Schadevergoeding De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst. De verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.
Omvang van de schadevergoeding 46.1 Wordt een inzittende gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van de rechthebbenden op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 BW dienovereenkomstig van kracht zijn. 46.2 Indien een inzittende burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de onder deze dekking verzekerde schade, zal de betaling geschieden krachtens de dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen. 46.3 Op deze dekking kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen. 46.4 Geen aanspraak op vergoeding bestaat voorzover de inzittende recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op schadevergoedingen of verstrekkingen uit andere hoofde. 46.5 Het niet dragen van in het motorrijtuig aanwezige autogordels kan eigen schuld aan de schade opleveren. Deze eigen schuld zal naar de maatstaven van het burgerlijk recht bij de vaststelling van de schade worden toegerekend. 46.6 Indien het totale bedrag van de door de inzittenden c.q. hun rechtverkrijgenden geleden schade hoger is dan het verzekerd bedrag, wordt dit bedrag naar evenredigheid van de door ieder van hen geleden schade uitgekeerd.
WANNEER KRIJGT U GEEN VERGOEDING? Premie niet betaald 6.1 Wij vergoeden geen kosten en verlenen geen hulp als u de premie voor deze verzekering niet heeft betaald.
Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.
Welke kosten vergoeden wij niet? De volgende kosten vergoeden wij niet. - Kosten die de tegenpartij maakt buiten de rechtszaak om (buitengerechtelijke kosten). Ook niet als u die moet betalen. - Kosten die u kunt terugkrijgen van een ander. Bijvoorbeeld van de overheid, of van een andere verzekeraar. - Boetes en dwangsommen die u van de rechter moet betalen. - Kunt u de btw die u betaalt voor juridische hulp verrekenen met de btw die u betaalt voor andere zaken? Dan vergoeden wij de btw niet. - Spreekt u af dat een juridisch specialist een extra beloning krijgt als hij uw zaak wint? Dan betaalt u die beloning zelf. In sommige gevallen vergoeden we niet alle kosten. - Als niet alle onderdelen van uw conflict verzekerd zijn. We vergoeden dan het deel dat wel verzekerd is. - Als er ook anderen zijn die belang hebben bij de oplossing van uw conflict. We vergoeden dan voor uw aandeel in de totale kosten. Daarbij maakt het niet uit of die anderen meedoen met uw zaak. Hieronder vindt u een voorbeeld. U wilt samen met veel buurtbewoners bezwaar maken tegen een bestemmingsplan van de gemeente Bijvoorbeeld om de komst van een torenflat tegen te houden. Hiervoor wilt u samen 1 juridisch specialist inschakelen. De andere buurtbewoners hebben dus ook belang bij de uitkomst van uw bezwaar. ARAG betaalt dan alleen uw aandeel in de kosten.
Reiskostenvergoeding Lid 1 De werknemer ontvangt voor het reizen met eigen vervoer, een vergoeding van de reiskosten voor het vervoer heen en terug van zijn woning naar de vestiging, dan wel een door de werkgever aangewezen opstappunt, conform Artikel 38 Lid 6. De vergoeding is gebaseerd op het aantal gereden kilometers per dag en bedraagt: Aantal gereden kilometers totaal per dag Vergoeding Maximum vergoeding per dag 1 t/m 10 km heen en terug € 0,19 per km € 1,90 Vanaf 11 t/m 20 km heen en terug € 0,19 per km € 2,65 Vanaf 21 km heen en terug € 0,19 per km € 3,00 Lid 2 Bij vrijwillige verhuizing verder van de onderneming ontstaat geen recht op een hogere reiskostenvergoeding. Lid 3 Indien de werknemer voor het vervoer van zijn woning naar de plaats waar de werkzaamheden feitelijk worden uitgevoerd, niet zijnde de hoofd- of nevenvestiging van de onderneming, per dag tot en met 30 kilometer reist (totaal heen en terug), ontvangt hij een vergoeding conform de tabel in Lid 1. Over de meerdere kilometers boven 30 kilometer (totaal heen en terug) ontvangt de werknemer € 0,27 per kilometer. Lid 4 Indien, naar het oordeel van de werkgever, de werknemer gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, of indien de werknemer tijdens de werktijd ten behoeve van de werkzaamheden gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, dan ontvangt hij hiervoor een vergoeding van € 0,27 per kilometer. Lid 5 Indien de werkzaamheden worden verricht op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer, dat het voor hem noodzakelijk is elders te overnachten, zal op ondernemingsniveau een passende regeling worden getroffen voor een zogenaamde nachtvergoeding. Lid 6 De werkgever zal binnen de kaders van de fiscale wet- en regelgeving, maandelijks zijn medewerking verlenen aan het fiscaal vriendelijk geheel of gedeeltelijk verrekenen van eventuele niet-benutte ruimte met betrekking tot de vergoeding voor reiskosten voor woon- werkverkeer. Als een maandelijkse verwerking niet mogelijk is, kan de werkgever er ook voor kiezen om dit per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks te verrekenen. Indien de fiscale regelgeving wijzigt wordt deze regeling dienovereenkomstig aangepast. Lid 7 Bij verplaatsing van de vestiging of het opstappunt op initiatief van de werkgever waarbij de afstand voor woon-werkverkeer met meer dan 10 kilometer toeneemt, ontvangt de werknemer een vergoeding van € 0,19 per kilometer over het meerdere van 10 kilometer. Deze vergoeding wordt in 3 jaar in 3 gelijke stappen afgebouwd.
Schadeloosstelling a. Het is de opdrachtgever niet toegestaan, om tijdens de looptijd van de arbeidsovereenkomst van personeel van de aannemer met de aannemer, respectievelijk gedurende de duur van de overeenkomst tussen opdrachtgever en aannemer en gedurende een periode van 6 maanden na beëindiging daarvan, personeel van de aannemer in dienst te nemen, respectievelijk op enigerlei wijze, direct of indirect, en buiten de aannemer om, in te schakelen voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de opdrachtgever. b. Indien zonder instemming van de aannemer door de opdrachtgever een arbeidsverhouding wordt aangegaan met de in lid a. van dit artikel bedoelde werknemers, verbeurt de opdrachtgever aan de aannemer een boete van € 500 per bedoelde arbeidsverhouding per week of gedeelte van een week dat een zodanige arbeidsverhouding heeft geduurd respectievelijk nog voortduurt.
Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering en schadevergoeding wegens te late oplevering 32.1. Indien de termijn, waarbinnen het Werk zal worden opgeleverd, is uitgedrukt in werkbare Werkdagen, worden dagen als onwerkbaar beschouwd, wanneer daarop door niet voor rekening van de Opdrachtnemer komende omstandigheden gedurende ten minste 5 uren door het grootste deel van de arbeiders of machines niet kan worden gewerkt. 32.2. De Opdrachtnemer heeft recht op verlenging van de termijn waarbinnen het Werk zal worden opgeleverd indien door overmacht, door voor rekening van de Opdrachtgever komende omstandigheden, dan wel als gevolg van meer- en minderwerk, niet van de Opdrachtnemer kan worden gevergd dat het Werk binnen de overeengekomen termijn wordt opgeleverd. 32.3. Indien echter een termijn is uitgedrukt in een aantal kalenderdagen, -weken of -maanden dan wel een concrete datum als opleveringsdatum is overeengekomen, draagt de Opdrachtnemer het risico voor de binnen deze periode optredende onwerkbare dagen. Hij kan zich in dat geval slechts in zeer uitzonderlijke gevallen beroepen op overmacht. 32.4. Onverminderd het recht van Opdrachtgever om ter zake aanvullende schadevergoeding te vorderen is bij overschrijding van de overeengekomen bouwtijd de Opdrachtnemer een boete aan de Opdrachtgever verschuldigd, waarvan de hoogte nader wordt overeengekomen in de opdracht. Is in de opdracht geen bedrag genoemd, dan geldt een boete van 25 euro per woning per kalenderdag tot de dag waarop het Werk aan de Opdrachtgever wordt opgeleverd, behoudens voor zover de Opdrachtnemer recht heeft op bouwtijdverlenging. Voor de toepassing van dit lid wordt als dag van oplevering aangemerkt de dag waarop het Werk volgens de Opdrachtnemer gereed is voor oplevering en door de Opdrachtgever goedgekeurd wordt. 32.5. De in het vorige lid genoemde boete is zonder ingebrekestelling verschuldigd. Artikel 15 lid 2 is van overeenkomstige toepassing.
Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.
Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.