ONDERHANDELAARSAKKOORD CAO RM 2020
ONDERHANDELAARSAKKOORD CAO RM 2020
5 november 2020
Gelet op de bijzondere omstandigheden door de COVID-19 uitbraak en de daarmee gepaard gaande onzekere toekomstverwachtingen hebben partijen gesproken over een arbeidsvoorwaardenovereenkomst met een korte looptijd. Daarbij is de CAO Rijk 2020 als leidraad genomen.
1. Looptijd
De overeenkomst heeft een looptijd van 1 juli 2020 tot en met 31 december 2020.
2. Loonsverhoging
Met ingang van 1 juli 2020 worden de salarisbedragen opgenomen in de Bijlage als bedoeld in artikel 5, eerste lid van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Brra) structureel met 0,7% verhoogd.
Alle medewerkers die op 1 juli 2020 een aanstelling als rechterlijk ambtenaar hadden, ontvangen een eenmalige uitkering van € 225,- bruto bij een formele gemiddelde arbeidsduur van 36 uur. Medewerkers met een andere formele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur ontvangen een uitkering naar rato.
Omstandigheden waarbij sprake is van gedeeltelijke doorbetaling van het salaris hebben geen invloed op de hoogte van de eenmalige uitkering. Rechterlijke ambtenaren die in de maand juli 2020 geen salaris ontvingen, ontvangen de eenmalige uitkering alleen als dit was vanwege een periode van maximaal zes weken verlof op grond van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren of op grond van de Wet arbeid en zorg.
Deze verhogingen en vergoedingen komen, met terugwerkende kracht, zo spoedig mogelijk tot uitbetaling. De bovengenoemde structurele verhoging en eenmalige uitkering zijn pensioengevend en werken door naar de al ingegane wachtgelden en uitkeringen.
3. Aanvullend geboorteverlof
Sinds 2019 heeft een partner bij de geboorte van een kind recht op 1 week betaald verlof. De werkgever betaalt het inkomen tijdens dit verlof dan ook volledig door.
Vanaf 1 juli 2020 heeft de partner daarnaast recht op maximaal 5 weken aanvullend geboorteverlof. Partners hebben recht op aanvullend geboorteverlof voor kinderen die op of na 1 juli 2020 geboren zijn/worden. Het verlof mag gespreid worden opgenomen. Opname moet binnen een half jaar na de geboorte van een kind plaatsvinden. De partner heeft tijdens het aanvullende geboorteverlof in plaats van salaris recht op een uitkering ter hoogte van 70% van het (gemaximeerde) dagloon (voorziening van het UWV).
Partijen erkennen het belang voor medewerkers om na de geboorte van hun kind
meer tijd thuis bij hun kind te kunnen doorbrengen. Daarnaast constateren partijen dat een daling van het inkomen voor medewerkers een belemmering kan zijn om aanvullend geboorteverlof op te nemen.
Partijen zijn het eens over de volgende regeling:
Rechterlijke ambtenaren die aanvullend geboorteverlof genieten krijgen 100% van hun salaris doorbetaald.
4. Thuiswerkvergoeding
Vanwege de coronacrisis zijn veel werknemers momenteel thuis aan het werk. Zij maken daardoor extra kosten die zij niet gemaakt zouden hebben als zij hun werk op de werklocatie zouden verrichten. Het Nibud heeft berekend hoe hoog deze kosten zijn. Partijen willen rechterlijke ambtenaren via een eenmalige vergoeding compenseren voor deze extra kosten die zij vanwege het thuiswerken hebben gemaakt.
Partijen zijn het eens geworden over een tijdelijke regeling voor thuiswerken van 13 maart 2020 tot en met 31 december 2020, die voor wat betreft de hoogte van de vergoeding en de voorwaarden waaronder die verstrekt kan worden volledig aansluit bij de tijdelijke regeling van sector Rijk. De hoofdlijnen daarvan zijn:
− rechterlijke ambtenaren hebben recht op een thuiswerkvergoeding van netto € 363, tenzij zij door hun functionele autoriteit zijn aangewezen om het werk op de werklocatie te verrichten;
− de thuiswerkvergoeding van rechterlijke ambtenaren die in deeltijd werken wordt naar rato van de arbeidsduur berekend. Daarnaast wordt de thuiswerkvergoeding van rechterlijke ambtenaren die later dan 13 maart 2020 in dienst zijn getreden naar rato van de thuisgewerkte maanden berekend;
− uitbetaling van de thuiswerkvergoeding geschiedt eenmalig en is mogelijk vanaf december 2020; ook voor rechterlijke ambtenaren die in de tussenliggende periode uit dienst zijn getreden;
− de thuiswerkvergoeding wordt door de rechterlijke ambtenaar aangevraagd en de functionele autoriteit controleert of de rechterlijk ambtenaar recht heeft op de thuiswerkvergoeding.
5. Verduurzaming vervoer
Op 28 juni 2019 heeft het Kabinet met tal van partijen een klimaatakkoord gesloten. Ambitie in dit akkoord is om de CO2-uitstoot met 49% in 2030 en 95% in 2050 te reduceren. Gezien de grote ambitie en korte termijn om tot deze reductie te komen is het van belang om nu concrete stappen te zetten. De sector Rechterlijke Macht voelt de verantwoordelijkheid om hier een voorbeeldrol te vervullen. Mobiliteit is een belangrijk hoofdstuk in het klimaatakkoord. Partijen zijn overeengekomen zich aan te sluiten bij de afspraken die op dit punt in de CAO Rijk 2020 zijn gemaakt.
De coronacrisis werpt ook een nieuw licht op het onderwerp vervoer. De werkgevers in de sector Rechterlijke Macht willen het openbaar vervoer (OV) in deze periode ontlasten door rechterlijke ambtenaren zoveel mogelijk thuis te laten werken en daarnaast het gebruik van de fiets te stimuleren. De huidige situatie biedt ook mogelijkheden om versneld invulling te geven aan de afspraken van de
Coalitie Xxxxxx Xxxxxx. Partijen willen het gebruik van de fiets voor woon- werkverkeer verder stimuleren zodat voor de kortere afstanden het OV wordt ontlast. Dit zou daarnaast het doel van het Kabinet ondersteunen om in deze regeerperiode 200.000 extra forensen uit de auto en op de fiets te krijgen.
Terugdringen vliegverkeer rechterlijke ambtenaren bij dienstreizen
De partijen in sector Rijk zijn overeengekomen de regeling voor buitenlandse dienstreizen binnen Europa per 31 december 2020 te wijzigen, zodanig dat werknemers vaker de trein nemen. Ingevolge de schakelbepaling ex artikel 6d van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren werken deze wijzigingen door in de rechtspositie van de rechterlijke ambtenaren. Dit betekent het volgende:
1. de rechterlijk ambtenaar reist per trein bij een reistijd per trein van 8 uur of minder;
2. de rechterlijk ambtenaar reist per trein bij een reistijd per trein van meer dan 8 uur, wanneer deze reistijd per trein minder dan anderhalf keer de reistijd per vliegtuig bedraagt;
3. de rechterlijk ambtenaar reist per vliegtuig bij een reistijd per trein van meer dan 8 uur, wanneer deze reistijd meer dan anderhalf keer de reistijd per vliegtuig bedraagt. De rechterlijk ambtenaar kan er na instemming van de functionele autoriteit ook voor kiezen om toch per trein te reizen;
4. de reistijd wordt berekend op de afstand vanaf de werklocatie van de rechterlijk ambtenaar tot de plek van bestemming. Bij de reistijd per vliegtuig wordt ook het voor- en natransport en de wachttijd op het vliegveld (inchecktijd) meegerekend om een eerlijke vergelijking te krijgen;
5. bovenstaande regels gelden niet voor dienstreizen die niet of niet geheel binnen Europa plaatsvinden als toepassing daarvan vanwege bijzondere lokale omstandigheden (o.a. veiligheid en gezondheid) onredelijk bezwarend is. Voor zover dit aan de orde is wordt lokaal bekeken hoe het vervoer zoveel mogelijk in lijn met deze regels verduurzaamd kan worden.
Stimuleren gebruik fiets voor woon-werkverkeer
Veel werknemers die op de fiets naar het werk komen wonen tot op 5 kilometer afstand van de werklocatie. Met de elektrische fiets is ook op langere afstanden de fiets een goed alternatief voor het woon-werkverkeer. Daarnaast is fietsen goed voor de vitaliteit en leidt het tot een lager ziekteverzuim. Er valt hier dus nog veel winst te boeken.
Ikap-fietsdoel
Het huidige bedrag uit de huidige Ikap-regeling is niet afgestemd op de kosten van een elektrische fiets. Met een e-bike of speed pedelec kunnen gemakkelijk afstanden gereden worden tot wel 25 kilometer. Partijen komen overeen het fietsgebruik in het algemeen en op langere afstanden als volgt te stimuleren:
1. de werkgever geeft een bijdrage tot € 500,- voor de aanschaf van een fiets. Dit bedrag geldt voor iedere rechterlijk ambtenaar en is dus niet naar rato van de arbeidsduur;
2. indien de rechterlijk ambtenaar een fiets wil kopen die duurder is dan € 500 kunnen Ikap-middelen tot een maximum van € 1.500,- worden ingezet voor een fiscaal vriendelijke vergoeding (in totaal gaat het dus om maximaal € 2.000,-);
3. de rechterlijk ambtenaar gebruikt de fiets op ten minste de helft van het aantal dagen dat naar het werk wordt gereisd voor woon-werkverkeer. Dit is ook het geval bij de huidige regeling;
4. is de rechterlijk ambtenaar binnen een half jaar nadat hij of zij gebruik heeft gemaakt van de werkgeversbijdrage op eigen initiatief niet meer werkzaam bij de rechterlijke macht, dan geldt een terugbetalingsverplichting voor de gehele werkgeversbijdrage. Dit geldt niet indien er sprake is van een overstap naar een onder de CAO Rijk vallende functie binnen de eigen organisatie;
5. de nieuwe regeling gaat in op 1 januari 2021. De huidige regeling geldt tot en met 31 december 2020;
6. de nieuwe regeling geldt alleen voor nieuwe gevallen, dus voor fietsen aangeschaft na 31 december 2020. Aanvragen moeten voldoen aan de huidige Ikap-voorwaarde: eenmaal een fiets per 3 kalenderjaren.
Pilot leasefietsen
Partijen hebben kennisgenomen van de pilot leasefietsen die onderdeel uitmaakt van de CAO Rijk 2020. Na ommekomst van deze pilot zullen partijen nader in overleg treden om te bezien of het eventuele vervolg dat aan de pilot gegeven wordt ook toepasbaar is in de sector Rechterlijke Macht.
Lokaal mogelijkheden duurzaam vervoer bespreken
De rechterlijke organisatie heeft vestigingen verspreid over heel Nederland. De mogelijkheden om het vervoer te verduurzamen zullen daarom ook verschillen. Partijen zijn het erover eens om lokaal met werkgevers en werknemers te verkennen wat de mogelijkheden zijn om verder invulling te geven aan de doelen van de Coalitie Xxxxxx Xxxxxx.
6. Hybride werken
Partijen hebben kennisgenomen van de afspraak in de CAO Rijk 2020 om te onderzoeken hoe invulling kan worden gegeven aan een rijksbreed kader hybride werken. Daarbij zal een onderzoek worden gedaan onder rijksambtenaren en rijkswerkgevers naar hun ervaringen met het thuiswerken, hun ideeën over hybride werken en hun wensen op dit gebied. Daarbij zal ook worden onderzocht of de huidige regelingen in de CAO Rijk voldoende passend zijn voor het hybride werken, waarbij ook wordt gekeken naar de huidige situatie, waarbij thuiswerken voor velen nog lang realiteit zal zijn.
Partijen spreken af de resultaten van dit onderzoek binnen de sector Rijk af te wachten om alsdan te bezien of de uitkomsten ook bruikbaar zijn voor de sector Rechterlijke Macht.
7. Procesafspraken
Partijen hebben gesproken over een vergoeding voor werken tijdens avond- en weekendopenstellingen. Partijen zullen hierover nader spreken indien de avond- en weekendopenstelling structureel wordt.