Uitstapkosten Voorbeeldclausules

Uitstapkosten. Zie rubriek ‘Afkoopvergoeding/opnemingsvergoeding'.
Uitstapkosten. Er zijn geen uitstapkosten verschuldigd bij de effectieve pensionering van de verzekerde of bij uitbetaling op het moment dat de verzekerde: • aan de voorwaarden voldoet om vervroegd met pensioen te gaan (zonder effectieve pensionering) of • de wettelijke pensioenleeftijd bereikt (zonder effectieve pensionering) In geval van toegelaten afkoop vóór het einde van het contract door de verzekerde, kan er een vergoeding worden afgehouden (cfr. de algemene voorwaarden). Deze afkoopvergoeding bedraagt 5% berekend op de theoretische afkoopwaarde van het contract met een minimum gelijk aan 75 EUR (geïndexeerd tegen het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (1998 =100). De 5% neemt de laatste jaar 5 jaar telkens af met 1% per jaar.
Uitstapkosten. Van het bedrag van de afgekochte reserve zal een uitstap- kost worden afgetrokken. De uitstapkost is gelijk aan een percentage van de afgekochte reserve en bedraagt 5%. Tij- dens de laatste vijf jaar vermindert dit percentage met 1% per jaar derwijze dat dit 0% bedraagt op het einde van het laatste verzekeringsjaar De minimale uitstapkost bedraagt steeds 75 EUR, geïn- dexeerd overeenkomstig het gezondheidsindexcijfer van de 2de maand van het trimester dat de datum van afkoop voorafgaat (basis 1988 = 100).
Uitstapkosten. Zijn van toepassing per overeenkomst. – Tak 21: 5% van het bedrag van de afgekochte bruto reserves; dit percentage vermindert met 1% per jaar gedurende de laatste 5 jaar van de betrokken overeenkomst(en); ze zijn 0% op de einddatum of bij afkoop na de 65ste verjaardag van de verzekerde en ten vroegste 10 jaar na de aanvangsdatum van het(de) betrokken contract(en). – Tak 23: 1,5% van het bedrag van de afgekochte bruto reserves. Dit percentage is gelijk aan 0% indien de afkoop plaats heeft meer dan 5 jaar na de aanvangsdatum van de eerste storting in deze beleggingsvorm. – Tak 21: Geen. – Tak 23: De beheerskosten zijn inbegrepen in de waarde van de eenheid.
Uitstapkosten. Zie opnemingsvergoeding • luik secure (tak 21): 1 euro per maand ingehouden op het luik secure • luik invest (tak 23): worden per fonds vermeld onder punt ‘FONDSEN’ hierboven.
Uitstapkosten. Er zijn geen uitstapkosten verschuldigd bij de effectieve pensionering van de verzekerde of bij uitbetaling op het moment dat de verzekerde: • aan de voorwaarden voldoet om vervroegd met pensioen te gaan (zonder effectieve pensionering) of • de wettelijke pensioenleeftijd bereikt (zonder effectieve pensionering) In geval van toegelaten afkoop vóór het einde van het contract door de verzekerde, kan er een vergoeding worden afgehouden (cfr. de algemene voorwaarden). Deze afkoopvergoeding is niet hoger dan het maximum van de volgende twee bedragen: • 5 % berekend op de afkoopwaarde. Deze vergoeding neemt de laatste 5 jaar telkens af met 1% per jaar. • een forfaitair bedrag van 136,56 EUR, te indexeren in functie van het indexcijfer van de gezondheidsindex (basisbedrag 75 EUR in november 1988).
Uitstapkosten. Zie opnemingsvergoeding • oxylife secure (tak 21) : 1,5 euro per maand ingehouden op de verzekering oxylife secure • oxylife invest (tak 23) : worden per fonds in bijlage 1 vermeld. • oxylife opportunity (tak 23) : geen beheerskosten op het interne beleggingsfonds. Het niveau van de beheerskosten ligt vast voor de eerste periode van 5 jaar, te rekenen vanaf de startdatum van het interne beleggingsfonds, en kan jaarlijks en per periode van 5 jaar worden herzien.
Uitstapkosten. In geval van vervroegde uitstap op 60 jaar: 5% (verminderd met 1% per jaar gedurende de 5 laatste jaren van het contract). Geen uitstapkosten op einddatum, in geval van vervroegde beëindiging van een contract verlengd op de initiële einddatum, noch bij uitbetaling ingevolge overlijden.
Uitstapkosten. Op de afloopdatum: geen • Bij opneming voor de afloopdatum: raadleeg de rubriek AFKOOP/OPNEMINGSVERGOEDING.
Uitstapkosten. Op de afloopdatum: nihil. • Bij opneming voor de afloopdatum: zie rubriek AFKOOPVERGOEDING/ OPNAMEVERGOEDING ‘fund life opportunity 3’: nihil Het niveau van de beheerskosten ligt vast voor de eerste periode van 5 jaar en kan jaarlijks en per periode van 5 jaar gedurende de resterende looptijd van het contract worden herzien.