Rechten en rechtsmiddelen aangaande gegevensbescherming. De specifieke rechten en rechtsmiddelen van betrokkenen staan vermeld in de betreffende bepalingen van de AVG (met name in art. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 77, 78, 79, 80 en 82 AVG). De belangrijkste bepalingen worden hierna kort samengevat. De Onderneming verstrekt alle betrokkenen overeenkomstig de hierboven genoemde artikelen informatie over hun rechten en rechtsmiddelen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens. Deze informatie wordt schriftelijk of op andere wijze verstrekt, inclusief, waar van toepassing, op elektronische wijze. Op verzoek van de betrokkene kan de informatie ook mondeling worden verstrekt, mits de identiteit van de betrokkene kan worden vastgesteld. De Onderneming reageert zonder onnodige vertraging, en uiterlijk een maand na ontvangst, op elk verzoek van een betrokkene waarmee deze zijn/haar rechten uitoefent, onder vermelding welke maatregelen naar aanleiding van het verzoek zijn genomen (zie art. 15-22 AVG). Deze periode kan eventueel met een termijn van twee maanden worden verlengd in geval van complexe verzoeken of in geval er een groot aantal verzoeken worden ontvangen. De betrokkene wordt binnen een maand na ontvangst van het verzoek van deze verlenging in kennis gesteld, onder vermelding van de redenen daarvoor. Indien het verzoek op elektronische wijze is ingediend, kan de reactie eveneens elektronisch worden gegeven, tenzij de betrokkenen anders verzoekt. Wanneer de Onderneming besluit geen maatregelen te treffen naar aanleiding van het verzoek, stelt zij de betrokkene daarvan onverwijld en in ieder geval binnen een maand daarvan in kennis, onder opgaaf van de redenen, waarbij de betrokkene wordt gewezen op de mogelijkheid naar aanleiding daarvan een klacht in te dienen bij de autoriteit gegevensbescherming of een gerechtelijke procedure in te stellen.