Common use of Vakbondswerk in de onderneming Clause in Contracts

Vakbondswerk in de onderneming. Op basis van overeenstemming tussen partijen over de hieronder vol- gende uitgangspunten voor het vakbondswerk in de onderneming zullen de eveneens hieronder volgende faciliteiten en regelingen ten aanzien van dit werk gelden. 1. Het vakbondswerk in de onderneming heeft ten doel een meer gestructureerde en betere communicatie tussen de werknemers- organisaties en hun leden en de betreffende leden onderling, daaron- der begrepen gekozen leden van de ondernemingsraad, voor zover bij deze werknemersorganisaties aangesloten. 2. Daar het vakbondswerk in de onderneming derhalve betreft de in- terne organisatie van de werknemersorganisaties, met een communi- catieve functie, gaan partijen er van uit, dat daardoor de bestaande communicatie- en overlegstructuren en daaruit voortvloeiende af- spraken, zowel binnen de onderneming als tussen partijen met inbe- grip van de CAO en de ondernemingsraden, niet zullen worden aan- getast en de voortgang van de werkzaamheden niet zal worden belemmerd. De functie van het vakbondswerk in de onderneming zal voorts beperkt blijven tot de werkingssfeer van de CAO baggerbedrijf. 3. De contacten tussen de onderneming en de werknemersorganisaties blijven verlopen tussen het bestuur van de onderneming en de bezol- digde vakbondsbestuurders. Na voorafgaand overleg met het bestuur van de onderneming kan de bezoldigde vakbondsbestuurder zich in speciale gevallen laten ver- gezellen door een vertrouwensman. De rechtstreekse contacten tussen vertrouwensman en ondernemings- functionaris beperken zich tot huishoudelijke aangelegenheden in- zake de hieronder genoemde faciliteiten. 4. De werknemersorganisaties kunnen elk uit de kring van hun leden binnen elke onderneming c.q. werkobject, dat daarvoor in aanmer- king komt, een vertrouwensman aanwijzen. Van deze aanwijzing wordt de onderneming tevoren mededeling gedaan. 5. De vertrouwensman zal niet tevens lid zijn van de ondernemings- raad.

Vakbondswerk in de onderneming. Op basis van overeenstemming tussen partijen over de hieronder vol- gende volgende uitgangspunten voor het vakbondswerk in de onderneming onderneming, zullen de eveneens hieronder volgende faciliteiten en regelingen ten aanzien van dit werk gelden. 1. 55.1 Het vakbondswerk in de onderneming heeft ten doel een meer gestructureerde en betere communicatie tussen te krijgen tussen: a. de werknemers- organisaties bij deze cao partij zijnde werknemersorganisaties en hun leden en leden; b. de betreffende leden vakbondsleden onderling, daaron- der daaronder begrepen gekozen leden van de ondernemingsraad, voor zover bij deze werknemersorganisaties aangesloten. 2. Daar het 55.2 Het vakbondswerk in de onderneming derhalve betreft heeft betrekking op de in- terne interne organisatie van de werknemersorganisaties, met een communi- catieve functie, werknemersorganisaties voor wat betreft communicatie. Partijen gaan partijen er van uit, uit dat daardoor de bestaande communicatie- en overlegstructuren en daaruit voortvloeiende af- spraken, zowel binnen de onderneming als tussen partijen met inbe- grip van de CAO en de ondernemingsraden, afspraken niet zullen worden aan- getast en de aangetast. De voortgang van de werkzaamheden zal er niet zal door worden belemmerd. De functie van het vakbondswerk in Dit geldt binnen de onderneming zal voorts beperkt blijven tot onderneming, tussen de werkingssfeer van de CAO baggerbedrijfpartijen bij deze overeenkomst en voor ondernemingsraden. 3. 55.3 De contacten tussen de onderneming en de werknemersorganisaties blijven verlopen tussen het bestuur van de onderneming en de bezol- digde bezoldigde vakbondsbestuurders. Na voorafgaand overleg met het bestuur van de onderneming kan de bezoldigde vakbondsbestuurder zich in speciale gevallen laten ver- gezellen vergezellen door een vertrouwensmanvertrouwenspersoon. De rechtstreekse contacten tussen vertrouwensman de vertrouwenspersoon en de ondernemings- functionaris beperken zich tot huishoudelijke aangelegenheden in- zake inzake de hieronder genoemde faciliteiten. 4. 55.4 De bij deze cao partij zijnde werknemersorganisaties kunnen elk uit de kring van hun leden binnen elke onderneming c.q. en/of werkobject, dat daarvoor in aanmer- king aanmerking komt, een vertrouwensman vertrouwenspersoon aanwijzen. Van deze aanwijzing wordt de onderneming tevoren mededeling gedaan. 5. 55.5 De vertrouwensman vertrouwenspersoon zal niet tevens lid zijn van de ondernemings- raadondernemingsraad. 55.6 De vertrouwenspersoon kan binnen de onderneming, maar buiten de werktijd, contact hebben met de overige in de onderneming werkzame leden van zijn organisatie(s). 55.7 De vertrouwenspersoon kan binnen de werktijd contact hebben met de leden van de ondernemingsraad, wanneer het initiatief daartoe van deze leden uitgaat. 55.8 De vertrouwenspersoon kan, indien dit door omstandigheden niet op korte termijn buiten de werktijd mogelijk is, na overleg met de werkgever, binnen de werktijd contact hebben met bezoldigde functionarissen van zijn organisatie. 55.9 De vertrouwenspersoon zal in redelijke mate gebruik maken van de mogelijkheid vrijaf te krijgen met behoud van loon voor de in artikel 55.7 en 55.8 genoemde activiteiten. Daarbij zal een maximum van vijf uren per maand niet worden overschreden. 55.10 De werkgever zal - als regel buiten bedrijfstijd - nadat hem daarom is verzocht, bedrijfsruimte beschikbaar stellen voor vergaderingen met de in artikel 55.6 genoemde leden of de artikel 55.8 genoemde bezoldigde functionarissen van de Werknemers- organisaties. 55.11 Bij een voorgenomen ontslag van een vertrouwenspersoon, anders dan in gevallen van wederzijds goedvinden, zal de werkgever, alvorens een ontslagvergunning te vragen bij het UWV ingevolge artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen, daarover eerst overleg plegen met de betrokken werknemersorganisatie. Indien voor de werknemersorganisatie niet aannemelijk wordt gemaakt, dat het ontslag in geen verband staat tot de functie van vakbondsvertrouwenspersoon, zal dit een geschil opleveren als bedoeld in artikel 6 van deze cao en zal dit geschil dienen te worden beslecht door de in artikel 6 genoemde commissie van advies. 55.12 De onderneming kan de verleende faciliteiten opschorten in geval de werknemers- organisaties dan wel de vertrouwenspersoon zich niet aan de gestelde regels of bestaande afspraken houden of zich anderszins in een conflictsituatie met de onderneming bevinden.

Vakbondswerk in de onderneming. Op basis van overeenstemming tussen partijen over de hieronder vol- gende volgende uitgangspunten voor het vakbondswerk in de onderneming onderneming, zullen de eveneens hieronder volgende faciliteiten en regelingen ten aanzien van dit werk gelden. 1. Het vakbondswerk in de onderneming heeft ten doel een meer gestructureerde en betere communicatie tussen te krijgen tussen; a. de werknemers- organisaties bij deze CAO-partij zijnde werknemersorganisaties en hun leden en leden b. de betreffende leden vakbondsleden onderling, daaron- der daaronder begrepen gekozen leden van de ondernemingsraad, voor zover bij deze werknemersorganisaties aangesloten. 2. Daar het Het vakbondswerk in de onderneming derhalve betreft heeft betrekking op de in- terne interne organisatie van de werknemersorganisaties, met een communi- catieve functie, werknemersorganisaties voor wat betreft communicatie. Partijen gaan partijen er van uit, uit dat daardoor de bestaande communicatie- en overlegstructuren en daaruit voortvloeiende af- spraken, zowel binnen de onderneming als tussen partijen met inbe- grip van de CAO en de ondernemingsraden, afspraken niet zullen worden aan- getast en de aangetast. De voortgang van de werkzaamheden zal er niet zal door worden belemmerd. De functie van het vakbondswerk in Dit geldt binnen de onderneming zal voorts beperkt blijven tot de werkingssfeer van de CAO baggerbedrijfonderneming, tussen CAO-partijen en voor ondernemingsraden. 3. De contacten tussen de onderneming en de werknemersorganisaties blijven verlopen tussen het bestuur van de onderneming en de bezol- digde bezoldigde vakbondsbestuurders. Na voorafgaand overleg met het bestuur van de onderneming kan de bezoldigde vakbondsbestuurder zich in speciale gevallen laten ver- gezellen vergezellen door een vertrouwensmanvertrouwenspersoon. De rechtstreekse contacten tussen vertrouwensman vertrouwenspersoon en ondernemings- functionaris ondernemingsfunctionaris beperken zich tot huishoudelijke aangelegenheden in- zake inzake de hieronder genoemde faciliteiten. 4. De bij de CAO-partij zijnde werknemersorganisaties kunnen elk uit de kring van hun leden binnen elke onderneming c.q. werkobject, dat daarvoor in aanmer- king aanmerking komt, een vertrouwensman vertrouwens- persoon aanwijzen. Van deze aanwijzing wordt de onderneming tevoren mededeling gedaan. 5. De vertrouwensman vertrouwenspersoon zal niet tevens lid zijn van de ondernemings- raadondernemingsraad. 6. De vertrouwenspersoon kan binnen de onderneming, maar buiten de werktijd, contact hebben met de overige in de onderneming werkzame leden van zijn organisatie(s). 7. De vertrouwenspersoon kan binnen de werktijd contact hebben met de leden van de ondernemingsraad, wanneer het initiatief daartoe van deze leden uitgaat. 8. De vertrouwenspersoon kan, indien dit door omstandigheden niet op korte termijn buiten de werktijd mogelijk is, na overleg met de werkgever, binnen de werktijd contact hebben met bezoldigde functionarissen van zijn organisatie. 9. De vertrouwenspersoon zal in redelijke mate gebruik maken van de mogelijkheid vrijaf te krijgen met behoud van loon voor de in de leden 7 en 8 genoemde activiteiten. Daarbij zal een maximum van vijf uren per maand niet worden overschreden. 10. De werkgever zal - als regel buiten bedrijfstijd - nadat hem daarom is verzocht, bedrijfsruimte beschikbaar stellen voor vergaderingen met de in lid 6 genoemde leden of de in lid 8 genoemde bezoldigde functionarissen van de werknemersorganisaties. 11. Bij een voorgenomen ontslag van een vertrouwenspersoon, anders dan in gevallen van wederzijds goedvinden, zal de werkgever, alvorens een ontslagvergunning te vragen aan het Centrum voor Werk en Inkomen ingevolge artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen, daarover eerst overleg plegen met de betrokken werknemersorganisatie. Indien voor de werknemersorganisatie niet aannemelijk wordt gemaakt, dat het ontslag in geen verband staat tot de functie van vakbondsvertrouwenspersoon, zal dit opleveren een geschil als bedoeld in artikel 61 van de CAO en zal dit geschil dienen te worden beslecht door de in artikel 61 genoemde commissie van bindend advies. 12. De onderneming kan de verleende faciliteiten opschorten in geval de werknemersorganisaties c.q. de vertrouwenspersoon zich niet aan de gestelde regels of bestaande afspraken houden of zich anderszins in een conflictsituatie met de onderneming bevinden.

Vakbondswerk in de onderneming. Op basis van overeenstemming tussen partijen over de hieronder vol- gende volgende uitgangspunten voor het vakbondswerk in de onderneming onderneming, zullen de eveneens hieronder volgende faciliteiten en regelingen ten aanzien van dit werk gelden. 1. 55.1 Het vakbondswerk in de onderneming heeft ten doel een meer gestructureerde en betere communicatie tussen te krijgen tussen: a. de werknemers- organisaties bij deze cao partij zijnde werknemersorganisaties en hun leden en leden; b. de betreffende leden vakbondsleden onderling, daaron- der daaronder begrepen gekozen leden van de ondernemingsraad, voor zover bij deze werknemersorganisaties aangesloten. 2. Daar het 55.2 Het vakbondswerk in de onderneming derhalve betreft heeft betrekking op de in- terne interne organisatie van de werknemersorganisaties, met een communi- catieve functie, werknemersorganisaties voor wat betreft communicatie. Partijen gaan partijen er van uit, uit dat daardoor de bestaande communicatie- en overlegstructuren en daaruit voortvloeiende af- spraken, zowel binnen de onderneming als tussen partijen met inbe- grip van de CAO en de ondernemingsraden, afspraken niet zullen worden aan- getast en de aangetast. De voortgang van de werkzaamheden zal er niet zal door worden belemmerd. De functie van het vakbondswerk in Dit geldt binnen de onderneming zal voorts beperkt blijven tot onderneming, tussen de werkingssfeer van de CAO baggerbedrijfpartijen bij deze overeenkomst en voor ondernemingsraden. 3. 55.3 De contacten tussen de onderneming en de werknemersorganisaties blijven verlopen tussen het bestuur van de onderneming en de bezol- digde bezoldigde vakbondsbestuurders. Na voorafgaand overleg met het bestuur van de onderneming kan de bezoldigde vakbondsbestuurder zich in speciale gevallen laten ver- gezellen door een vertrouwensman. De rechtstreekse contacten tussen vertrouwensman en ondernemings- functionaris beperken zich tot huishoudelijke aangelegenheden in- zake de hieronder genoemde faciliteiten. 4. 55.4 De bij deze cao partij zijnde werknemersorganisaties kunnen elk uit de kring van hun leden binnen elke onderneming c.q. en/of werkobject, dat daarvoor in aanmer- king aanmerking komt, een vertrouwensman vertrouwenspersoon aanwijzen. Van deze aanwijzing wordt de onderneming tevoren mededeling gedaan. 5. 55.5 De vertrouwensman vertrouwenspersoon zal niet tevens lid zijn van de ondernemings- raadondernemingsraad. 55.6 De vertrouwenspersoon kan binnen de onderneming, maar buiten de werktijd, contact hebben met de overige in de onderneming werkzame leden van zijn organisatie(s). 55.7 De vertrouwenspersoon kan binnen de werktijd contact hebben met de leden van de ondernemingsraad, wanneer het initiatief daartoe van deze leden uitgaat 55.8 De vertrouwenspersoon kan, indien dit door omstandigheden niet op korte termijn buiten de werktijd mogelijk is, na overleg met de werkgever, binnen de werktijd contact hebben met bezoldigde functionarissen van zijn organisatie. 55.9 De vertrouwenspersoon zal in redelijke mate gebruik maken van de mogelijkheid vrijaf te krijgen met behoud van loon voor de in artikel 55.7 en 55.8 genoemde activiteiten. Daarbij zal een maximum van vijf uren per maand niet worden overschreden. 55.10 De werkgever zal - als regel buiten bedrijfstijd - nadat hem daarom is verzocht, bedrijfsruimte beschikbaar stellen voor vergaderingen met de in artikel 55.6 genoemde leden of de artikel 55.8 genoemde bezoldigde functionarissen van de werknemersorganisaties 55.11 Bij een voorgenomen ontslag van een vertrouwenspersoon, anders dan in gevallen van wederzijds goedvinden, zal de werkgever, alvorens een ontslagvergunning te vragen aan het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) ingevolge artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen, daarover eerst overleg plegen met de betrokken werknemersorganisatie. 55.12 De onderneming kan de verleende faciliteiten opschorten in geval de werknemers- organisaties dan wel de vertrouwenspersoon zich niet aan de gestelde regels of bestaande afspraken houden of zich anderszins in een conflictsituatie met de onderneming bevinden.