Common use of Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening Clause in Contracts

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen van 8 januari 2024, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - Genk’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 1979, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebied’. Het goed is eveneens begrepen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ van 25 november 2015 met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’. 2. Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen; 3. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Waregem van 8 januari 20245 mei 2022, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkKortrijk’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 19794 november 1977, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebiedMilieubelastende industrie’. Het goed is eveneens begrepen in volgens het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Solitaire vakantiewoningen - Interfluvium’, goedgekeurd bij Besluit van 25 november 2015 met als bestemming juni 2015. Het goed is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’sAfbakening kleinstedelijk gebied Waregem - herziening’, goedgekeurd bij Besluit van 21 juni 2018. 2. ) Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 B/1983/1057, voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrumweverij, vergund op 19 mei 1983; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 B/1991/3829, voor het kappen bouwen showroom en kantoorruimte en uitbreiding magazijn, vergund op 12 september 1991; - B/2003/373, voor het bouwen van 7 berkenbomeneen sanitaire installatie in het sdc te Waregem, vergund op 9 januari 2004; - B/2004/260, voor het gedeeltelijk verharden van een terrein, vergund op 13 december 2004; 3) In zitting van 30 oktober 2014 werd door de deputatie een vergunning verleend voor het exploiteren van een dienstencentrum. Blad 2 van 6 4) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. 5) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. 6) Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. 7) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Sint-Niklaas van 8 januari 202424 november 2023, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkSint-Niklaas-Lokeren’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 19797 november 1978, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebiedWoongebied’. Het goed is eveneens begrepen gelegen in het gemeentelijk gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Afbakening regionaal stedelijk gebied’, goedgekeurd bij Besluit van 25 november 2015 met als bestemming 19 januari 2007. Het goed is begrepen in een rooilijnplan ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’sSchoolstraat’, 12 april 1905. Blad 6 van 11 Het goed is begrepen in een onteigeningsplan ‘Schoolstraat’, goedgekeurd op 18 april 1905. 2. Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt: - OMV_2018097705, voor het vellen van bomen en aanpassingen drinkwatertoevoerleiding te Sint-Niklaas, vergund op 16 december 1999 7 maart 2019; - OMV_2022064147, voor het aanpassen van bestaande batterijen op zendinstallatie, aktename 7 juni 2022; - OMV_2019079467, voor het uitvoeren van een bronbemaling, vergund op 18 juni 2019. - 46021/8402/B/1986/34,voor de bouw van een watertoren, vergund op 24 januari 1986; - 46021/7926/B/1988/64301, voor het uitvoeren van veranderingswerken aan dienstgebouw van de stedelijke watertoren, vergund op 10 november 1988; - 46021/3567/B/1996/254, voor het plaatsen van een antenne met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 technische cabine, vergund op 22 mei 1996; - 46021/1173/B/1997/460, voor het plaatsen van antennes en technische container, vergund op 20 oktober 1997; - 46021/14236/B/2001/669, voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrumzendstation voor mobiele communicatie omvattend het aanbrengen van 3 antennes op een hoogte van 25,40 m en 8 schotelantennes op een hoogte van 28 m op een bestaande watertoren, en het plaatsen van de bijhorende technische cabine, vergund op 3 oktober 2001; - 46021/7926/B/2005/465, voor het bouwen van een loods, vergund op 16 december 2005; - 46021/3567/B/2008/514, bouwen van een zendinstallatie voor mobiele communicatie, vergund op 30 oktober 2008; - 46021/7926/B/2009/739, voor het plaatsen van 3 masten, vergund op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 december 2009; - 46021/7926/B/2011/771, voor het kappen tijdelijk plaatsen van 7 berkenbomenwerf/bureelcontainers, vergund op 20 maart 2012; 3. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. 7. Het goed is gelegen in de zuiveringszone ‘Centraal gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation’. 8. Het goed is gelegen in een erkend woningbouwgebied en in een erkend woonvernieuwingsgebied. De overdrager verklaart dat het goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen gemeente Lievegem van 8 10 januari 20242023, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-e- voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkEeklo-Aalter’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 197924 maart 1978, met als bestemming ‘Zone agrarische gebieden’ en ‘gebieden voor ambachtelijke bedrijven gemeenschapsvoorzieningen en kmo’s en deels woongebiedopenbaar nut’. Het goed is eveneens begrepen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bijzonder plan van aanleg ‘Beverlo Centrum’ ’, goedgekeurd bij Besluit van 25 29 november 2015 met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’2004. 2. ) Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 W_74/99 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrumscoutslokaal, vergund op 24 november 1999; - W_60/96 voor het bouwen van een scoutslokaal, vergund op 6 augustus 1996; - W_11/08 voor het storten van een betonplaat van 27m² (9 x 3), vergund op 12 februari 2008; - O/2019/00180 voor het vellen van bomen, voorwaardelijk vergund op 20 mei 2019; - O/2022/286 voor het rooien van 7 coniferen, voorwaardelijk vergund op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomenjuli 2022; 3) Voor zover bekend zijn er m.b.t. op het onroerend goed (een) milieuvergunning(en) afgeleverd, of milieumelding(en) ontvangen voor afvalwaterlozing, afvalverwerking of grondwaterwinning), voor een gastank, W_4/96, klasse 3, vanaf 26 maart 1996; 4) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. 5) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. 6) Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing.. Blad 2 van 6 6. 7) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Voor de aanpassingen (naar het huidige gebruik) aan het goed werden werken uitgevoerd door de gebruiker, zonder (voorafgaande) omgevingsvergunning. De verkrijger verklaart hiervan op de hoogte te zijn en verklaart zelf het nodige te doen om de huidige situatie in overeenstemming te brengen met de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening. De overdrager wijst de verkrijger erop dat de bestemming die door de gebruiker aan het goed is gegeven is niet overeenstemming is met de stedenbouwkundige bestemming van het goed. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Eeklo van 8 januari 202420 april 2022, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkEeklo Aalter’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 197924 maart 1978, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebied’. Het goed is eveneens begrepen gelegen in het gemeentelijk provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Afbakening kleinstedelijk gebied Eeklo’, goedgekeurd bij Besluit van 25 november 2015 met als bestemming de Minister van 16 september 2009. Het goed is gelegen in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven Windlandschap Eeklo-Maldegem’, goedgekeurd bij Besluit van de Minister van 29 april 2015. Het goed is begrepen in een gemeentelijk rooilijnplan ‘Klinkaertstraat en kmo’sdeel Schaperijstraat’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 26 augustus 1966. 2. ) Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt: - OMV_2021075526, voor het slopen van schoolgebouwen en verwijderen van verhardingen, vergund op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 november 2021; - OMV_2021080386, voor het slopen van schoolgebouwen, vergund op 25 juli 2021; - 43005/15899/B/2014/180, voor het plaatsen van een elektriciteitscabine (nr 6339) tvv te slopen cabine (nr 3245), vergund op 13 januari 2015; Blad 2 van 6 - 43005/8425/B/1966/194, voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrumwijkschool, vergund op 12 juli 1968; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 43005/8425/B/1967/187, voor het kappen bouwen van 7 berkenbomen;een paviljoen Stockhem I A.V., vergund op 23 juni 1967; - 43005/8425/B/1973/181, voor bouwen van een compact Fröbelblok, vergund op 11 februari 1974. 3) Voor het goed is een bouwmisdrijf gekend, M/2021/754, voor het rooien van een zomer eik zonder vergunning, dd. 4 november 2021. 4) Voor het goed zijn volgende milieuvergunningen gekend: - 43005/15893/1/E/1, voor de exploitatie van een hoogspanningscabine vergund op 13 januari 2015; - 43005/245/1/E/1, voor het exploiteren van een onderwijsinrichting, aktename op 10 november 1997; - 43005/754/1/A/1, voor transformator 160 kVA 12000/132V, vergund tot: 02/07/1997. 5) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is, met uitzondering van hetgeen verder is vermeld onder ‘bouwmisdrijf’. 4. 6) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. 7) Op het goed is geen een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing: - VKP_43005_500_00079_00001, goedgekeurd op 23 december 1963; - VKP_43005_500_00079_00002, goedgekeurd op 20 december 1965; - VKP_43005_500_00079_00005, goedgekeurd op 18 april 2005 (vervallen); - VKP_43005_500_00079_00008, goedgekeurd op 1 juli 2014. De overdrager is op de hoogte dat de bestanden met betrekking tot deze voormelde verkavelingsvergunningen kunnen gedownload worden via de linken opgenomen in de afgeleverde stedenbouwkundige inlichtingen. 6. 8) Het goed is gelegen in woningbouwgebied ‘Lekestraat/Schaperij’, goedgekeurd op 7 april 1998; 9) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht, met uitzondering van het bouwmisdrijf “Rooien van een zomereik zonder vergunning’, vastgesteld bij proces-verbaal van 4 november 2021 (nummer 2021/754) , dossiernummer bij de gemeente: M/2021/754. De overdrager verklaart dat zij ter compensatie een nieuwe boom hebben gepland, die dient behouden te blijven. Het parket van de procureur des Konings Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, heeft laten weten op 9 juni 2022 dat het dossier nog lopende is (referte 21CO60681). Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen van 8 januari 2024, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - Genk’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 1979, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebied’. Het goed is eveneens begrepen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ van 25 november 2015 met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’. 2De notaris verwijst partijen naar artikel 4.2.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Voor het meer informatie verwijst de notaris partijen onder meer naar volgende websites: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxx- stedenbouwkundige-handelingen en xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx-xxxxx- en-energie/bouwen-en-verbouwen/bouwvergunningen-en-plannen/melding-of- vrijstelling-van-vergunning-voor-kleine-bouwwerken. De verkoper verklaart dat geen verzekering kan worden gegeven omtrent de mogelijkheid om op voorschreven goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen werken en/of stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen; 3. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld handelingen te verrichten waarvan sprake in titel VI, hoofdstuk III en IV van de voormeld artikel 4.2.1 Vlaamse codex Codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verkoper verklaart dat voor alle vergunningsplichtige werken die hij gebeurlijk heeft uitgevoerd of laten uitvoeren aan het hierbij verkochte goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis vereiste vergunningen te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding verkregen. Hij verklaart tevens de werken te hebben uitgevoerd conform de vergunning of de melding. Hij verklaart ook geen weet te hebben dat een derde handelingen met betrekking tot dit goed heeft gesteld in strijd met de VCRO/regelgeving inzake ruimtelijke ordening. Bestaande constructies die gebouwd werden vóór 22 april 1962 (in werking treding Stedenbouwwet) worden te allen tijde geacht vergund te zijn. Bestaande constructies die gebouwd zijn tussen 22 april 1962 en de eerste inwerkingtreding van het voorschreven goedgewestplan (26/11/1978 Sint-Niklaas – Lokeren) waarin ze gelegen zijn, en voor alle constructies door hem opgerichtworden tevens vergund geacht, een stedenbouwkundige tenzij dit tegengesproken kan worden. Dit vermoeden van vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld wordt beschreven in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd . De verkoper biedt geen garanties omtrent eventuele vermoedens van vergunning en daaraan desgevallend gekoppelde rechten. - deze vergunningen ook daadwerkelijk betrekking hebben op voorschreven goed; - dat het voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning ook integraal in overeenstemming met deze vergunningen is verkregenopgericht; in bepaalde gevallen is - dat de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplichtafgeleverde vergunningen ook daadwerkelijk rechtsgeldig zijn; - dat de afgeleverde vergunningen niet vervallen zijn. De overdrager koper erkent er op gewezen te zijn dat, met het oog op het bekomen van een zo groot mogelijke zekerheid betreffende de stedenbouwkundige toestand van het verkochte goed, het aangewezen is om de vergunde plannen op te vragen bij de gemeente en om na te gaan of de werken, handelingen of wijzigingen zijn uitgevoerd overeenkomstig de afgeleverd stedenbouwkundige vergunningen. Dit is niet de taak van de notaris, maar behoort tot de zelfinformatieplicht van de koper. De verkoper verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning dat de huidige of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen laatste bestemming van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn woonfunctie is, welke bestemming volgens de verkoper toegelaten en onbetwist is, en dat hij geen garantie geeft aan de informatieverplichtingen koper dat een andere bestemming mogelijk is. De verkoper verklaart: - geen weet te hebben van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk een planbatenheffing; - geen weet te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervanhebben van een onteigening of voornemen daartoe.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier de vastgoedinformatie voor overdracht afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Zoutleeuw van 8 januari *** 2024, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt Tienen - GenkLanden’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 197924 maart 1978, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven woongebied’ en kmo’s en deels woongebied‘waterwingebieden (overdruk)’. Het goed is eveneens begrepen in volgens het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’, goedgekeurd bij Besluit van 3 augustus 1998, gelegen in ‘zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen’. Het goed is tevens begrepen in het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan ‘Voorzieningenpool deel 1 Aen den Hoorn’ van 25 november 2015 20 september 2012 met als bestemming ‘Zone zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’kernversterking ‘Aen den Hoorn’’;. 2. Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt: - op 16 december 1999 21 november 1997 met dossiernummer 71004_1999_ 5 24130_1997_0200059 – intern nummer 1999/00656 gemeentelijk dossiernummer 1291/Z/1997 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrumde nieuwbouw gemeenschapsvoorziening of openbaar nut, zijnde rijkswachtkazerne; - op 18 april 2002 28 oktober 1998 met dossiernummer 71004_2002_237 24130_1998_0200053 – intern nummer 2002/00133 gemeentelijk dossiernummer 1291/Z/1998 voor het kappen van 7 berkenbomende nieuwbouw gemeenschapsvoorziening of openbaar nut, zijnde rijkswachtkazerne; 3. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. Op Voor het goed is geen omgevingsvergunning een verkavelingsvergunning uitgereikt op 9 augustus 1975 met dossiernummer 24130_1975_050000301 – gemeentelijk dossiernummer Z/1975/56-V voor het verkavelen vormen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassingresidentiële bouwpercelen. Deze vergunning is thans vervallen. 6. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, ruilverkaveling en niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffingonteigening. Het goed is begrepen in valt onder de bepalingen van de planbaten ingvolge het rooilijnplan gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Voorzieningenpool deel 1: Aen den Hoorn’ van 23 20 september 19652012. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen gemeente De Haan van 8 januari 2024*, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1) Het goed is volgens het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Solitaire Vakantiewoningen Brugge-Oostende’, goedgekeurd bij Besluit van 5 juni 2015, gelegen in ‘overdruk solitaire vakantiewoning voor zover gelegen in landbouwzone’. Het goed is volgens het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Verblijfsrecreatiezone Vosseslag en omgeving’, goedgekeurd bij Besluit van 12 maart 2015, gelegen in ‘zone voor residentieel wonen’. 2) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - Genk’, een woningbouwgebied goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 op 7 april 1979, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebied’. 1998; 3) Het goed is eveneens begrepen gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ een afbakening waterwingebied en beschermingszone type 1, goedgekeurd op 17 oktober 1996; Blad 2 van 25 november 2015 met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’.4 2. 4) Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen werd geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen;. 3. 5) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. 6) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. Op 7) Voor het goed is geen een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning uitgereikt op 18 oktober 1967 met nummer 1967/17, deels vervallen op 22 januari 2015; 8) Voor het goed is een omgevingsvergunning voor het verkavelen van toepassinggronden geweigerd op 5 juli 2012 (nummer 2011/279). 6. 9) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Gent van 8 14 Blad 2 van 10 november 2022 en 27 januari 20242023, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkGentse en Kanaalzone’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 197914 september 1977, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebiedwoongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde’. Het goed is eveneens begrepen gelegen in het gemeentelijk gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Afbakening grootstedelijk gebied Gent’, goedgekeurd bij Besluit van 25 november 2015 met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’de Vlaamse Regering van 16 december 2005. 2. ) Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 2014/786 voor het kappen van 7 berkenbomen;5 bomen, vergund op 21 januari 2015; - 2013/171 voor het rooien van een boom, vergund op 2 mei 2013; - 1999/1032 voor de verbouwing van een provinciaal administratief gebouw met bijbehorende technische installatie, vergund op 23 april 2002; - 1998/1245 voor het plaatsen van een lichtreclame bij het provinciehuis, vergund op 3 februari 1999; - 1996/651 voor het uitvoeren van gevelaanpassing en verbouwen refter, vergund op 10 december 1996; - 1986/538 voor verbouwingswerken aan het sanitair op de 2de verdieping, vergund op 15 mei 1986; Er werd door enig bewijsmiddel aangetoond dat de constructie gebouwd is voor de inwerkingtreding van de wet van 29 maart 1962, beslissing dd. 15 januari 2011. 3. Het ) Voor het goed maakt niet zijn volgend omgevingsprojecten gekend: - OMV_2022039305 voor het voorwerp uit exploiteren van een maatregel als vermeld in titel VIOrange zendinstallatie (GTSBA) voor mobiele telecommunicatie, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure dd. 31 maart 2022 ( inrichtingsnummer 20220126-0067; vergunde rubriek 12.3.1°); - OMV_2018033290 voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 veranderen (door wijziging en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 uitbreiding) van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5Provinciehuis met drukkerij, dd. Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling21 december 2018 (inrichtingsnummer 20180320-0040, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goedklasse 3; vergunde rubrieken 11.1.1°b), en voor alle constructies door hem opgericht12.2.1°, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies16.3.1.1*, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening17.3.2.1.1.1°b, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden3.2.2°a), geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.33.4.1°a),

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Waregem van 8 januari 202416 februari 2023, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkKortrijk’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 19794 november 1977, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebiedWoongebied’. Het goed is eveneens begrepen gelegen in het gemeentelijk provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem en delen van het buitengebied (Waregem, Anzegem en Wielsbeke’, Fase NA goedgekeurd bij Besluit van 16 oktober 2012, herzien bij Besluit van 21 juni 2018. Het goed is gelegen in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Solitaire vakantiewoningen - Interfluvium’, goedgekeurd bij Besluit van 25 november 2015 met als bestemming juni 2015. Het goed is gelegen in het woningbouwgebied ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’sPotegem’. 2. Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen werd geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen;. 3. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. Blad 2 van 7 De overdrager verklaart dat het goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen gemeente Ingelmunster van 8 januari 202413 oktober 2022, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkRoeselare-Tielt’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 17 december 1979, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebiedWoongebied’. Het goed is eveneens begrepen gelegen in het gemeentelijk gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Afbakening regionaal stedelijk gebied Roeselare’, goedgekeurd bij Besluit van 25 21 november 2015 met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’2008. 2. ) Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen werd geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen;. 3. ) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. ) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. ) Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. ) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. 7) Het goed is gelegen in de zuiveringszone ‘Centraal gebied’. De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier de vastgoedinlichtingen voor overdracht afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen gemeente Affligem van 8 januari 2 april 2024, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkHalle-Vilvoorde-Asse’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 19797 maart 1977, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebiedwoongebied met landelijk karakter’. Het goed is eveneens begrepen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ van 25 november 2015 met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’.; 2. Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen werd geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen;. 3. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er is geen procedure hangende voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende ismaatregel. 4. Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Veurne van 8 januari 202430 mei 2023, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkDiksmuide – Torhout’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 5 februari 1979, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebied’woongebied met landelijk karakter, vervangen door het RUP Beauvoorde. Het goed is eveneens begrepen gelegen in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Solitaire vakantiewoningen – Westhoek’, goedgekeurd bij Besluit van de Minister van 18 oktober 2013. Het goed is gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Beauvoorde’, goedgekeurd door de Deputatie van 25 november 2015 3 september 2015, met als bestemming bestemming: grondvlak ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’sWoonzone’, overdruk ‘erfgoedlandschap’. 2. ) Voor het goed werden volgende geen omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen; 3. ) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. ) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. ) Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. ) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. 7) Het goed is gelegen in een overstromingsgevoelig gebied – pluviaal. 8) Het goed is gelegen in de zuiveringszone ‘Centraal gebied’. 9) Het goed is gelegen in het woonvernieuwingsgebied ‘Beauvoorde-Centrum’. 10) Het goed is opgenomen in het gemeentelijk register onbebouwde percelen. 11) Het goed is onderhevig aan een bouwverbod binnen 10 meter van de landsgrens of 5 meter van de grensweg. 12) Voor zover bekend is het goed opgenomen in: - een relictzone en een ankerplaats ‘Westhoekduinen – Duinen van Cabourg – De Moeren – Overgang platteau van Izenberge’(nr 1). De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten wel valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, maar niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. De overdrager verklaart dat het goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a1) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Stad Kortrijk van 8 januari 20245 april 2017, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b2) de verklaringen van de overdrager c3) het hypothecair getuigschrift en d4) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - Genk’Kortrijk, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 april 19794 november 1977, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebiedwoongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde’. ; Het goed is eveneens begrepen in het gemeentelijk gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Beverlo Centrum’ Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk, goedgekeurd bij Besluit van 25 november 2015 de Vlaamse Regering van 20 januari 2006, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s’.“Artikel 1: Grenslijn regionaalstedelijk gebied Kortrijk in overdruk” 2. Voor ) voor het goed werden werd volgende omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor 34022_2016-203, reconversie van vier burgerhuizen tot toeristische logies, ligging Xxxx-Xxxxx-Xxxxxxxxxxxx 00, 41, 43, 45 en Xxxxxxxxxxxxxx 00x, percelen 34353_H_0085L, 0087_A, 0088_A, 0085_W, 0089_D. 34022_2011_976, uitvoeren van renovatiewerken aan het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen;Rijksarchief, ligging Xxxxx Xxxxxxxxxxx 0, perceel 34353_H_0089_D. 3. Het ) met betrekking tot het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III werd geen dagvaarding uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41 tot en IV met 6.1.43 van de Vlaamse codex Codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is.noch enige rechterlijke beslissing gewezen; 4. ) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. ) Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. ) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. ; 7) Voor het goed werd geen as-builtattest uitgereikt en gevalideerd 8) De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, ,en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. Blad 2 van 6 De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.

Stedenbouw – Ruimtelijke Ordening. Uit a) een stedenbouwkundig uittreksel en een inlichtingenformulier afgeleverd minder dan een jaar vanaf heden, door de stad Beringen Blankenberge van 8 januari 2024december 2021, die de verkrijger erkent voorafgaandelijk dezer te hebben ontvangen, b) de verklaringen van de overdrager c) het hypothecair getuigschrift en d) de raadpleging van het e-voorkooploket, blijkt het volgende: 1. ) Het goed is gelegen in het gewestplan ‘Hasselt - GenkBrugge-Oostkust’, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 7 april 19791977, met als bestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s en deels woongebied’. Het goed is eveneens begrepen gelegen in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Provinciaal Ruimtelijk UitvoeringsPlan ‘Beverlo CentrumAfbakening kleinstedelijk gebied Blankenberge’ met deelplan ‘Cluster van bestaande zonevreemde regionale bedrijven langs de Brugse Steenweg’, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 11 juli 2008. Het goed is gelegen in een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Solitaire vakantiewoningen’, goedgekeurd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2016. Het goed is gelegen binnen een Bijzonder Plan van Aanleg ‘Grote Markt’, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 25 november 2015 juni 1993, met als bestemming hoofdbestemming ‘Zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’sWoongebouwen, woningen’. 2. ) Voor het goed werden volgende omgevingsvergunningen werd geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of stedenbouwkundige vergunningen vergunning uitgereikt: - op 16 december 1999 met dossiernummer 71004_1999_ 5 – intern nummer 1999/00656 voor het bouwen van een sectorieel dienstencentrum; - op 18 april 2002 met dossiernummer 71004_2002_237 – intern nummer 2002/00133 voor het kappen van 7 berkenbomen;. 3. ) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een maatregel als vermeld in titel VI, hoofdstuk III en IV van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening, en er geen procedure voor het opleggen van een dergelijke maatregel hangende is. 4. ) Op het goed is geen recht van voorkoop op basis van artikel 2.4.1 en volgende van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten van toepassing. 5. ) Op het goed is geen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of verkavelingsvergunning van toepassing. 6. ) Het goed maakt niet het voorwerp uit van een voorkeursbesluit of een projectbesluit. 7) Het goed is gelegen in de zuiveringszone ‘Woonkern-centraal gebied’. 8) Het goed is gelegen in een woningbouwgebied en woonvernieuwingsgebied ‘Marktwijk’. De overdrager verklaart dat het voorschreven goed bij zijn weten niet valt onder de wetgeving op de ruilverkaveling, niet het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening of van een planbatenheffing. Het goed is begrepen in het rooilijnplan van 23 september 1965. De overdrager verklaart geen kennis te hebben van enige stedenbouwkundige overtreding met betrekking tot het voorschreven goed, en voor alle constructies door hem opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht met uitzondering van volgende, opgenomen in het stedenbouwkundige uittreksel van 8 december 2021 onder de rubriek 6. OVERIGE INFORMATIE: ‘Volgens onze gegevens is dit eigendom gekend als Blad 2 van 6 De koper verklaart er van op de hoogte te zijn dat voor deze handelingen geen vergunningen verkregen werden. De koper zal de verkoper of de notaris in geen enkel opzicht kunnen aanspreken in dit verband aangezien hij met kennis van zaken koopt na volledig te zijn ingelicht over de risico’s verbonden aan de aankoop van constructies die zonder vergunning zijn opgericht, zowel op burgerrechtelijk als op strafrechtelijk vlak. De verkoper gaat geen enkele verbintenis aan tegenover de koper in verband met deze stedenbouwkundige overtredingen. Het hoger beschreven goed wordt dus verkocht met de vermelde stedenbouwkundige overtredingen, zonder dat de verkoper dienaangaande tot enige vrijwaring zal zijn gehouden ten aanzien van de koper en zonder verhaal van de koper tegen de verkoper. De koper heeft verklaard deze bouwovertreding te regulariseren door het aanvragen van een omgevingsvergunning, welke procedure hiervoor hetzelfde is als bij een gewone vergunning. Ondergetekende instrumenterende ambtenaar deelt mee dat geen constructies, werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, mogen worden opgericht of uitgevoerd op voorschreven goed zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. De overdrager verklaart bij gebrek aan een stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat dergelijke vergunning zou kunnen verkregen worden, geen zekerheid te kunnen geven omtrent de mogelijkheid om op de niet bebouwde delen van het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex verklaart de verkrijger uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning hiervan.