Primaire waterkeringen Voorbeeldclausules

Primaire waterkeringen. Beschermen het land tegen het buitenwater als de zee, de grote rivieren of meren (bijvoorbeeld de Noordzee, Waddenzee, het IJsselmeer, het Markermeer of de grote rivieren zoals de Rijn, Maas en IJssel). Alle primaire waterkeringen zijn vastgelegd in de Waterwet. Voor meer informatie kunt u het overzicht in het Nationaal Basisbestand Primaire Waterkeringen raadplegen.
Primaire waterkeringen. Primaire waterkeringen zijn objecten, werken of constructies die bescherming bieden tegen overstroming bij hoogwater vanuit bijvoorbeeld de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren Rijn, Maas en Westerschelde, de Oosterschelde, het IJsselmeer, het Markermeer, het Volkerak Zoommeer, het Grevelingenmeer, het getijdedeel van de Hollandsche IJssel en de Veluwerandmeren. De primaire waterkeringen zijn vastgelegd in de Waterwet en het Nationaal Basisbestand Primaire Waterkeringen.
Primaire waterkeringen. Met primaire waterkeringen bedoelen wij objecten, werken of constructies die bescherming bieden tegen overstroming door buitenwater. Welke waterkeringen hier onder worden verstaan is nader omschreven in de Waterwet. Zie xxxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx.
Primaire waterkeringen. Objecten, werken of constructies die bescherming bieden tegen overstroming door buitenwater. Welke waterkeringen hier onder worden verstaan is nader omschreven in de Waterwet. Zie xxxxxx.xxxxxxxx.xx Standaardprogrammatuur Computersoftware die u of een andere verzekerde legaal heeft verkregen en die bestemd is voor verkoop aan het grote publiek (massa-afzet).
Primaire waterkeringen. Waterkeringen die beveiliging bieden tegen overstroming door buitenwater. Welke waterkeringen primair zijn staat in de Waterwet (zie xxxxxx.xxxxxxxx.xx).
Primaire waterkeringen. Objecten, werken of constructies die bescherming bieden tegen overstromingen bij hoogwater vanuit bijvoorbeeld de Noordzee, de Waddenzee, het IJsselmeer, het Markermeer of de grote rivieren zoals de Rijn, de Maas en de IJssel. De primaire waterkeringen zijn vastgelegd in de Waterwet (zie: xxxxxx.xxxxxxxx.xx). Of bekijk de Nationale Basisbestanden Primaire Waterkeringen op xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx voor een duidelijk overzicht van alle primaire waterkeringen.
Primaire waterkeringen. Door Rijkswaterstaat aangewezen waterkeringen die Nederland beschermen tegen buitenwater uit de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren en het IJsse-l en Markermeer.
Primaire waterkeringen. Met primaire waterkeringen bedoelen wij objecten, werken of constructies die bescherming bieden tegen overstroming door buitenwater. Welke waterkeringen hier onder worden verstaan is nader omschreven in de Waterwet. Zie xxxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx. Met sieraden bedoelen wij alle sieraden, inclusief horloges, die gemaakt zijn om op uw lichaam te dragen. Sieraden kunnen gedeeltelijk bestaan uit (edel)metaal, gesteente, parels, mineralen of soortgelijke stoffen. Onbewerkt (edel)metaal en ongezette (edel)stenen zijn geen sieraden.

Related to Primaire waterkeringen

  • Uitkeringen 1. Het gespaarde bedrag voor de vervangende uitkering voor het pensioen wordt aansluitend aan het bereiken van de in het reglement opgenomen pensioendatum dan wel – na een met inachtneming van het bepaalde in de laatste volzin van artikel 13 lid 3 a gedaan verzoek van de vrijgestelde deelnemer – de eerdere pensioeningangsdatum voor zover die niet ligt voor het bereiken van de 55 jarige leeftijd, in gelijke termijnen uitgekeerd gedurende 15 jaar. Het bestuur kan wegens de geringe hoogte van het gespaarde bedrag aan het maandelijks uit te keren bedrag een minimum verbinden dat is afgeleid van het grensbedrag voor afkoop wegens gering pensioen, waardoor het aantal uitkeringsjaren lager kan zijn. 2. Bij het overlijden van de uitkeringsgerechtigde deelnemer voordat de uitkeringen zijn ingegaan, worden de spaarbijdragen aangewend voor een uitkering aan de in de regeling genoemde partner, als bedoeld in artikel 18b van de Wet op de Loonbelasting 1964. De periode waarover voor de nabestaande een uitkering wordt vastgesteld bedraagt 15 jaar. Ingeval geen sprake is van een nabestaande maar wel van één of meer wezen als bedoeld in artikel 18c van de Wet op de loonbelasting 1964, wordt het gespaarde kapitaal aangewend voor een uitkering aan de wezen. Voor de uitkeringsperiode dient te worden aangesloten bij de pensioenregeling. Bij afwezigheid van nabestaanden of wezen wordt het gespaarde bedrag kapitaal aangewend voor een eenmalige uitkering aan de erfgenamen. Het eenmalig uit te keren bedrag wordt belast overeenkomstig het bepaalde in artikel 18a, negende lid van de Wet op de loonbelasting 1964. 3. Bij het overlijden van deelnemer nadat de uitkeringen zijn ingegaan wordt de betaling van de vastgestelde uitkeringen voor de nog resterende periode voortgezet ten behoeve van de in de regeling opgenomen nabestaande als bedoeld in artikel 18b van de Wet op de loonbelasting 1964. Indien een nabestaande ontbreekt geschiedt de uitkering ten behoeve van de in de regeling vermelde wezen als bedoeld in artikel 18c van de Wet op de loonbelasting 1964. Bij afwezigheid van nabestaanden of wezen wordt het nog niet tot uitkering gekomen spaarbedrag aangewend voor een eenmalige uitkering aan de erfgenamen. Het eenmalig uit te keren bedrag wordt belast overeenkomstig het bepaalde in artikel 18a, negende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964. 4. Een uitkeringstermijn van de gestorte spaarbijdragen waarover niet is beschikt, vervalt aan het fonds na overlijden van de uitkeringsgerechtigde deelnemer. Op of na 1 januari 2007 opeisbaar geworden uitkeringstermijnen kunnen niet verjaren bij leven van de uitkeringsgerechtigde deelnemer.

  • Geboekte waardeverminderingen Teruggenomen waardeverminderingen Wisselkoersverschillen (+)/(-)

  • Vergaderingen Het Auditcomité vergadert zo vaak als nodig is voor de goede werking van het Comité, maar komt op zijn minst vier maal per jaar bijeen. Voor zover als mogelijk, worden de vergaderingen jaarlijks van tevoren vastgelegd en vinden deze zo kort mogelijk voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur plaats. De vergaderingen van het Auditcomité worden in beginsel bijeengeroepen door de secretaris van het Auditcomité, in overleg met de voorzitter van het Auditcomité. Elk lid van het Auditcomité mag aan de voorzitter vragen om een vergadering van het Auditcomité bijeen te laten roepen. Behalve in dringende gevallen (onderworpen aan de beoordeling van de voorzitter van het Auditcomité), wordt de oproepingsbrief (met inbegrip van de agenda van de vergadering) tenminste vijf werkdagen vóór de vergadering toegezonden aan alle leden van het Auditcomité. Voor elk agendapunt wordt zoveel mogelijk schriftelijke informatie verschaft en worden relevante documenten toegevoegd aan de oproepingsbrief. Indien alle leden aanwezig of geldig vertegenwoordigd zijn, dient de naleving van de oproepingsformaliteiten niet te worden nagegaan. Het Auditcomité kan geldig beraadslagen en besluiten over de agendapunten op voorwaarde dat tenminste de helft van zijn leden aanwezig of geldig vertegenwoordigd is. Besluiten worden genomen met meerderheid van de stemmen uitgebracht door de leden van het Comité die aanwezig of geldig vertegenwoordigd zijn. De vergaderingen kunnen door middel van een conference call gehouden worden. De Voorzitter van de Raad van Bestuur is te allen tijde uitgenodigd om de vergaderingen van het Auditcomité bij te wonen, zelfs indien hij of zij hier geen lid van is. De Commissaris kan de voorzitter van het Auditcomité verzoeken een vergadering van het Auditcomité bij te mogen wonen. Het Auditcomité heeft minstens twee maal per jaar een ontmoeting met de Commissaris en de Directeur ACR, om met hen te overleggen over aangelegenheden die tot de bevoegdheden van het Auditcomité behoren en alle aangelegenheden die voortvloeien uit het auditproces (in het bijzonder de belangrijke zwaktes van de interne controle). Om zijn controlefunctie zo efficiënt mogelijk uit te oefenen, kan het Auditcomité apart vergaderen met het Uitvoerend Management, de interne auditors en de Commissaris. Het Auditcomité is derhalve vrij om op geregelde tijdstippen afzonderlijk met elk van hen te vergaderen. Teneinde zijn efficiëntie te verhogen, beslist het Auditcomité welke personen de vergaderingen van het Auditcomité mogen bijwonen zonder lid te zijn. Het kan onder meer ook aan vertegenwoordigers van het Uitvoerend Management vragen om zijn vergaderingen bij te wonen teneinde het Auditcomité in te lichten over bepaalde aangelegenheden. Indien nodig, en na de Voorzitter van de Raad van Bestuur hierover voorafgaandelijk te hebben ingelicht, kan het Auditcomité, op kosten van de Vennootschap, extern professioneel advies inwinnen over onderwerpen die tot haar bevoegdheid behoren. Ieder lid van het Auditcomité heeft toegang tot de boeken, gegevens en kantoren van de Vennootschap en van haar Dochtervennootschappen en heeft de toelating gesprekken te voeren met het leidinggevende personeel en/of werknemers van de Vennootschap en van haar Dochtervennootschappen, voor zover dit nodig is of nuttig kan zijn voor een goede vervulling van zijn taak. Een lid van het Auditcomité oefent dit recht uit in overleg met de voorzitter van het Auditcomité. Hiertoe kan het Auditcomité zich richten tot de Secretaris. Elk lid van het Auditcomité dient het Auditcomité in kennis te stellen van: - elk rechtstreeks of onrechtstreeks financieel belang bij enige aangelegenheid waarop het Auditcomité moet toezien; of - elk belangenconflict dat zou kunnen ontstaan omwille van andere mandaten die hij of zij vervult. Dit lid mag niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming over beslissingen van het Auditcomité waaromtrent zulk financieel belang of belangenconflict bestaat en, indien vereist door de Raad van Bestuur, neemt dit lid ontslag als lid van het Auditcomité.

  • Waardeverminderingen Op voorraden en bestellingen in uitvoering Geboekt

  • Overige bepalingen 11.1 Wanneer de opdrachtgever eenzelfde opdracht tegelijkertijd aan anderen dan de ontwerper wenst te verstrekken of de opdracht reeds eerder aan een ander heeft verstrekt, zal hij de opdrachtnemer, onder vermelding van de namen van deze anderen, hiervan op de hoogte stellen. 11.2 Het is de opdrachtgever niet toegestaan enig recht uit een met de ontwerper gesloten overeenkomst aan derden over te dragen, anders dan bij overdracht van zijn gehele onderneming of met schriftelijke toestemming van de ontwerper. 11.3 Partijen zijn verplicht tot geheimhouding van alle vertrouwelijke informatie, feiten en omstandigheden, die in het kader van de opdracht, van elkaar of uit andere bron, aan de andere partij ter kennis komen, waarvan redelijkerwijs te begrijpen is dat openbaarmaking of mededeling aan derden de ontwerper of de opdrachtgever schade zou kunnen berokkenen. Derden, die bij de uitvoering van de opdracht worden betrokken, zullen ten aanzien van deze feiten en omstandigheden afkomstig van de andere partij aan eenzelfde vertrouwelijke behandeling worden gebonden. 11.4 Indien enige bepaling van deze Algemene Voorwaarden nietig is of vernietigd wordt, zullen de overige bepalingen van deze Algemene Voorwaarden onverminderd van kracht blijven. Partijen zullen in dat geval in overleg treden met het doel nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige dan wel vernietigde bepalingen in acht wordt genomen. 11.5 De opschriften in deze Algemene Voorwaarden dienen slechts om de leesbaarheid te bevorderen en vormen geen onderdeel van deze Algemene Voorwaarden. 11.6 Op de overeenkomst tussen de ontwerper en opdrachtgever is Nederlands recht van toepassing. Partijen zullen in eerste instantie een gerezen geschil in onderling overleg proberen op te lossen. Behalve wanneer partijen uitdrukkelijk schriftelijk arbitrage zijn overeengekomen, neemt de volgens de wet bevoegde rechter, of de rechter in het arrondissement waar de ontwerper is gevestigd, dit ter keuze van de ontwerper, kennis van geschillen tussen de ontwerper en opdrachtgever.

  • Opleidingen 1 KPN onderscheidt drie aanleidingen voor het volgen van een opleiding: a. de opleiding is nodig voor de uitoefening van je functie; b. de opleiding is nodig om je om te scholen naar een andere functie in een groeidomein binnen KPN; c. de opleiding vergroot je inzetbaarheid en heeft niet direct een bedrijfsbelang; deze opleiding kies je zelf. 2 Een functieopleiding, zoals genoemd in lid 1 sub a, is een opleiding die nodig is voor de uitoefening van je functie. Opleidingsresultaten moeten direct in praktijk kunnen worden gebracht. Bij de keuze van je opleiding wordt rekening gehouden met - de functiebeschrijving, en; - je aanwezige kennis en vaardigheden. KPN betaalt de functieopleiding, je volgt deze in werktijd. 3 Een omscholingsopleiding, zoals genoemd in lid 1 sub b, is een opleiding om je in staat te stellen een andere functie in een groeidomein binnen KPN te gaan vervullen. Deze opleiding wordt in overleg met je manager vastgesteld. Van een omscholingsopleiding kan pas sprake zijn als jij en KPN samen de intentie hebben dat je gaat werken in dit groeidomein binnen KPN na afronding van de opleiding. In dat geval worden de kosten van deze omscholing door KPN vergoed en volg je deze opleiding in werktijd. 4 Een opleiding ten behoeve van je inzetbaarheid, zoals genoemd in lid 1 sub c, kun je onder andere kiezen uit de opleidingen die in KPN Academy staan vermeld. Als de opleiding niet in KPN Academy staat, kun je daar een ‘Aanvraag Buiten Catalogus’ voor doen. KPN Academy toetst je aanvraag aan een aantal voorwaarden. Meer informatie hierover vind je op TeamKPN. 5 Als een opleiding ten behoeve van je inzetbaarheid meer kost dan je Inzetbaarheidbudget toelaat, kan je manager beslissen het deel boven het beschikbare Inzetbaarheidbudget door KPN te laten betalen. 6 Ongeacht de hoogte van het bedrag dat jouw manager boven het Inzetbaarheidbudget voor jouw opleiding betaalt, geldt dat wanneer je stopt je met de betreffende opleiding voordat je die hebt afgerond en dit aan jou te wijten is, je het door KPN betaalde aanvullende deel terugbetaalt.

  • Diefstal van het verzekerde motorrijtuig De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.