Uitoefening kabelrechten door omroepen. De verplichting tot collectieve rechtenuitoefening geldt niet voor de omroeporga- nisaties. Artikel XI.224, § 3 voorziet in een uitzondering voor “de rechten die een omroeporganisatie in het kader van haar eigen uitzendingen uitoefent”. Dit bete- kent concreet dat de omroeporganisaties voor hun eigen uitzendingen recht- streeks met de kabelmaatschappijen over de doorgifte onderhandelen en niet ver- plicht zijn om een beroep te doen op een beheersvennootschap (wat niet weg- neemt dat zij vrijwillig voor collectief beheer kunnen opteren). Deze bijzondere situatie van omroeporganisaties vindt haar oorsprong in artikel 10 SatKab-Richtlijn, waarbij als motivering gegeven werd dat het aantal omroe- porganisaties bij de sluiting van een overeenkomst over kabeldoorgifte overzien- baar is, en elke kabelmaatschappij weet welk programma zij in haar net xxxxxxx00.