Common use of Vakantie bij onderbreking van de werkzaamheden Clause in Contracts

Vakantie bij onderbreking van de werkzaamheden. a. Het in lid 2 bedoelde aantal vakantiedagen/-uren wordt verminderd met 1/12 deel voor elke maand gedurende welke de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht. 1. Het onder a bepaalde is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens de oorzaken die genoemd zijn in artikel 7:635 lid 1 BW. Dit is onder meer het geval bij: - ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer; - het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor de eerste oefening; - het genieten van xxxxxx, gebaseerd op in een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof; - het met toestemming van de werkgever deelnemen aan een door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; - onvrijwillige werkloosheid bij handhaving van het dienstverband; - zwangerschap of bevalling. De werknemer, die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte, verwerft, ongeacht of hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op zijn wettelijke vakantiedagen (dit is vier (4) keer de overeengekomen ar- beidsduur per week). Voor wat betreft de bovenwettelijke vakantieda- gen verwerft de werknemer die de bedongen arbeid niet verricht we- gens ziekte, ongeacht hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op deze vakantiedagen over het tijdvak van de laatste zes (6) maanden waarin de arbeid niet werd verricht. De werknemer die de bedongen arbeid slechts voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur niet verricht wegens ziekte, verwerft slechts aanspraak op de bovenwette- lijke vakantiedagen die een evenredig gedeelte bedraagt van datgene waarop hij recht zou hebben gehad als hij gedurende de volledige ar- beidsduur arbeid zou hebben verricht. 2. Indien een onderbreking der werkzaamheden als bedoeld onder 1 van dit sublid in meer dan één vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van de periode van af- wezigheid mee in aanmerking genomen. 3. Ten aanzien van het tijdstip van de aanvang en het einde van de hier bedoelde onderbreking is het in lid 4 bepaalde van overeenkomstige toepassing. c. De werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, verwerft vakantierechten over de tijd welke hij besteedt aan het volgen van onderricht waartoe de werkgever hem krachtens de wet in de gelegenheid moet stellen.

Vakantie bij onderbreking van de werkzaamheden. a. Het De werknemer heeft geen aanspraak op vakantie over de tijd, waarover hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak heeft op in lid 2 bedoelde aantal vakantiedagen/-uren wordt verminderd met 1/12 deel voor elke maand gedurende welke de geld vastgesteld salaris. De werknemer heeft echter wel aanspraak op wettelijke vakantie indien hij zijn werkzaamheden niet heeft verricht.: 1a. in geval van zwangerschap-, bevallings-, (aanvullend) geboorteverlof, betaald ouderschapsverlof of adoptieverlof of verlof voor het opnemen van een pleegkind als bedoeld in de Wet arbeid en zorg. Het onder a bepaalde De werknemer die dit verlof geniet, bouwt over de overeengekomen arbeidsduur volledige vakantierechten op gedurende de tijd dat hij recht heeft op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 2 van de Wet arbeid en zorg; b. omdat hij anders dan wegens zwangerschaps-, bevallings-, (aanvullend) geboorteverlof, betaald ouderschapsverlof of adoptieverlof of verlof voor het opnemen van een pleegkind als bedoeld in de Wet arbeid en zorg tegen zijn wil niet in staat is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht te verrichten; c. wegens langdurig zorgverlof als bedoeld in hoofdstuk 5 afdeling 2 van de oorzaken die genoemd Wet arbeid en zorg; d. omdat hij, anders dan voor oefening en opleiding, als dienstplichtige is opgeroepen ter vervulling van zijn militaire of vervangende dienst; e. omdat hij vakantie geniet als bedoeld in artikel 7:635 7: 641 lid 1 BW. Dit is onder meer 3 van het geval bij: - ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer; - het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor de eerste oefening; - het genieten van xxxxxx, gebaseerd op in BW (vakantie voortvloeiend uit bij een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof; - het werkgever verkregen vakantierechten); f. omdat hij, met toestemming van de werkgever deelnemen werkgever, deelneemt aan een bijeenkomst die wordt georganiseerd door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; - onvrijwillige werkloosheid een vakorganisatie waarvan hij lid is; g. omdat hij onvrijwillig werkloos is bij handhaving van het dienstverband; - zwangerschap of bevalling; h. omdat hij politiek verlof geniet als bedoeld in artikel 7:643 lid 3 BW. Zowel tijdens volledige, als tijdens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid vindt volledige opbouw van de wettelijke vakantierechten plaats. Er vindt geen opbouw plaats van de bovenwettelijke vakantierechten. In geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zal bij vrijaf volledige afschrijving van de dagen plaatsvinden tot een maximum van de wettelijke dagen. De werknemerwettelijke vakantiedagen, die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziektevanaf 1 januari 2012, verwerft, ongeacht of hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op zijn wettelijke vakantiedagen (dit is vier (4) keer de overeengekomen ar- beidsduur per week). Voor wat betreft de bovenwettelijke vakantieda- gen verwerft de werknemer die de bedongen arbeid niet verricht we- gens ziekte, ongeacht hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op deze vakantiedagen over het tijdvak van vervallen zes maanden na de laatste zes (6) maanden waarin de arbeid niet werd verricht. De werknemer die de bedongen arbeid slechts voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur niet verricht wegens ziekte, verwerft slechts aanspraak op de bovenwette- lijke vakantiedagen die een evenredig gedeelte bedraagt van datgene waarop hij recht zou hebben gehad als hij gedurende de volledige ar- beidsduur arbeid zou hebben verricht. 2. Indien een onderbreking der werkzaamheden als bedoeld onder 1 van dit sublid in meer dan één vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van de periode van af- wezigheid mee in aanmerking genomen. 3. Ten aanzien van het tijdstip van de aanvang en het einde van de hier bedoelde onderbreking is het in lid 4 bepaalde van overeenkomstige toepassing. c. De werknemer die op 1 mei dag van het kalenderjaar waarin de leeftijd aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Wanneer de werknemer aannemelijk maakt redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest om vakantie op te nemen, dan wordt de vervaltermijn van 18 zes maanden omgezet naar een verjaringstermijn van vijf jaar nog niet heeft bereikt, verwerft vakantierechten over voor de tijd welke hij besteedt aan het volgen van onderricht waartoe de werkgever hem krachtens de wet in de gelegenheid moet stellenwettelijke dagen. Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren vijf jaar na opbouw.

Vakantie bij onderbreking van de werkzaamheden. a. Het De werknemer heeft geen aanspraak op vakantie over de tijd, waarover hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak heeft op in lid 2 bedoelde aantal vakantiedagen/-uren wordt verminderd met 1/12 deel voor elke maand gedurende welke de geld vastgesteld salaris. De werknemer heeft echter wel aanspraak op vakantie indien hij zijn werkzaamheden niet heeft verricht.: 1. Het onder a bepaalde a. wegens volledige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte; b. in geval van zwangerschap- en bevallingsverlof; c. omdat hij, xxxxxx dan voor oefening en opleiding, als dienstplichtige is niet opgeroepen ter vervulling van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens de oorzaken die genoemd zijn militaire of vervangende dienst; d. omdat hij vakantie geniet als bedoeld in artikel 7:635 lid 1 BW. Dit is onder meer 7: 641 van het geval bij: - ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer; - het naleven van een wettelijke verplichting of verbintenis ten aanzien van de landsverdediging of openbare orde, niet zijnde opkomstplicht voor de eerste oefening; - het genieten van xxxxxx, gebaseerd op in BW (vakantie voortvloeiende uit bij een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof; - het werkgever verkregen vakantierechten); e. omdat hij, met toestemming van de werkgever deelnemen werkgever, deelneemt aan een bijeenkomst die wordt georganiseerd door de vakvereniging van de werknemer georganiseerde bijeenkomst; - onvrijwillige werkloosheid een vakorganisatie waarvan hij lid is; f. omdat hij onvrijwillig werkloos is bij handhaving van het dienstverband; - zwangerschap of bevalling. De werknemer, die de bedongen arbeid niet verricht wegens ziekte, verwerft, ongeacht of ; g. omdat hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op zijn wettelijke vakantiedagen (dit is vier (4) keer de overeengekomen ar- beidsduur per week). Voor wat betreft de bovenwettelijke vakantieda- gen verwerft de werknemer die de bedongen arbeid niet verricht we- gens ziekte, ongeacht hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op deze vakantiedagen over het tijdvak adoptieverlof geniet als bedoeld in artikel 3:2 van de laatste zes (6) maanden Wet arbeid en zorg. In de hiervoor onder a en b genoemde gevallen worden nog vakantierechten verworven over de wettelijk vastgestelde periode waarin geen arbeid wordt verricht, met dien verstande dat bij arbeidsongeschiktheid als bedoeld onder a de arbeid niet werd verricht. De werknemer die de bedongen arbeid slechts voor tijdvakken worden samengeteld als zij elkaar met onderbreking van minder dan een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur niet verricht wegens ziekte, verwerft slechts aanspraak op de bovenwette- lijke vakantiedagen die een evenredig gedeelte bedraagt van datgene waarop hij recht zou hebben gehad als hij gedurende de volledige ar- beidsduur arbeid zou hebben verrichtmaand opvolgen. 2. h. Indien een onderbreking der van de werkzaamheden als bedoeld onder 1 van dit sublid a en b in meer dan één vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der van de onderbreking bij de berekening van de periode van af- wezigheid afwezigheid mee in aanmerking genomen. 3. i. Ten aanzien van het tijdstip van de aanvang en het einde van de hier bedoelde onderbreking is het in lid 1 onder 3 en 4 bepaalde van overeenkomstige toepassing. c. De j. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en gedeeltelijk werken worden deze vakantierechten verworven naar rato van werken. k. Opbouw van vakantie bij volledige arbeidsongeschiktheid vindt niet plaats indien de arbeidsongeschiktheid door opzet van de werknemer die op 1 mei is ontstaan of het gevolg is van een gebrek, waarover de werknemer in het kalenderjaar de leeftijd kader van 18 jaar nog niet een aanstellingskeuring valse informatie heeft bereikt, verwerft vakantierechten over verstrekt en voor de tijd gedurende welke de werknemer door zijn toedoen zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd dan wel indien hij besteedt zonder deugdelijke grond geen passend werk verricht, of niet meewerkt aan het volgen van onderricht waartoe de werkgever hem krachtens de wet in de gelegenheid moet stellenredelijke voorschriften en maatregelen om passend werk te verrichten.