Tussentijds overleg Voorbeeldclausules

Tussentijds overleg. 1 Partijen erkennen het nut van tussentijds overleg. Indien ’werkgever of minimaal één van de vakorganisaties de wens tot tussentijds overleg schriftelijk aan elk van de andere contractpartners kenbaar maakt, zal dit overleg binnen een maand gehouden moeten worden.
Tussentijds overleg. Wanneer één van de convenantspartijen een wijziging aanbrengt die de inhoud van het convenant raakt, is dat een reden om opnieuw (tussentijds) met elkaar in gesprek te gaan.
Tussentijds overleg. Partijen zullen twee keer per jaar bij elkaar komen voor tussentijds overleg.
Tussentijds overleg. Bijvoorbeeld: > Ouders overleggen met elkaar steeds over praktische zaken bij voorkeur door te bellen.
Tussentijds overleg. Gelet op de onzekerheden in de economie op het moment van overeenkomen van deze cao spreken partijen af dat zij, indien nodig, in september 2023 en september 2024 met elkaar zullen overleggen of de overeengekomen cao-verhogingen van 2023 en 2024 aanpassing behoeven. Daarbij wordt uiteraard ook rekening gehouden met de ontwikkeling van de bedrijfsresultaten van CED. De salarisschalen voor 2023 en 2024 worden na afronding van dit overleg gepubliceerd. De cao wijzigt pas als partijen het eens zijn over de aanpassingen. Het gaat om een wijziging in een of meer bepalingen van deze cao. Partijen spreken altijd af wanneer de wijziging ingaat.

Related to Tussentijds overleg

  • Tussentijds opzeggen U als verzekeringnemer kunt de zorgverzekering tussentijds schriftelijk opzeggen: - Van een andere verzekerde als deze verzekerde een andere zorgverzekering heeft gesloten. Als u de zorgverzeke- ring opzegt vóór de ingangsdatum van de andere zorgverzekering, dan gaat de opzegging in op de ingangsdatum van de nieuwe zorgverzekering. Als de opzegging later is ontvangen, dan gaat de opzegging in op de eerste dag van de tweede kalendermaand nadat wij de opzegging hebben ontvangen; - Binnen 6 weken nadat u een mededeling als bedoeld in artikel 78c, tweede lid, of artikel 92, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg over ons heeft ontvangen. De opzegging gaat in op de eerste dag van de tweede kalendermaand volgend op de dag waarop u heeft opgezegd; - Bij premie- en/of voorwaardenwijziging zoals vermeld in artikel 5.2; - Als u bij ons deelnemer bent aan een collectieve overeenkomst van uw oude werkgever en kunt deelnemen aan een collectieve overeenkomst van uw nieuwe werkgever. U kunt de zorgverzekering dan opzeggen tot 30 dagen nadat het nieuwe dienstverband is ingegaan. In dat geval gaan zowel de opzegging als de inschrijving in op de dag van indiensttreding bij de nieuwe werkgever als dat de eerste dag van de kalendermaand is, en zo niet, op de eerste dag van de kalendermaand volgend op de datum van indiensttreding.

  • Tussentijdse wijziging Bij wijziging van een verzekering moet u de premie (plus kosten, service fee(s) en assurantiebelasting) betalen op de eerste dag nadat u ons betalingsverzoek heeft ontvangen.

  • Tussentijdse wijzigingen 3.1 De praktijkovereenkomst en meer in het bijzonder, de bpv-gegevens zoals opgenomen op het bpv-blad, kunnen gedurende de bpv-periode met schriftelijke of mondelinge instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. 3.2 Indien de wijziging van bpv-gegevens voortkomt uit een wijziging van het opleidingstraject van de student, dient daaraan een verzoek van de student om wijziging in het opleidingstraject en een aanpassing van de onderwijsovereenkomst aan vooraf te gaan. 3.3 De bpv-gegevens betreffende de opleiding in het kader waarvan de bpv wordt gevolgd, kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van de student. Aan dit verzoek kan een overleg, dan wel advies van de instelling of het leerbedrijf vooraf gaan. 3.4 De bpv-gegevens betreffende de begin- en geplande einddatum, duur en omvang van de bpv, kunnen ook worden gewijzigd op verzoek van het leerbedrijf. Een dergelijk verzoek wordt door de instelling enkel gehonoreerd na overleg met en instemming van de student. 3.5 In geval van een tussentijdse wijziging van de bpv-gegevens, wordt het bpv-blad gedurende de looptijd van de bpv vervangen door een nieuw bpv-blad. 3.6 De instelling stuurt het nieuwe bpv-blad zo spoedig mogelijk schriftelijk (op papier of digitaal) aan de student (en in het geval van minderjarigheid ook naar zijn/haar ouder(-s) of wettelijk vertegenwoordiger(-s)2) en aan het leerbedrijf. 1 Als de bpv alleen voor een keuzedeel wordt gevolgd, dan is het van belang dat het leerbedrijf beschikt over een erkenning van SBB. 2 Als in de onderwijsovereenkomst is afgesproken dat de ouders instemmen met het feit dat zij de praktijkovereenkomst niet meetekenen, dan hoeft de school de ouders ook niet in de procedure voor wijzigingen via het bpv-blad te betrekken. 3.7 De student en het leerbedrijf worden in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na verzending van het nieuwe bpv-blad schriftelijk dan wel mondeling aan de instelling door te geven als de inhoud van het nieuwe bpv-blad niet correct is. 3.8 Indien de student of het leerbedrijf aangeeft dat de aangepaste bpv-gegevens niet correct (in overeenstemming met het verzoek dan wel de instemming van de niet verzoekende partij) zijn weergegeven, dan zal de instelling overgaan tot correctie van de betreffende bpv-gegevens. 3.9 Indien de student of het leerbedrijf een bezwaar kenbaar maakt dat erop gericht is dat de bpv- gegevens zijn aangepast zonder dat daaraan een verzoek of instemming ten grondslag heeft gelegen, dan zal de instelling overgaan tot schrapping van het nieuwe bpv-blad. In dit geval blijft de student de bpv in het leerbedrijf volgen zoals vermeld op het oorspronkelijke bpv-blad, totdat alsnog instemming van beide partijen wordt verkregen. 3.10 Als de student en/of het leerbedrijf niet binnen de termijn van artikel 3.7 reageren, dan vervangt het nieuwe bpv-blad het vorige bpv-blad en wordt daarmee een onderdeel van de praktijkovereenkomst.

  • Waarborgsom en tussentijdse betaling 10.1 Het horecabedrijf kan van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf een waarborgsom deponeert. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet. Tot meerdere zekerheid van het hore- cabedrijf kan deze van de klant verlangen zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de benodigde gegevens, waaronder het maken van een afdruk of kopie van de creditcard van de klant, teneinde de waarborg- som en de mogelijkheid tot het uitwinnen daarvan zo veel als mogelijk zeker te stellen. 10.2 Het horecabedrijf kan steeds tussentijds betaling verlangen van reeds verleende horecadiensten. 10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag ter zake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabe- drijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.

  • UITSPRAAK OVER DE BODEMKWALITEIT Er zijn geen aanwijzingen bij de OVAM dat op deze grond een bodemverontreiniging voorkomt.