Verbod tot het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van de bestemming Voorbeeldclausules

Verbod tot het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van de bestemming. Reden tot vervallen van artikel 7.3.1 Artikel 352 MBV 1965 Lid 1 (Terreinen en bouwwerken die onder een bestemmingsplan vallen) 1 Onder gebruik in de zin van deze bepaling valt ook het aanleggen van werken, dat erop is gericht de grond niet meer in overeenstemming met de daaraan bij het bestemmingsplan gegeven bestemming te gebruiken. Ook de uitvoering van werken, geen bouwwerken zijnde, en van werkzaamheden die tot gevolg hebben dat de desbetreffende grond niet (langer) in overeenstemming met de verwezenlijkte bestemming zal worden gebruikt, dient te worden aangemerkt als gebruik van grond, dat krachtens artikel 352, eerste lid, verboden is. (Bij voorbeeld het aanbrengen van een oppervlakteverharding of gebruik van grond voor parkeerdoeleinden.) ARRS 6 augustus 1982, NG 1982, S201; OB 1983, III.2.2.7, nr. 44824; ARRS 2 juni 1983, A-31.3231 (1982). – Incidentele of kortdurende activiteiten behoeven aan de bestemming niet altijd afbreuk te doen. In casu betrof het het gebruik van een agrarisch gebied als cross-terrein voor een week. Vz. ARRS 30 oktober 1980, A-3.4726 (1980). – Wanneer uit de voorschriften van een bestemmingsplan voortvloeit dat op gronden met de bestemming „landelijk gebied‟ slechts woningen en andere gebouwen uitsluitend ten behoeve van een agrarisch bedrijf mogen worden opgericht, betekent dat niet dat iedere agrarische activiteit die niet strekt ten behoeve van een agrarisch bedrijf, strijd oplevert met de bestemming „landelijk gebied‟. Van strijd is pas sprake bij agrarische activiteiten die een zodanige omvang en karakter hebben – zoals bij voorbeeld bij een volkstuin het geval kan zijn – dat het recreatieve element daarbij kennelijk op de voorgrond staat. Ook valt te denken aan activiteiten die wel worden verricht in verband met het agrarische gebruik, maar anderszins onverenigbaar zijn met het specifieke landelijke karakter van het betrokken gebied. ARRS 23 augustus 1983; GS 6768. – In stalruimten binnenmuren aangebracht teneinde deze ruimten voor bewoning te gaan gebruiken. De gebruiksbepaling van artikel 352, lid 1, kan niet als grondslag dienen voor een aanschrijving de stalruimten uit te breken zodanig dat deze ongeschikt zijn voor bewoning. Een aanschrijving baseren op overtreding van de Woningwet wegens illegaal aangebrachte voorzieningen is wel mogelijk. ARRS 7 november 1986; RO 3.85.3838. 2 Van een verwezenlijkte bestemming is (in beginsel) sprake: – ook wanneer die bestemming is verwezenlijkt na het van kracht worden van art...
Verbod tot het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van de bestemming. Reden tot vervallen van artikel 7.3.1 Artikel 352 MBV 1965

Related to Verbod tot het gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van de bestemming

  • Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1. De zorgaanbieder moet toestemming krijgen van de cliënt: a. als er verrichtingen worden uitgevoerd waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat die door de cliënt als inbreuk op zijn privacy kunnen worden ervaren en deze kunnen worden geobserveerd door anderen dan de cliënt; b. als er foto’s of audiovisuele opnamen worden gemaakt ten behoeve van publicatie. 2. Onder anderen zoals bedoeld in lid 1 sub a wordt niet verstaan: a. degenen van wie de medewerking bij de uitvoering van de verrichting noodzakelijk is; b. de vertegenwoordiger. 3. Indien de zorgaanbieder bij geneeskundige handelingen of bij een gesprek een zorgverlener in opleiding of stagiaire aanwezig wil laten zijn, moet hij daarvoor toestemming krijgen van de cliënt.