Common use of Vakbondsfaciliteiten in de onderneming Clause in Contracts

Vakbondsfaciliteiten in de onderneming. Elke bij de CAO betrokken vakorganisatie mag zijn eigen kaderleden en contactpersonen benoemen. Van die benoemingen stellen zij de werkgever op de hoogte. De kaderleden of contactpersonen onderhouden het contact tussen hun vakbonden en de leden. Het contact tussen werkgever en de vakbonden verloopt via vakbondsbestuurders. De werkgever stelt voor vakbondswerk faciliteiten ter beschikking. Dit zijn onder andere: • Publicatieborden voor mededelingen over: de onderneming en de bedrijfstak; namen van nieuwe vakbondsbestuurders; vakbondsvergaderingen; kandidaatstellingen voor de Ondernemingsraad. De werkgever krijgt de te publiceren berichten en mededelingen van te voren te zien. • Ruimte (indien aanwezig) voor vergaderingen en het onderhouden van contacten. De vakbond belegt in principe alleen vergaderingen buiten normale werktijden en vraagt de vergaderruimte tijdig aan. • De mogelijkheid vakbondsbrieven en -brochures uit te delen. Dit gebeurt na overleg en toestemming van de werkgever. Vakbondsbestuurders hebben toegang tot de onderneming. Zij houden zich daarbij aan afspraken met de werkgever. Het vakbondswerk mag de goede gang van zaken in de onderneming niet verstoren. Alleen in bijzondere gevallen - als het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt – kan de werkgever de verleende faciliteiten tijdelijk opschorten. Hij overlegt hierover eerst met de vakbonden. Als werkgever en vakbonden het oneens zijn over de vakbondsfaciliteiten kunnen de werkgever en de vakbonden advies vragen aan de Vaste Commissie. Ondernemingen met een OR en 100 of meer werknemers publiceren elk jaar een sociaal jaarverslag. Kleinere ondernemingen voeren ook een sociaal beleid. Dit richt zich op: • inkomensbeleid, rechtszekerheid (in het bijzonder het beloningsbeleid), pensioenbeleid; • werkgelegenheidsbeleid, kwantiteit en kwaliteit van het werk; • personeelsbeleid, aanstellings-, opleidings-, promotie- en beoordelingsbeleid; • medezeggenschap (organisatie en taakverdeling), werkoverleg • beleid tegen ongewenste intimiteiten. Gedurende de looptijd van de cao doen cao-partijen een onderzoek naar een stage- en reiskostenvergoeding. De uitkomst van dit onderzoek wordt input voor de volgende cao-onderhandelingen.

Appears in 3 contracts

Samples: www.sctx.nl, www.sctx.nl, www.fnv.nl

Vakbondsfaciliteiten in de onderneming. Elke bij de CAO betrokken vakorganisatie mag zijn eigen kaderleden en contactpersonen benoemen. Van die benoemingen stellen zij de werkgever op de hoogte. De kaderleden of contactpersonen onderhouden het contact tussen hun vakbonden en de leden. Het contact tussen werkgever en de vakbonden verloopt via vakbondsbestuurders. De werkgever stelt voor vakbondswerk faciliteiten ter beschikking. Dit zijn onder andere: • Publicatieborden voor mededelingen over: de onderneming en de bedrijfstak; namen van nieuwe vakbondsbestuurders; vakbondsvergaderingen; kandidaatstellingen voor de Ondernemingsraad. De werkgever krijgt de te publiceren berichten en mededelingen van te voren te zien. • Ruimte (indien aanwezig) voor vergaderingen en het onderhouden van contacten. De vakbond belegt in principe alleen vergaderingen buiten normale werktijden en vraagt de vergaderruimte tijdig aan. • De mogelijkheid vakbondsbrieven en -brochures uit te delen. Dit gebeurt na overleg en toestemming van de werkgever. Vakbondsbestuurders hebben toegang tot de onderneming. Zij houden zich daarbij aan afspraken met de werkgever. Het vakbondswerk mag de goede gang van zaken in de onderneming niet verstoren. Alleen in bijzondere gevallen - als het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt – kan de werkgever de verleende faciliteiten tijdelijk opschorten. Hij overlegt hierover eerst met de vakbonden. Als werkgever en vakbonden het oneens zijn over de vakbondsfaciliteiten kunnen de werkgever en de vakbonden advies vragen aan de Vaste Commissie. Ondernemingen met een OR en 100 of meer werknemers publiceren elk jaar een sociaal jaarverslag. Kleinere ondernemingen voeren ook een sociaal beleid. Dit richt zich op: • inkomensbeleid, rechtszekerheid (in het bijzonder het beloningsbeleid), pensioenbeleid; • werkgelegenheidsbeleid, kwantiteit en kwaliteit van het werk; • personeelsbeleid, aanstellings-, opleidings-, promotie- en beoordelingsbeleid; • medezeggenschap (organisatie en taakverdeling), werkoverleg • beleid tegen ongewenste intimiteiten. Gedurende de looptijd van de cao doen stellen cao-partijen een onderzoek naar een stage- werkgroep samen om de huidige bepalingen in de cao rondom werktijden, arbeidsuur en reiskostenvergoedingtoeslagen nader te analyseren. Daarnaast zal ook het thema thuiswerken worden geagendeerd. Beide partijen kunnen ook andere cao-onderwerpen aan de orde stellen. Voor het einde van de looptijd van de cao koppelt de werkgroep de resultaten terug aan cao- partijen. De uitkomst werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van dit onderzoek zowel werkgevers als werknemersorganisaties. Binnen de werkgroep scholing en duurzame inzetbaarheid wordt input voortvarend bekeken welke aanvullende instrumenten een rol kunnen spelen bij de begeleiding van werknemers en ondernemingen bij het vormgeven en implementeren van duurzame inzetbaarheid. Denk aan mantelzorg, loopbaanscan, een financiële foto en overige zaken die naar het oordeel van beide partijen van belang zijn voor de volgende cao-onderhandelingenduurzame inzetbaarheid. Nadrukkelijk wordt naar het noodzakelijke communicatietraject in dezen gekeken.

Appears in 3 contracts

Samples: www.sctx.nl, cao.jigler.nl, www.fnv.nl