ALGEMENE BEPALINGEN
ARBEIDSREGLEMENT GEMEENTEBESTUUR AVELGEM
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 – Toepassingsgebied
Dit arbeidsreglement is van toepassing op alle personeelsleden van het gemeentebestuur Avelgem.
Het regelt de arbeidsvoorwaarden van de personeelsleden en dit ongeacht leeftijd, geslacht, nationaliteit, statutaire of contractuele tewerkstelling en ongeacht de duur of de aard van de arbeidsovereenkomst.
Wat de bepalingen betreft die niet geregeld worden in dit arbeidsreglement, gelden de bepalingen van de vigerende rechtspositieregeling onverkort.
De bijlagen bij dit arbeidsreglement maken er integraal deel van uit.
Artikel 2 – Naleving van de bepalingen
Aan elk personeelslid zal een exemplaar van onderhavig reglement en eventuele latere wijzigingen worden overhandigd. Het vigerende arbeidsreglement kan door de personeelsleden tevens worden ingezien op de personeelsdienst.
Zowel de werkgever als de personeelsleden, worden geacht onderhavig reglement te kennen en te aanvaarden en verbinden zich ertoe al de voorschriften ervan na te leven.
Artikel 3 – Mogelijke individuele afwijkingen
Het arbeidsreglement regelt de arbeidsvoorwaarden van alle personeelsleden van de gemeente.
Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen mag in individuele gevallen afgeweken worden van dit arbeidsreglement. Deze afwijking moet schriftelijk worden vastgesteld en als addendum aan de arbeidsovereenkomst worden toegevoegd.
De in vorig lid bedoelde afwijkingsmogelijkheid is niet van toepassing op personeelsleden tewerkgesteld in statutair verband.
AARD VAN HET OVEREENGEKOMEN WERK
Artikel 4 – Principe
Ieder personeelslid moet de arbeid verrichten waarvoor het werd aangeworven. Dit is duidelijk en omstandig in de functiebeschrijving vermeld. Ieder personeelslid zal na de inwerkingtreding van de nieuwe rechtspositieregeling in het bezit worden gesteld van zijn toepasselijke functiebeschrijving. Personeelsleden die later in dienst komen, ontvangen bij hun indiensttreding de toepasselijke functiebeschrijving. Een wijziging van de functiebeschrijving zal onmiddellijk meegedeeld worden.
Artikel 5 – Tijdelijk andere arbeid
Het personeelslid mag echter niet weigeren om voor een periode van maximum zes maanden een andere, bij zijn lichamelijke en verstandelijke geschiktheden passende arbeid te verrichten, als het gemeentebestuur Avelgem daarvoor op hem een beroep doet, om in de goede gang van de diensten en instellingen te voorzien.
Voor dat vervangingswerk zal geen lager loon worden betaald dan het loon dat het personeelslid voordien verdiende. Het mag tevens geen negatieve invloed hebben op de doorstromingsmogelijkheden in de functionele loopbaan en op de evaluatie.
De uitoefening van een hogere functie voor statutaire personeelsleden wordt geregeld volgens de vigerende rechtspositieregeling.
ARBEIDSDUUR
Artikel 6 Arbeidstijd
De gemiddelde arbeidsduur wordt vastgesteld op 38 uur per week. Een gemiddelde arbeidsweek omvat 5 arbeidsdagen. Uitzonderlijk kunnen de uren ook gespreid worden over 6 dagen per week, zoals aangegeven bij de uurroosters in bijlage 1.
Voor een niet voltijds personeelslid wordt er rekening gehouden met een prestatiebreuk van 38 uren.
De uurroosters worden per dienst door de aanstellende overheid vastgelegd, na voorafgaandelijk overleg met de representatieve vakbonden.
Artikel 7 Uurroosters
Elk personeelslid moet in het bezit zijn van een eigen uurrooster.
Zie bijlage 1A: Flexibele uurroosters met stamtijden: Roosters waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling (bijlage 3) van toepassing is.
Zie bijlage 1B: Vaste uurroosters: Roosters waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling niet van toepassing is.
Zie bijlage 1C: Variabele uurroosters – Roosters die kunnen wijzigen naargelang de planning.
Bijlage 2: Het ‘reglement tijdsregistratie’ is van toepassing op alle personeelsleden met uitzondering van de gemeentesecretaris, de financieel beheerder en de personeelsleden van niveau A.
Bijlage 3: De personeelsleden op wie het reglement betreffende de variabele werktijdregeling van toepassing is, kiezen zelf het begin en einde van hun arbeidsdag en hun rustpauzes.
Hierbij moet het personeelslid de stamtijden en het begin- en einduur van de arbeidsdag respecteren.
Artikel 8 Permanentie
Aansluitend bij bovenstaande uurroosters dient iedere dienst permanentie te verzorgen. Dit betekent dat er in elke dienst afspraken worden gemaakt opdat de dienst steeds aanspreekbaar is tijdens de stamtijden én tijdens de openingsuren.
Artikel 9 Tijdstip en duur rusttijden
Voor de personeelsleden waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling van toepassing is (bijlage 3), is er een verplichte rustpauze van minimaal 45 minuten. Deze rustpauze kan genomen worden tijdens de glijtijd vanaf 12u. Deze pauze geldt niet als diensttijd.
Voor de personeelsleden waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling niet van toepassing is, gelden de rustpauzes zoals voorzien in het individueel uurrooster (zie bijlagen 1B en 1C)
Artikel 10 Afwijking Uurroosters
Indien van de normale uurroosters individueel wordt afgeweken, wordt dit ten minste vijf kalenderdagen vooraf ter kennis gebracht aan de betrokken personeelsleden door een in de lokalen aangeplakt bericht, gedagtekend en ondertekend door de direct leidinggevende.
Dit bericht vermeldt de datum van inwerkingtreding en de periode tijdens dewelke het afwijkende uurrooster van toepassing is. Dit bericht blijft aangeplakt zolang het afwijkende uurrooster van toepassing is.
Het vervangen van een personeelslid of het veranderen van een ploeg wordt niet beschouwd als een afwijking van de normale uurroosters.
De collectieve afwijking kan maar na overleg met de vakbonden.
Artikel 11 De onregelmatige prestaties
11.1. MEERUREN EN MINUREN
a. Toepassingsgebied
Deze afdeling is enkel van toepassing op:
1. Het personeel met Flexibele uurroosters met stamtijden (zie roosters bijlage 1A)
Deze afdeling is niet van toepassing op:
1. de gemeentesecretaris en de financieel beheerder
2. de personeelsleden van het niveau A
b. Definitie
Meer- of Minuren zijn verschillend van overuren.
Meeruren zijn uren die in meer gepresteerd werden tijdens de glijtijden t.o.v. de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe men behoort.
Minuren zijn uren die in min gepresteerd werden tijdens de glijtijden t.o.v. de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe men behoort.
c. Inhaalrust
Referentieperiode administratieve personeelsleden Administratief Centrum Gemeentehuis
Over een tijdsverloop van 1 maand moet een voltijds personeelslid een daggemiddelde van 07uur 36 minuten presteren.
Op het einde van de maand (de referentieperiode voor de meer- of minuren), berekent het tijdsregistratiesysteem het totaal van de gewerkte uren, en draagt het de meer- of minuren over naar de volgende maand. De inhaalrust van meeruren kan enkel worden genomen:
• tijdens de glijtijden of
• tijdens de stamtijden van woensdagnamiddag en/of vrijdagnamiddag en dit enkel voor personeelsleden die voltijds werken.
De inhaalrust van meeruren kan niet worden genomen:
• wanneer een volledige week “verlof” of “recuperatie overuren” wordt genomen.
De maximaal overdraagbare meer- en minuren vindt u in bijlage 3 “variabele werktijdregeling”.
Referentieperiode personeelsleden Spikkerelle en bibliothecaris
Over een tijdsverloop van 4 maanden moet een voltijds personeelslid een daggemiddelde van 07uur 36 minuten presteren.
Op het einde van de 4 maanden (de referentieperiode voor de meer- of minuren), berekent het tijdsregistratiesysteem het totaal van de gewerkte uren, en draagt het de meer- of minuren over naar de volgende 4 maanden. De inhaalrust van meeruren kan enkel worden genomen tijdens de glijtijden.
De inhaalrust van meeruren kan niet worden genomen:
• wanneer een volledige week “verlof” of “recuperatie overuren” wordt genomen.
De maximaal overdraagbare meer- en minuren vindt u in bijlage 3 “variabele werktijdregeling”.
11.2. NACHTPRESTATIES EN PRESTATIES OP ZONDAGEN EN FEESTDAGEN
a. Toepassingsgebied
Deze afdeling is van toepassing op alle personeelsleden met uitzondering van:
1. de gemeentesecretaris en de financieel beheerder
2. de personeelsleden van het niveau A
b. Definitie
Deze afdeling is enkel van toepassing voor de prestaties geleverd binnen de gewone arbeidstijdregeling die op het personeel van toepassing is, met andere woorden prestaties geleverd binnen het uurrooster.
c. inhaalrust
Voor de onderstaande prestaties geldt de volgende inhaalrust:
Nachtprestaties (22u-06u) | 1 kwartier extra inhaalrust per gepresteerd uur |
Prestaties op een zondag of een feestdag (00u-24u) | 1 uur extra inhaalrust per gepresteerd uur |
11.3. OVERUREN
a. Toepassingsgebied
Deze afdeling is van toepassing op alle personeelsleden met uitzondering van:
1. de gemeentesecretaris en de financieel beheerder
2. de personeelsleden van het niveau A, met uitzondering van artikel 206§2, eerste lid van de vigerende rechtspositieregeling, eerste lid.
b. Definitie
Onder overuren wordt verstaan de uitzonderlijke prestaties die op verzoek van de gemeentesecretaris, het diensthoofd of de direct leidinggevende geleverd worden boven op de uren die op grond van de gewone arbeidstijdregeling op weekbasis door het personeelslid gepresteerd worden.
Overuren zijn enkel van toepassing voor de prestaties geleverd buiten de gewone arbeidstijdregeling die op het personeel van toepassing is, met andere woorden prestaties geleverd buiten het uurrooster.
Het uitgangspunt is dat er geen overuren worden gepresteerd. Hieronder vindt u artikel 4 uit bijlage 2 “reglement voor tijdsregistratie” inzake de juiste handelingswijze bij het eventueel presteren van overuren.
Het personeelslid vraagt – indien mogelijk - voorafgaandelijk aan de direct leidinggevende (zie onderstaand schema) de toelating tot het presteren van overuren. Na de geleverde prestaties vraagt het personeelslid, via de virtuele klok middels een registratieaanvraag ( aanvraag dagmarkering) om de gepresteerde uren te valoriseren als inhaalrust.
Bij het presteren van overuren worden bijgevolg de stappen in onderstaande volgorde uitgevoerd:
1. informeel akkoord van de direct leidinggevende tot het presteren van overuren
2. in- en uittikken bij de prestatie
3. valoriseren van de overuren via de virtuele tikklok middels een “registratieaanvraag
– dagmarkering – goedkeuren overuren”
Zie bijlage 2 (artikel 4) voor de personeelsleden die niet over een virtuele tikklok beschikken.
c. Inhaalrust
Het uitgangspunt is dat er in principe geen overuren worden gepresteerd.
Ingeval van dringende noodzakelijkheid, binnen de wettelijke bepalingen en slechts op vraag van of na goedkeuring door de direct leidinggevende kunnen prestaties buiten het uurrooster worden geleverd.
Het personeel dat overuren presteert, krijgt compenserende inhaalrust binnen de termijn van 4 maanden. Deze compenserende inhaalrust is gelijk aan de duur van de overuren, behalve wanneer de prestaties op onderstaande ogenblikken werden gepresteerd:
Nachtprestaties (22u-06u) | 1 kwartier extra inhaalrust per gepresteerd uur |
Prestaties op een zondag of een feestdag (00u-24u) | 1 uur extra inhaalrust per gepresteerd uur |
Als over een periode van 4 maanden de gemiddelde arbeidstijd, door omstandigheden buiten de wil van het personeelslid, groter is dan de gewone arbeidstijdregeling op weekbasis, wordt aan het personeelslid het uursalaris uitbetaald. Als berekening hiervoor geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie of de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering. Het personeelslid heeft recht op een overloon van 25% per uur voor overuren gepresteerd op weekdagen tussen 6 en 22uur.
Artikel 12 Bijzondere bepalingen met betrekking tot onregelmatige prestaties
12.1. Opleiding en Externe vergaderingen
Het personeelslid krijgt voor alle opleidingsactiviteiten of externe vergaderingen dienstvrijstelling (voor de uren die samenvallen met het uurrooster) of compensatie (voor de uren die buiten het uurrooster vallen).
De dienstvrijstelling bestrijkt de reële tijd van de activiteit zelf (opleiding of vergadering) én van de verplaatsing, binnen de hieronder omschreven grenzen.
Voor alle personeelsleden mag de duur van de vorming op één dag (dienstvrijstelling + compensatie) 7 uren en 36 minuten niet overschrijden.
Het verschil - in meer of min – tussen de opleiding/externe vergadering en het uurrooster wordt verrekend - in meer of min – binnen het meeruren en/of het overurenkrediet.
Indien de opleiding een lessenreeks vormt die telkens doorgaat ’s avonds (na 17u30) of tijdens het weekend, geldt er geen compensatie. De compensatie geldt wel, wanneer de opleiding kadert in de vormingsplicht.
Indien deze externe prestaties een volledige dag of een namiddag bestrijken, dient men zich nadien – tenzij anders afgesproken met de direct leidinggevende -niet opnieuw naar de werkplaats te begeven, ongeacht de weekdag waarop deze externe prestatie doorgaat.
De deelname aan een vorming of externe vergadering wordt in principe beperkt tot 1 personeelslid per vorming / externe vergadering. Uitzonderingen hierop dienen te worden toegestaan door de gemeentesecretaris.
12.2. ANDERE COMPENSATIES
a. Avondvergaderingen die buiten het uurrooster vallen
Het participeren aan avondvergaderingen die buiten het uurrooster vallen (d.i. voornamelijk het geval voor het personeel tewerkgesteld in het administratief centrum) wordt gecompenseerd overeenkomstig de regeling van de overuren, rekeninghoudend met een plafonnering van maximaal 2 uur. De compensatie wordt steeds gevaloriseerd door de direct leidinggevende én de gemeentesecretaris
De deelname aan een avondvergadering wordt in principe beperkt tot 1 personeelslid per vorming / externe vergadering. Uitzonderingen hierop dienen te worden toegestaan door de gemeentesecretaris.
b. Prestaties van de werklieden van de dienst openbare werken en patrimonium
Dit artikel betreft de prestaties rond het voorbereiden en het opruimen van de zaterdagmarkt, de teraardebestellingen, de strooidiensten, de bijkomende prestaties op het afvalstoffenpark edm.
De direct leidinggevende zal de prestaties compenseren zoals vermeld in onderstaande tabel.
Prestatie | Forfaitaire Compensatie |
Voorbereiden zaterdagmarkt | 2 uren |
Opruimen zaterdagmarkt | 2 uren |
Indien uitzonderlijk zou blijken dat er meer gepresteerd werd dan vermeld in bovenstaande tabel, dan geldt een compensatie naar analogie met de reële prestatie.
Voor de andere prestaties buiten het uurrooster (teraardebestellingen, strooidiensten, bijkomende prestaties op het afvalstoffenpark) geldt de compensatie overeenkomstig de reële prestatie.
12.3. UITDIENSTTREDING
Wanneer een personeelslid uit dienst treedt wordt een eventueel prestatieoverschot als verloren beschouwd. Dit kan geen aanleiding geven tot een geldelijke verrekening in extra prestaties.
12.4. VERANDERING VAN PRESTATIEBREUK
Wanneer een personeelslid zijn prestaties vermindert, dient hij ervoor te zorgen dat het prestatieoverschot het toegelaten maximum, op basis van zijn nieuwe prestatiebreuk, niet overschrijdt.
Artikel 13 Evenementen of bijzondere omstandigheden
Het personeelslid kan bij de organisatie van bepaalde evenementen of in andere bijzondere omstandigheden verplicht worden, prestaties te verrichten buiten de in dit reglement vermelde uurroosters.
METING EN CONTROLE VAN DE ARBEID
Artikel 14 Principe
De personeelsleden dienen in de voorziene werkkledij aanwezig te zijn op de plaats waar hun arbeid moet worden verricht, op het in hun werkrooster bepaalde beginuur; met inachtname van de voorziene rusttijden dienen zij aan het werk te blijven tot het einduur.
Roken kan enkel tijdens de voorziene rusttijden. Er kan dus geen rookpauze worden genoten tijdens de diensturen. Bovendien kan er enkel in open lucht worden gerookt en dus niet in openbare gebouwen, noch in gemeentelijke voertuigen.
Artikel 15 Controle van de arbeid
Het uur van aankomst, vertrek en de opgenomen pauzes worden genoteerd via het gebruik van het tijdsregistratiesysteem. De personeelsleden dienen persoonlijk en in werkkledij in te tikken, zowel bij het begin als bij het einde van hun dagtaak, als bij het opnemen van de middagpauze. Het technisch personeel van de dienst openbare werken & patrimonium dient slechts tweemaal per dag te prikken, bij aanvang én bij het einde van hun dagtaak.
Het is de personeelsleden verboden de dienst te verlaten gedurende de diensturen, zonder toelating van de direct leidinggevende.
Het uur van aankomst, vertrek en de opgenomen pauzes worden gecontroleerd door het tijdsregistratiesysteem. Een correcte toepassing van het tijdsregistratiesysteem is omschreven in bijlage 2 ‘reglement voor de tijdsregistratie’. Voor de personeelsleden die onder de variabele werktijdregeling vallen geldt tevens bijlage 3 ‘variabele werktijdregeling’.
De direct leidinggevende meldt elke afwezigheid van een personeelslid aan de personeelsdienst.
VERLOFREGELING
Artikel 16 – Jaarlijkse vakantie
Het aantal vakantiedagen is identiek aan datgene dat voorzien is in de vigerende rechtspositieregeling. Dit betekent dat een voltijds werkend personeelslid recht heeft op 30 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar.
De verlofberekening wordt verrekend aan daggemiddelden. Hiertoe wordt verstaan de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe het personeelslid behoort. Dit is in principe 7 uur 36 minuten voor een voltijds personeelslid. Voor deeltijdse personeelsleden is dit een breuksgewijze verhouding van 38 uren uitgedrukt per arbeidsdag.
Xxxxx xxx xxxxxx aanvragen
De vakantiedagen kunnen in principe genomen worden naar keuze van het personeelslid. De vakantiedagen moeten vooraf worden aangevraagd. Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit schriftelijk meegedeeld aan het personeelslid.
De personeelsleden die hun hoofdverlof nemen, dienen dit tegen eind januari aan te vragen. Ieder personeelslid heeft het recht om éénmaal per jaar een onafgebroken periode van minstens 2 weken te nemen.
Personeelsleden die over een pc beschikken zullen, behoudens in uitzonderlijke gevallen en om gewettigde redenen, minstens 2 werkdagen voorafgaand aan de te nemen verlofdag aan de direct leidinggevende (zie onderstaand schema), verlof aanvragen middels het verlofaanvraagsysteem van de virtuele tikklok.
Personeelsleden die niet over een pc beschikken zullen, behoudens in uitzonderlijke gevallen en om gewettigde redenen, minstens 2 werkdagen voorafgaand aan de te nemen verlofdag aan de direct leidinggevende (zie onderstaand schema) verlof aanvragen, middels voorlegging van het daartoe behoorlijk ingevulde aanvraagformulier.
Opname overuren
Zolang het personeelslid beschikt over een overurenkrediet dat voldoende groot is om één dagdeel verlof te nemen, dient het personeelslid eerst dit krediet op te nemen, alvorens het gewoon verlofkrediet op te nemen. Het personeelslid moet dus bij de afwezigheidsaanvraag via de virtuele tikklok de keuze maken tussen “verlof” of “recuperatie overuren” naargelang het beschikbare krediet. Indien het overurenkrediet onvoldoende groot is om één dagdeel verlof te nemen, dient het personeelslid uit zijn gewoon verlofkrediet te putten.
Meeruren voor het personeel
Het opnemen van meeruren dient niet vooraf te worden aangevraagd of goedgekeurd. Dit wordt door elk personeelslid zelf beheerd, maar dient steeds in goede verstandhouding te gebeuren met de direct leidinggevende.
Minimale verlofopname
De minimale verlofopname is een halve dag of een dagdeel ( = 1e of 2e of 3e te presteren deel van de dag).
In geval van betwisting over de data zal de secretaris prioriteit verlenen, rekening houdend met de behoeften in de dienstorganisatie, de dienstanciënniteit en met het indienen van de vakantieaanvraag.
In afwijking van de bovenstaande alinea kan het personeelslid elk jaar maximum vier vakantiedagen opnemen zonder dat het dienstbelang kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren.
Elke verlofaanvraag wordt al dan niet toegestaan door de direct leidinggevende én de gemeentesecretaris.
Verlofaanvragen
Aanvrager | Xxxxxx | Xxxxxx wordt goedgekeurd door onderstaande leidinggevende + door de gemeentesecretaris |
Gemeentesecretaris | Virtuele Klok | / |
Personeel Secretariaat & Personeel | Virtuele Klok | gemeentesecretaris |
Personeelsleden niveau A + Financieel Beheerder | Virtuele Klok | gemeentesecretaris |
Personeel Burgerzaken | Virtuele Klok | gemeentesecretaris |
Personeel Beleidsondersteuning (Communicatie en ICT) | Virtuele Klok | gemeentesecretaris |
Personeel Beleidsondersteuning (Poetspersoneel) | Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de Personeelsdienst | gemeentesecretaris |
Personeel financiële dienst | Virtuele Klok | Financieel Beheerder |
Administratief personeel Openbare Werken & Patrimonium en de werkleider | Virtuele Klok | Diensthoofd Openbare Werken en Patrimonium |
Werklieden Openbare Werken & Patrimonium | Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de werkleider | Diensthoofd Openbare Werken en Patrimonium (voorafgegaan door akkoord werkleider) |
Personeel Grondgebiedzaken | Virtuele Klok | Diensthoofd Grondgebiedzaken |
Personeel Jeugd & Cultuur – Spikkerelle | Virtuele Klok | Diensthoofd Jeugd & Cultuur |
Personeel Jeugd & Cultuur – Bibliothecaris | Virtuele Klok | Diensthoofd Jeugd & Cultuur |
Personeel Jeugd & Cultuur Bibliotheekpersoneel (excl. Bibliothecaris) | Virtuele Klok | Bibliothecaris |
Personeel Sportdienst | Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de sportfunctionaris | Diensthoofd Sport |
Het vakantieverlof moet genomen worden tijdens het kalenderjaar waarop het betrekking heeft. Beperkte overdracht naar het volgend kalenderjaar is mogelijk indien, ingevolge dienstnoodwendigheden, het personeelslid verhinderd is zijn/haar verlof of een gedeelte ervan te genieten tijdens het kalenderjaar, en dit met een maximum van 38 uren (voor een voltijds personeelslid) tot uiterlijk 31 januari van het volgend kalenderjaar. De niet opgenomen verlofdagen van het vakantiejaar vervallen onherroepelijk op 31 januari.
Artikel 17 – Feestdagen
Naast het jaarlijks vakantieverlof krijgt het personeel op volgende dagen verlof: 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, O.L.H. Hemelvaart, Pinkstermaandag, 11 en 21 juli, O.L.V. Hemelvaart, 1 en 11 november en 25 december. Bovenop deze wettelijke feestdagen worden de 3 volgende feestdagen toegekend door de raad: 02 november, 26 en 31 december.
▪ Wanneer één van de bovenvermelde verlofdagen samenvalt met een dag, voorzien in het uurrooster van het personeelslid (bijvoorbeeld op een zaterdag of een zondag voor het personeel van het administratief centrum of bvb. op een maandag voor het personeel tewerkgesteld op het containerpark), wordt een inhaalverlofdag voorzien op een ander te bepalen datum of door toevoeging aan het gewoon verlofkrediet.
• Personeelsleden die verplicht zijn op één van de hierboven vermelde dagen te werken (en die niet afwezig zijn wegens ziekte), krijgen voor de geleverde prestaties inhaalverlof, op basis van de regelingen bepaald in de hierboven genoemde ‘onregelmatige prestaties’.
▪ Personeelsleden die in een stelsel van verminderde tewerkstelling werken en deeltijds tewerkgestelde personeelsleden met een vast uurrooster, krijgen geen compensatieverlof voor de verlofdagen zoals hierboven vermeld, indien één van die dagen valt op de inactiviteitsdag van hun arbeidstijdregeling.
Het College van Burgemeester en Schepenen stelt jaarlijks de data, in overleg met de vakorganisaties, indien mogelijk ten minste vóór 15 december, vast waarop sommige of alle compensatiedagen voor feestdagen moeten worden genomen (omdat deze feestdagen samenvallen met een dag waarop het personeelslid krachtens zijn uurrooster niet kan arbeiden).
Artikel 18 – Omstandigheidsverlof
1. huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijk samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, m.u.v. het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten | 4 werkdagen |
2. bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van het personeelslid | 10 werkdagen |
3. overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner | 4 werkdagen |
4. huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende partner | 2 werkdagen |
5. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner | 2 werkdagen |
6. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner | 1 werkdag |
7. huwelijk van een bloed- of aanverwant: in de eerste graad, die geen kind is;inde tweede graad van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner | de dag van huwelijk |
8. priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van en broer, zus, xxxxxxxxxxx, of schoonzus van het personeelslid | De dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst |
9. plechtige communie of deelneming van een kind van het personeelslid of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd of aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstem met de rooms- katholieke plechtige communie | De dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag |
10. gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige | De nodige tijd, maximaal één dag |
11. deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank | De nodige tijd |
Paragraaf 2
Het omstandigheidsverlof kan eventueel genomen worden in een andere periode dan die van de gebeurtenis, maar steeds binnen de 30 dagen na de gebeurtenis. Niettemin dient er een verband te bestaan tussen de gebeurtenis en het ogenblik waarop het verlof wordt genomen.
Paragraaf 3
Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is bezoldigd.
Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming van zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in et bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30,
§2, van de arbeidsovereenkomstenwet.
De contractuele personeelsleden worden gedurende 3 dagen betaald en de overige 7 dagen vallen ten laste van de mutualiteit.
Paragraaf 4
Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen.
Het personeelslid richt zijn aanvraag tot de secretaris. Paragraaf 5
Wanneer het omstandigheidsverlof uit meerdere dagen bestaat kan het op verzoek van het personeelslid worden gesplitst worden in meerdere periodes.
OPZEGGINGSTERMIJNEN, VERBODEN HANDELINGEN, SANCTIES EN REDENEN VOOR DRINGEND ONTSLAG
Artikel 19 – Opzeggingstermijnen
Op het statutair personeel gelden de bepalingen van de rechtspositieregeling.
Op het contractueel personeel zijn de opzeggingstermijnen vermeld in de wet op de arbeidsovereenkomsten (wet 3 juli 1978) van toepassing.
Artikel 20 – Rechten en plichten en verboden handelingen
Rechten en plichten
• Het personeelslid is tot beleefdheid gehouden in zijn dienstbetrekkingen met oversten, collega’s en met het publiek. Het moet zijn collega’s helpen in de mate waarin het dienstbelang zulks vereist en bij hun afwezigheid de voor de goede gang van de dienst noodzakelijke prestaties verrichten.
Het moet, zowel in dienst als in zijn particulier leven, alles vermijden wat het vertrouwen van het publiek zou kunnen schaden of de eer of de waardigheid van het ambt in het gedrang brengt.
• De personeelsleden oefenen hun ambt op een loyale en correcte wijze uit.
• De personeelsleden zetten zich op een actieve en constructieve wijze in voor de realisatie van de opdracht en de doelstellingen van de gemeente, waarbij aan het personeel de nodige (werk)middelen ter beschikking worden gesteld.
• De personeelsleden respecteren de persoonlijke waardigheid van iedereen.
• De personeelsleden hebben spreekrecht ten aanzien van derden met betrekking tot de feiten waarvan zij kennis hebben uit hoofde van hun ambt.
Onder voorbehoud van de toepassing van de regelgeving inzake openbaarheid van bestuur is het voor hen verboden feiten bekend te maken die betrekking hebben op:
1° de veiligheid van het land;
2° de bescherming van de openbare orde; 3° de financiële belangen van de overheid;
4° het voorkomen en het bestraffen van strafbare feiten; 5° het medisch geheim;
6° het vertrouwelijke karakter van commerciële, intellectuele en industriële gegevens;
7° het vertrouwelijke karakter van de beraadslagingen.
Het is voor hen verboden feiten bekend te maken als de bekendmaking ervan een inbreuk vormt op de rechten en de vrijheden van de burger, in het bijzonder op het privé-leven, tenzij de betrokkene toestemming heeft verleend om de gegevens die op haar of hem betrekking hebben, openbaar te maken.
Deze verplichting geldt eveneens voor personeelsleden die hun ambt hebben beëindigd.
• De personeelsleden die in de uitoefening van hun ambt nalatigheden, misbruiken of misdrijven vaststellen, brengen een hiërarchische meerdere hiervan onmiddellijk op de hoogte.
• De personeelsleden behandelen de gebruikers van hun dienst welwillend en zonder enige discriminatie.
• De personeelsleden mogen, zelfs buiten hun ambt, noch rechtstreeks noch via een tussenpersoon, giften, beloningen of enig ander voordeel dat verband houdt met het ambt, vragen, eisen of aannemen.
• De hoedanigheid van personeelslid is onverenigbaar met elke activiteit die het personeelslid zelf of via een tussenpersoon verricht en waardoor:
1° de ambtsplichten niet kunnen worden vervuld;
2° de waardigheid van het ambt in het gedrang komt;
3° de eigen onafhankelijkheid wordt aangetast; 4° een belangenconflict ontstaat.
• Het is het gemeentelijk personeelslid niet toegelaten handel te drijven, ook niet door tussenpersonen die in feite voor rekening van het personeelslid optreden waarvan de uitoefening onverenigbaar geacht wordt met de uitoefening van het ambt.
• Onverminderd het bepaalde in de twee vorige leden mag het personeelslid activiteiten buiten de diensturen cumuleren met de eigen beroepsactiviteiten, mits toelating door de aanstellende overheid.
• Het personeelslid mag geen beroepsactiviteiten cumuleren binnen de diensturen.
• De personeelsleden hebben recht op informatie en vorming zowel met betrekking tot aspecten die nodig zijn voor de functionele loopbaan en die nuttig zijn voor de uitoefening van de functie als om te kunnen voldoen aan de bevorderingsvereisten.
• De personeelsleden houden zich op de hoogte van de ontwikkelingen en de nieuwe inzichten in de materies waarmee zij beroepshalve belast zijn onder de begeleiding en de verantwoordelijkheid van de vormingsverantwoordelijke.
De vorming is een plicht als ze noodzakelijk blijkt voor een betere uitoefening van de functie of het functioneren van een dienst, of als ze een onderdeel uitmaakt van een herstructurering of reorganisatie van een afdeling of een implementatie van nieuwe werkmethodes en infrastructuur.
Verboden handelingen
Het is de personeelsleden ondermeer verboden:
drukwerken of gelijkaardige berichten (berichten die vooraf aan de secretaris werden voorgelegd uitgezonderd) te verdelen of uit te hangen, vergaderingen te houden, propaganda te voeren, bijdragen te innen, collecten te doen of voorwerpen te koop aan te bieden op de werkplaats, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de secretaris , dit evenwel zonder afbreuk te doen aan de prerogatieven van de vakbonden zoals voorzien in de wet van 19 december 1974 op het syndicaal statuut en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet op het syndicaal statuut.
Artikel 21 – Sancties, orde- en tuchtmaatregelen contractuele personeelsleden
Algemeen
Elke inbreuk op de bepalingen van dit arbeidsreglement, op de verplichtingen bepaald in de arbeidsovereenkomst en aan de verplichtingen opgelegd door artikel 17 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (bijlage 7), die niet aanzien worden als een zwaarwichtige reden voor onmiddellijke verbreking van de arbeidsrelatie, kan aanleiding geven tot het einde van de overeenkomst in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Redenen voor dringend ontslag
Onder voorbehoud van de beoordelingsbevoegdheid van de arbeidsrechtbank, kunnen binnen het gemeentebestuur onder andere de volgende, niet limitatief opgesomde handelingen beschouwd worden als ernstige tekortkomingen die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maken:
- inbreuken die als zware fout worden beschouwd in het reglement voor de tijdsregistratie en in het reglement variabele werktijdregeling (bijlage 2 en 3);
- ongewettigde afwezigheid van 10 werkdagen na schriftelijke ingebrekestelling;
- zware beledigingen en immoraliteit;
- voorleggen van valse attesten;
- druggebruik, dealen van drugs, alcoholintoxicatie en dronkenschap;
- diefstal en plegen van geweld;
- herhaaldelijke kleinere fouten die blijven duren na een schriftelijke vermaning, inbegrepen herhaalde kortere afwezigheden zonder grondige reden, het herhaald te laat komen of te vroeg vertrekken;
- opzettelijk schade toebrengen aan machines, programmatuur en informatiegegevens;
- herhaaldelijk overtreden van elementaire veiligheidsvoorschriften;
- herhaaldelijke ongerechtvaardigde afwezigheid en afwezigheid zonder verwittiging, na schriftelijke ingebrekestelling;
- de weigering een onder de functie-inhoud vallende opdracht uit te voeren binnen de arbeidstijd;
- aan derden een inlichting, gedekt door het beroepsgeheim, bekend maken;
- alles wat strijdig is met de goede zeden;
- in het algemeen, het niet-naleven der voorschriften vervat in de individuele overeenkomst of in dit reglement.
Het recht op verdediging is gewaarborgd, ofwel via een schriftelijke nota, ofwel op vraag van het personeelslid kan hij gehoord worden. In alle geschillen is de aanstellende overheid bevoegd.
Artikel 22 – Sancties, orde- en tuchtmaatregelen statutaire personeelsleden
Voor het statutair personeel is de tuchtprocedure zoals voorzien in artikel 118 van het gemeentedecreet en volgende en het Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutair gemeentepersoneel in uitvoering van de artikels 129,136 en 143 van het gemeentedecreet.
Indien aldus overeenkomstig de bepalingen van het gemeentedecreet een vast benoemd personeelslid tijdelijk moet worden verwijderd in het belang van de dienst, spreekt het bestuur een preventieve schorsing uit bij wijze van ordemaatregel.
Handelt het personeelslid in strijd met de bepalingen inzake rechten en plichten van het personeel zoals voorzien in het statuut en in dit arbeidsreglement, dan kan het, op verslag van de gemeentesecretaris, door de aanstellende overheid onderworpen worden aan een tuchtonderzoek met een eventuele tuchtsanctie tot gevolg.
Alvorens de tuchtoverheid overgaat tot het eventueel opleggen van een tuchtsanctie wordt het personeelslid gehoord. Hij kan zich laten bijstaan door een verdediger van zijn keuze.
ARBEIDSONGESCHIKTHEID
Artikel 23 – Modaliteiten bij ziekte
Te vervullen formaliteiten in geval van afwezigheid wegens ziekte:
1. bekendmaking
Ieder personeelslid dat wegens ziekte of gebrekkigheid verhinderd is zijn dienst op het voorgeschreven uur aan te vangen, moet de gemeentesecretaris hiervan, vóór aanvang van de dienstprestaties verwittigen. De secretaris wordt verwittigd op volgend telefoonnummer: 0479/00.00.00. De secretaris zal op zijn beurt, de personeelsdienst en de betrokken dienst hiervan verwittigen. Bij afwezigheid van de secretaris, dient het personeelslid de personeelsdienst te verwittigen.
Daarnaast moet het personeelslid ten laatste de tweede werkdag na de dag van de ongeschiktheid1, een geneeskundig attest voorleggen aan de personeelsdienst. Bij verzending geldt de poststempel. Bij verlenging moet opnieuw een geneeskundig getuigschrift binnen de twee werkdagen afgeleverd worden.
Wordt het getuigschrift niet voorgelegd binnen de vastgestelde termijn, dan kan, voor contractuelen, aan de werknemer het recht worden ontzegd op het loon voor de dagen van de ongeschiktheid die de dag van de afgifte of verzending van het getuigschrift voorafgaan.
Voor statutairen kan op dezelfde wijze non-activiteit worden opgelegd. Het attest moet de vermoedelijke duur van de afwezigheid vermelden.
Ieder personeelslid dat na een langdurige ziekte van meer dan 4 weken het werk hervat, moet onderworpen worden aan een onderzoek van de preventieadviseur-geneesheer van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
2. verplichting van het diensthoofd bij afwezigheid van een personeelslid
Het diensthoofd moet iedere dag de personeelsdienst op de hoogte brengen van elke afwezigheid van een lid dat onder zijn gezag is gesteld en hetzelfde geldt bij de dienstherneming.
3. verlaten woonst
Als grondregel wordt beschouwd dat personeelsleden die met ziekteverlof zijn, gehouden zijn binnenshuis te verblijven.
Afwijkingen van deze regel moeten op het voor te leggen medisch attest vermeld worden.
Artikel 24 – Modaliteiten bij arbeidsongeval of arbeidswegongeval
Het personeelslid dat het slachtoffer is van een arbeids(weg)ongeval zal zo vlug als mogelijk zijn diensthoofd en de personeelsdienst belast met de aangifte, op de hoogte brengen, ook al heeft dit ongeval geen arbeidsongeschiktheid tot gevolg.
Het personeelslid geeft een volledige toelichting, indien het hiertoe in staat is, over de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voorgedaan. Het bezorgt de identiteit van eventuele getuigen indien die aanwezig waren.
Indien het personeelslid niet in staat is een aangifte te doen, kan een ander personeelslid of een vakbondsafgevaardigde dit doen, indien hij het ongeval heeft zien gebeuren. Zijn aangifte moet volledig en waarheidsgetrouw zijn.
De bevoegde dienst binnen het bestuur geeft het ongeval, hoe gering ook, aan bij de Administratieve Gezondheidsdienst met de voorgeschreven attesten (A & B).
1 Indien men bvb. afwezig is wegens ziekte vanaf maandag, dan dient ten laatste op woensdag een doktersattest te worden bezorgd aan de personeelsdienst.
Artikel 25 – Procedure medische controle
Het zieke personeelslid kan in opdracht van de gemeentesecretaris aan een medisch tegenonderzoek worden onderworpen door een controlegeneesheer, al dan niet van een controleorganisatie. Het personeelslid mag niet weigeren deze te ontvangen, noch zich door deze te laten onderzoeken. Het personeelslid moet zich bij de controlearts aanbieden behalve wanneer het geneeskundige getuigschrift van het personeelslid vermeldt dat de gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven. De reiskosten van het personeelslid zijn ten laste van het bestuur. De controlearts gaat na of het personeelslid werkelijk arbeidsongeschikt is, verifieert de waarschijnlijke duur van de arbeidsongeschiktheid en in voorkomend geval, de andere medische gegevens voor zover die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de wet van 13/06/1999 betreffende de controlegeneeskunde.
Als het personeelslid zich niet kan verzoenen met de uitspraak van het tegenonderzoek, dan neemt de controlearts contact op met de behandelende arts teneinde tot een overeenkomst te komen. Indien dit niet het geval is, dan beslist een scheidsrechterlijke geneesheer die aangesteld wordt door de behandelende geneesheer in samenspraak met het personeelslid.
BETALING VAN HET LOON
Artikel 26 – Betaalwijze
Inzake de uitbetaling van het loon is de vigerende rechtspositieregeling van toepassing.
Alle personeelsleden worden bezoldigd per maand. Dit gebeurt vooraf voor het vastbenoemd personeel en na de vervallen termijn voor het contractueel personeel. De uitbetaling van het loon voor de vastbenoemden gebeurt uiterlijk de vijfde werkdag van de maand. De contractuelen worden betaald uiterlijk de vijfde werkdag volgend op de maand waarin de prestaties zijn geleverd.
Ieder personeelslid ontvangt een rekeninguittreksel, dat betrekking heeft op de weddeberekening van het hem/haar uitgekeerde loon. Op persoonlijk verzoek zal aan elk personeelslid uitleg door de personeelsdienst worden verschaft betreffende zijn individuele rekening.
Indien bij de berekening of bij de vaststelling van de maatstaven, die aan de grondslag liggen van de berekening van het salaris, een vergissing werd begaan, zal de partij die deze vergissing opmerkt, onmiddellijk de tegenpartij hiervan in kennis stellen.
De betaling geschiedt in giraal geld door overschrijving op een bank- of postrekening of na schriftelijke vraag door het personeelslid middels een bancaire cheque.
Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, heeft de uitbetaling plaats op de eerstvolgende normale betaaldag na de beëindiging, tenzij anders voorzien in de wet.
De gebeurlijke loonafstanden en beslagen op het loon worden eveneens van het uit te betalen loon afgehouden in toepassing van de geldende wetgeving.
Artikel 27 – Tussenkomst voor openbaar vervoer
De tussenkomst van het gemeentebestuur in de kosten voor een trein- of buskaart afgeleverd door de NMBS en de Lijn of le Tec wordt geregeld overeenkomstig de bepalingen in de vigerende rechtspositieregeling.
RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL / HIERARCHISCHE LIJN
Artikel 28 – Principe
De gemeentesecretaris en de diensthoofden zijn belast met de leiding en het toezicht over het werk.
Het gaat in het bijzonder om:
▪ De gemeentesecretaris
▪ De financieel beheerder
▪ Diensthoofd Openbare werken & Patrimonium (met medewerking van de controleur der werken en de werkleider)
▪ Diensthoofd Grondgebiedzaken
▪ Diensthoofd Jeugd & Cultuur (met medewerking van de bibliothecaris)
▪ Diensthoofd Sport
Alle personeel belast met de leiding en het toezicht over het werk, vervangt de hogere leiding van het gemeentebestuur, elk volgens de hun verleende bevoegdheid. Zij zijn verantwoordelijk voor de goede gang van het werk en voor de naleving van de geldende arbeidsvoorwaarden.
In het bijzonder zijn zij belast met :
• de controle op de aanwezigheid ;
• de werkverdeling ;
• de dienstnota’s te doen naleven;
• de controle op de prestaties van de onder toezicht staande personeelsleden ;
• het behoud van de orde en de rust in de dienst ;
• de goede werking van de dienst ;
• de inachtneming van alle maatregelen inzake veiligheid en hygiëne van het personeel. In deze hoedanigheid beschikken zij over de bevoegdheid vaststellingen te doen.
Zij hebben het recht vast te stellen dat een personeelslid dat zich op het werk aanbiedt, klaarblijkelijk niet geschikt is om te werken en hem te verbieden het werk te beginnen. Het toezichthoudend personeel is ertoe gehouden de regels van rechtvaardigheid, beleefdheid en welvoeglijkheid in acht te nemen. Klachten mogen niet in aanwezigheid van derden worden geuit.
Het toezichthoudend personeel moet in het kader van de hiërarchische lijn de taken die hieraan verbonden zijn ingevolge de bepalingen van de wet op het welzijn en het ARAB uitvoeren. De leden van de hiërarchische lijn voeren namelijk elk binnen hun bevoegdheid en op hun niveau het preventiebeleid van de werkgever uit. Het gaat om volgende taken:
• voorstellen en adviezen formuleren aan de werkgever in het kader van het dynamische risicobeheerssysteem
• ongevallen en incidenten onderzoeken en maatregelen voorstellen om dergelijke ongevallen te voorkomen
• een effectieve controle uitoefenen op de arbeidsmiddelen, de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en de gebruikte stoffen en preparaten. Zo kunnen ze onregelmatigheden vaststellen en de nodige maatregelen nemen.
• Tijdig het advies inwinnen van de diensten van Preventie en Bescherming op het werk.
• Controleren of de verschillende taken worden uitgevoerd door de werknemers die bekwaam zijn en de vereiste opleiding en instructies hebben ontvangen.
• Xxxxx over de naleving van de instructies die worden verstrekt.
• Nagaan of de werknemers de inlichtingen die zij gekregen hebben goed begrijpen en in de praktijk brengen.
Artikel 29 – Vervanger
Bij afwezigheid van de financieel beheerder of één van de diensthoofden wenden de personeelsleden zich rechtstreeks tot de gemeentesecretaris als hiërarchisch overste.
Bij afwezigheid van de gemeentesecretaris, wordt een dienstdoende gemeentesecretaris aangeduid.
WELZIJN OP HET WERK, ORDE, HYGIENE & VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Artikel 30 – Algemene bepalingen
Orde en netheid vormen de eerste vereiste om veilig te kunnen werken met aandacht voor het leefmilieu. Personeelsleden dienen hun collega’s indien nodig te motiveren. Voor het administratief personeel geldt de “clean desk policy”. Naar analogie geldt voor het technisch personeel orde en netheid inzake materiaal- en voertuigenbeheer.
Veilig werken is het resultaat van aandacht en concentratie op de uit te voeren taak. Factoren die storend kunnen werken, moeten derhalve worden vermeden.
In toepassing van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en de codex voorziet de werkgever o.a. de nodige stortbaden die ter beschikking van het personeel staan.
Artikel 31 – Preventie en Bescherming
Iedere medewerker moet tijdens zijn werk, overeenkomstig zijn opleiding en verantwoordelijkheid – volgens de hiërarchische lijn – en de door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere medewerkers waarmee hij samenwerkt.
Daartoe moeten de medewerkers vooral, overeenkomstig hun opleiding, de door de werkgever gegeven instructies navolgen, inzonderheid:
De bijzondere veiligheidsvoorschriften – opgesteld door de preventieadviseur – die door het personeel in acht moeten worden genomen zullen telkens als het vereist is ter kennis van het personeel worden gebracht.
Artikel 32– Werken met gevaarlijke machines
Veilig werken met machines houdt in dat het personeelslid zorg draagt voor zijn eigen veiligheid, maar ook voor die van anderen. Daarom zijn de personeelsleden ertoe gehouden nooit machines onbewaakt achter te laten.
De algemene en specifieke veiligheidsinstructies dienen te allen tijde te worden gerespecteerd. Specifieke veiligheidsvoorzieningen mogen onder geen beding uitgeschakeld worden “om gemakkelijker of vlugger te kunnen werken”.
Gebreken, onvoldoende functionerende beveiligingen, het in slechte staat zijn van gereedschappen en machines, … dienen onmiddellijk aan de rechtstreekse chef gemeld te worden, die het op zijn beurt aan de preventieadviseur dient over te maken.
Het is de personeelsleden verboden zelf enige herstellings- of onderhoudswerken uit te voeren, tenzij zij hiervoor zelf de bevoegdheid of de opdracht hebben gekregen.
Artikel 33 – Werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
Het College van Burgemeester en Schepenen kan aan sommige ambten of aan de titularissen van sommige ambten – onder meer voor het uitvoeren van werkzaamheden die specifieke risico's inhouden – de verplichting opleggen werkkledij of PBM’s te dragen. De
personeelsleden zijn inzake veiligheid verplicht de werkkledij en de persoonlijke beschermingsmiddelen, die bij hun werk vereist zijn, te gebruiken volgens de voorschriften.
Onder werkkledij wordt verstaan: kledij bestemd om te vermijden dat de werknemer zich vuil maakt door de aard van zijn activiteiten en die niet beschouwd wordt als beschermingskledij. Het gaat dus niet over veiligheidsschoenen, kledij met signaalfunctie, enz.
Onder persoonlijke beschermingsmiddelen wordt verstaan: een middel dat door een persoon wordt gedragen of vastgehouden als bescherming tegen risico’s die zijn gezondheid of veiligheid bedreigen. Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen pas worden gebruikt als de risico’s niet op een andere manier kunnen worden beperkt en zijn dus altijd het sluitstuk bij het treffen van maatregelen.
De personeelsleden waarvoor werkkledij ter beschikking worden gesteld, zijn verplicht deze te dragen tijdens hun diensturen. Het dragen van PBM’s is slechts verplicht bij het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden.
Behoudens in voorziene gevallen of aan daartoe gemachtigde personeelsleden, is het niet toegelaten zich in deze kledij buiten de diensten en instellingen te begeven.
De veiligheidsinstructiekaarten en pictogrammen, aangebracht in de werkplaats of op machines, geven aan welke PBM’s gebruikt moeten worden.
Beschadigde of defecte PBM's bieden geen of onvoldoende bescherming en moeten worden vervangen.
Het is het College van Burgemeester en Schepenen die instaat voor het onderhoud, de herstelling en zo nodig de vervanging van de werkkledij.
Artikel 34 – Orde en hygiëne
Gezien het kader waarin de diensten gepresteerd worden zullen de werknemers bijzondere aandacht besteden aan hun persoonlijke hygiëne en uiterlijke verzorging.
De werknemers zullen zich schikken naar de instructies die hun in dit verband worden verstrekt.
Persoonlijke voorwerpen en kledingstukken moeten voorafgaand aan de arbeidstaak in de afgesloten kleerkast, die hen ter beschikking wordt gesteld, geplaatst worden.
Artikel 35 – Ongevallen en incidenten, eerste hulp en verbandkist
Het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor het verlenen van de eerste hulp bij ongevallen.
Ongevallen en incidenten moeten steeds onmiddellijk aan de rechtstreekse chef en de preventieadviseur worden meegedeeld. Personeelsleden zijn – in hun eigen belang en dat van hun collega's – ertoe gehouden constructief aan het onderzoek van ongevallen en incidenten mee te werken bvb. geen gegevens achter te houden.
Het personeelslid, dat een wonde - hoe onbeduidend ook - heeft opgelopen, is verplicht deze te laten verzorgen bij één van de aangeduide personeelsleden.
De verbandkisten vereist bij het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, bevinden zich op elke plaats van tewerkstelling op een duidelijk aangeduide plaats.
Tevens is elk voertuig uitgerust met een verbandkist en een blustoestel.
SAMENSTELLING BASISOVERLEGCOMITE
Artikel 36
In bijlage aan dit arbeidsreglement (bijlage 4).
INSPECTIEDIENSTEN EN ANDERE CONTACTADRESSEN
Artikel 37
In bijlage aan dit arbeidsreglement (bijlage 5).
Artikel 38
In bijlage aan dit arbeidsreglement (bijlage 9 en bijlage 10)
Artikel 39
Alle aangelegenheden die niet zijn geregeld in onderhavig arbeidsreglement worden geregeld overeenkomstig de bepalingen van de vigerende rechtspositieregeling waarvan het personeelslid kan kennis nemen op de personeelsdienst.
Artikel 40
Dit arbeidsreglement werd opgesteld en aanvaard overeenkomstig de wettelijke procedure.
Bijlage 1A: FLEXIBELE UURROOSTERS MET STAMTIJDEN
Dit zijn de roosters waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling van toepassing is. Deze roosters gelden voor de personeelsleden, tewerkgesteld in het administratief centrum van het gemeentehuis (met uitzondering van de poetskrachten) én het personeel van de dienst jeugd & cultuur, tewerkgesteld in het gemeenschapscentrum Spikkerelle (met uitzondering van de poetskrachten).
Administratief Personeel, tewerkgesteld in het Administratief Centrum / Gemeentehuis
Voltijds (38/38)
Voormiddag | Namiddag | |||||||||
Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | ||||||
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | tot | |
Maandag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Dinsdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 15.00 | 15.00 | 19.00 | 19.00 | 19.15 |
Woensdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Donderdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Vrijdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 16.00 | 16.00 | 17.30 |
Zaterdag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Deeltijds (4/5 of 30,4/38)
Naargelang het geval geldt bij een 4/5 tewerkstelling 1 dag of 2 halve dagen vrijstelling van stamtijdprestaties. Bij de variabele uurroosters houdt het tijdsregistratiesysteem rekening met meer- of minuren tov de gemiddelde te leveren dagprestatie ((38 * 4/5) / 5)
Uurooster 1 (4/5)
Voormiddag | Namiddag | |||||||||
Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | ||||||
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | tot | |
Maandag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Dinsdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 15.00 | 15.00 | 19.00 | 19.00 | 19.15 |
Woensdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 12.15 | x | x | x | x |
Donderdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Vrijdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 12.15 | x | x | x | x |
Zaterdag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Uurooster 2 (4/5)
Voormiddag | Namiddag | |||||||||
Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | ||||||
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | tot | |
Maandag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Dinsdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 15.00 | 15.00 | 19.00 | 19.00 | 19.15 |
Woensdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Donderdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 12.15 | x | x | x | x |
Vrijdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 12.15 | x | x | x | x |
Zaterdag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Uurooster 3 (4/5)
Voormiddag | Namiddag | |||||||||
Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | ||||||
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | tot | |
Maandag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Dinsdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 15.00 | 15.00 | 19.00 | 19.00 | 19.15 |
Woensdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 17.30 |
Donderdag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Vrijdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 16.00 | 16.00 | 17.30 |
Zaterdag | x | x | x | x | x | X | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | X |
Personeel dienst jeugd & cultuur
Voltijds (38/38)
Uurrooster 1 (jeugdconsulente/ adm. Medewerker/ cultuurbeleidscoördinator/ theater –en onderhoudstechnicus)2
Voormiddag | Namiddag | |||||||||
Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | ||||||
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | tot | |
Maandag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 22.00 |
Dinsdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Woensdag | 8.00 | 12.00 | x | x | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Donderdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Vrijdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 19.00 | 19.00 | 22.00 |
Zaterdag | 8.00 | 12.00 | x | x | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | X |
Uurrooster 2 (jeugdconsulente/ adm. Medewerker/ cultuurbeleidscoördinator/ theater –en onderhoudstechnicus)
Voormiddag | Namiddag | |||||||||
Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | ||||||
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | tot | |
Maandag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 22.00 |
Dinsdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Woensdag | 8.00 | 12.00 | x | x | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 18.00 | 18.00 | 22.00 |
Donderdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Vrijdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Zaterdag | 8.00 | 12.00 | x | x | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Uurrooster 3 (bibliothecaris)
Voormiddag | Namiddag | |||||||||
Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | Stamtijd | Glijtijd | ||||||
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | Van | tot | |
Maandag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
2 Uurrooster 1 en uurrooster 2 zijn van toepassing voor de jeugdconsulente, de administratief medewerker, de cultuurbeleidscoördinator en de onderhoud –en theatertechnicus. Het diensthoofd ziet er op toe dat beide roosters telkens door 2 personen worden ingevuld. Dit is, in overleg met het personeelslid vast of roterend.
Dinsdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Woensdag | 8.00 | 12.00 | x | x | 12.00 | 14.00 | 14.00 | 17.00 | 17.00 | 22.00 |
Donderdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Vrijdag | 8.00 | 8.30 | 8.30 | 12.00 | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Zaterdag | 8.00 | 12.00 | x | x | 12.00 | 22.00 | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x | x | x |
Bijlage 1B: VASTE UURROOSTERS
Dit zijn de roosters waarop het reglement betreffende de variabele werktijdregeling niet van toepassing is. Deze roosters zijn op vandaag van toepassing op het poetspersoneel in het gemeentehuis en in het gemeenschapscentrum Spikkerelle én de werklieden tewerkgesteld in de dienst openbare werken & patrimonium.
Poetspersoneel Administratief Centrum Gemeentehuis
Voltijds (38/38)
Voormiddag | Namiddag | |||
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 6.30 | 12.00 | 16.45 | 18.45 |
Dinsdag | 6.30 | 12.00 | 16.45 | 18.45 |
Woensdag | 6.30 | 12.00 | 16.45 | 18.45 |
Donderdag | 6.30 | 12.00 | 16.45 | 18.45 |
Vrijdag | 6.30 | 12.00 | 16.00 | 18.30 |
Zaterdag | X | x | x | x |
Zondag | X | x | x | x |
Deeltijds (1/2 of 19/38)
Voormiddag | Namiddag | |||
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 7.00 | 11.00 | x | x |
Dinsdag | 7.00 | 11.00 | x | x |
Woensdag | 7.00 | 11.00 | x | x |
Donderdag | 8.00 | 12.00 | x | x |
Vrijdag | 8.00 | 11.00 | x | x |
Zaterdag | x | x | X | x |
Zondag | x | x | X | x |
Poetspersoneel Gemeenschapscentrum Spikkerelle, Bibliotheek en GAVKA
Voormiddag | Namiddag | |||
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 8.00 | 12.00 | 12.45 | 17.00 |
Dinsdag | 8.00 | 12.00 | 12.45 | 17.15 |
Woensdag | 8.00 | 12.00 | 12.45 | 16.00 |
Donderdag | 8.00 | 12.00 | 12.45 | 16.30 |
Vrijdag | 8.00 | 12.00 | 12.45 | 15.00 |
Zaterdag | X | x | x | x |
Zondag | X | x | x | x |
Dienst Openbare Werken & Patrimonium Werklieden tewerkgesteld op het containerpark
Voltijds (38/38) Winter
Voormiddag | Namiddag | |||
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | x | x | x | x |
Dinsdag | 8.00 | 12.00 | 13.00 | 17.00 |
Woensdag | 8.00 | 12.00 | 13.00 | 17.00 |
Donderdag | 8.00 | 12.00 | 13.00 | 17.00 |
Vrijdag | 8.00 | 12.00 | 13.00 | 17.00 |
Zaterdag | 8.45 | 11.45 | 13.15 | 16.15 |
Zondag | x | x | x | x |
Zomer
Voormiddag | Namiddag | |||
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | x | x | x | x |
Dinsdag | 8.30 | 12.00 | 13.00 | 17.00 |
Woensdag | 8.30 | 12.00 | 13.00 | 19.00 |
Donderdag | 8.30 | 12.00 | 13.00 | 17.00 |
Vrijdag | 8.30 | 12.00 | 13.00 | 17.00 |
Zaterdag | 8.45 | 11.45 | 13.15 | 16.15 |
Zondag | x | x | x | x |
Dienst Openbare Werken & Patrimonium
Werklieden, met uitzondering van het personeel tewerkgesteld op het containerpark
Voltijds (38/38)
Uurrooster Werkleider
Voormiddag | Namiddag | |||
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 07.30 | 12.00 | 13.00 | 16.30 |
Dinsdag | 07.30 | 12.00 | 13.00 | 16.00 |
Woensdag | 07.30 | 12.00 | 13.00 | 16.00 |
Donderdag | 07.30 | 12.00 | 13.00 | 16.00 |
Vrijdag | 07.30 | 12.00 | 13.00 | 16.00 |
Zaterdag | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x |
Voormiddag | Namiddag | |||||||
Van | Tot | Pauze Van | Pauze Tot | Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.30 |
Dinsdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Woensdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Donderdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Vrijdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Zaterdag | Rotatiesysteem voor het presteren van overuren, wat betreft deelname aan de opruiming na de zaterdagmarkt, het containerpark en de teraardebestellingen. | |||||||
Zondag |
Deeltijds (19/38 of 38/38 gespreid over twee weken)
Onderstaande uurroosters zijn van toepassing op de personeelsleden die halftijds werken, zijnde één week voltijds gevolgd door één week zonder prestaties. 3
Voormiddag | Namiddag | |||||||
Van | Tot | Pauze Van | Pauze Tot | Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.30 |
Dinsdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Woensdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Donderdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Vrijdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Zaterdag | Rotatiesysteem voor het presteren van overuren, wat betreft deelname aan de opruiming na de zaterdagmarkt, het containerpark en de teraardebestellingen. | |||||||
Zondag | x | x | x | x | x | x | x | x |
Deeltijds (4/5 of 30,4/38) Uurrooster 1
De personeelsleden met onderstaande uurrooster werken 30 uur per week in plaats van de voorziene 30 uur en 24 minuten (30,4) per week. De niet gepresteerde 24 minuten per week (4,80 minuten per dag) worden als forfaitair verlofkrediet van min 16 uur per jaar voorzien.
Voormiddag | Namiddag | |||||||
Van | Tot | Pauze Van | Pauze Tot | Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | x | x | x | x | x | x | x | x |
Dinsdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Woensdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Donderdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Vrijdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Zaterdag | Rotatiesysteem voor het presteren van overuren, wat betreft deelname aan de opruiming na de zaterdagmarkt, het containerpark en de teraardebestellingen. | |||||||
Zondag |
Uurrooster 2
De personeelsleden met onderstaande uurrooster werken 30 uur en 30 minuten per week in plaats van de voorziene 30 uur en 24 minuten (30,4) per week. De in overschot gepresteerde 6 minuten per week (1,20 minuten per dag) worden als forfaitair verlofkrediet van + 5 uur per jaar voorzien.
Voormiddag | Namiddag | |||||||
Van | Tot | Pauze Van | Pauze Tot | Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.30 |
Dinsdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Woensdag | x | x | x | x | x | x | x | x |
Donderdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Vrijdag | 07.45 | 09.45 | 09.45 | 10.00 | 10.00 | 12.00 | 12.30 | 16.00 |
Zaterdag | Rotatiesysteem voor het presteren van overuren, wat betreft deelname aan de opruiming na de zaterdagmarkt, het containerpark en de teraardebestellingen. | |||||||
Zondag |
Bijlage 1C: VARIABELE UURROOSTERS (PLANMODULE)
Deze variabele dagroosters zijn van toepassing op de personeelsleden tewerkgesteld in de bibliotheek en in de sportdienst.
Het personeel tewerkgesteld in de bibliotheek en de sportdienst (met uitzondering van de bibliothecaris, respectievelijk het diensthoofd sport) werken volgens de planmodule. Volgens dit systeem wordt vertrokken van een negatief weekkrediet. (bvb. voor een halftijds werkend personeelslid is dit min 19 uren voor een voltijds personeelslid min 38 uren). Dit negatief weekkrediet moet ingevuld worden door reële prestaties in de planning. Na één maand berekent de planmodule het verschil tussen de gecumuleerde negatieve weekkredieten en de reële prestaties. Het verschil (in meer of in min), wordt overgedragen naar de volgende maand.
De bibliothecaris of het diensthoofd is verantwoordelijk en zorgt er voor, steeds in overleg met het personeel van de betrokken dienst, dat de roosters opgemaakt worden in functie van de nodige bezetting en het inzetbare personeel.
Dienst Jeugd & Cultuur
Personeel tewerkgesteld in de bibliotheek, met uitzondering van de bibliothecaris
Bibliotheekassistent / Deeltijds (19/38)
Onderstaand uurrooster geeft een weergave van de verschillende tijdsblokken die kunnen voorzien worden in het planrooster van een bibliotheekassistent. Uitzonderlijk en telkens in overleg met het personeelslid kunnen ook andere tijdsblokken voorzien worden. Het planrooster wordt steeds opgesteld op basis van een gemiddelde van 38 uren /week of minder naargelang de prestatiebreuk.
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | x | x | 13.15 | 19.15 |
Dinsdag | 8.30 | 12.00 | 13.15 | 19.15 |
Woensdag | x | x | 13.15 | 19.15 |
Donderdag | x | x | 13.15 | 19.15 |
Vrijdag | x | x | 13.15 | 19.15 |
Zaterdag | 9.15 | 12.45 | x | x |
Zondag | x | x | x | x |
Collectieverzorger Deeltijds (28/38)
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 7.30 | 12.30 | 13.00 | 16.00 |
Dinsdag | 7.30 | 12.30 | x | x |
Woensdag | 7.30 | 12.30 | x | x |
Donderdag | 7.30 | 12.30 | x | x |
Vrijdag | 7.30 | 12.30 | x | x |
Zaterdag | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x |
Personeel tewerkgesteld in de sportdienst
Onderstaand uurrooster geeft een weergave van de verschillende tijdsblokken die kunnen voorzien worden in de planroosters van het personeel tewerkgesteld in de sportdienst. Uitzonderlijk en telkens in overleg met het personeelslid kunnen ook andere tijdsblokken voorzien worden. Het planrooster wordt steeds opgesteld op basis van een gemiddelde van 38 uren /week of minder naargelang de prestatiebreuk.
Voltijds (38/38) Sportpromotor
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.00 |
Dinsdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 17.00 |
Woensdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 17.00 |
Donderdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.00 |
Vrijdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 17.00 |
Zaterdag | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x |
Indien de middagpauze 60 minuten bedraagt, wordt er gestart om 8.00u ’s morgens; indien de middagpauze 30 minuten bedraagt wordt er gestart om 8.30 u ’s morgens.
Sportanimator
Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 17.00 |
Dinsdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 17.00 |
Woensdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.00 |
Donderdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 17.00 |
Vrijdag | 8.00/8.30 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.00 |
Zaterdag | x | x | x | x |
Zondag | x | x | x | x |
Indien de middagpauze 60 minuten bedraagt, wordt er gestart om 8.00u ’s morgens; indien de middagpauze 30 minuten bedraagt wordt er gestart om 8.30 u ’s morgens.
Redder / Animator
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||
Dinsdag | 7.40 | 12.00 | ||||
Woensdag | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 17.10/17.40 | ||
Donderdag* | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||
Vrijdag | 13.00 | 15.55 | 16.25 | 21.10 | ||
Zaterdag | ||||||
Zondag* | 7.50 | 12.05 |
*: afwisselend of donderdagdienst of zondagdienst
Indien de middagpauze 60 minuten bedraagt, wordt de namiddagprestatie met 30 minuten verlengd.
Van | Tot | Van | Tot | Van | Tot | |
Maandag | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||
Dinsdag | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||
Woensdag | 13.00 | 16.30 | 17.00 | 21.10 | ||
Donderdag* | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||
Vrijdag | 7.40 | 12.30 | ||||
Zaterdag | ||||||
Zondag* | 7.50 | 12.05 |
*: afwisselend of donderdagdienst of zondagdienst
Indien de middagpauze 60 minuten bedraagt, wordt de namiddagprestatie met 30 minuten verlengd.
Uurrooster logistiek assistent (zaalwacht)
Xxx | Xxx | Xxx | Xxx | Xxx | Xxx* | |
Maandag | 13.30 | 16.30 | 17.00 | 22.00 | 22.00 | 22.32 |
Dinsdag | 16.40 | 22.00 | 22.00 | 22.32 | ||
Woensdag | 13.30 | 16.30 | 17.00 | 22.00 | 22.00 | 22.32 |
Donderdag | 16.40 | 22.00 | 22.00 | 22.32 | ||
Vrijdag | ||||||
Zaterdag | ||||||
Zondag | 7.50 | 12.10 |
*: gemiddelde eindprestatie. Situeert zich tussen 22u en 23u30. Het tijdsregistratiesysteem verrekent hier automatisch de bijzondere prestaties.
Uurrooster logistiek assistent (schoonmaakster)
Xxx | Xxx | Van | Tot | Xxx | Xxx | Xxx | Xxx* | |
Maandag | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||||
Dinsdag | ||||||||
Woensdag | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||||
Donderdag | 7.40 | 12.00 | 12.30/13.00 | 16.40/17.10 | ||||
Vrijdag | 13.30 | 16.30 | 17.00 | 22.00 | 22.00 | 22.24 | ||
Zaterdag | 8.00 | 12.00 | ||||||
Zondag |
*: gemiddelde eindprestatie
Indien de middagpauze 60 minuten bedraagt, wordt de namiddagprestatie met 30 minuten verlengd.
BIJLAGE 2: REGLEMENT VOOR DE TIJDSREGISTRATIE
Artikel 1 – Toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing op alle personeelsleden van het gemeentebestuur Avelgem, met uitzondering van:
• de gemeentesecretaris en de financieel beheerder
• de personeelsleden van niveau A
Artikel 2 - Biometrie
Er wordt getikt aan de hand van de biometrische techniek, middels de vingerdruk. De regelgeving die hierop van toepassing is inzake privacy wordt door het gemeentebestuur nageleefd.
Artikel 3 – Het vaststellen van de aanwezigheid
Voor elke prestatie wordt er getikt, behalve indien er gepresteerd wordt op een plaats waar er geen tikklok aanwezig is of wanneer bepaalde omstandigheden het tikken niet toelaten. Wanneer er niet getikt werd, doch er werd gepresteerd, dan meldt het personeelslid dit via de virtuele tikklok middels een registratieaanvraag (aanvraag tikklokregistratie) of het personeelslid deelt dit mondeling mee aan de direct leidinggevende, die de registratie invoert in de virtuele tikklok.
Aldus moet elk personeelslid (met uitzondering van de werklieden van de dienst openbare werken en patrimonium) volgende tijden registreren met de daartoe voorziene tikterminal:
• uur van aankomst ’s morgens;
• uur van vertrek of einde werktijd ’s middags
• uur van werkhervatting na de middagpauze;
• uur van vertrek ’s avonds.
De werklieden van de dienst openbare werken en patrimonium dienen slechts tweemaal te tikken, met name bij het uur van aankomst ’s morgens en bij het uur van vertrek ’s avonds.
Het is niet toegelaten om te laat op het werk te verschijnen. Het eventueel omkleden is geen arbeidstijd.
Artikel 4 – De onregelmatige prestaties - Overuren
Het uitgangspunt is dat er geen overuren worden gepresteerd.
Het personeelslid vraagt – indien mogelijk - voorafgaandelijk (mondeling of via email) aan de direct leidinggevende (zie onderstaand schema) de toelating tot het presteren van overuren. Na de geleverde prestaties vraagt het personeelslid, via de virtuele klok middels een registratieaanvraag ( aanvraag dagmarkering – goedkeuren overuren) om de gepresteerde uren te valoriseren als inhaalrust.
Bij het presteren van overuren worden bijgevolg de stappen in onderstaande volgorde uitgevoerd:
1. Indien mogelijk: voorafgaandelijk informeel akkoord van de direct leidinggevende tot het presteren van overuren
2. in- en uittikken bij de prestatie (indien men niet heeft kunnen tikken: registratieaanvraag – aanvraag tikklokregistratie)
3. valoriseren van de overuren via de virtuele tikklok middels een “aanvraag dagmarkering – goedkeuren overuren”
Aanvrager | Middel | Prestaties buiten het uurrooster worden gevaloriseerd door onderstaande leidinggevende + door de gemeentesecretaris |
Personeel Secretariaat & Personeel | Virtuele Klok | gemeentesecretaris |
Personeel Burgerzaken | Virtuele Klok | gemeentesecretaris |
Personeel Beleidsondersteuning (Communicatie en ICT) | Virtuele Klok | gemeentesecretaris |
Personeel Beleidsondersteuning (Poetspersoneel) | Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de Personeelsdienst | gemeentesecretaris |
Personeel financiële dienst | Virtuele Klok | Financieel Beheerder |
Administratief personeel Openbare Werken & Patrimonium en de werkleider | Virtuele Klok | Diensthoofd Openbare Werken en Patrimonium |
Werklieden Openbare Werken & Patrimonium | Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de werkleider | Diensthoofd Openbare Werken en Patrimonium (voorafgegaan door akkoord werkleider) |
Personeel Grondgebiedzaken | Virtuele Klok | Diensthoofd Grondgebiedzaken |
Personeel Jeugd & Cultuur – Spikkerelle | Virtuele Klok | Diensthoofd Jeugd & Cultuur |
Personeel Jeugd & Cultuur – Bibliothecaris | Virtuele Klok | Diensthoofd Jeugd & Cultuur |
Personeel Jeugd & Cultuur Bibliotheekpersoneel (exlc. Bibliothecaris) | Virtuele Klok | Bibliothecaris |
Personeel Sportdienst | Papieren aanvraagformulier bezorgen aan de sportfunctionaris | Diensthoofd Sport |
Artikel 5 – Opleiding en Externe vergaderingen
Afwijkend van artikel 3 wordt bij volgende gelegenheden als volgt getikt:
• bij een volledige dag vorming of externe vergadering wordt er helemaal niet getikt.
• wanneer de prestaties reeds werden aangevat en men zich nadien begeeft naar een opleiding of een externe vergadering, wordt er uitgetikt (en eventueel nadien weer ingetikt).
De eerstvolgende werkdag doet het personeelslid via de virtuele tikklok (of mondeling de direct leidinggevende inlichten) een “registratieaanvraag tikklokregistratie”. Indien de vorming of vergadering tevens uren buiten het uurrooster bestrijkt, volgt er na de “registratieaanvraag tikklokregistratie” ook een “registratieaanvraag – dagmarkering – goedkeuren overuren”
Artikel 6 – Avondvergaderingen buiten het uurrooster
Wanneer u dient aanwezig te zijn op een avondvergadering buiten het uurrooster, wordt er wel getikt. Dit betekent dat u intikt bij aanvang van de vergadering en dat u uittikt bij het einde van de vergadering. Wanneer het personeelslid niet kan tikken, doch er werd gepresteerd, dan meldt het personeelslid dit via de virtuele tikklok middels een “registratieaanvraag - aanvraag tikklokregistratie”.
Wanneer de avondvergadering plaatsvindt buiten uw uurrooster, dan doet u de daaropvolgende dag een “registratieaanvraag – dagmarkering – goedkeuring avondvergadering”
De tijdspanne tussen het einde van uw reguliere prestaties en de aanvang van de avondvergadering geldt dus niet als diensttijd, behoudens als u werd gevraagd om overuren te presteren.
Artikel 7 – Prestaties van de werklieden van de dienst openbare werken en patrimonium
Dit artikel betreft de prestaties rond het voorbereiden en het opruimen van de zaterdagmarkt, de teraardebestellingen, de strooidiensten, de bijkomende prestaties op het afvalstoffenpark edm.
Voor al de bovengenoemde prestaties wordt er bij aanvang en bij einde in- en respectievelijk uitgetikt. De direct leidinggevende zal de prestaties valoriseren als diensturen overeenkomstig de bepalingen gestipuleerd in het hoofdstuk bijzondere bepalingen betreffende buitengewone prestaties ‘Externe Prestaties (vorming en externe vergaderingen)’.
Wanneer het personeelslid om praktische redenen niet kan tikken (bijvoorbeeld: het personeelslid begeeft zich rechtstreeks naar een teraardebestelling in Kerkhove, waar geen tikterminal voor handen is), doch er werd gepresteerd, dan meldt het personeelslid dit aan de direct leidinggevende.
Artikel 8 – Korte afwezigheden
Bij het verlaten van uw werkplaats/bureau voor een korte afwezigheid (bvb. interne (werf)vergadering of buitentaak), dient u niet uit te tikken.
De werkplaats mag enkel verlaten worden om dienstredenen en dit na voorafgaandelijk akkoord van de direct leidinggevende. Bij het verlaten van de werkplaats, dient desgevallend het plaatselijk onthaal verwittigd te worden. Bij het terug binnenkomen of opnieuw aanvatten van de prestaties wordt het plaatselijk onthaal opnieuw verwittigd.
Artikel 9 - Anomalieën
Bij het melden van anomalieën (vergeten tikken, dubbel getikt,….) melden de personeelsleden dit ook aan de direct leidinggevende, overeenkomstig het schema in artikel 4.
Artikel 10 – Arbeidsonderbrekingen
Het te laat komen belemmert de goede gang van zaken binnen het bestuur en leidt tot dubbele compensatie in min van de te laat gekomen tijd, behalve indien de vertragingen te wijten zijn aan overmacht. Dit geldt naar analogie voor het te vroeg vertrekken. In dit geval moet de ingeroepen reden onmiddellijk worden meegedeeld aan de gemeentesecretaris. Het bewijs kan geleverd worden door alle middelen, getuigenissen inbegrepen.
Artikel 11 – Inbreuken
Misbruiken en fraude, gepleegd bij het gebruik van het tijdsregistratiesysteem, zullen ernstig bestraft worden. Deze feiten kunnen beschouwd worden als zwaarwichtige redenen met gevolgen zoals bedoeld in de sociale wetgeving en in de arbeidsovereenkomstenwet.
Inbreuken op deze regeling zullen door de aanstellende overheid worden beteugeld met zowel maatregelen conform artikel 21 van dit arbeidsreglement als met tuchtstraffen.
Artikel 12 – Onvoorziene gevallen
Wanneer het tijdsregistratiesysteem niet werkt, is er voor de personeelsleden geen verplichting hun aankomst of vertrek te registreren.
Om het uur van aankomst en/of vertrek te bepalen zullen de diensthoofden een lijst opmaken waarop voor elk personeelslid die uren worden vermeld. Voor de aanwezigheidstijd van die dag zal rekening gehouden worden met de op die lijst aangeduide uren.
De gemeentesecretaris behandelt tevens alle onvoorziene gevallen.
Bijlage 3: Variabele Werktijdregeling Artikel 1 - Toepassingsgebied
De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op alle personeelsleden met een werkrooster opgenomen onder bijlage 1A van dit reglement.
Artikel 2 – Definities
Meeruren en Minuren zijn uren die respectievelijk in meer of in min gepresteerd werden tijdens de glijtijden t.o.v. de gemiddelde dagprestatie volgens het arbeidsregime waartoe men behoort.
Onder ‘glijtijd’ wordt verstaan de periode waarbinnen het personeelslid vrij kan kiezen wanneer het aankomt of vertrekt.
Onder ‘stamtijd’ wordt verstaan de periode van verplichte aanwezigheid voor elk personeelslid (behoudens verantwoorde afwezigheden zoals verlof, dienstreis, ziekte)
De direct leidinggevende kan het personeelslid steeds verzoeken om te presteren tijdens de glijtijden. Uiteraard brengt de direct leidinggevende het personeelslid hiervan binnen een redelijke termijn op de hoogte.
Artikel 3 – Saldi
Administratief Personeel, tewerkgesteld in het Administratief Centrum / Gemeentehuis
Na elke referentieperiode van 1 maand wordt een afrekening gemaakt en worden de meer- of minuren overgedragen naar de volgende maand. Elk personeelslid kan binnen bepaalde grenzen, gebruikmakend van de virtuele klok, een overzicht bekomen van zijn/haar overschot aan werkuren. Indien het personeelslid niet beschikt over een virtuele klok (pc), dan kan het personeelslid deze informatie verkrijgen bij het diensthoofd.
De minuren moeten worden beperkt tot 10 uren voor het voltijds personeel en tot 5 uren voor het halftijds personeel of volgens prestatieverhouding voor ander deeltijds personeel, en moet worden aangezuiverd binnen een periode van 1 maand.
De meeruren kunnen door het personeelslid worden aangewend om tijdens de eerstvolgende maanden minder prestaties te leveren tijdens de glijtijden. Zij mogen gedurende meerdere weken achter elkaar samengevoegd worden, zonder evenwel te allen tijde het maximum van 20 uren voor het voltijds personeel en 10 uren voor het halftijds personeel of volgens prestatieverhouding voor ander deeltijds personeel, te overschrijden op het einde van de maand.
De meeruren kunnen enkel gecompenseerd worden tijdens de glijtijden én uitzonderlijk (enkel voor de personeelsleden die voltijds werken) op 2 stamnamiddagen zijnde woensdagnamiddag en/of vrijdagnamiddag. Deze flexibiliteit gaat gepaard met een continue permanentie van de dienst tijdens alle stamtijden, ook deze van woensdag- en vrijdagnamiddag. Personeelsleden kunnen dus vrij hun meer- en minuren beheren, maar steeds rekening houdende met de collegiale afspraken binnen de dienst.
Dienst Jeugd & Cultuur Personeel tewerkgesteld in Spikkerelle
Na elke referentieperiode van 4 maanden wordt een afrekening gemaakt en worden de meer- of minuren overgedragen naar de volgende maand. Elk personeelslid kan binnen bepaalde grenzen, gebruikmakend van de virtuele klok, een overzicht bekomen van zijn/haar overschot aan werkuren. Indien het personeelslid niet beschikt over een virtuele klok (pc), dan kan het personeelslid deze informatie verkrijgen bij de direct leidinggevende.
De minuren moeten worden beperkt tot 20 uren voor het voltijds personeel en tot 10 uren voor het halftijds personeel of volgens prestatieverhouding voor ander deeltijds personeel, en moet worden aangezuiverd binnen een periode van 4 maanden.
De meeruren kunnen door het personeelslid worden aangewend om tijdens de eerstvolgende maanden minder prestaties te leveren tijdens de glijtijden. Zij mogen gedurende meerdere weken achter elkaar samengevoegd worden, zonder evenwel te allen tijde het maximum van 20 uren voor het voltijds personeel en 10 uren voor het halftijds personeel of volgens prestatieverhouding voor ander deeltijds personeel, te overschrijden op het einde van de maand.
Artikel 4 Onderscheid saldi meer/minuren en saldi overuren
In dit artikel worden de bovenstaande definities nog eens bevestigd:
• Na de referentieperiode wordt de afrekening gemaakt van de gepresteerde meer/minuren op basis van de prestaties binnen het uurrooster. Dit betekent op basis van de prestaties vanaf het begin van de eerste glijtijd tot het einde van de laatste glijtijd, gecumuleerd per dag.
• Na de referentieperiode heeft men ook zich op het aantal gepresteerde overuren. Dit zijn alle prestaties, geleverd buiten het uurrooster. Dit betekent alle prestaties buiten de glijtijden en buiten de stamtijden. Deze prestaties worden wel pas verrekend na goedkeuring door de bevoegde leidinggevenden.
Artikel 5 – inbreuken op de variabele werktijdregeling
Bij het inprikken tijdens de stamtijden, het niet aanzuiveren van het negatief saldo of het overschrijden van het maximaal aantal minuren zal worden overgestapt naar de vaste werktijdregeling. Het betrokken personeelslid zal dan niet langer kunnen genieten van glijdende werkuren.
Bijlage 4 : Samenstelling Basisoverlegcomité Overheidsafgevaardigden
XXXXXXXXXX Xxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx (WAARMAARDE) VANSTEENBRUGGE Koen, Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx
XXXXXX Xxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx XXXXXXX Xxx, Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx
VANDEPUTTE Trees, p.a. Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx
XXXXXXXX Xxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx (WAARMAARDE) XXXXXXXXX Xxxx, Xxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx
Vakbondsafgevaardigden
ACV : XXXXXXX Xxxxx, Xxxxxxxxxxx 00X, 0000 Xxxxxxxx (056/23.56.05)
ACOD : XXXXXXXXXXX Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx ( 0478/47.05.24) ACOD-LRB West-Vlaanderen: XXXXXXXXXXXXX Xxxxxxxxx, Bestendig Gewestelijk Secretaris, Xxxx-Xxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxxx (051/25.20.24)
VSOA : XXXXXXXXX Xxxxxx, Prov. Secretaris, Xxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx (050/36.16.00)
Gemeente XXXXXX Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx (BOSSUIT) Gemeente XXXXXX Xxxxx, G. Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx
Technici
XXXXX Xxxxx, Gemeentesecretaris, p.a. Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx XXXXXXXX Xxxxxxxxx, Secretaris OCMW, p.a. Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx XXXXXX Xxxxxxxxx, Arbeidsgeneesheer, IDEWE, Xxx xxx Xxxx 0, 0000 Xxxxxxxxx
Er wordt steeds een kopij van de agenda van het basisoverlegcomité toegezonden aan de IDPBW:
Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
XXXXXXXXX Xxx, Diensthoofd Openbare Werken & Patrimonium,
p.a. Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx
Bijlage 5: Inspectiediensten en andere contactadressen
Sociale Inspectie: Xxxx Xxxxxxx 00x 0000 Xxxxxx
Tel. : 050/44.59.60 Fax : 050/44.59.70
Inspectie van de sociale wetten: XXxxxxxxx 00-00
0000 XXXXXXXX Tel.: 056/26.05.41 Fax: 056/25.78.91
E-mail: xxx.xxxxxxxx@xxxx.xxxxxx.xx
Toezicht op het Welzijn op het Werk: FAC Kamgebouw
Xxxxxx Xxxxxx X-xxxx 0/0 xxx 0 0000 Xxxxxx
Tel.: 050/44.20.20 Fax: 050/44.20.29
Werkgever: Gemeentebestuur Avelgem Xxxxxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxx Tel. 056/65.30.30 Fax 056/65.30.39
Inschrijvingsnummer R.S.Z.P.P.O.: 5196-00-68
(ondernemingsnummer 0207.485.770)
Kinderbijslagfonds: DIBISS Xxxxxxxxxxxxxx 000
0000 Xxxx
Tel. 02/000.00.00
Herverzekeringskas arbeidsongevallen: Ethias verzekering
Xxxxx-Xxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Tel.: 011/28.21.11 Fax: 011/28.20.20
Medische controledienst Mensura Xxxxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxx
Tel. 02/000.00.00 Fax 02/000.00.00
Dienst voor Preventie en Bescherming: Intern:
Preventieadviseur Xxx Xxxxxxxxx (0476/43.63.95)
Extern:
IDEWE
Xxx xxx Xxxx 0 0000 Xxxxxxxxx Tel. 051/27.29.29 Fax 051/27.29.59
Bijlage 6: Procedure opstellen en wijzigen arbeidsreglement
Hoofdstuk IIIbis. Bijzondere regeling voor de overheidsdiensten waarop de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel van toepassing zijn (ingevoerd bij K.B. van 13.02.1998 en gewijzigd door de wet van 18.12.2002)
Art. 15bis
Paragraaf 1
Dit hoofdstuk is van toepassing op de personen tewerkgesteld in de overheidsdiensten als bedoeld in artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit van 28 september 1984.
Paragraaf 2
In dit hoofdstuk dient te worden verstaan onder:
1. “de wet van 19 december 1974”: de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
2. “het koninklijk besluit van 28 september 1984”: het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
3. “het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten”: het comité bedoeld in artikel 3, § 1, 3°, van de wet van 19 december 1974;
4. “het bevoegde onderhandelingscomité”: een van de onderhandelingscomités bedoeld in artikel 5, § 1, van de wet van 19 december 1974;
5. “het bevoegde overlegcomité”: een van de overlegcomités opgericht krachtens artikel 10 van de wet van 19 december 1974;
Art. 15ter
Voor de toepassing van artikel 3, eerste lid, 2°, geldt het protocol opgesteld na onderhandelingen in het bevoegde onderhandelingscomité als het voorstel van de bevoegde paritaire comités en het advies van de Nationale Arbeidsraad.
Art. 15quater.
Paragraaf 1
Om de bevoegdheid uit te oefenen bedoeld in artikel 7, eerste lid, wint de Koning, in afwijking van artikel 7, tweede lid, het met redenen omkleed advies in van het bevoegde overlegcomité.
Paragraaf 2
In afwijking van artikel 7, derde lid, wordt dit advies echter gegeven door het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten wanneer de regelingen uitsluitend betrekking hebben op personeel ressorterende onder ten minste twee sectorcomités, ten minste twee bijzondere comités of één of meer sectorcomités en één of meer bijzondere comités.
Art. 15quinquies
Paragraaf 1
Voor de toepassing van hoofdstuk II, afdeling III, gelden de onderhandelings- en overlegprocedures als bedoeld in de wet van 19 december 1974 en haar uitvoeringsbesluiten als de procedures welke doorlopen worden in de paritaire comités en in de ondernemingsraden of in samenwerking met de vakbondsafgevaardigden.
De aangelegenheden die niet onderworpen zijn aan de in het eerste lid vermelde onderhandelings- of overlegprocedures en die in het arbeidsreglement moeten worden opgenomen, worden onderworpen aan de overlegprocedure. Die procedure wordt doorlopen in het bevoegde overlegcomité.
Paragraaf 2
Bij gebrek aan een eenparig gemotiveerd advies in het bevoegde overlegcomité over de bepalingen van het reglement, wordt het geschil uiterlijk vijftien dagen na de dag waarop de notulen definitief geworden zijn, door de voorzitter ter kennis gebracht van de ambtenaar door de Koning aangewezen krachtens artikel 21. Deze tracht binnen een termijn van dertig dagen de uiteenlopende standpunten te verzoenen. Indien hij daarin niet slaagt, wordt het geschil binnen vijftien dagen na het proces-verbaal van niet-verzoening onderworpen aan de onderhandelingsprocedure. Die procedure verloopt, naar gelang het geval, in één van de onderafdelingen bedoeld in artikel 17, § 2bis en § 2ter, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 of in het bevoegde sectorcomité. Nadat het protocol van die onderhandelingen definitief is geworden, stelt de overheid het arbeidsreglement vast of brengt de wijzigingen in het arbeidsreglement aan.
Art. 15sexies
In de gevallen bedoeld in artikel 15, zevende lid, tweede zin, wordt de verzending van een afschrift aan de voorzitter van het paritair comité vervangen door de verzending van een afschrift aan de voorzitter van het bevoegde onderhandelingscomité.
Bijlage 7: Artikel 17 Wet 03 juli 1978
De werknemer is verplicht:
1. zijn werk zorgvuldig, eerlijk en nauwkeurig te verrichten, op tijd, plaats en wijze zoals is overeengekomen;
2. te handelen volgens de bevelen en de instructies die hem worden gegeven door de werkgever, zijn lasthebbers of zijn aangestelden met het oog op de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
3. zowel gedurende de overeenkomst als na het beëindigen ervan, zich ervan te onthouden:
a. fabrieksgeheimen, zakengeheimen, of geheimen in verband met persoonlijke of vertrouwelijke aangelegenheden, waarvan hij in de uitoefening van zijn beroepsarbeid kennis kan hebben, bekend te maken;
b. daden van oneerlijke concurrentie te verrichten of daaraan mee te werken;
4. zich te onthouden van al wat schade kan berokkenen hetzij aan zijn eigen veiligheid, hetzij aan die van zijn medearbeiders, van zijn werkgever, of van derden;
5. het hem toevertrouwde arbeidsgereedschap en de ongebruikte grondstoffen in goede staat aan de werkgever terug te geven.
Bijlage 8: Wijze van aanvragen van vorming
Alle vormingsaanvragen gebeuren middels het daartoe bestemde aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is terug te vinden op de gemeentelijke server (Z\Vorming\Aanvraagformulier). De personeelsleden die niet over een pc beschikken kunnen een aanvraagformulier aanvragen aan hun direct leidinggevende. De invulvelden kunnen onmiddellijk worden ingevuld (bij voorkeur elektronisch) en eventueel in een eigen map worden opgeslaan. Desgevallend, dient de aanvraag grondig gemotiveerd te worden.
Hoe gaat het personeelslid te werk ?
1. Vormingsaanvraag mailen naar diensthoofd & cc Financiële Dienst
Eens alles ingevuld is, mail je het ingevulde aanvraagformulier, samen met de (eventueel ingescande) bijlagen (het programma, de uitnodiging,…) aan jouw diensthoofd. Deze zal controleren of de permanentie in de dienst verzekerd is en bepaalt of jouw aanvraag voor opleiding/bijscholing al dan niet verantwoord is, eventueel aangevuld met een bijkomende motivatie. De mail aan jouw diensthoofd stuur je in cc naar de financiële dienst die nagaat of er nog voldoende vormingskrediet is. Indien het diensthoofd niet akkoord gaat met de vormingsaanvraag of de financiële dienst stelt vast dat er onvoldoende krediet is, dan stopt de vormingsaanvraag hier.
2. Vormingsaanvraag wordt door het diensthoofd gemaild aan de secretaris
Indien het diensthoofd de vormingsaanvraag steunt, mailt hij of zij alles aan de secretaris die de aanvraag beoordeelt.
3. De secretaris mailt zijn beslissing naar het personeelslid, het diensthoofd en de personeelsdienst.
Dienvolgens zal de secretaris het personeelslid van de goedkeuring of weigering per mail
verwittigen.
Eens de opleiding/bijscholing voorbij is en het personeelslid krijgt een attest, dan bezorgt het personeelslid dit attest aan de personeelsdienst.
Wat het tikken betreft volg je de modaliteiten zoals beschreven in bijlage 2 ‘reglement voor de tijdsregistratie’.
De personeelsleden die niet over een pc beschikken bezorgen een aanvraagformulier op papier aan hun diensthoofd die de bovenstaande procedure voor hen vervult.
Bijlage 9: Reglement voor het gebruik van E-communicatie
Artikel 1
Dit reglement is van toepassing op alle personeelsleden van het gemeentebestuur Avelgem, ongeacht leeftijd, geslacht, nationaliteit, statutaire of contractuele tewerkstelling en ongeacht de duur of de aard van de arbeidsovereenkomst.
De bedoeling van dit reglement is een evenwicht te creëren tussen enerzijds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de gebruikers van het internet en de elektronische briefwisseling, en anderzijds de wettelijke controle uitgeoefend door het bestuur op het gebruik van de ICT-infrastructuur.
Het bestuur moedigt de studie en het gebruik van nieuwe technologieën aan, met de bedoeling de werkproductiviteit en –kwaliteit te verbeteren. Tevens investeert het in afdoende technische beschermingsmiddelen teneinde het personeel te behoeden voor internetmisbruiken, virussen, malware en toekomstige bedreigingen.
Dit reglement, dat deel uitmaakt van het arbeidsreglement, omschrijft de rechten en de plichten van de personeelsleden ten aanzien van de elektronische online communicatiegegevens in het kader van de functie, en meer bepaald:
- het gebruik van elektronische correspondentie (e-mail);
- de toegang tot het internet.
Teneinde een professionele werksfeer te creëren en de vertrouwelijke informatie te beschermen, zijn alle personeelsleden verplicht deze richtlijnen na te leven.
Artikel 2
De secretaris bepaalt of een personeelslid uit hoofde van zijn functie over internet en e-mail moet kunnen beschikken.
Het gebruik ervan gebeurt onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de diensthoofden.
Artikel 3
Het is ieder personeelslid verboden om aan een derde persoon vreemd aan het bestuur toegang tot internet en e-mail te verschaffen, op welke wijze ook, behoudens voorafgaande toelating door de gemeentesecretaris. In dat laatste geval blijft het personeelslid ertoe gehouden zich voorafgaandelijk ervan te vergewissen dat deze persoon kennis heeft van onderhavige richtlijnen. Het personeelslid maakt zich sterk dat deze persoon onderhavige richtlijnen zal naleven.
Artikel 4
Toegelaten, toegestaan of verboden internetgebruik en gebruik van zowel interne als externe “e-mail”.
a) Toegelaten gebruik:
Het aanbod aan informatie en diensten op het internet is groot en aantrekkelijk. Nochtans is, in een werkkader, in principe slechts een professioneel gebruik, uitsluitend voorbehouden aan het bestuur, toegelaten.
Inzake e-mail, moet elk extern bericht steeds voorzien zijn van de standaardclausule inzake aansprakelijkheid (disclaimer) en een visuele handtekening.
De disclaimer omvat volgende tekst:
“Dit elektronisch bericht is vertrouwelijk en uitsluitend bedoeld voor de bestemmeling. Indien u niet de geadresseerde bent, dan is het openen, kopiëren en distribueren van de inhoud verboden. Elke e-mail van het gemeentebestuur Avelgem is uitsluitend informatief en brengt geen verbintenis tot stand. Dit kan enkel via de klassieke briefwisseling ondertekend door burgemeester en secretaris.”
b) Toegestaan gebruik:
Internetexploratie voor de persoonlijke ontwikkeling is evenwel toegestaan, maar mag in geen geval de goede werking van het netwerk of de productiviteit van het personeelslid verstoren. Het is slechts toegestaan tijdens de pauzes.
Wanneer het personeelslid een “discussieforum” bezoekt, dient hij uiterste voorzichtigheid aan de dag te leggen met betrekking tot achtergelaten informatie en berichten. In ieder geval dient elke verwijzing naar of elk verband met het bestuur of de uitoefening van de beroepsactiviteit vermeden te worden.
c) Verboden gebruik:
De personeelsleden dienen zich te onthouden van elk gebruik van het internet- en e-mail systeem dat niet overeenstemt met het gebruik ervan door een normaal, zorgvuldig gebruiker of dat indruist tegen de principes van deze richtlijnen of dat in strijd is met de instructies die door het bestuur worden gegeven.
Zonder limitatief te zijn, worden volgende activiteiten in ieder geval ten strengste verboden, zelfs in het kader van de uitvoering van de functie:
- vertrouwelijke informatie over het bestuur, zijn opdrachten of zijn personeel verspreiden, behalve indien de functie dit op een redelijke manier eist;
- gegevens verspreiden of downloaden die beschermd zijn door auteursrechten en die bij de wet beschermd zijn tegen schending;
- elektronische berichten naar anderen doorsturen ("forward") wanneer er geen gerechtvaardigde professionele reden bestaat, bijvoorbeeld bij omstandigheden waarin afbreuk gedaan wordt aan de persoon die het originele bericht geschreven heeft;
- berichten doorsturen of sites bezoeken waarvan de inhoud de waardigheid van de anderen in gevaar kan brengen, namelijk het doorsturen of bezoeken van racistische of revisionistische sites, of sites die discriminerend zijn op basis van geslacht, seksuele geaardheid, handicap, godsdienst of politieke overtuigingen van een persoon of een groep personen;
- berichten, beelden of bijlagen doorsturen of op aanvraag ontvangen, die door het volume de goede werking van de ICT-infrastructuur kunnen beïnvloeden;
- persoonlijke interne of externe berichten doorsturen die niets te maken hebben met de functie (teksten, mopjes, prentjes, video's, …), gezien de belangrijke risico's die deze kunnen inhouden (lijnen blokkeren, virussen verspreiden, …), wanneer ze doorgestuurd worden via internetsites die niet tot het gemeentelijke netwerk behoren;
- "uitvoerbare" bestanden doorsturen en/of, in geval van ontvangst, openen; deze vormen immers een ernstige bedreiging voor de stabiliteit en de veiligheid van het netwerk;
- erotische of pornografische sites bezoeken, zelfs als ze bij de wet toegestaan zijn;
- interne of externe e-mails en internet gebruiken voor een professionele activiteit die niets te maken heeft met de opdracht van het personeelslid;
- aan "kettingbrieven" meewerken;
- meer algemeen, zowel de interne als de externe elektronische briefwisseling of het internet gebruiken voor een illegale activiteit, van om het even welke aard.
- het verzenden van provocerende e-mails;
- het gebruik van e-mails om bepaalde situaties binnen het bestuur openlijk aan te klagen;
- het verzenden van e-mails waarin wordt aangezet tot het plegen van strafbare feiten;
- het verzenden van berichten die een publiciteit inhouden voor diensten van seksuele aard;
- het verzenden van berichten die beschouwd worden als pornografisch, van welke aard ook;
- het verzenden van berichten die verband houden met spelen en weddenschappen, verdovende middelen of vormen van fraude;
- elk gebruik van het e-mail systeem in het kader van een onwettige activiteit, welke ook, of in strijd met wettelijke bepalingen. De gebruikers worden dienaangaande gewezen op de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet van 28 november 2000 inzake computercriminaliteit, dat o.m. volgende feiten strafbaar stelt (art. 550bis Strafwetboek):
- kennisname van informaticagegevens van personeelsleden door gebruik van andermans paswoord;
- kennisnemen van informaticagegevens van personeelsleden of derden door het zich toegang te verschaffen tot een netwerk, een server of een bestand zonder daartoe de toestemming te hebben (“hacking”);
- kennisname van door hacking verkregen gegevens.
Bij twijfel aangaande de geoorloofdheid van een gebruik van e-mail, dient het personeelslid zich te wenden tot zijn/haar rechtstreekse overste.
Het bestuur behoudt zich het recht voor om op elk ogenblik de toegang tot bepaalde of alle sites te verbieden, waarvan de inhoud onwettig, beledigend of onaangepast zou zijn, of meer algemeen vreemd zou zijn aan de activiteiten van het bestuur.
3. VEILIGHEIDSMAATREGELEN.
Artikel 5
Enkel de dienst ICT of aangestelde derden hebben toestemming voor het installeren, demonteren, verplaatsen of wijzigen van het informaticamateriaal.
Artikel 6
Er mag in de burelen van het bestuur en in het kader van zijn opdrachten geen ander materiaal gebruikt worden dan het informaticamateriaal dat door de dienst ICT en door de leveranciers van e-services ter beschikking gesteld is.
Artikel 7
Enkel de software die rechtmatig aangekocht wordt en toegelaten is met het oog op het specifieke karakter van de opdrachten die moeten uitgevoerd worden, en goedgekeurd is door de dienst ICT, mag gebruikt worden op het bureau- en informaticamateriaal.
Artikel 8
Aansluitingen op externe netwerken zoals het internet, die niet toegelaten zijn door de aanstellende overheid, of die geïnstalleerd noch geconfigureerd zijn door de dienst ICT, zijn strikt verboden.
Het gebruik van aansluitingen op externe netwerken en van de elektronische briefwisseling moet beperkt blijven tot verrichtingen die absoluut noodzakelijk zijn voor de goede werking van de diensten. Om veiligheidsredenen zal de dienst ICT of aangestelde derden de gegevensstroom binnen het netwerk en vanuit dit netwerk naar externe netwerken mogen regelen, en alle dringende technische maatregelen nemen om de integriteit van het materiaal en/of de software te behouden.
Artikel 9
De dienst ICT houdt een permanente inventarisatie van het informaticamateriaal bij. Deze inventarisatie omvat zowel het materiaal als de software van de bestuursdiensten en vermeldt er de precieze configuratie en lokalisatie van, alsook de eventuele toegang tot het netwerk of de externe netwerken.
Artikel 10
Het kopiëren of overnemen via diskettes, cd-rom's, USB-sticks of elk ander technisch middel, van gegevens afkomstig van ander materieel dan dit van het bestuur, moet beperkt blijven tot de bestanden die absoluut noodzakelijk zijn voor de goede werking van de diensten.
Artikel 11
De opgeslagen informatie op het materiaal is eigendom van het bestuur en moet steeds toegankelijk zijn voor de behoeften van de dienst. Alle paswoorden moeten in een gesloten omslag meegedeeld worden aan de dienstverantwoordelijken. Bij tussenkomst of herstelling moeten deze paswoorden eveneens aan de systeemverantwoordelijke en de informatici van de leveranciers meegedeeld worden. Dit is eveneens het geval vóór het personeelslid definitief zijn functie verlaat. Hij moet dan alle informatie meedelen die de voortzetting van de dienst en een normaal later gebruik van het informaticamateriaal dat tot zijn beschikking gesteld is, mogelijk maakt.
Artikel 12
De gebruikers van het informaticamateriaal aangesloten op het netwerk worden verzocht hun bestanden op te slaan op de servers van het informaticalokaal die hiertoe voorzien zijn. De toegang tot deze gegevens en de verdeling ervan onder verschillende gebruikers wordt geconfigureerd door de systeemverantwoordelijke volgens de behoeften van de betrokken diensten. Deze gecentraliseerde gegevens worden regelmatig door de systeemverantwoordelijke opgeslagen. De gebruikers van informaticamateriaal dat niet aangesloten is op het netwerk, worden verzocht regelmatig hun gegevens op te slaan met aangepast materiaal gekozen door het de systeemverantwoordelijke.
Artikel 13
Indien het informaticamateriaal abnormaal functioneert, moet de systeemverantwoordelijke onmiddellijk verwittigd worden en mag dit materiaal niet meer gebruikt worden. Enkel de systeemverantwoordelijke en de informatici van de leveranciers zijn bevoegd tussen te komen voor het materiaal, de geïnstalleerde programma's en hun configuraties.
Artikel 14
De dienstverantwoordelijken en de systeemverantwoordelijke zorgen voor het respect en het onderhoud van het informaticamateriaal dat ter beschikking van het personeel gesteld is.
Artikel 15 - Controlemodaliteiten
Het bestuur behoudt zich het recht voor om op elk ogenblik algemene controles uit te voeren over het gebruik, per personeelslid, van het internet en/of van de elektronische briefwisseling.
De controle zal worden uitgeoefend voor gerechtvaardigde doeleinden, en met name met het oog op het nastreven van één of meerdere van de volgende doeleinden:
1. het voorkomen van ongeoorloofde of lasterlijke feiten, feiten die strijdig zijn met de goede zeden of de waardigheid van een andere persoon kunnen schaden;
2. de bescherming van de belangen van het bestuur die een vertrouwelijk karakter hebben en het tegengaan van praktijken die ermee in strijd zijn;
3. de veiligheid en/of de goede technische werking van de IT-netwerksystemen het bestuur, met inbegrip van de controle op de kosten die ermee gepaard gaan alsook de fysieke bescherming van de installaties van het bestuur;
4. het te goeder trouw naleven van de in het bestuur geldende beginselen en regels voor het gebruik van online technologieën, zoals vermeld in het arbeidsreglement, onderhavig reglement, de arbeidsovereenkomst of enige andere reglementaire of contractuele bepaling.
Het bestuur zal bij de controle de eerbied voor het privé-leven van het personeelslid in acht nemen en zal bij de controle niet verder gaan dan wat proportioneel evenredig is voor het verwezenlijken van deze doelstellingen.
Artikel 16 - Wijzen van controle
a) Waarom worden de gegevens verzameld?
De bedoeling van de gegevensverzameling in dit reglement is om een controle te kunnen uitoefenen op het internet- en e-mailgebruik overeenkomstig de hier vermelde
bepalingen, zodanig dat de taken die aan een personeelslid of aan een dienst toevertrouwd worden, op een goede manier volbracht kunnen worden.
Deze verzameling heeft eveneens tot doel te controleren of het gebruik geen schending betekent van om het even welke wettelijke bepaling, de arbeidsovereenkomst, rechtspositionele bepalingen of het arbeidsreglement dat van kracht is op het personeelslid.
b) Hoe worden de gegevens verzameld?
In het kader van deze controle worden enkel elektronische communicatiegegevens verzameld die toereikend zijn, terzake dienend en niet overmatig zijn met betrekking tot het doel dat wordt nagestreefd of een ander doel dat hiermee verenigbaar is.
Het betreft algemene informatie, zoals gegevens over:
- de adressen van geraadpleegde websites;
- de duur en het ogenblik van verbinding;
- het aantal en het volume van de uitgaande elektronische mail per werkpost;
- …
Indien dit algemeen toezicht geen enkel misbruik of geen enkele onregelmatigheid aantoont, zullen de gegevens onmiddellijk vernietigd worden. Indien de controle wel misbruik of onregelmatigheden aantoont, worden de gegevens gedurende een periode van zes maanden bewaard in het bureel van de secretaris.
In geen geval kan het overnemen van individuele schermen van personeelsleden door de systeemverantwoordelijke als algemeen toezicht beschouwd worden. Om hiertoe over te gaan zal de systeemverantwoordelijke steeds toestemming dienen te vragen aan het personeelslid. Doet hij dit niet, dan stelt hij zich bloot aan de sancties zoals opgesomd in artikel 17 van dit reglement.
c) Hoe worden de gegevens geïndividualiseerd?
Wanneer het bestuur tijdens een controle een onregelmatigheid vaststelt, zullen de verzamelde communicatiegegevens worden verwerkt om ze aan een geïdentificeerde of identificeerbare persoon toe te schrijven.
Communicatiegegevens waarvan het beroepsmatig karakter door het personeelslid niet in twijfel worden getrokken, kunnen steeds het voorwerp uitmaken van een individualisering.
De individualisering van privé communicatiegegevens kan direct of indirect zijn naargelang het doel van de controle:
- indien het één van de doeleinden betreft zoals opgesomd in artikel 15, 1 tot en met 3 van deze richtlijnen, worden de verzamelde algemene gegevens geïndividualiseerd zonder enige voorafgaande formaliteit of voorafgaand akkoord van het personeelslid (= directe individualisering);
- indien de onregelmatigheid wordt ontdekt tijdens een controle die wordt uitgevoerd om na te gaan of de personeelsleden de geldende regels respecteren (artikel 15, 4), dan kunnen de gegevens pas geïndividualiseerd worden nadat de personeelsleden werden verwittigd (= indirecte individualisering).
Terzake geldt de volgende procedure:
a) Voorlichtingsfase: voorafgaand aan de individualisering zal het personeelslid worden ingelicht op een duidelijke en begrijpelijke wijze over het bestaan van de onregelmatigheid en over het feit dat de elektronische on-line communicatiegegevens geïndividualiseerd zullen worden indien een nieuwe onregelmatigheid wordt vastgesteld;
b) Individueel onderhoud: wanneer opnieuw een onregelmatigheid wordt vastgesteld en wanneer het personeelslid bij toepassing van de procedure inzake individualisering verantwoordelijk wordt bevonden voor een onregelmatigheid bij het gebruik van de elektronische on-line communicatiegegevens, wordt het geïdentificeerd personeelslid door het bestuur uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek vermeldt het personeelslid, eventueel bijgestaan door een vakbondsafgevaardigde, zijn
bezwaren tegen de vooropgestelde maatregel (sanctie) en geeft hij uitleg over zijn gebruik van de informaticamiddelen die hij ter beschikking heeft.
Het personeelslid heeft het recht kennis te nemen, na afspraak, van elk gegeven hem betreffende dat zou worden verzameld bij een dergelijke controle.
Indien een gegeven niet correct blijkt te zijn, verbindt het bestuur zich ertoe de nodige verbeteringen aan te brengen.
Artikel 17
Naar aanleiding van elke inbreuk van een personeelslid op deze richtlijnen kan het bestuur - na verloop van voormelde procedure – de nodige maatregelen treffen.
Voor de statutaire personeelsleden is dit de tuchtprocedure.
Voor de contractuele personeelsleden is de wet op de arbeidsovereenkomsten van toepassing.
Concreet betekent dit:
- schriftelijke verwittiging
- ontslag met opzegtermijn
- ontslag om dringende reden.
Artikel 18
De naleving van deze richtlijnen zal opgevolgd worden door de personeelsdienst. Bij deze persoon kunnen alle personeelsleden terecht voor eventuele vragen, opmerkingen, klachten of suggesties. Het bestuur garandeert een strikt vertrouwelijke behandeling van klachten. Overleg met de betrokkene staat hierbij centraal.
7. GOEDE AANBEVOLEN PRAKTIJKEN
Artikel 19
Het internet is in de eerste plaats een instrument voor dialoog en openheid. Zijn academische en informele bronnen hebben er een "gebruiksetiquette" van gemaakt: een "Netiquette".
De diensten moeten zich organiseren zodat hun mailbox dagelijks wordt gecontroleerd en een ontvangstbewijs dient zo vlug mogelijk te worden toegestuurd als de vraag niet onmiddellijk kan worden beantwoord.
Naast de hierboven vermelde voorschriften, moeten de volgende punten in acht genomen worden:
− geen enkel bericht onbeantwoord laten;
− zich niet laten meeslepen in polemieken;
− steeds hoffelijk blijven, zelfs tegenover brutale berichten;
− geen opmerkingen maken over personen, enkel over onderwerpen;
− symbolen, letterwoorden of referenties gebruiken die begrijpbaar zijn voor de ontvanger (dit houdt in geen speciale lettertypes te gebruiken die misschien niet herkenbaar zijn voor de ontvanger);
− kort en bondig zijn, of de lengte van het bericht op de eerste lijn vermelden wanneer dit twee bladzijden overschrijdt.
− het mag niet de bedoeling zijn om alle problemen op te lossen via email-communicatie. Persoonlijk contact dient tevens een belangrijk communicatiemiddel te blijven binnen de organisatie.
− Er mag geen muziek beluisterd worden middels informatica apparatuur, noch middels de CD of DVD ROM, noch via het internet.
De door te geven informatie moet duidelijk en gecontroleerd zijn: deze informatie mag geen aanleiding geven tot verwarring of vergissingen. De informatie die op het internet te vinden is, is niet altijd correct; ze moet eerst gecontroleerd worden en daarna pas bevestigd of verspreid. De informatieverspreiding op het internet is niet vertrouwelijk. De gevolgen in verband met de intellectuele eigendom van deze verspreiding zijn dezelfde als die van een publicatie van elke andere vorm.
BIJLAGE 10: REGLEMENT VOOR HET TELEFOONGEBRUIK
Artikel 1
Het bestuur stelt telecommunicatiemiddelen (een telefoontoestel (vast of GSM) en een telefoonverbinding) ter beschikking van de personeelsleden in de uitvoering van hun taak.
De telecommunicatiemiddelen zijn en blijven te allen tijde de eigendom van het bestuur. Het bestuur kan dan ook beslissen om alle of bepaalde telecommunicatiemiddelen tijdelijk of permanent niet langer ter beschikking te stellen van een personeelslid, dan wel om beperkingen op te leggen aan het gebruik daaraan.
Artikel 2
Privé-gesprekken tijdens de werkuren zorgen voor bijkomende telefoonkosten voor het bestuur, een vermindering van de reëel geleverde prestaties en een vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening.
Het personeelslid mag de hem ter beschikking gestelde telefoon en telefoonlijn uitsluitend voor professionele doeleinden gebruiken.
Artikel 3
Een beperkt en occasioneel privé-gebruik van de aan het personeelslid ter beschikking gestelde telefoon en telefoonlijn is toegestaan op voorwaarde dat dit gebruik:
- niet geschiedt tijdens de werkuren;
- niet storend is voor de goede werking van het bestuur, de dienstverlening, de collega’s en de eigen taken van het personeelslid;
- niet leidt tot kosten voor het bestuur die in alle redelijkheid hoog zijn;
- dient te gebeuren omwille van uitzonderlijke omstandigheden
Artikel 4
Het bestuur kan controle uitoefenen op het telefoongebruik door bijvoorbeeld de evaluatie van de gemaakte telefoonkosten of de inventarisering van de opgebelde telefoonnummers (om na te gaan of het telefoongebruik overwegend een privaat of een beroepskarakter vertoont). Deze gegevens kunnen trouwens bij de telefoonmaatschappijen door de abonnee verkregen worden.
Het bestuur kan derhalve nagaan of voormeld voorschrift nageleefd wordt. Ingeval van vermoeden van privé-gebruik bestaat derhalve de mogelijkheid om na te gaan door wie de overtreding wordt begaan.
Het is echter door de strafwet verboden telefoongesprekken af te luisteren of te laten afluisteren.
BIJLAGE 11: ARBEIDSHYGIENE EN SANITAIRFACILITEITEN VOOR DE WERKLIEDEN VAN DE DIENST OPENBARE WERKEN EN PATRIMONIUM
Overeenkomstig de uurroosters bepaald in bijlage 1A, genieten de werklieden van de dienst openbare werken en patrimonium een pauze van 15 minuten tijdens de voormiddag en een middagpauze van 30 minuten.
De werklieden kunnen vrij kiezen waar ze hun middagpauze genieten. De gemeente stelt verschillende openbare gebouwen ter beschikking, opdat de bereikbaarheid van een openbaar gebouw (met de nodige faciliteiten) maximaal is.
Toegankelijke Openbare gebouwen
WERKPLAATS | GEBOUW |
Bossuit (vanaf de Moenstraat tot de gemeentegrens) | OC Bossuit – Pompgebouw |
Outrijve (vanaf de Avelgembeek tot aan de Moenstraat) | OC Outrijve |
Avelgem (tussen Scheebeek en Avelgembeek) | Gemeentelijke werkplaats |
Waarmaarde (voorbij de Scheekbeek tot en met de Zandstraat) | OC Waarmaarde |
Kerkhove (vanaf de Zandstraat tot de gemeentegrens) | OC Kerkhove |
Al de bovenstaande gebouwen zijn ook voorzien van sanitairfaciliteiten, een koelkast, tafels en stoelen edm. De toiletten bevinden zich dus zo dicht dan mogelijk bij de arbeidsposten.
Per gemeentelijk voertuig zullen sleutels van elk bovenstaand gebouw worden voorzien. De chauffeur is dan telkens verantwoordelijk voor de sleutels. De werkleider zal telkens inventariseren wie de sleutels in zijn bezit heeft.
Benodigdheden per voertuig
In elk voertuig zullen tenminste de volgende benodigdheden voorzien worden:
• handzeep
• jerrycan met water
• toiletpapier
• EHBO- kist
Daarenboven zal elk personeelslid drie handdoeken ter beschikking hebben.