OPROEPCONTRACT
CONCEPT
OPROEPCONTRACT
1. Badmintonvereniging …………….. (1), gevestigd te ( …. .. (2) ) ……………. (3) aan de
…………… (4) nr….., hierna verder te noemen “de vereniging”, in deze vertegenwoordigd door dhr./mw , voorzitter;
2. ……………………..(5), wonende te (…. .. (2) ) …………………(3) aan de (4) nr
…….., hierna verder te noemen “trainer”.
In aanmerking nemende:
De trainer enkele sportteams van de vereniging wil begeleiden. De begeleiding bestaat zowel het verzorgen van trainingen als coachen voor en tijdens en na de wedstrijden. Dat partijen hun overeenkomst schriftelijk wensen vast te leggen;
verklaren te zijn overgekomen als volgt:
1. Oproepkracht treedt met ingang van (datum) in dienst van vereniging voor de duur van ( jaar\ maanden) voor het verrichten van werkzaamheden als sporttrainer.
2. De eerste maand van de arbeidsovereenkomst geldt als proeftijd in de zin van art. 7:676 BW.
3. Oproepkracht is verplicht om aan een oproep van vereniging gehoor te geven tenzij trainer vooraf met de vereniging heeft afgesproken om vakantiedagen op te nemen.
4. De tijdstippen waarop de werkzaamheden worden verricht zijn als regel vaste trainingsavonden en wedstrijddagen. De wedstrijddag wordt gerekend vanaf een half uur voor aanvang van de eerste wedstrijd tot een half uur van de laatste wedstrijd van één van de spelende teams van de dag. Trainer is bereid om tijdens uitwedstrijden het team te begeleiden. Trainer zal voor de reiskosten een vergoeding ontvangen van
ƒ 0,60 per kilometer.
5. Het loon bedraagt (bedrag) bruto per uur. Oproepkracht heeft daarnaast recht op vakantiegeld.
6. De trainer krijgt een gegarandeerde vergoeding van minimaal ƒ overeenkomstig
met de wekelijkse (aantal) trainingsuren.
7. Vereniging betaald oproepkracht het hem\ haar toekomende loon over enige maand uit voor het einde van de daarop volgende maand. De minimaal gegarandeerde vergoeding wordt aan het einde van maand uitgekeerd.
8. Per daadwerkelijk gewerkt uur bouwt oproepkracht 0,06 uur (3 min en 36 seconden) vakantierecht op. Bij het bepalen van het loon over een vakantieperiode wordt uitgegaan van het door oproepkracht in het voorgaande jaar gemiddeld per week gewerkte aantal uren.
9.2. Bij de vaststelling van in artikel 9.1 genoemde perioden worden de perioden waarin oproepkracht ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn\ haar arbeid te verrichten samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen.
9.3. Indien de arbeidsongeschiktheid langer dan 1 jaar duurt en de arbeidsrelatie na dat jaar nog zal bestaan wordt door vereniging na dit jaar noch salaris betaalt noch een suppletie op de AAW \ WAO en eventuele andere uitkeringen verstrekt.
9.4. Indien aanspraken ontstaan uit een door vereniging gesloten collectieve ziektekostenverzekering zullen boven bedoelde aanvullingen slechts worden verricht indien en voor zover deze aanvulling meer dan bedoelde uitkeringen belopen.
9.5. Indien en voor zover oproepkracht ter zake van ziekte of een hem\ haar overkomen ongeval jegens een of meer derden een vordering tot schadevergoeding wegens loonderving kan doen gelden, is vereniging niet verplicht om een betaling te doen die uitgaat boven de wettelijke verplichting tot doorbetaling van het salaris ex art. 7:629 lid 1 BW. Vereniging is in dat geval jegens oproepkracht slechts verplicht de uitkeringen en de salarisdoorbetaling ingevolge dit artikel bij wijze van voorschot op voornoemde schadevergoeding aan oproepkracht te betalen onder voorwaarde dat oproepkracht zijn\ haar recht op schadevergoeding ter grootte van de door vereniging uit hoofde van deze artikelen te verrichten bovenwettelijke betalingen aan vereniging cedeert op straffe van verlies van betaling. Vereniging zal dit voorschot met de uit te keren schadevergoeding verrekenen
10. Oproepkracht zal aan het bij vereniging geldende pensioenreglement geen aanspraak op pensioen kunnen ontlenen.
11. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege, dus zonder dat hiervoor voorafgaande opzegging is vereist, op (datum).
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt, per bladzijde geparafeerd en ondertekend
te | (plaats), | de | (datum) | |
Vereniging ‘x” | Trainer | |||
……………. Voorzitter | ………………. Dhr./mevr. |
Oproepcontract voor trainers.
1. Volledige naam van de vereniging
2. Postcode
3. Statutaire vestigingsplaats
4. Straatnaam
5. Volledige naam van de trainer.
Voor het overige moeten bepalingen van het onderhavige model worden verandert of aangevuld, zoals de aard van de zaak dit zal vereisen.
Er zijn verschillende arbeidsrelaties mogelijk tussen de vereniging en de trainer. Een trainer kan o.a. in vaste dienst treden en fulltime zich aan zijn werk wijden. Voor de meeste verenigingen zal de trainer meestal één of twee avonden per week aanwezig zijn om groepen te trainen.
Wij hebben gekozen voor een model minimum- maximum oproepkracht, waarbij een minimaal aantal uren gegarandeerd worden. Hierbij gaan we vanuit dat een trainer aan het begin van het seizoen een aantal trainingsavonden toegewezen krijgt. Daar het hierbij gaat om vaste uren kunnen (of juridisch gezien: moeten) deze uren ook gegarandeerd worden. Juist omdat de trainingstijden en het aantal uren vaststaat kun je niet uitgaan van een nuluren contract, waarbij geen enkele loongaranties wordt gegeven. Het maximum aantal uren kan worden berekend aan de maximale tijd die wekelijks aan wedstrijdbegeleiding, (en bijvoorbeeld vergaderuren) worden besteed.
Een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd ontstaat indien het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd dat elkaar opvolgt met tussenpozen van niet meer dan 3 maanden vier of meer bedraagt of indien de totale duur van de elkaar met tussenpozen opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd langer is dan drie jaar.
Wellicht willen sommige verenigingen de trainer als freelancer een contract aanbieden. Het betekent dat je als vereniging onder vele administratieve verplichtingen uitkomt. De belastingdienst kan echter hier moeilijkheden bezorgen. Voor de belastingdienst is er pas spraken van freelance werkzaamheden, als de trainer 3 of meer opdrachtgevers heeft. Indien de andere opdrachtgevers ontbreken, beschouwd de belastingdienst een freelance overeenkomst als een verkapt dienstverband. Naheffingsaanslagen kunnen dan verwacht worden.
Trainers die door een vereniging worden aangesteld vallen niet onder de CAO-sport. De vereniging valt niet onder de definitie werkgever die in de CAO gesteld wordt. Een vereniging is een lokale organisatie en CAO behelst organisatie op regionaal, provinciaal en landelijk niveau. In de overeenkomst hoeft dus geen rekening mee gehouden te worden met de CAO.
Administratieve verplichtingen
Verenigingen kunnen nog al eens opzien tegen alle administratieve vereisten die de wet vereist wanneer een werknemer in loondienst komt. Wellicht kan het verstandig zijn de loonadministratie uit te besteden aan derden. Een administratiekantoor kan soms al vanaf ƒ 30,-- per maand de salarisadministratie verzorgen. Ook sportservicebureau kunnen uitstekende service verlenen. Met name wanneer er spraken is van een CAO kan een gespecialiseerd bureau aanbevolen worden.