemer zelf kiest om een (bedrijfs)arts buiten de in de 6e week van ziekte opgesteldlijst genoemde (bedrijfs)arts te kiezen voor de second opinion. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenenVoor de second opinion wordt het binnen ArboNed gehanteerde tarief in rekening gebracht. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en De behandelend (eerste) (bedrijfs)arts geeft bij de werknemer aan in hoeverre hij het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject second opinion (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekendbedrijfs)arts overneemt. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip eerste (bedrijfs)arts blijft in principe de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15)begeleidende arts.

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse probleem- analyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. - Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. - Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . In het plan van aanpak wordt vastgelegd: - Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . - Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . - Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . - Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . - Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: - Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en Arbodienst. - De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse probleemana- lyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te gaanlaten aan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts kunt x xx Xxxx- dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 1516).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim langdurig verzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: ; geheel of gedeeltelijk, gedeeltelijk voor het eigen werk of dan wel ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e zesde week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratieArbodienst. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden zijngemaakt worden. Uiterlijk in de 8e achtste week van ziekte word je wordt u door ons de verzuimbegeleider van Gierveld Recruitment uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . In het plan van aanpak wordt vastgelegd: ● Wat de doelstelling is van het re-integratietraject is (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in binnen het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . ● Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . ● Hoe vaak en op welke manier werkgever de verzuimbegeleider van Gierveld Recruitment en medewerker u contact hebben (minimaal eens één keer in de 6 weken begeleidingsgesprekkenzes weken); en . ● Hoe vaak en op welke manier medewerker u en ARBO-dienst/bedrijfsarts de Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 één keer per zes weken); en . ● Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’)u is. Daarnaast worden er schriftelijke afspraken gemaakt over: ● Op welke tijdstippen je u bereikbaar moet zijn voor werkgever Gierveld Recruitment en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en de Arbodienst. ● De informatie die je u ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever Xxxxxxxx Recruitment en medewerker door u ondertekend. De medewerker U ontvangt hiervan een kopie van het ondertekende plan van aanpakkopie. Als uw gezondheidssituatie op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herziengewijzigd. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besprokenbijgesteld. Ook deze de herziene versie vesie wordt door werkgever en medewerker zowel Gierveld Recruitment als door u ondertekend. De medewerker U ontvangt ook een kopie van het de herziene planversie. Als je Indien u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dient u dit mondeling en schriftelijk mededelenaan Gierveld Recruitment mede te delen. Ook kan je kunt u de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons Xxxxxxxx Recruitment om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15)UWV.

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te gaanlaten aan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent U ent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratiereïntegratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden reïntegratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts kunt x xx Xxxx- dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 1516).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden wor- den om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse probleem- analyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts bedrijfs- arts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: o Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en o Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en o Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en o Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en o Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). • Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: o Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en o De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd uitge- nodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. • Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. •1 Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking mede- werking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/arbodienst/ bedrijfsarts; . •2 Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienstarbodienst/bedrijfsarts over de wettelijke wet- telijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim ziekte- verzuim en re-integratiereïntegratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-arbo- dienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienstarbodienst/bedrijfsarts; . •3 Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden reïntegratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd uit genodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . •4 In het plan van aanpak wordt vastgelegd: o Wat de doelstelling is van het re-integratietraject reïntegratietraject (terugkeer terug- keer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . o Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . o Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker mede- werker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . o Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-arbo- dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . o Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: o Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever werk gever en ARBO-dienstarbodienst/bedrijfsarts; en . o De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. •5 Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. •6 Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/arbodienst/ bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever werk- gever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. •7 Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/arbodienst/ bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst arbodienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse probleem- analyse wordt uiterlijk in de 6e zesde week van de ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; arbodienstverlener. - Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; arbodienstverlener. - Op basis van de probleemanalyse moet door u en uw werkgever een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons de arbodienstverlener uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . - In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat - wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je uw eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke - welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe - hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 eenmaal per zes weken begeleidingsgesprekken); en Hoe - hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener contact hebben (minimaal eens in de 6 eenmaal per zes weken); en Wie - wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast - Verder worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op - op welke tijdstippen je u bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsartsarbo- dienstverlener; en De - de informatie die je u ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. - Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. - Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigtwerknemer xxxxxxx, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts arbodienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. - Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts kunt x xx xxxx- dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons uw werkgever om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: • Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . • Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . • Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . • Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . • Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). • Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: • Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever ons en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en de Arbodienst. • De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. • Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het de UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst ARBOdienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts; Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts; Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse probleemana- lyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker ondertekend. De medewerker ontvangt een kopie van het herziene plan. Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienstARBOdienst/bedrijfsarts nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te laten gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts; dienstverlener. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratiereïntegratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden reïntegratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelenmeedelen. Ook kan je de ARBOkunt x xx Xxxx-dienst/bedrijfsarts dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. - Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratiereïntegratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. - Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden reïntegratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . - In het plan van aanpak wordt vastgelegd: o Wat de doelstelling is van het re-integratietraject reïntegratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . o Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . o Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . o Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . o Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: o Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en Arbodienst. o De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. - Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. - Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. - Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te gaanlaten aan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent U ent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratiereïntegratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden reïntegratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBOkunt x xx Xxxx-dienst/bedrijfsarts dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 1516).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te gaanlaten aan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- integratiemogelijkheden re-integratie mogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts kunt x xx Xxxx- dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 1516).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBO-dienst Arbodienst onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om weer zo snel mogelijk aan het werk te gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je bent verplicht daaraan je medewerking mede- werking te verlenen. Je ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst informatie over de klachtenprocedure van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbodienst. • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; . • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: - Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en . - Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en . - Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker werknemer contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en . - Hoe vaak en op welke manier medewerker werknemer en ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en . - Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker werknemer (ofwel: wie is de ‘casemanager’). • Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: - Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever ons en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en de Arbodienst. - De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst het plan van aanpak worden herzien. Je wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. • Als je het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je dit mondeling en schriftelijk mededelen. Ook kan je de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbodienst nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpakaan- pak. Vervolgens maak je een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion deskundigenoordeel worden aangevraagd bij het de UWV (zie punt 15).

Plan van aanpak. Bij langer durend ziekteverzuim zal de ARBOArbo-dienst dienstverlener onderzoeken wat er aan gedaan kan worden om u weer zo snel mogelijk aan het werk te laten gaan: geheel of gedeeltelijk, voor het eigen werk of ander werk. Deze probleemanalyse wordt uiterlijk in de 6e week van ziekte opgesteld. Je U bent verplicht daaraan je uw medewerking te verlenen. Je U ontvangt een kopie van deze probleemanalyse en het advies van de ARBO-dienst/bedrijfsarts; Arbo- dienstverlener. • Bij het opmaken van de probleemanalyse ontvang je ontvangt u informatie van de ARBO-dienst/bedrijfsarts Arbo- dienstverlener over de wettelijke rechten en plichten in het kader van ziekteverzuim en re-integratie. Daarnaast verstrekt de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener informatie over de klachtenprocedure van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsartsdienstverlener; • Op basis van de probleemanalyse moet een plan van aanpak worden gemaakt, tenzij de probleemanalyse uitwijst dat er geen re- re-integratiemogelijkheden zijn. Uiterlijk in de 8e week van ziekte word je wordt u door ons uitgenodigd voor een gesprek, waarin de inhoud van het plan van aanpak wordt besproken; • In het plan van aanpak wordt vastgelegd: Wat de doelstelling is van het re-integratietraject (terugkeer naar je eigen functie, een andere functie in het bedrijf of uitplaatsing naar een ander bedrijf); en Welke maatregelen worden getroffen om herstel en werkhervatting te bevorderen; en Hoe vaak en op welke manier werkgever en medewerker contact hebben (minimaal eens in de 6 weken begeleidingsgesprekken); en Hoe vaak en op welke manier medewerker en ARBO-dienst/bedrijfsarts contact hebben (minimaal eens in de 6 weken); en Wie de uitvoering van het plan van aanpak coördineert en de vaste contactpersoon is voor de medewerker (ofwel: wie is de ‘casemanager’). Daarnaast worden schriftelijke afspraken gemaakt over: Op welke tijdstippen je bereikbaar moet zijn voor werkgever en ARBO-dienst/bedrijfsarts; en De informatie die je ontvangt om bij het werk betrokken te blijven (bijvoorbeeld verslagen van werkoverleg of bedrijfsmededelingen) en de manier waarop dit gebeurt. • Het definitieve plan van aanpak wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het ondertekende plan van aanpak. ; • Als op een later tijdstip de gezondheidssituatie van de medewerker werknemer wijzigt, zal op initiatief van de ARBOArbo-dienst/bedrijfsarts dienstverlener het plan van aanpak worden herzien. Je U wordt dan opnieuw uitgenodigd voor een gesprek, waarin de aanpassingen in het plan van aanpak worden besproken. Ook deze herziene versie wordt door werkgever en medewerker werknemer ondertekend. De medewerker werknemer ontvangt een kopie van het herziene plan. ; • Als je u het niet eens bent met bepaalde onderdelen of afspraken in het plan van aanpak, moet je u dit mondeling en schriftelijk mededelenmeedelen. Ook kan je de ARBOkunt x xx Xxxx-dienst/bedrijfsarts dienstverlener nogmaals vragen om een oordeel over het plan van aanpak. Vervolgens maak je maakt u een afspraak met ons om het plan van aanpak opnieuw te bespreken. Als dan nog geen overeenstemming wordt bereikt, kan een second opinion worden aangevraagd bij het UWV (zie punt 15).