Premievrijstelling. 1. Indien de verzekerde na het bereiken van de maximum-uitkeringsperiode van 104 weken zoals bedoeld in artikel 7:629, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, respectievelijk in artikel 29, vijfde lid van de Ziektewet, (meer) arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO of WIA, wordt hem afhankelijk van de (toename in de) mate van zijn arbeidsongeschiktheid, gehele of gedeeltelijke premievrijstelling verleend, vanaf het einde van die termijn. Het bepaalde in de vorige volzin is na het bereiken van de door het UWV vastgestelde kortere wachttijd van overeenkomstige toepassing op de verzekerde die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is (op basis van artikel 23, zesde lid van de WIA). De kortere uitkeringsperiode bedraagt ten minste 13 weken en ten hoogste 78 weken. Het bepaalde in de eerste volzin is ook van toepassing, indien het deelnemerschap van de verzekerde binnen de periode van 104 weken eindigt. In dat geval wordt premievrijstelling verleend tot maximaal het percentage dat behoort bij de mate van arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid. a. Het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde op grond van de WAO arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 % 100% 65 – 80 % 72,5% 55 – 65 % 60% 45 – 55 % 50% 35 – 45 % 40 % 25 – 35 % 30% 15 – 25 % 20 % b. Het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 % 100% 65 – 80 % 72,5% 55 – 65 % 60% 45 – 55 % 50% 35 – 45 % 40 % 3. Indien in de krachtens de WAO of WIA vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde een verandering optreedt die van zodanige aard is dat één van de andere klassen van bovenstaande tabellen van toepassing is, vindt aanpassing van de premievrijstelling plaats vanaf de datum waarop de wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid van kracht is geworden. 4. Indien de verzekerde reeds voor en bij de aanvang van de dekking arbeidsongeschikt is, wordt hem slechts premievrijstelling verleend, voor zover er sprake is van een verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid die zich heeft voorgedaan na aanvang van de dekking. Indien de verzekerde direct voor aanvang van de dekking ziek is en als gevolg van die ziekte arbeidsongeschikt wordt in de zin van de WIA, wordt hem slechts premievrijstelling verleend, voor zover de mate van arbeidsongeschiktheid is verhoogd ten opzichte van de mate van arbeidsongeschiktheid zoals die na aanvang van de dekking voor het eerst is vastgesteld. 5. De premievrijstelling eindigt: a. bij het overlijden van de verzekerde;
Appears in 3 contracts
Samples: Anw Pensioenregeling, Anw Pensioenregeling, Anw Pensioenregeling
Premievrijstelling. 1. Indien de verzekerde na het bereiken van de maximum-uitkeringsperiode van 104 weken zoals bedoeld in artikel 7:629, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, respectievelijk in artikel 29, vijfde lid van de Ziektewet, (meer) onafgebroken arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO of WIA, wordt hem afhankelijk van de (toename in de) mate van zijn arbeidsongeschiktheid, gehele of gedeeltelijke premievrijstelling verleend, vanaf het einde van die termijn. Het bepaalde in de vorige volzin is na het bereiken van de door het UWV vastgestelde kortere wachttijd uitkeringsperiode van overeenkomstige toepassing op de verzekerde die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is (op basis van artikel 23, zesde lid van de WIA). De kortere uitkeringsperiode bedraagt ten minste 13 weken en ten hoogste 78 weken. Het bepaalde in de eerste volzin is ook van toepassing, indien het deelnemerschap van de verzekerde binnen de periode van 104 weken eindigt. In dat geval wordt premievrijstelling verleend tot maximaal het percentage dat behoort bij de mate van arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid.
a. Het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde op grond van de WAO arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 % 100% 65 – 80 % 72,5% 55 – 65 % 60% 45 – 55 % 50% 35 – 45 % 40 % 25 – 35 % 30% 15 – 25 % 20 %
b. Het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 % 100% 65 – 80 % 72,5% 55 – 65 % 60% 45 – 55 % 50% 35 – 45 % 40 %
3. Indien een verandering optreedt in de krachtens de WAO het WAO- of WIA vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid WIA-uitkeringspercentage van de verzekerde een verandering optreedt die van zodanige aard is dat één van de andere klassen van bovenstaande tabellen van toepassing is, vindt aanpassing van de premievrijstelling plaats vanaf de datum waarop de wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid het nieuwe WAO-, dan wel WIA-uitkeringspercentage van kracht is geworden.
4. Indien Geen premievrijstelling wordt verleend:
a. indien de verzekerde eerste ziektedag is gelegen op of voor de aanvangsdatum van de verzekering;
b. indien de toename van het arbeidsongeschiktheidspercentage direct of indirect voortvloeit uit een reeds voor en bij de aanvang van de dekking arbeidsongeschikt is, wordt hem slechts premievrijstelling verleend, voor zover er sprake verzekering bestaande kwaal of aandoening;
c. indien de eerste ziektedag gelegen is in het eerste jaar van verzekering tenzij de verzekerde naar genoegen van het fonds aantoont dat de arbeidsongeschiktheid niet het gevolg is van een reeds bij aanvang van de verzekering bestaande kwaal of aandoening. Het bepaalde in sub b is niet van toepassing als de verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid die zich heeft voorgedaan na aanvang van plaatsvindt later dan drie jaar nadat de dekkingverzekering laatstelijk begon. Indien De premievrije deelneming wordt alsdan verleend gerelateerd aan de verzekerde direct voor aanvang van de dekking ziek is en als gevolg van die ziekte arbeidsongeschikt wordt in de zin van de WIA, wordt hem slechts premievrijstelling verleend, voor zover de mate van arbeidsongeschiktheid is verhoogd ten opzichte verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid zoals die na aanvang van de dekking voor het eerst is vastgesteldarbeidsongeschiktheid.
5. De premievrijstelling eindigt:
a. bij het overlijden van de verzekerde;
Appears in 2 contracts
Samples: Pensioenreglement Iii, Pensioenreglement Iii
Premievrijstelling. 1. Indien de verzekerde na het bereiken van de maximum-uitkeringsperiode van 104 weken zoals bedoeld in artikel 7:629, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, respectievelijk in artikel 29, vijfde lid van de Ziektewet, (meer) onafgebroken arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO of WIA, wordt hem afhankelijk van de (toename in de) mate van zijn arbeidsongeschiktheid, gehele of gedeeltelijke premievrijstelling verleend, vanaf het einde van die termijn. Het bepaalde in de vorige volzin is na het bereiken van de door het UWV vastgestelde kortere wachttijd van overeenkomstige toepassing op de verzekerde die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is (op basis van artikel 23, zesde lid van de WIA). De kortere uitkeringsperiode bedraagt ten minste 13 weken en ten hoogste 78 weken. Het bepaalde in de eerste volzin is ook van toepassing, indien het deelnemerschap van de verzekerde binnen de periode van 104 weken eindigt. In dat geval wordt premievrijstelling verleend tot maximaal het percentage dat behoort bij de mate van arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid.
a. Het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde op grond van de WAO arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 % 100% 65 – 80 % 72,5% 55 – 65 % 60% 45 – 55 % 50% 35 – 45 % 40 % 25 – 35 % 30% 15 – 25 % 20 %
b. Het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 % 100% 65 – 80 % 72,5% 55 – 65 % 60% 45 – 55 % 50% 35 – 45 % 40 %
3. Indien een verandering optreedt in de krachtens de WAO het WAO- of WIA vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid WIA-uitkeringspercentage van de verzekerde een verandering optreedt die van zodanige aard is dat één van de andere klassen van bovenstaande tabellen van toepassing is, vindt aanpassing van de premievrijstelling plaats vanaf de datum waarop de wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid het nieuwe WAO-, dan wel WIA-uitkeringspercentage van kracht is geworden.
4. Indien Geen premievrijstelling wordt verleend:
a. indien de verzekerde eerste ziektedag is gelegen op of voor de aanvangsdatum van de verzekering;
b. indien de toename van het arbeidsongeschiktheidspercentage direct of indirect voortvloeit uit een reeds voor en bij de aanvang van de dekking arbeidsongeschikt is, wordt hem slechts premievrijstelling verleend, voor zover er sprake verzekering bestaande kwaal of aandoening;
c. indien de eerste ziektedag gelegen is in het eerste jaar van verzekering tenzij de verzekerde naar genoegen van het fonds aantoont dat de arbeidsongeschiktheid niet het gevolg is van een reeds bij aanvang van de verzekering bestaande kwaal of aandoening. Het bepaalde in sub b is niet van toepassing als de verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid die zich heeft voorgedaan na aanvang van plaatsvindt later dan drie jaar nadat de dekkingverzekering laatstelijk begon. Indien De premievrije deelneming wordt alsdan verleend gerelateerd aan de verzekerde direct voor aanvang van de dekking ziek is en als gevolg van die ziekte arbeidsongeschikt wordt in de zin van de WIA, wordt hem slechts premievrijstelling verleend, voor zover de mate van arbeidsongeschiktheid is verhoogd ten opzichte verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid zoals die na aanvang van de dekking voor het eerst is vastgesteldarbeidsongeschiktheid.
5. De premievrijstelling eindigt:
a. bij het overlijden van de verzekerde;
Appears in 1 contract
Samples: Pension Regulation
Premievrijstelling. 1. Indien Aan de verzekerde na het bereiken van de maximum-uitkeringsperiode van 104 weken zoals bedoeld in artikel 7:629, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, respectievelijk in artikel 29, vijfde lid van de Ziektewet, (meer) deelnemer die onafgebroken arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO of WIAWIA wordt, wordt hem afhankelijk van de (toename in de) mate van zijn arbeidsongeschiktheidarbeidsongeschiktheid als vastgesteld door het UWV, gehele of gedeeltelijke premievrijstelling verleend, vanaf het einde van die termijn. Het bepaalde in de vorige volzin is na het bereiken van de door het UWV vastgestelde kortere wachttijd van overeenkomstige toepassing op de verzekerde die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is (premiebetaling verleend op basis van artikel 23, zesde lid de bepalingen van de WIA). De kortere uitkeringsperiode bedraagt ten minste 13 weken en ten hoogste 78 weken. Het bepaalde in de eerste volzin is ook van toepassing, indien het deelnemerschap van de verzekerde binnen de periode van 104 weken eindigt. In dat geval wordt premievrijstelling verleend tot maximaal het percentage dat behoort bij de mate van arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de arbeidsongeschiktheiddit artikel.
a. Het Indien de deelnemer een WAO-uitkering ontvangt, is het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde deelnemer op grond van de WAO arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 - 100% 100% 65 – 80 - 80% 72,5% 55 – 65 65% 60% 45 – 55 55% 50% 35 – 45 45% 40 40% 25 – 35 - 35% 30% 15 – 25 - 25% 20 20%
b. Het Indien de deelnemer een WIA-uitkering ontvangt, is het percentage van premievrijstelling is afhankelijk van de mate waarin de verzekerde deelnemer op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden. 80 – 100 100% 100% 65 – 80 80% 72,5% 55 – 65 65% 60% 45 – 55 % 50% 35 – 45 45% 40 40% 0 – 35% 0%
3. Indien in de krachtens de WAO of WIA vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde een verandering optreedt in het WAO of WIA-uitkeringspercentage van de deelnemer die van zodanige aard is dat één van de andere klassen van bovenstaande tabellen van toepassing is, vindt aanpassing van de premievrijstelling plaats vanaf de datum waarop de wijziging in de mate van arbeidsongeschiktheid het nieuwe WAO-, dan wel het WIA-uitkeringspercentage van kracht is geworden.
4. Geen premievrijstelling wordt verleend: Indien de verzekerde deelnemer reeds voor en bij het sluiten van de verzekering recht heeft op enige uitkering krachtens de WAO/VVIA. Tevens bestaat geen recht op vrijstelling of verhoging van het vrijstellingspercentage, indien de arbeidsongeschiktheid of de toeneming daarvan waaruit dat recht zou voortvloeien, geheel of ten dele, rechtstreeks of middellijk een gevolg is van:
a) opzet of al dan niet bewuste roekeloosheid van de deelnemer; onder opzet van de deelnemer wordt mede verstaan poging tot zelfdoding;
b) een in de vier weken véér de aanvang van de dekking arbeidsongeschikt isdeelneming bestaande ziekte of gebrek;
c) deelname van de deelnemer aan enige niet-Nederlandse gewapende dienst;
d) één van de hieronder genoemde vormen van molest: 1.een gewapend conflict, hier wordt hem slechts premievrijstelling verleendonder verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, voor zover er sprake is of althans de één de ander, gebruik makend van militaire machtsmiddelen bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapende optreden van een verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid die zich heeft voorgedaan na aanvang van de dekking. Indien de verzekerde direct voor aanvang van de dekking ziek is en als gevolg van die ziekte arbeidsongeschikt wordt in de zin van de WIA, wordt hem slechts premievrijstelling verleend, voor zover de mate van arbeidsongeschiktheid is verhoogd ten opzichte van de mate van arbeidsongeschiktheid zoals die na aanvang van de dekking voor het eerst is vastgesteld.
5. De premievrijstelling eindigt:
a. bij het overlijden van de verzekerdeVredesmacht der Verenigde Naties;
Appears in 1 contract
Samples: Anw Hiaat Pensioenreglement