Common use of Toegang tot de hulpdiensten Clause in Contracts

Toegang tot de hulpdiensten. 5.5.1. Oproepen naar de hulpdiensten vanaf een mobiel toestel zijn toegelaten voor actieve gebruikers. Actieve gebruikers zijn Orange-klanten met een Contract voor de Mobiele Dienst. In geval van een mobiele noodoproep verstrekt Orange Belgium nv aan de hulpdiensten de coördinaten van het centrale punt van de mobiele netwerkcel die wordt gebruikt door de beller. De eerstehulpdiensten ontvangen de abonneegegevens van de Klant zoals ze werden meegedeeld op het ogenblik van het aangaan van de Overeenkomst. In België kunnen de hulpdiensten enkel bereikt worden met een actieve simkaart. Sommige hulpdiensten (bv. 112) kunnen bereikt worden vanaf elk netwerk (dus ook van plaatsen waar het Orange- netwerk geen dekking heeft), andere hulpdiensten kunnen enkel bereikt worden via het Orange-netwerk. In de Europese Unie kan de Klant de lokale hulpdiensten bereiken op het nummer 112. De Belgische nooddiensten ondersteunen Advanced Mobile Location (AML). Dit betekent dat elke telefoon met AML (de meeste smartphones) tijdens een noodoproep de meest nauwkeurige verkregen positie naar de nooddiensten zal verzenden. De locatie informatie wordt alleen naar de nooddiensten verzonden wanneer de Klant 112 of 101 belt (of het oude nummer 100, dat niet langer actief wordt gepromoot). Het verzenden van de locatiegegevens is in overeenstemming met de Belgische wetgeving en is alleen bedoeld om het incident op een efficiëntere manier te lokaliseren. 5.5.2. Bij oproepen via een Vast Toestel naar de hulpdiensten zal Orange Belgium nv aan de hulpdiensten de abonneegegevens van de Klant doorgeven, alsook het adres van de fysieke locatie waar het Vast Toestel of de PBX zich bevindt zoals door de Klant aan Orange Belgium nv verstrekt. In geval van Xxxxx Telefonie met Onrechtstreekse Toegang staat de historische operator in voor de routering van de oproepen naar de hulpdiensten. Orange Belgium nv biedt de Vaste Telefonie in sommige gevallen ook aan via het netwerk van een partner waarbij de vaste nummers geporteerd zijn naar die partner. In dat geval staat die partner in voor de routering van de oproepen naar de hulpdiensten. Indien de Klant diverse sites heeft geconnecteerd via een privaat netwerk om inkomende en uitgaande oproepen te consolideren via één unieke toegang in een centrale site of datacenter, of indien de Klant nomadisch gebruik maakt van geografische nummers, of indien de Klant gebruik maakt van een PBX voor verschillende sites kan er een probleem van bereikbaarheid van de juiste hulpdienst zijn en zullen de hulpdiensten niet met zekerheid in staat zijn om de noodoproep fysiek te lokaliseren en de oproeper te identificeren. De Klant is in dat geval verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de lokalisatiegegevens die aan de hulpdiensten worden doorgeven, voor de correcte routering van oproepen naar de geografisch bevoegde hulpdiensten en verbindt hij zich ertoe alle technische en administratieve maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om de lokalisatiegegevens via een correcte CLI te identificeren bij de afgifte van een oproep aan de hulpdiensten. De Klant zal er meer bepaald voor zorgen dat zijn bedrijfssite wordt uitgerust met een werkende configuratie die klaar is om telefonische communicatie naar de geografisch bevoegde hulpdiensten te sturen via een afzonderlijke telefoonaansluiting (hetzij een geografisch nummer buiten de vaste telefonie configuratie van Orange zoals een PSTN Belgacom- verbinding met of zonder Orange CPS, hetzij een mobiel GSM Toestel met hoge bedrijfszekerheid), teneinde de geografisch bevoegde hulpdiensten toe te laten de oproep correct te identificeren. Bovendien zal de Klant de betrokken personen die oproepen naar de hulpdiensten kunnen uitvoeren, uitdrukkelijk informeren dat oproepen naar de hulpdiensten uitsluitend via de afzonderlijke telefoonaansluiting of gsm dienen te gebeuren.