Rentepercentage Voorbeeldclausules

Rentepercentage. De rente is gebaseerd op de basisrente van het Restauratiefonds. Deze basisrente wordt vastgesteld aan de hand van de rentetarieven op de kapitaalmarkt. U kunt kiezen uit een rentevaste periode van 5, 10 of 15 jaar.
Rentepercentage. Dit is de jaarrente, die u betaalt in 12 maandelijkse termijnen. Dit rentepercentage wordt ook wel nominale rente genoemd.
Rentepercentage. Eigen woning (hoofdverblijf)
Rentepercentage. De rente van de Cultuurfonds-hypotheek ligt 4,5 procentpunt lager dan de basisrente van het Restauratiefonds. Deze basisrente wordt vastgesteld aan de hand van de rentetarieven op de kapitaalmarkt. De rente van de Cultuurfonds-hypotheek is minimaal 1,5%. De rentevaste periode voor de Cultuurfonds-hypotheek is gelijk aan de looptijd van de lening.
Rentepercentage. De rente van de Kerken Nevenfunctie-Lening ligt 5 procentpunt lager dan de basisrente van het Restauratiefonds. Deze basisrente wordt vastgesteld aan de hand van de rentetarieven op de kapitaalmarkt. De rente van de Kerken Nevenfunctie-Lening is minimaal 1,5%. De rentevaste periode voor de Kerken Nevenfunctie-Lening is gelijk aan de looptijd van de lening.
Rentepercentage. De rente van de Restauratie-hypotheek is gelijk aan de rente die de vorige eigenaar betaalde. De rente van de Restauratie-hypotheek is minimaal het minimum rentepercentage zoals dit is vastgelegd in de geldende voorwaarden van de vorige eigenaar.
Rentepercentage. Het rentepercentage van een Duurzame Scholenfonds-Lening is gelijk aan de rente die in rekening wordt gebracht voor de Restauratiefondsplus-hypotheek. Thans ligt deze rente vijf procentpunt lager dan de basisrente van het Restauratiefonds met een minimum van 1,5%. Deze basisrente wordt vastgesteld aan de hand van de rentetarieven op de kapitaalmarkt. Na afloop van de rentevaste periode is de op dat moment geldende basisrente voor nieuw te verstrekken Duurzame Scholenfonds-Leningen (of soortgelijke nieuw te verstrekken leningen) van toepassing. De rentevaste periode van een Duurzame Scholenfonds-Lening is 10 jaar dan wel een zodanig andere periode als in de offerte wordt vermeld. Na deze periode wordt de rente herzien.
Rentepercentage. De rente van een Regionale Restauratiefonds-hypotheek wordt bepaald door de basisrente van het Restauratiefonds minus een renteafslag. Deze basisrente wordt vastgesteld aan de hand van de rentetarieven op de kapitaalmarkt. De afslag verschilt per samenwerkingspartij. De rente van een Regionale Restauratiefonds-hypotheek is minimaal 1,5%. De rentevaste periode voor een Regionale Restauratiefonds-hypotheek verschilt per samenwerkingspartij. In afwijking van hoofdstuk 2 (van de Voorwaarden van januari 2024) krijgt u geen voorstel voor een nieuw rentepercentage maar een mededeling hiervan.
Rentepercentage. Het rentepercentage waartegen de lening is verstrekt en de periode waarvoor een rentepercentage geldt (de rentevaste periode), worden in de offerte genoemd. De rente wordt door u schuldig erkend en vast- gesteld door ondertekening van de akte. De rente wordt voor het eerst vanaf de feitelijke ingangsdatum tot het einde van het desbetreffende jaar naar het overeengekomen percentage berekend over de schuld. Voor ieder volgend kalenderjaar wordt de rente naar het overeengekomen percentage berekend over de schuld per het einde van het daaraan voorafgaande jaar. Voor de berekening van de rente wordt de maand op 30 dagen en het jaar op 360 dagen gesteld. Na afloop van een rentevaste periode of telkens per een overeengekomen datum, wordt het voor de lening geldende rentepercentage opnieuw door het Restauratiefonds voor een nieuwe periode vastgesteld. Een renteherziening gaat in op de eerste van de maand waarin de ingangsdatum van de renteberekening is gelegen (de renteherzieningsdatum). Het nieuwe rentepercentage wordt vastgesteld aan de hand van de dan bij het Restauratiefonds geldende rente voor nieuwe soortgelijke leningen met hetzelfde rentetype. Als voor de betreffende rentevaste periode op dat moment door het Restauratiefonds geen rentenotering wordt gevoerd, geldt de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als de resterende looptijd van de lening korter is dan de op dat moment aflopende rentevaste periode, wordt de rente voor de resterende looptijd van de lening vastgesteld aan de hand van de rentenotering behorend bij de rentevaste periode die in lengte het meest overeenkomt met de gevraagde rentevaste periode. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage opslagen heeft toegevoegd, bijvoorbeeld in verband met het risico en/of de hoogte van de lening, blijven deze opslagen bij de renteherziening gehandhaafd. Als het Restauratiefonds aan het rentepercentage een extra rentekorting heeft toegekend, dan blijft deze korting bij een (tussentijdse) renteherziening niet gehandhaafd. Als de op dat moment geldende rente op de herzieningsdatum lager is dan in het voorstel, wordt de lagere rente gehanteerd. Bij een hogere geldende rente op de herzieningsdatum dan in het voorstel wordt de rente uit het voorstel gehanteerd. Drie maanden voor afloop van de rentevaste periode krijgt u een voorstel van het nieuwe rentepercentage. Daarna krijgt u van het nieuwe rentepercentage en het nieuw...
Rentepercentage. In jouw offerte lees je wat jouw rente is. Bestaat jouw hypotheek uit meerdere leningdelen? Dan staat in jouw offerte de rente voor elk verschillend leningdeel.