Uitloopperiode. De waarborg is eveneens van toepassing voor vorderingen tot schadevergoeding ingesteld na de datum van stopzetting van de waarborg, op voorwaarde dat ze verbonden zijn met eenzelfde oorspronkelijke oorzaak die zich heeft voorgedaan vóór de datum van stopzetting van de waarborg en die reeds aanleiding heeft gegeven tot een eerste vordering vóór die datum. Deze waarborg wordt uitgevoerd tot het beloop van de bedragen die van toepassing blijven voor het verzekeringsjaar waarin de eerste vordering wordt ingesteld. Eveneens worden in aanmerking genomen, op voorwaarde dat ze schriftelijk worden ingesteld binnen een termijn van 36 maand te rekenen vanaf het einde van het contract, de vorderingen die betrekking hebben op: - Schade die zich heeft voorgedaan tijdens de duur van dit contract indien bij de afloop van het contract het risico niet gedekt is door een andere Verzekeraar; - handelingen of feiten die aanleiding kunnen geven tot een Schade die zich zou hebben voorgedaan en aan de Verzekeraar aangegeven zou zijn tijdens de duur van het contract. De vorderingen ingesteld tijdens die periode van 36 maand zijn geacht te zijn ingesteld gedurende het laatste verzekeringsjaar van het contract voor wat betreft het verzekerde bedrag, de Vrijstellingen en de andere van toepassing zijnde voorwaarden.
Uitloopperiode. Periode van 60 maanden te rekenen vanaf het einde van het contract.
Uitloopperiode. De extra tijd, bedoeld in artikel 4.2 Automatische uitloopperiode, waarin de verzekerde aan de verzekeraar een schriftelijke kennisgeving kan geven van een schade-eis die voor het eerst ingesteld wordt tijdens deze periode, maar alleen ten aanzien van schades die zich hebben voorgedaan tijdens de periode dat de verzekering van kracht was.
Uitloopperiode. De aanvullende periode, zoals omschreven in “Uitbreidingen: welke aanvullende waarborg geven wij”, waarin u ons schriftelijke melding kan geven van een schade-eis die tijdens deze extra periode voor de eerste maal wordt ingesteld, doch enkel naar aanleiding van een bestuursfout begaan of beweerd te zijn begaan vóór het einde van de verzekeringsperiode.
Uitloopperiode. De periode onmiddellijk na het verstrijken van de verzekeringstermijn waarin aan de verzekeraar schriftelijk melding kan worden gedaan van een aanspraak die als eerste tegen het bedrijf is ingediend tijdens de verzekeringstermijn en die gedekt is door deze polis of een ander evenement dat voor het verstrijken van de verzekeringstermijn is ontdekt en die onder deze verzekering valt.
Uitloopperiode. De extra tijd, bedoeld in artikel 9.15 waarin de Verzekerde aan de verzekeraar een schriftelijke kennisgeving kan geven van een schade‐eis voor eerst gemaakt tijdens deze periode, maar alleen ten aanzien van schades welke zich hebben voorgedaan tijdens de periode dat de verzekering van kracht was.
Uitloopperiode. De door verzekeringnemer gekozen periode aansluitend aan de verzekeringsduur conform onderdeel 8 van het polisblad.
Uitloopperiode. 3.1.1. Indien deze verzekering niet wordt voortgezet of vervangen door een soortgelijke verzekering waaronder de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen is verzekerd en er geen materiële wijziging heeft plaatsgevonden voor de afloop van de verzekeringsduur, heeft de verzekeringnemer het recht op het inkopen van een uitloopperiode tegen een premie zoals vermeld in onderdeel 7 van het polisblad.
3.1.2. Ten aanzien van deze uitloopperiode geldt dat de verzekering uitsluitend van kracht is voor aanspraken, die tijdens de uitloopperiode voor het eerst tegen verzekerde zijn ingesteld, ter zake van een bestuursfout begaan voor de afloop van de verzekeringsduur.
3.1.3. Ten aanzien van aanspraken, die zijn ingesteld tijdens de uitloopperiode, geldt dat deze zullen worden toegerekend aan het verzekeringsjaar onmiddellijk voorafgaand aan de uitloopperiode. Het verzekerd bedrag voor de uitloopperiode is een onderdeel van, en geen aanvulling op, het verzekerd bedrag van het verzekeringsjaar onmiddellijk voorafgaand aan de uitloopperiode.
3.1.4. Indien de verzekeringnemer gebruik wenst te maken van het recht op een uitloopperiode dient de verzekeraar een schriftelijk verzoek hiertoe, tezamen met de betaling van de premie, binnen 30 dagen na afloop van de verzekeringsduur dan wel binnen 30 dagen na de datum waarop een materiële wijziging heeft plaatsgevonden te hebben ontvangen. Het recht op een uitloopperiode zal komen te vervallen bij gebreke hiervan.
3.1.5. In het geval er een materiële wijziging heeft plaatsgevonden voor de afloop van de verzekeringsduur, dan heeft de verzekeringnemer het recht om binnen 30 dagen na de datum dat de materiële wijziging heeft plaatsgevonden, het recht om een aanbieding te vragen voor uitloopperiode. De verzekeraar zal de uitloopperiode aanbieden op door haar naar redelijkheid te bepalen voorwaarden en premie.
Uitloopperiode. 3.1.1. Indien deze verzekering niet wordt voortgezet of vervangen door een soortgelijke verzekering waaronder de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen is verzekerd, heeft de verzekeringnemer het recht op het inkopen van een uitloopperiode.
3.1.2. Ten aanzien van deze uitloopperiode geldt dat de verzekering uitsluitend van kracht is voor aanspraken, die tijdens de uitloopperiode voor het eerst tegen verzekerde zijn ingesteld, terzake van een bestuursfout begaan voor de afloop van de verzekeringsduur dan wel begaan voor de datum waarop een materiële wijziging heeft plaatsgevonden.
3.1.3. Ten aanzien van aanspraken, die zijn ingesteld tijdens de uitloopperiode, geldt dat deze zullen worden toegerekend aan het verzekeringsjaar onmiddellijk voorafgaand aan de uitloopperiode. Het verzekerd bedrag voor de uitloopperiode is een onderdeel van, en geen aanvulling op, het verzekerd bedrag van het verzekeringsjaar onmiddellijk voorafgaand aan de uitloopperiode.
3.1.4. Indien de verzekeringnemer gebruik wenst te maken van het recht op een uitloopperiode dient de verzekeraar een schriftelijk verzoek hiertoe, tezamen met de betaling van de premie, binnen 30 dagen na afloop van de verzekeringsduur dan wel binnen 30 dagen na de datum waarop een materiële wijziging heeft plaatsgevonden te hebben ontvangen. Het recht op een uitloopperiode zal komen te vervallen bij gebreke hiervan.
Uitloopperiode. De periode van 60 maanden volgende op de datum waarop de opzegging of niet-hernieuwing van dit contract in werking treedt.