Zeezicht. Het onderwerp wordt grondig besproken in het MER (hoofdstuk 5.6.) en het bestuur gaat akkoord met de conclusies. Er zijn slechts tijdelijke, zeer plaatselijke en geen bijkomende effecten op zeezicht. De effecten zijn vergelijkbaar met die van reguliere scheepvaart. Bijgevolg is de activiteit voor dit onderdeel aanvaardbaar zonder voorwaarden.
Zeezicht. De drie windturbineparken liggen op zo’n grote afstand tot de kust dat de zichtbaarheid ervan heel gering zal zijn. Enkel bij helder weer zullen vooral de dichtst bij gelegen windturbines zichtbaar zijn. Deze windturbines zullen niet beeldaspectbepalend zijn, waardoor er geen significant negatief effect verwacht wordt op vlak van zeezicht. Vanaf de vaarroute zullen de parken beter zichtbaar zijn, maar zullen vanaf hier ook niet beeldaspectbepalend zijn.