Common use of Uitgangen en evacuatiewegen Clause in Contracts

Uitgangen en evacuatiewegen. De minimale nuttige breedte van de evacuatiewegen, toegangs-, doorgangs- en uitgangsdeuren en trappen bedraagt ten minste 0,80m. De trappen, gangen en deuren evenals de wegen, die er naartoe leiden, hierna met de term "uitgang" aangeduid, moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van de inrichting mogelijk maken. De evacuatiewegen worden zo kort en rechtlijnig mogelijk gehouden en leiden naar een veilige ruimte van waaruit de openbare rijweg bereikbaar is. Het is verboden om het even welke voorwerpen die de doorgangen kunnen belemmeren, te plaatsen in de uitgangen en wegen die er naartoe leiden of de nuttige breedte ervan te verminderen. In winkels, warenhuizen en soortgelijke inrichtingen mogen de verkoop- en uitstalstands geen hinder vormen voor een vlotte doorgang van het publiek. Het is verboden tussen de verkoopstand of tegen de boord ervan waren te plaatsen, die een vlotte evacuatie in gevaar kunnen brengen of vertragen. De exploitant zorgt ervoor dat de aankoopwagentjes, die ter beschikking van de klanten worden gesteld, zo geplaatst worden dat zij een snelle ontruiming van de inrichting niet verhinderen. De aanwezigen moeten het gebouw snel en veilig kunnen ontruimen. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegen, gebruikt wordt als privélokalen voor de exploitant, mag een uitgang van de inrichting ook dienst doen als uitgang van dit privé gedeelte. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegen, gebruikt wordt als privélokalen voor derden, is voor dit gedeelte een afzonderlijke uitgang, onafhankelijk van de publiek toegankelijke lokalen, vereist.

Appears in 2 contracts

Samples: www.rijkevorsel.be, www.rijkevorsel.be

Uitgangen en evacuatiewegen. De minimale nuttige vrije breedte van de evacuatiewegen, toegangs-, doorgangs- uitgang van het publiek toegankelijk lokaal dient minstens 0,80 m breed te zijn (0,70 m in bestaande gebouwen volgens de definitie van het ARAB) en uitgangsdeuren en trappen bedraagt ten minste 0,80m. dient een vrije hoogte van minimum 2 m te hebben. De trappen, gangen en deuren evenals de wegen, die er naartoe leiden, hierna met de term "uitgang" aangeduid, moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van de inrichting mogelijk maken. De evacuatiewegen worden zo kort en rechtlijnig mogelijk gehouden en leiden naar een veilige ruimte van waaruit de openbare rijweg bereikbaar isgehouden. Het is verboden om het even welke voorwerpen die de doorgangen kunnen belemmeren, te plaatsen in de uitgangen en wegen die er naartoe leiden of de nuttige breedte ervan te verminderen. Er is steeds minimum één uitgang die rechtstreeks toegang geeft op de openbare weg of op een hiermee gelijkgestelde plaats. De uitgangen zijn zoveel mogelijk gelegen in tegenovergestelde zones van de inrichting. De evacuatiewegen moeten zodanig verdeeld zijn dat ze onafhankelijk van elkaar uitkomen op de openbare weg of op een voldoende grote vrije ruimte om zich veilig van het gebouw te kunnen verwijderen. De aanwezigen moeten het gebouw snel en veilig kunnen ontruimen. Geen enkel punt van de publiek toegankelijke inrichting en/of lokalen waar het publiek wordt toegelaten mag zich verder bevinden dan 45 m van de dichtstbijzijnde uitgang of van de dichtstbijzijnde evacuatieweg. Bijkomend mag geen enkel punt van de publiek toegankelijke inrichting en/of lokalen waar het publiek wordt toegelaten zich verder bevinden dan 80 m van de tweede uitgang (indien vereist) of van de tweede evacuatieweg (indien vereist). Evacuatiewegen dienen brandvrij gecompartimenteerd te worden met muren EI 60 en brandwerende deuren EI130 van het zelfsluitende type. In winkels, warenhuizen en soortgelijke inrichtingen mogen de verkoop- en uitstalstands geen hinder vormen voor een vlotte doorgang van het publiek. Het is verboden tussen de verkoopstand verkoopstands of tegen de boord ervan waren te plaatsen, die een vlotte evacuatie in gevaar kunnen brengen of vertragen. De exploitant zorgt ervoor dat de aankoopwagentjes, die ter beschikking van de klanten worden gesteld, zo geplaatst worden dat zij een snelle ontruiming van de inrichting niet verhinderen. De aanwezigen moeten het gebouw snel en veilig kunnen ontruimen. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegengelegen is, gebruikt wordt als privélokalen voor de exploitant, mag een uitgang van de inrichting ook dienst doen als uitgang van dit privé gedeelte. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegengelegen is, gebruikt wordt als privélokalen voor derden, is voor dit gedeelte een afzonderlijke uitgang, onafhankelijk uitgang afgescheiden met wanden EI 1 h en zelfsluitende deuren EI ½ h van de publiek toegankelijke lokaleninrichting, vereist. Rol- en spiltrappen evenals hellende vlakken met een helling van meer dan tien procent niet in aanmerking. Roltrappen moeten aan ieder uiteinde kunnen stilgelegd worden.

Appears in 2 contracts

Samples: www.rijkevorsel.be, www.rijkevorsel.be

Uitgangen en evacuatiewegen. De minimale nuttige breedte van de evacuatiewegen, toegangs-, doorgangs- en uitgangsdeuren en trappen bedraagt ten minste 0,80m. m (0,70m in bestaande gebouwen volgens de definitie van het ARAB). De trappen, gangen en deuren evenals de wegen, die er naartoe leiden, hierna met de term "uitgang" aangeduid, moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van de inrichting mogelijk maken. De evacuatiewegen worden zo kort en rechtlijnig mogelijk gehouden en leiden naar een veilige ruimte van waaruit de openbare rijweg bereikbaar is. Het is verboden om het even welke voorwerpen die de doorgangen kunnen belemmeren, te plaatsen in de uitgangen en wegen die er naartoe leiden of de nuttige breedte ervan te verminderen. Geen enkel punt van de publiek toegankelijke inrichting en/of lokalen waar het publiek wordt toegelaten mag zich verder bevinden dan 45m van de dichtstbijzijnde uitgang of van de dichtstbijzijnde evacuatieweg. Bijkomend mag geen enkel punt van de publiek toegankelijke inrichting en/of lokalen waar het publiek wordt toegelaten zich verder bevinden dan 80m van de tweede uitgang (indien vereist) of van de tweede evacuatieweg (indien vereist). Evacuatiewegen dienen brandvrij gecompartimenteerd te worden met muren EI 60 en brandwerende deuren EI130 van het zelfsluitende type. In winkels, warenhuizen en soortgelijke inrichtingen mogen de verkoop- en uitstalstands geen hinder vormen voor een vlotte doorgang van het publiek. Het is verboden tussen de verkoopstand verkoopstands of tegen de boord ervan waren te plaatsen, die een vlotte evacuatie in gevaar kunnen brengen of vertragen. De exploitant zorgt ervoor dat de aankoopwagentjes, die ter beschikking van de klanten worden gesteld, zo geplaatst worden dat zij een snelle ontruiming van de inrichting niet verhinderen. De aanwezigen moeten het gebouw snel en veilig kunnen ontruimen. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegengelegen is, gebruikt wordt als privélokalen voor de exploitant, mag een uitgang van de inrichting ook dienst doen als uitgang van dit privé gedeelte. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegengelegen is, gebruikt wordt als privélokalen voor derden, is voor dit gedeelte een afzonderlijke uitgang, onafhankelijk uitgang afgescheiden met wanden EI 60 en zelfsluitende en brandwerende deuren EI130 van de publiek toegankelijke lokaleninrichting, vereist.

Appears in 2 contracts

Samples: www.rijkevorsel.be, www.rijkevorsel.be