Uitvoeringskosten. Voor de uitvoering van deze regeling worden kosten gemaakt door het CAK en het CJIB. Deze uitvoeringskosten worden betaald uit de VWS-begroting. CAK 12.318 10.022 12.361 CJIB 11.731 7.234 6.751
Uitvoeringskosten. Onder uitvoeringskosten worden verstaan:
a. kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;
b. kosten samenhangend met het verwijderen van buiten bedrijf gestelde kabels of leidingen, met uitzondering van de kosten van het afvoeren en storten van vrijgekomen kabel- of leidingmaterialen;
c. kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen die nodig zijn in verband met de aanraking van het infrastructuurwerk;
d. kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard;
e. kosten samenhangend met het aanvragen van voor de maatregelen benodigde vergunningen of het eenmalig vestigen van een zakelijk recht.
Uitvoeringskosten. Totaal uitvoeringskosten
Uitvoeringskosten a. Voorbeelden van bouwkundige, civiel- en installatietechnische werkzaamheden zijn werkputten en ondersteuningen.
b. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten kabels en leidingen vallen onder uitvoeringskosten, evenals de kosten van het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie. De ter plaatse vrijgekomen kabel- en leidingmaterialen zijn c.q. worden het eigendom van de belanghebbende. Kosten van transport vanaf de bouwplaats en stort- of verwerkingskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
c. Onder constructieve en bijzondere voorzieningen die nodig zijn in verband met de aanraking van het infrastructuurwerk wordt verstaan: voorzieningen die het infrastructuurwerk beschermen tegen directe of indirecte aanraking met de kabel of leiding of de inhoud ervan, zoals overkluizingen en mantelbuizen (ABRvS 11-06-2014, ECLI:NL:RVS:2014:2069).
d. Onder de kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke verbindingen verstaan, die direct verband houden met het werk waardoor de leiding aangepast dient te worden. Gedacht kan hierbij worden aan gefaseerde aanpassing, omdat het werk een direct definitieve ligging niet mogelijk maakt. Tijdelijke voorzieningen die nodig zijn in verband met het waarborgen van de levering vallen hier niet onder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve verlegging is gerealiseerd.
e. Onder deze kostencomponent vallen de door belanghebbende verschuldigde leges voor vergunningen t.b.v. het nieuwe tracé en de kosten van inschrijving van een zakelijk recht (zoals een recht van opstal) in de openbare registers.
Uitvoeringskosten. Met inachtneming van de voorwaarden zoals die zijn vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomsten worden eventuele kosten samenhangend met de collectieve waardeoverdracht onderling tussen de Werkgever en de Overdragende pensioenuitvoerder dan wel de Werkgever en de Ontvangende pensioenuitvoerder afgehandeld.
Uitvoeringskosten. Voor de uitvoering van de regeling worden kosten gemaakt door het CVZ en het CJIB. Deze uitvoeringskosten worden betaald uit de geïnde bestuursrechtelijke premie. Naast de feitelijke stijging van de aantallen wanbetalers wordt de kostenstijging verklaard door extra inspanningen die in het traject van bronheffing en incasso worden verricht.
Uitvoeringskosten. 1. Voorafgaand aan de invoering van wet- en regelgeving is door de Belastingdienst éénmalig op basis van de op dat moment geldende aannames een raming gemaakt van de uitvoeringskosten. Deze raming en alle latere budgetoverhevelingen hebben het karakter van een fixed-price overeenkomst en zijn bij ongewijzigd beleid ‘for better or for worse’. Dit wil zeggen dat meevallers in de uitvoeringskosten niet terugbetaald worden aan VWS en dat tegenvallers in de uitvoeringskosten voor rekening van de Belastingdienst zijn. In de loop van de jaren te realiseren efficiencywinst wordt niet terugbetaald aan VWS. De Belastingdienst ontvangt geen compensatie uit het programmabudget voor (generieke) taakstellingen op de uitvoeringskosten van de Belastingdienst.
2. Indien wijzigingen in beleid, wet- en regelgeving leiden tot een verandering in de uitvoeringsprocessen, doelgroepen, de informatieverstrekking van de Belastingdienst aan VWS of tot andere veranderingen, en daarmee leiden tot een wijziging van de incidentele en/of structurele uitvoeringskosten, zal deze wijziging in uitvoeringskosten in overleg tussen VWS en de Belastingdienst worden vastgesteld. Ten behoeve van dit overleg levert de Belastingdienst een uitvoeringstoets met daarin de onderbouwing van de geraamde uitvoeringskosten. De Belastingdienst biedt VWS inzicht in de gebruikte (kwalitatieve) aannames, normen, aantallen / hoeveelheden en in de gemaakte berekening.
3. De Belastingdienst berekent op basis van differentiële calculatie1 de feitelijke toe- of afname van de uitgaven aan uitvoeringskosten als gevolg van de onderhavige wijziging of vereenvoudiging van beleid, wet- of regelgeving.
4. Met de in dit artikel opgenomen afspraken wordt niet beoogd dat de reguliere (jaarlijkse) aanpassingen van parameters leiden tot het overhevelen van budget. Indien als gevolg van een jaaraanpassing de uitvoeringskosten wijzigen, zal de Belastingdienst de wijziging van de uitvoeringskosten door middel van een uitvoeringstoets inzichtelijk maken.
5. Alvorens de opgave van de gevolgen voor de uitvoeringskosten een bindend karakter heeft doet de Belastingdienst na afloop van de eventuele parlementaire behandeling van een wijziging van beleid, wet- of regelgeving, een definitieve opgave van de gevolgen voor de uitvoeringskosten waarin effecten van moties en amendementen zijn verwerkt.
6. Bij verschil van inzicht tussen VWS en de Belastingdienst over de uitkomst van de berekening van de toe- of afname van de uitvoeringskosten w...
Uitvoeringskosten. 1. Indien het bedrag dat RVO daadwerkelijk besteedt aan uitvoeringskosten het budget voor uitvoeringskosten dat is opgenomen in het jaarplan RVO-LNV overschrijdt, vindt overleg plaats tussen LNV en RVO voor zover het de uitvoering van regelingen betreft waarvan LNV opdrachtgever is.
2. Indien het bedrag dat RVO daadwerkelijk besteedt aan uitvoeringskosten het budget voor uitvoeringskosten dat is opgenomen in een prestatieovereenkomst met een provincie dreigt te overschrijden, vindt overleg plaats tussen deze provincie en RVO voor zover het de uitvoering van regelingen betreft waarvan de provincie(s) opdrachtgever is (zijn).
3. Het O&U-NSP bespreekt zo nodig de budgetoverschrijdingen en bereidt indien noodzakelijk besluitvorming voor door de Stuurgroep NSP.
Uitvoeringskosten. Het fonds maakt voor het uitvoeren van de pensioenregeling diverse kosten. Globaal kunnen deze kosten worden onderverdeeld in kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling en kosten van het vermogensbeheer. Het fondsbestuur wenst volledige transparantie te realiseren ten aanzien van deze kosten. Er is in dit kader een rapportage over de kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling opgenomen. De kosten worden gepresenteerd met inachtneming met de aanbevelingen van de Pensioenfederatie en AFM. Hierdoor kunnen de kosten die pensioenfondsen maken, met elkaar worden vergeleken. In 2015 heeft het fonds weer meegedaan aan het CEM kosten Analyse en Benchmarking onderzoek. De benchmarkkosten over het jaar 2014 zijn berekend aan de hand van de gemiddelde pensioenbeheerkosten per deelnemer voor een peergroep van vergelijkbare fondsen. De peergroep van Bpf MITT bestond uit 9 fondsen die qua aantal deelnemers het meest vergelijkbaar met het fonds zijn. De totale pensioenbeheerkosten van Bpf MITT, van €70 per actieve deelnemer en pensioengerechtigde, waren onder de benchmarkkosten van €159. Dit was in lijn van de conclusie uit het eerdere onderzoek dat de totale pensioenbeheerkosten van het fonds in vergelijking met de andere onderzochte fondsen ruim onder het gemiddelde scoorde. Kostenoverzicht 2015 2014 PensioenbeheerKosten in euro per deelnemer 1) € 93,25 € 70,10 VermogensbeheerKosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 2) 0,42% 0,56% Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,09% 0,04% De toename van de kosten pensioenbeheer wordt voornamelijk veroorzaakt door de BTW die vanaf dit verslagjaar, door de afschaffing van de BTW koepelvrijstelling, door het fonds op de rekening van de administrateur moet worden betaald. Voorts is een gedeelte van de toegenomen kosten te verklaren door de incidentele componenten, te weten de implementatiekosten van de pensioenregeling in de administratie en de gemaakte kosten in verband met de collectieve waardeoverdracht van Bpf TV.
Uitvoeringskosten. 1. Voor de berekening van de vergoedingen van de uitvoeringskosten wordt voor ongefundeerde elementenverharding de berekeningswijze in dit artikel omschreven.
2. Bij de berekening van de uitvoeringskosten zullen de navolgende normen worden gehanteerd.
2.1 Voor het schoonmaken, aanbrengen, inwassen en aftrillen van de straatstenen en betontegels, inclusief verwerken en verdichten zand en opruimen, geldt een norm van: • Bestrating 0-15 m2 0.51 mu/m2 • bestrating meer dan l 5m2 0,41 mu/m2 • betontegels 0 -15m2 0,41 mu/m2 • betontegels meer dan 15m2 0,31 mu/ro2 Voor bet aanbrengen van opsluitingen, inclusief verwerken en verdichten zand en opruimen, een norm van: • trottoirbanden 0,22 mu/m1 • opsluitbanden 0,17 mu/mJ Voor lasgaten gelden de normen die bij de oppervlakte-eenheid van 0-15 m2 staan vermeld.