Vakbondswerk in de onderneming. 1. De werkgever erkent dat een goed functioneren van de vakorganisatie mede afhankelijk is van contacten met en tussen leden van de vakorganisaties en de mogelijkheden van de vakorganisaties om gekozen leden van de OR te ondersteunen.
2. De vakorganisatie erkent dat het vakbondswerk mede ten doel heeft bestaande en/of wettelijk voorgeschreven interne overlegstructuren, zoals de OR en zijn commissie, te ondersteunen.
3. Met inachtneming van de in de onderneming geldende regels zijn ten behoeve van het vakbondswerk de onderstaande faciliteiten overeengekomen:
a. de werkgever zal op verzoek van de vakorganisatie toestemming verlenen tot het doen van zakelijke mededelingen middels geëigende communicatiemiddelen
b. de werkgever zal - als regel buiten werktijd - bedrijfsruimte ter beschikking stellen voor vergaderingen van de vakorganisaties over bedrijfs- en vakbondsaangelegenheden
c. de werkgever zal op verzoek, mits vooraf aangekondigd, aan de vakorganisaties - met inachtneming van de geldende huis- en/of veiligheidsregels - de toegang verlenen tot gebouwen en bedrijfsterreinen
d. de werkgever zal – binnen redelijke grenzen en voor zover de bedrijfsomstandigheden dit naar zijn mening toelaten – op schriftelijk en tijdig verzoek van de vakbond voor haar leden verlof toekennen in de volgende gevallen:
1. voor het als officieel afgevaardigde deelnemen aan bijeenkomsten van bondscongres of bondsraad, voor zover opgenomen in de door de vakbond ter beschikking van werkgever te stellen lijst tot een maximum van 26 dagen per kalenderjaar
2. voor het deelnemen aan een door de vakbond georganiseerde vormings- of scholingsbijeenkomst; in overleg op basis van een jaarplanning van de vakbond, tot een maximum van 5 dagen per kalenderjaar
e. de werkgever verklaart zich bereid om voor diverse vakbondswerkzaamheden per kalenderjaar jaarlijks aan de vakorganisaties een bijdrage te verstrekken. Deze bijdrage bedraagt EUR 9,-- per FTE vallend onder de werkingssfeer van deze CAO, aangevuld met EUR 31,-- per werknemer die lid is van één van de bij deze CAO betrokken vakorganisaties. Uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal zal de bijdrage betaalbaar worden gesteld.
f. Vakbondsleden kunnen gebruik maken van betaling van hun maandelijkse contributie met fiscaal voordeel. Voor uitvoering en voorwaarden wordt verwezen naar het reglement.
Vakbondswerk in de onderneming. 1. Vakbondskaderleden hebben krachtens deze cao dezelfde rechtsbescherming als de leden van de ondernemingsraad krachtens de Wet op de ondernemingsraden.
2. Op brancheniveau wordt tussen cao-partijen voor de ondernemingen, afhankelijk van de omvang van de personele bezetting, een volume bepaald en geregeld wie als kaderlid, zoals bedoeld in het 1e lid van dit artikel, wordt aangemerkt.
3. De huidige belastingwetgeving kent fiscale faciliteiten voor de vakbondscontributie. Leden van de vakbonden kunnen van deze faciliteit gebruik maken en de werkgever verleent hieraan zijn medewerking. Een en ander indien en voorzover de fiscale regeling geldt.
4. Vakbonden kunnen de werkgever verzoeken op een door de privacywetgeving toegestane wijze NAW-gegevens te vertrekken met betrekking tot de naam, postcode en geboortedatum van de betrokken werknemers. De vakbonden zullen het verzoek deugdelijk onderbouwen. De werkgever zal aan het verzoek van de vakorganisatie meewerken tenzij dit redelijkerwijs niet van de werkgever verwacht mag worden.
Vakbondswerk in de onderneming. 1. Vakverenigingen hebben ook afzonderlijk het recht in der onderneming werkzame kaderleden aan te wijzen en te doen functioneren als contactperso(o)n(en) in die onderneming: • < 25 werknemers: 1 per vakvereniging met een totaal maximum van 2; • 25-50 werknemers: 2 per vakvereniging met een totaal maximum van 4; • 51-100 werknemers: 2 per vakvereniging met een totaal maximum van 6; • > 100 werknemers: 3 per vakvereniging met een totaal maximum van 8. Indien een vakvereniging overgaat tot aanwijzing van een of meer contactperso(o)n(en) zal de leiding van de betrokken onderneming daarover onmiddellijk worden geïnformeerd.
2. Contactpersonen onderhouden het dagelijks contact tussen de in de onderneming werkzame leden en de vakvereniging die zij vertegenwoordigen.
3. In overleg met de leiding van de betrokken onderneming kunnen contactpersonen informatie van de vakvereniging betreffende de sector, de onderneming en/of de vakorganisatie in de onderneming verspreiden.
4. Contactpersonen zullen niet als gevolg van hun werkzaamheden voor de vakvereniging in hun persoonlijke belangen worden geschaad. Indien zakelijke en/of bedrijfseconomische redenen nopen tot maatregelen, die ook contactpersonen treffen, zal de werkgever daarover in een vroegtijdig stadium overleg met de bezoldigde bestuurder(s) van de vakvereniging plegen.
5. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een contactpersoon op initiatief van de leiding van de onderneming, kan slechts via en met toestemming van de kantonrechter plaatsvinden.
Vakbondswerk in de onderneming. Vakbondskaderleden en personeelsvertegenwoordiging art. 86 Werkoverleg en functioneringsgesprekken
Vakbondswerk in de onderneming. Bezoldigde bestuurders van de werknemersorganisaties bij de cao wordt op verzoek toegang verleend tot door de werkgever aangewezen ruimte in vestigingen van de werkgever ten behoeve van het onderhouden van contacten met leden van de vakbond. Dit is ook mogelijk op cateringlocaties, alleen als de onderneming daartoe uitdrukkelijk, via de HR-directeur van werkgever toestemming verkrijgt van de betreffende cliënt. De bestuurders respectievelijk kaderleden of leden van de vakbond zullen nimmer zelfstandig contact met de betreffende cliënt zoeken. Iedere werknemersorganisatie wordt in staat gesteld om op deze wijze per jaar 5 locaties aan te wijzen om buiten werktijd te overleggen.
Vakbondswerk in de onderneming. Bescherming leden ondernemingsraden art. 92 Werkoverleg en functioneringsgesprekken
Vakbondswerk in de onderneming. 1. Bezoldigde bestuurders van de werknemersorganisaties bij de cao wordt op verzoek toegang verleend tot door de werkgever aangewezen ruimte in vestigingen van de werkgever ten behoeve van het onderhouden van contacten met leden van de vakbond. Dit is ook mogelijk op cateringlocaties, alleen als de onderneming daartoe uitdrukkelijk toestemming verkrijgt van de betreffende cliënt. De bestuurders respectievelijk kaderleden of leden van de vakbond zullen nimmer zelfstandig contact met de betreffende cliënt zoeken.
2. Het bepaalde onder lid 1 geldt evenzeer voor de volgende faciliteiten voor vakbonds-kaderleden, werkzaam in de onderneming, die een functie vervullen in het vakbondswerk in de onderneming:
a. het verspreiden van geschriften van de vakbond volgens met de werkgever overeengekomen wijze(n);
b. het houden van onderling beraad met andere vakbondsleden, werkzaam in de onderneming;
c. het begeleiden van een werknemer bij de behandeling van een klacht.
3. Het bepaalde in lid 1 en 2 veronderstelt het bestaan van normale verhoudingen. Mochten deze op enig moment naar de mening van de werkgever ontbreken, zoals bij een ernstig conflict, dan kan de onderneming de hier bedoelde regelingen buiten werking stellen. Indien de afgesproken faciliteiten onjuist gebruikt worden, dan heeft de werkgever het recht deze te schorsen. De werkgever gaat hiertoe niet eerder over dan nadat er overleg heeft plaatsgevonden met de betrokken vakbond(en).
4. Kaderleden betrokken bij het vakbondswerk in de onderneming worden door de werknemersorganisaties bij deze cao kenbaar gemaakt aan de werkgever. De tijdstippen in het kader van deze werkzaamheden worden vooraf met de ondernemingsleiding danwel locatieleiding overeengekomen.
5. In een situatie van bedrijfsbeëindiging, fusie, overname, reorganisatie of oprichting van een Europese Ondernemingsraad worden de werknemersorganisaties bij de cao door de werkgever vroegtijdig betrokken bij besprekingen / ontwikkelingen die daarvoor van belang zijn.
Vakbondswerk in de onderneming. Contacten tussen werkgever en vakvereniging Toegang tot de onderneming Informatieplicht
Vakbondswerk in de onderneming. Contacten tussen werkgever en de vakvereniging vinden plaats via de bezoldig- de bestuurders van die vakvereniging, eventueel vergezeld van onbezoldigde vakbondsfunctionarissen.
Vakbondswerk in de onderneming. Op basis van overeenstemming tussen partijen over de hieronder volgende uitgangspunten voor het vakbondswerk in de onderneming, zullen de volgende faciliteiten en regelingen gelden.
55.1 Het vakbondswerk in de onderneming heeft ten doel een meer gestructureerde en betere communicatie te krijgen tussen:
a. de bij deze cao partij zijnde werknemersorganisaties en hun leden;
b. de betreffende vakbondsleden onderling, daaronder begrepen gekozen leden van de ondernemingsraad, voor zover bij deze werknemersorganisaties aangesloten.
55.2 Het vakbondswerk in de onderneming heeft betrekking op de interne organisatie van de werknemersorganisaties voor wat betreft communicatie. Partijen gaan er van uit dat de bestaande communicatie- en overlegstructuren en daaruit voortvloeiende afspraken niet zullen worden aangetast. De voortgang van de werkzaamheden zal er niet door worden belemmerd. Dit geldt binnen de onderneming, tussen de partijen bij deze overeenkomst en voor ondernemingsraden.
55.3 De contacten tussen de onderneming en de werknemersorganisaties blijven verlopen tussen het bestuur van de onderneming en de bezoldigde vakbondsbestuurders. Na voorafgaand overleg met het bestuur van de onderneming kan de bezoldigde vakbondsbestuurder zich in speciale gevallen laten vergezellen door een vertrouwenspersoon. De rechtstreekse contacten tussen de vertrouwenspersoon en de ondernemings- functionaris beperken zich tot huishoudelijke aangelegenheden inzake de hieronder genoemde faciliteiten.
55.4 De bij deze cao partij zijnde werknemersorganisaties kunnen elk uit de kring van hun leden binnen elke onderneming en/of werkobject, dat daarvoor in aanmerking komt, een vertrouwenspersoon aanwijzen. Van deze aanwijzing wordt de onderneming tevoren mededeling gedaan.
55.5 De vertrouwenspersoon zal niet tevens lid zijn van de ondernemingsraad.
55.6 De vertrouwenspersoon kan binnen de onderneming, maar buiten de werktijd, contact hebben met de overige in de onderneming werkzame leden van zijn organisatie(s).
55.7 De vertrouwenspersoon kan binnen de werktijd contact hebben met de leden van de ondernemingsraad, wanneer het initiatief daartoe van deze leden uitgaat.
55.8 De vertrouwenspersoon kan, indien dit door omstandigheden niet op korte termijn buiten de werktijd mogelijk is, na overleg met de werkgever, binnen de werktijd contact hebben met bezoldigde functionarissen van zijn organisatie.
55.9 De vertrouwenspersoon zal in redelijke mate gebruik maken van de mogelijkheid vrijaf te ...