Tegemoetkoming verhuiskosten. a. De werknemer die op grond van artikel 11 verplicht is te verhuizen ontvangt daarvoor een tegemoetkoming, bestaande uit: 1. een bedrag voor de kosten van vervoer van bagage en van de inboedel van de werknemer en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken; dit bedrag wordt vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten, maar maximaal op basis van de adviesprijzen van de georganiseerde verhuisbedrijven; 2. een bedrag voor dubbele woonkosten; dit bedrag is gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal € 272,27 per maand bedraagt en over een termijn van maximaal vier maanden; Voor de berekening van de dubbele woonkosten wordt uitgegaan van de feitelijk betaalde kale huur van de oude woning, dan wel indien sprake is van eigen woning(en), de feitelijk betaalde hypotheekrente (na aftrek fiscaal voordeel). Het aflossingsbestanddeel in de betalingen aan de hypotheeknemer blijft derhalve buiten beschouwing. 3. een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten. b. Indien de werknemer op de dag van verhuizing een eigen huishouding voert en deze ook naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt het bedrag bedoeld onder a.3 gesteld op een tegemoetkoming van 12% van het jaarsalaris op de dag van verhuizing, met een maximum van € 5.445,36. c. Indien de werknemer op de dag van verhuizing geen eigen huishouding voert of deze niet naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld onder a.3 verleend. Indien naar het oordeel van de werkgever bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tegemoetkoming worden toegekend van de helft van de onder b genoemde tegemoetkoming. d. Bij een verhuizing van een gezin waarvan beide echtgenoten of relatiepartners belanghebbenden zijn in de zin van deze uitvoeringsregeling, wordt de tegemoetkoming als bedoeld onder a slechts aan één van deze belanghebbenden toegekend, waarbij voor de berekening het hoogste salaris in aanmerking wordt genomen. e. Indien de werknemer of diens echtgenoot of relatiepartner uit anderen hoofde reeds in enigerlei vorm aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, wordt de tegemoetkoming slechts toegekend tot het bedrag, waarmee deze tegemoetkoming de eerstbedoelde aanspraak overschrijdt. f. Indien de verhuizing het verlaten van de dienstwoning betreft en dit verband houdt met het overlijden van de werknemer, wordt de tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend aan de nagelaten gezinsleden. g. Geen recht op een tegemoetkoming bestaat, indien: • indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting is ontstaan. Indien de verhuizing ten gevolge van buiten de invloedssfeer van de werknemer liggende factoren niet binnen deze termijn heeft kunnen plaatsvinden, kan de werkgever op verzoek van de werknemer deze termijn één of meer malen verlengen. • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op eigen verzoek, behalve met recht op een uitkering voor vervroegd uittreden overeenkomstig Bijlage VIII.3, of met recht op een Overbruggingsuitkering als bedoeld in artikel 2.21 van het Pensioenreglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, dan wel wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op staande voet (art. 7:678 BW). h. Indien de werknemer binnen twee jaren na de verhuizing ontslagen wordt op eigen verzoek of op staande voet (art. 7:678 BW), dient hij de hem toegekende tegemoetkoming terug te betalen.
Appears in 2 contracts
Samples: Cao (Collective Labor Agreement), Cao Jeugdzorg 2008 2010
Tegemoetkoming verhuiskosten. a. 1 De werknemer die op grond van artikel 11 verplicht is te verhuizen ontvangt daarvoor een tegemoetkoming, bestaande tegemoetkoming in verhuiskosten bestaat uit:
1. a een bedrag voor de kosten van vervoer transport van bagage en van de inboedel van de werknemer medewerker en zijn gezinsleden naar de nieuwe woninggezinsleden, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken; dit bedrag wordt vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten, maar maximaal op basis van de adviesprijzen van de georganiseerde verhuisbedrijvenzaken (transportkosten);
2. b een bedrag voor eventuele dubbele woonkosten; dit bedrag is gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal € 272,27 per maand bedraagt en over een termijn van maximaal vier maanden; Voor de berekening van de dubbele woonkosten wordt uitgegaan van de feitelijk betaalde kale huur van de oude woning, dan wel indien sprake is van eigen woning(en), de feitelijk betaalde hypotheekrente (na aftrek fiscaal voordeel). Het aflossingsbestanddeel in de betalingen aan de hypotheeknemer blijft derhalve buiten beschouwing.huishuur;
3. c een bedrag voor alle andere overige direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten (overige kosten).
b. Indien 2 Het bedrag voor de werknemer transportkosten kan zowel betrekking hebben op kosten van de dag medewerker zelf, als op kosten van een erkende verhuisfirma. Uitgangspunt in beide gevallen is dat de werkelijk gemaakte kosten worden vergoed. De werkgever kan nadere regels vaststellen voor de wijze van declareren.
3 De tegemoetkoming voor dubbele huishuur bedraagt ten hoogste het bedrag van de huur van de oude woning van de medewerker over een periode van twee maanden.
4 De tegemoetkoming voor overige kosten bedraagt 10% van de berekeningsbasis als de medewerker binnen een periode van één jaar na de datum waarop de verhuisplicht aan hem is opgelegd daadwerkelijk is verhuisd en 8% als de verhuizing in het jaar daarna heeft plaatsgehad. De berekeningsbasis is het twaalfvoud van de bezoldiging van de medewerker in de berekeningsmaand, vermeerderd met de vakantie-uitkering over de berekeningsmaand. De berekeningsmaand is de maand waarin de medewerker daadwerkelijk verhuist. De tegemoetkoming voor overige kosten bedraagt ten hoogste € 5.445,00. Als de verhuizing een eigen huishouding voert en deze ook naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt het bedrag bedoeld onder a.3 gesteld op een tegemoetkoming van 12% van het jaarsalaris op de dag van verhuizing, met een maximum van € 5.445,36.
c. Indien de werknemer op de dag van verhuizing geen eigen huishouding voert of deze niet naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld onder a.3 verleend. Indien naar het oordeel van gezin betreft waarin de werkgever bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tegemoetkoming worden toegekend van de helft van de onder b genoemde tegemoetkoming.
d. Bij een verhuizing van een gezin waarvan aan beide echtgenoten of relatiepartners belanghebbenden zijn in de zin van deze uitvoeringsregelinglevenspartners verhuisplicht heeft opgelegd, wordt de tegemoetkoming als bedoeld onder a slechts aan één voor overige kosten tot dit maximumbedrag berekend over de som van deze belanghebbenden toegekend, waarbij voor de berekening het hoogste salaris in aanmerking wordt genomenbeider berekeningsbasis.
e. Indien de werknemer of diens echtgenoot of relatiepartner uit anderen hoofde reeds in enigerlei vorm aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, wordt de tegemoetkoming slechts toegekend tot het bedrag, waarmee deze tegemoetkoming de eerstbedoelde aanspraak overschrijdt.
f. Indien de verhuizing het verlaten van de dienstwoning betreft en dit verband houdt met het overlijden van de werknemer, wordt de tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend aan de nagelaten gezinsleden.
g. Geen recht op een tegemoetkoming bestaat, indien: • indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting is ontstaan. Indien de verhuizing ten gevolge van buiten de invloedssfeer van de werknemer liggende factoren niet binnen deze termijn heeft kunnen plaatsvinden, kan de werkgever op verzoek van de werknemer deze termijn één of meer malen verlengen. • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op eigen verzoek, behalve met recht op een uitkering voor vervroegd uittreden overeenkomstig Bijlage VIII.3, of met recht op een Overbruggingsuitkering als bedoeld in artikel 2.21 van het Pensioenreglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, dan wel wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op staande voet (art. 7:678 BW).
h. Indien de werknemer binnen twee jaren na de verhuizing ontslagen wordt op eigen verzoek of op staande voet (art. 7:678 BW), dient hij de hem toegekende tegemoetkoming terug te betalen.
Appears in 1 contract
Tegemoetkoming verhuiskosten. a. 1. De werknemer die op grond van artikel 11 verplicht is te verhuizen ontvangt daarvoor een tegemoetkoming, bestaande tegemoetkoming in verhuiskosten kan slechts bestaan uit:
1. a. een bedrag voor de kosten van vervoer transport van de bagage en van de inboedel van de werknemer betrok- kene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en inen uitpakken van breekbare zaken; dit bedrag wordt vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten, maar maximaal op basis van de adviesprijzen van de georganiseerde verhuisbedrijven;
2. b. een bedrag voor dubbele dubbel woonkosten; dit bedrag is , gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met een maximum van € 312,49 per maand met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal € 272,27 per maand bedraagt en over een termijn van maximaal ten hoogste voor vier maanden; Voor de berekening van de dubbele woonkosten maanden wordt uitgegaan van de feitelijk betaalde kale huur van de oude woning, dan wel indien sprake is van eigen woning(en), de feitelijk betaalde hypotheekrente (na aftrek fiscaal voordeel). Het aflossingsbestanddeel in de betalingen aan de hypotheeknemer blijft derhalve buiten beschouwing.verleend;
3. c. een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten.
b. Indien de werknemer op de dag van verhuizing een eigen huishouding voert en deze ook naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt het bedrag bedoeld onder a.3 gesteld op een tegemoetkoming van 12% van het jaarsalaris op de dag van verhuizing, met een maximum van € 5.445,366.249,44.
c. 2. Indien de werknemer betrokkene op de dag van de verhuizing een eigen huishouding voert, wordt het bedrag bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor zover bij of krachtens dit artikel niet anders is bepaald, gesteld op een tegemoetkoming van 3% van de berekeningsbasis voor ieder woon- of slaapvertrek, tot een maximum van vier van deze vertrekken, die de achtergelaten woning telt, met dien ver- stande dat het maximumbedrag genoemd in het eerste lid, onderdeel c, niet overschreden wordt.
3. Indien het betreft een verhuizing van een gezin, waarin de echtgenoten, geregistreerde partners beide betrokkene zijn in de zin van dit hoofdstuk en afzonderlijk opdracht hebben om te verhuizen of zijn verplaatst, wordt voor beide betrokkenen de berekeningsbasis vastgesteld. Ingeval beide betrokkenen een deeltijddienstverband hebben en niet tevens een deeltijddienstverband bij een andere werkgever die aanspraak geeft op een tegemoetkoming in verhuiskosten, wordt de bere- keningsbasis vastgesteld als ware er sprake van een voltijddienstverband. De tegemoetkoming wordt toegekend op grond van de hoogste berekeningsbasis.
4. Indien de betrokkene geen eigen huishouding voert of deze niet naar de nieuwe woning wordt overgebrachtvoert, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid, onder a.3 c, verleend. Indien naar het oordeel van de werkgever bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tegemoetkoming worden toegekend verleend van 3% van de helft van de onder b genoemde tegemoetkomingbereke- ningsbasis.
d. Bij een verhuizing van een gezin waarvan beide echtgenoten of relatiepartners belanghebbenden zijn in de zin van deze uitvoeringsregeling, wordt de tegemoetkoming als bedoeld onder a slechts aan één van deze belanghebbenden toegekend, waarbij voor de berekening het hoogste salaris in aanmerking wordt genomen.
e. Indien de werknemer of diens echtgenoot of relatiepartner uit anderen hoofde reeds in enigerlei vorm aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, wordt de tegemoetkoming slechts toegekend tot het bedrag, waarmee deze tegemoetkoming de eerstbedoelde aanspraak overschrijdt.
f. Indien de verhuizing het verlaten van de dienstwoning betreft en dit verband houdt met het overlijden van de werknemer, wordt de tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend aan de nagelaten gezinsleden.
g. Geen recht op een tegemoetkoming bestaat, indien: • indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting is ontstaan. Indien de verhuizing ten gevolge van buiten de invloedssfeer van de werknemer liggende factoren niet binnen deze termijn heeft kunnen plaatsvinden, kan de werkgever op verzoek van de werknemer deze termijn één of meer malen verlengen. • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op eigen verzoek, behalve met recht op een uitkering voor vervroegd uittreden overeenkomstig Bijlage VIII.3, of met recht op een Overbruggingsuitkering als bedoeld in artikel 2.21 van het Pensioenreglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, dan wel wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op staande voet (art. 7:678 BW).
h. Indien de werknemer binnen twee jaren na de verhuizing ontslagen wordt op eigen verzoek of op staande voet (art. 7:678 BW), dient hij de hem toegekende tegemoetkoming terug te betalen.
Appears in 1 contract
Samples: Arbeidsvoorwaardenregeling
Tegemoetkoming verhuiskosten. a. Lid 1 De werknemer die op grond van artikel 11 verplicht is te verhuizen ontvangt daarvoor een tegemoetkoming, bestaande tegemoetkoming in verhuiskosten kan slechts bestaan uit:
1. a. een bedrag voor de kosten van vervoer transport van de bagage en van de inboedel van de werknemer betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- in en uitpakken van breekbare zaken; dit bedrag wordt vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten, maar maximaal op basis van de adviesprijzen van de georganiseerde verhuisbedrijven;
2. b. een bedrag voor dubbele dubbel woonkosten; dit bedrag is , gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met een maxi- mum van € 312,49 per maand met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal € 272,27 per maand bedraagt en over een termijn van maximaal ten hoogste voor vier maanden; Voor de berekening van de dubbele woonkosten maanden wordt uitgegaan van de feitelijk betaalde kale huur van de oude woning, dan wel indien sprake is van eigen woning(en), de feitelijk betaalde hypotheekrente (na aftrek fiscaal voordeel). Het aflossingsbestanddeel in de betalingen aan de hypotheeknemer blijft derhalve buiten beschouwing.verleend;
3. c. een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten.
b. Indien de werknemer op de dag van verhuizing een eigen huishouding voert en deze ook naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt het bedrag bedoeld onder a.3 gesteld op een tegemoetkoming van 12% van het jaarsalaris op de dag van verhuizing, met een maximum van € 5.445,366.249,44.
c. Lid 2 Indien de werknemer betrokkene op de dag van de verhuizing een eigen huishouding voert, wordt het bedrag bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor zover bij of krachtens dit artikel niet anders is bepaald, gesteld op een tegemoetkoming van 3% van de berekeningsbasis voor ieder woon- of slaapvertrek, tot een maxi- mum van vier van deze vertrekken, die de achtergelaten woning telt, met dien verstande dat het maxi- mumbedrag genoemd in het eerste lid, onderdeel c, niet overschreden wordt.
Lid 3 Indien het betreft een verhuizing van een gezin, waarin de echtgenoten, geregistreerde partners beide betrokkene zijn in de zin van dit hoofdstuk en afzonderlijk opdracht hebben om te verhuizen of zijn verplaatst, wordt voor beide betrokkenen de berekeningsbasis vastgesteld. In geval beide betrokkenen een deeltijddienstverband hebben en niet tevens een deeltijddienstverband bij een andere werkgever die aanspraak geeft op een tegemoetkoming in verhuiskosten, wordt de berekeningsbasis vastgesteld als ware er sprake van een voltijddienstverband. De tegemoetkoming wordt toegekend op grond van de hoogste berekeningsbasis.
Lid 4 Indien de betrokkene geen eigen huishouding voert of deze niet naar de nieuwe woning wordt overgebrachtvoert, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid, onder a.3 c, verleend. Indien naar het oordeel van de werkgever bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tegemoetkoming worden toegekend verleend van 3% van de helft van de onder b genoemde tegemoetkomingberekeningsbasis.
d. Bij een verhuizing van een gezin waarvan beide echtgenoten of relatiepartners belanghebbenden zijn in de zin van deze uitvoeringsregeling, wordt de tegemoetkoming als bedoeld onder a slechts aan één van deze belanghebbenden toegekend, waarbij voor de berekening het hoogste salaris in aanmerking wordt genomen.
e. Indien de werknemer of diens echtgenoot of relatiepartner uit anderen hoofde reeds in enigerlei vorm aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, wordt de tegemoetkoming slechts toegekend tot het bedrag, waarmee deze tegemoetkoming de eerstbedoelde aanspraak overschrijdt.
f. Indien de verhuizing het verlaten van de dienstwoning betreft en dit verband houdt met het overlijden van de werknemer, wordt de tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend aan de nagelaten gezinsleden.
g. Geen recht op een tegemoetkoming bestaat, indien: • indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting is ontstaan. Indien de verhuizing ten gevolge van buiten de invloedssfeer van de werknemer liggende factoren niet binnen deze termijn heeft kunnen plaatsvinden, kan de werkgever op verzoek van de werknemer deze termijn één of meer malen verlengen. • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op eigen verzoek, behalve met recht op een uitkering voor vervroegd uittreden overeenkomstig Bijlage VIII.3, of met recht op een Overbruggingsuitkering als bedoeld in artikel 2.21 van het Pensioenreglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, dan wel wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op staande voet (art. 7:678 BW).
h. Indien de werknemer binnen twee jaren na de verhuizing ontslagen wordt op eigen verzoek of op staande voet (art. 7:678 BW), dient hij de hem toegekende tegemoetkoming terug te betalen.
Appears in 1 contract
Samples: Arbeidsvoorwaardenregeling
Tegemoetkoming verhuiskosten. a. 1 De werknemer die op grond van artikel 11 verplicht is te verhuizen ontvangt daarvoor een tegemoetkoming, bestaande tegemoetkoming in verhuiskosten bestaat uit:
1. a een bedrag voor de kosten van vervoer transport van bagage en van de inboedel van de werknemer medewerker en zijn gezinsleden naar de nieuwe woninggezinsleden, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken; dit bedrag wordt vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten, maar maximaal op basis van de adviesprijzen van de georganiseerde verhuisbedrijvenzaken (transportkosten);
2. b een bedrag voor eventuele dubbele woonkosten; dit bedrag is gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met dien verstande dat de tegemoetkoming maximaal € 272,27 per maand bedraagt en over een termijn van maximaal vier maanden; Voor de berekening van de dubbele woonkosten wordt uitgegaan van de feitelijk betaalde kale huur van de oude woning, dan wel indien sprake is van eigen woning(en), de feitelijk betaalde hypotheekrente (na aftrek fiscaal voordeel). Het aflossingsbestanddeel in de betalingen aan de hypotheeknemer blijft derhalve buiten beschouwing.huishuur;
3. c een bedrag voor alle andere overige direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten (overige kosten).
b. Indien 2 Het bedrag voor de werknemer transportkosten kan zowel betrekking hebben op kosten van de dag medewerker zelf, als op kosten van een erkende verhuisfirma. Uitgangspunt in beide gevallen is dat de werkelijk gemaakte kosten worden vergoed. De werkgever kan nadere regels vaststellen voor de wijze van declareren.
3 De tegemoetkoming voor dubbele huishuur bedraagt ten hoogste het bedrag van de huur van de oude woning van de medewerker over een periode van twee maanden.
4 De tegemoetkoming voor overige kosten bedraagt 10% van de berekeningsbasis als de medewerker binnen een periode van één jaar na de datum waarop de verhuis- plicht aan hem is opgelegd daadwerkelijk is verhuisd en 8% als de verhuizing in het jaar daarna heeft plaatsgehad. De berekeningsbasis is het twaalfvoud van de bezoldiging van de medewerker in de berekeningsmaand, vermeerderd met de vakantie-uitkering over de berekeningsmaand. De tegemoetkoming voor overige kosten bedraagt ten hoogste v 5.445,00. Als de verhuizing een eigen huishouding voert en deze ook naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt het bedrag bedoeld onder a.3 gesteld op een tegemoetkoming van 12% van het jaarsalaris op de dag van verhuizing, met een maximum van € 5.445,36.
c. Indien de werknemer op de dag van verhuizing geen eigen huishouding voert of deze niet naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt geen tegemoetkoming als bedoeld onder a.3 verleend. Indien naar het oordeel van gezin betreft waarin de werkgever bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan voor deze kosten niettemin een tegemoetkoming worden toegekend van de helft van de onder b genoemde tegemoetkoming.
d. Bij een verhuizing van een gezin waarvan aan beide echtgenoten of relatiepartners belanghebbenden zijn in de zin van deze uitvoeringsregelinglevenspartners verhuisplicht heeft opgelegd, wordt de tegemoetkoming als bedoeld onder a slechts aan één voor overige kosten tot dit maximumbedrag berekend over de som van deze belanghebbenden toegekend, waarbij voor de berekening het hoogste salaris in aanmerking wordt genomenbeider berekeningsbasis.
e. Indien de werknemer of diens echtgenoot of relatiepartner uit anderen hoofde reeds in enigerlei vorm aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, wordt de tegemoetkoming slechts toegekend tot het bedrag, waarmee deze tegemoetkoming de eerstbedoelde aanspraak overschrijdt.
f. Indien de verhuizing het verlaten van de dienstwoning betreft en dit verband houdt met het overlijden van de werknemer, wordt de tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend aan de nagelaten gezinsleden.
g. Geen recht op een tegemoetkoming bestaat, indien: • indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting is ontstaan. Indien de verhuizing ten gevolge van buiten de invloedssfeer van de werknemer liggende factoren niet binnen deze termijn heeft kunnen plaatsvinden, kan de werkgever op verzoek van de werknemer deze termijn één of meer malen verlengen. • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op eigen verzoek, behalve met recht op een uitkering voor vervroegd uittreden overeenkomstig Bijlage VIII.3, of met recht op een Overbruggingsuitkering als bedoeld in artikel 2.21 van het Pensioenreglement van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, dan wel wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; • het verlaten van de dienstwoning samenhangt met een ontslag op staande voet (art. 7:678 BW).
h. Indien de werknemer binnen twee jaren na de verhuizing ontslagen wordt op eigen verzoek of op staande voet (art. 7:678 BW), dient hij de hem toegekende tegemoetkoming terug te betalen.
Appears in 1 contract
Samples: Cao Umc