Het rentepercentage Voorbeeldclausules

Het rentepercentage. 3.1.1 In de offerte vermeld Het rentepercentage waartegen de lening wordt verstrekt, alsmede de periode waarvoor een rentepercentage geldt (de rentevastheidsperiode), worden in de offerte vermeld.
Het rentepercentage. 1 . 1 In de offerte vermeld Het rentepercentage waartegen elk leningdeel wordt verstrekt en de periode waarvoor dat rentepercentage geldt (de rentevastperiode), worden in de offerte vermeld. In het rentepercentage kan zijn begrepen de topopslag wegens de omvang van de lening in verhouding tot de executiewaarde van de woning en een korting op de rente wegens een door u afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering. Indien van toepassing, worden de topopslag en de korting in de offerte vermeld. Het effectieve rentepercentage wordt eveneens in de offerte (per leningdeel) vermeld.
Het rentepercentage. In uw hypotheekofferte staan twee verschillende rente- percentages: de nominale rente en het jaarlijks kosten- percentage.
Het rentepercentage. Met de Verhuurhypotheek leent u geld voor een woonhuis dat niet bestemd is voor uw eigen bewoning, maar voor verhuur voor permanente bewoning. Voor Nationale-Nederlanden zijn daarmee het risico en de kosten hoger. Wij rekenen een Verhuurhypotheek opslag. De opslag kunt u terugvinden in uw Rentevoorstel en in uw Hypotheekofferte. Deze opslag blijft ook bij een nieuwe rentevaste periode van toepassing. Als u van ons een nieuw renteaanbod ontvangt, kan de hoogte van deze opslag door ons naar redelijkheid gewijzigd worden. In uw offerte staan twee verschillende rentepercentages: de nominale rente en het jaarlijks kostenpercentage.
Het rentepercentage 

Related to Het rentepercentage

  • Uitkering bij overlijden 1. De werkgever dient na het overlijden van een werknemer aan de nabestaanden een uitkering te verstrekken. 2. De uitkering wordt verstrekt over de periode vanaf de dag van overlijden tot en met de laatste dag van de 2e maand na die, waarin het overlijden plaatsvond. 3. De uitkering moet worden berekend naar het laatst verdiende brutoloon dat de werknemer toekwam. 4. De nabestaanden zijn: a. De langstlevende van de echtgenoten van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde danwel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde.3 b. Bij ontbreken van de onder a. bedoelde persoon, de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen. c. Bij ontbreken van de onder a en b bedoelde personen degenen ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde. 4 5. De uitkering mag alleen worden verminderd met de overlijdensuitkering welke de nabestaanden van de WAO/WIA ontvangen.