Vliegtuig missen Voorbeeldclausules

Vliegtuig missen. Als u uw vlucht mist op de heenreis, om welke reden dan ook, behalve in geval van een wijziging van schema vanwege de vervoerder, vergoeden wij u voor de aankoop van een nieuw ticket voor dezelfde bestemming, op voorwaarde dat u vertrekt binnen 24 uur of met de eerste beschikbare vlucht 50 % van het totale bedrag van uw eerste vlucht en verblijf.

Related to Vliegtuig missen

  • Gedekte gebeurtenissen De gedekte gebeurtenissen zijn identiek aan degene die recht geven op waarborg in « reiswijziging » Zie 2.3.

  • Verzekerde gebeurtenissen De gebeurtenissen die recht geven op onze prestaties wanneer ze bij toeval gebeuren in een door het contract gedekt land. Deze gebeurtenissen zijn beschreven in de overeenkomst naargelang het contracttype.

  • Onzekerheidsvereiste Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade, op vergoeding waarvan jegens MS Xxxxx respectievelijk een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis of een handelen of nalaten waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde of een derde was ontstaan of naar de normale gang van zaken nog zou ontstaan.

  • Welke kosten zijn verzekerd? ARAG betaalt alle kosten die verbonden zijn aan de behandeling van uw zaak door haar medewerkers; de zogenaamde interne kosten. Daarnaast vergoedt ARAG de volgende externe kosten tot een maximum van € 50.000,- all in per gebeurtenis. Voor de module A geldt binnen Nederland geen limiet. Buiten Europa en de niet-Europese landen grenzend aan de Middellandse Zee geldt hiervoor een limiet van € 10.000,-. Als er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure waarbij het volgens de wet- en regelgeving niet verplicht is om een advocaat in te schakelen maar op uw verzoek de zaak wel aan een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige in behandeling wordt gegeven, vergoedt ARAG de volgende externe kosten tot een maximum van € 6.000,- all in per gebeurtenis. Zijn er verschillende, met elkaar samenhangende gebeurtenissen, dan gelden deze kosten voor de reeks van gebeurtenissen tezamen: a. De kosten van een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige, mits de kosten als normale en gebruikelijke kosten zijn te beschouwen. Het is bijvoorbeeld niet gebruikelijk meer kosten te maken dan het belang van de zaak. b. De kosten van één externe deskundige die ARAG namens u inschakelt. c. Uw deel van de kosten van mediation (een vorm van geschiloplossing door middel van een onafhankelijke en deskundige bemiddelaar), als in overleg met ARAG geprobeerd wordt een geschil door mediation op te lossen. d. De noodzakelijke reis- en verblijfkosten als u persoonlijk voor een buitenlandse rechter moet verschijnen. e. Griffierecht en kosten van namens u opgeroepen getuigen en deskundigen. f. De gerechtelijke kosten van de tegenpartij, voor zover de rechter heeft bepaald dat u die dient te betalen. Indien de tegenpartij wordt veroordeeld tot betaling van de gerechtelijke kosten, komen die aan ARAG toe. g. De kosten van het tenuitvoerleggen van een rechterlijke uitspraak, gedurende maximaal vijf jaar na de datum van de uitspraak.

  • Kwaliteitseisen Kennis van Arbo-Informatieblad 3 – Asbest; • Kennis van het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.10a en artikel 4.52; • Kennis van de bijzondere omstandigheden (containment) waaronder asbestwerkzaamheden worden verricht; • Toepassing en beperkingen van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. • Controle gegevens werknemer en invullen PAGO+ of specifieke vragenlijst; • Lengte, gewicht en BMI; • Op indicatie bedrijfsarts: ECG in rust (wel altijd voorafgaand aan een maximale fietstest); • Longfunctie (spirometrie, 3x goede blaascurve); • Indien nodig: inspanningstest (maximale fietstest) in samenwerking met de bedrijfsarts; • Administratieve afwerking. • Anamnese op basis van PAGO+ vragenlijst van Volandis en/of specifieke vragen: o De algemene fysieke conditie en het uithoudingsvermogen; o Luchtweg- en longaandoeningen; o Roken, heden en verleden; o Klachten gerelateerd aan de persoonlijke beschermingsmiddelen; o Arbeidsanamnese: blootstelling aan asbest? • Beoordeling van alle resultaten; • Lichamelijk onderzoek (op geleide van werkzaamheden, anamnese en biometrie) met specifieke aandacht voor de luchtwegen en longen, en het houdings- en bewegingsapparaat; • Aandacht en beoordeling veilig kunnen werken met de persoonlijke beschermingsmiddelen: haardracht, gezichtsbeharing, bril; • Indien nodig: uitvoering inspanningsonderzoek (maximale fietstest, eis VO2-max gelijk of hoger dan 40 ml O2/kg/minuut bij fysiek zwaar werk in een beschermend pak met adembescherming); • Diagnose(n) en beroepsziekten registreren, zo nodig melden aan het NCvB; • Uitleg en advies, afstemmen vervolgbeleid; • Aanvullen bedrijfsgeneeskundig dossier; • Bewijs van deelname of advies aan werkgever (oordeel bedrijfsarts) bespreken, met toestemming naar werkgever verzenden; • Zo nodig preventiezorg vervolgactiviteiten (laten) plannen. Op indicatie van de bedrijfsarts: • X-thorax, (grote röntgenfoto's van de borstkas, zowel AP als links en rechts lateraal). Bijvoorbeeld wanneer uit het routineonderzoek aanwijzingen komen voor een mogelijke beginnende longaandoening. Aandacht vragen voor de extra lange bewaartermijn van de medische informatie. • in overleg met een op dit thema deskundige longarts nadere diagnostiek.

  • Gebreken; klachttermijnen 1. Klachten over de verrichte werkzaamheden dienen door de opdrachtgever binnen 8 dagen na ontdekking, doch uiterlijk binnen 14 dagen na voltooiing van de betreffende werkzaamheden schriftelijk te worden gemeld aan gebruiker. 2. Indien een klacht gegrond is, zal gebruiker de werkzaamheden alsnog verrichten zoals overeengekomen, tenzij dit inmiddels voor de opdrachtgever aantoonbaar zinloos is geworden. Dit laatste dient door de opdrachtgever schriftelijk kenbaar te worden gemaakt. 3. Indien het alsnog verrichten van de overeengekomen dienstverlening niet meer mogelijk of zinvol is, zal gebruiker slechts aansprakelijk zijn binnen de grenzen van artikel 15.

  • Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat voor ieder pensioengerechtigd kind in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 21e verjaardag van het kind valt. Als het kind studeert of invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de 27e verjaardag van het kind valt. Als het kind eerder overlijdt, ophoudt met studeren of niet meer invalide is, wordt het wezenpensioen uitgekeerd tot het einde van de betreffende maand. Een studerend kind is een kind dat voor het grootste deel van de voor werkzaamheden beschikbare tijd onderwijs of een beroepsopleiding volgt. De toets of een kind invalide is, gebeurt tot de 21-jarige leeftijd van het kind volgens de normen van de Wajong en daarna volgens de normen van de WIA. 2. Pensioengerechtigde kinderen zijn: a. kinderen die tot de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staan; b. kinderen die tot de partner in familierechtelijke betrekking staan, die behoren tot de gezamenlijke huishouding en voor wie de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde of de partner een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Kinderbijslagwet of die studeren of invalide zijn; c. pleegkinderen van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde (volgens de normen van de Algemene Kinderbijslagwet). Niet pensioengerechtigd zijn kinderen die na de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum zijn geboren of geadopteerd, of kinderen die na deze datum de status van pleegkind hebben gekregen of tot het huishouden van de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn gaan behoren. Als er echter recht op partnerpensioen bestaat op grond van een partnerrelatie die al bestond vóór de standaard-pensioendatum of de eerdere pensioendatum en het kind na deze datum geboren wordt uit deze relatie, is het kind wel pensioengerechtigd. 3. Het wezenpensioen op jaarbasis bedraagt per pensioengerechtigd kind 14% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 4. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 3 vastgestelde wezenpensioen (14% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het wezenpensioen op jaarbasis gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 6. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt zonder een partner na te laten of op de 1e van de maand waarin de partner overlijdt. Hierbij geldt het bepaalde in artikel 22, lid 6. 7. Het wezenpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat het vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen worden in euro’s en bruto jaarbedragen vastgesteld. Op de pensioenaanspraken en pensioenrechten inzake wezenpensioen is een voorwaardelijke toeslagregeling van toepassing (zie artikel 13).

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.

  • Welke schade is verzekerd? Schade aan zaken van een ander. Schade aan andere personen.

  • Gewijzigde omstandigheden Bij verhuizing bent u verplicht om de maatschappij daarvan uiterlijk binnen 30 dagen na de verhuisdatum op de hoogte te brengen.