Contract
M JAARGANG — N° 1 ZONDAG, 11 OCTOBER 1931.
KATH. UNIVERSITEIT LEUVEN
REDACTIE : Italiëlei, 9 9 , A ntw erpen Abonnement : 100 fr. per jaar ■
Vereeniging zonder winstgevend doel BEHEER : Xxxxx Xxxxxxxxxx, 00, Xxxxxxxxx
1 " Postchecknummer : 3185.22
INH OUD :
AAN O N ZE LEZ ERS. RECHTSPRAAK.
Burg- Rechtb. Antwerpen. — 2e Kamer -, 17 Februari 1931. — Buurtweg. Inschfijving op gemeente~atlas. Burg. Rechtbank Dendermonde. — 17 Ja n u ari 1931. —
Doorhaling eener tvcttelijke hypotheek.
Beroepshof Brussel. — 6e Kam er - 17 Mei 1930. —
Seheepsontvluehting.
Vredegerecht Antwerpen. — 4e Kanton. — W et op de werkongevallen. Toepassing op bedienden.
Handelsrechtbank A ntw erpen. — 7e Kam er - 16 Ju li '1931. — Contractbreuk wegens wanbetaling.
BIBLIOGRAPHIE.
L a vie juridique des peuples. I. Belgique.
M EDEDEELINGEN.
Viering van Prof. V an Dievoet.
B A LIELEV EN .
alle belangrijke vonnissen die in de Neder landsche taal geveld worden zal binnen den kortst mogelijken tijd worden uitge geven en de lezers zullen volledig op de hoogte gehouden worden van al wat be trekking heeft op het rechtsleven in het Vlaamsche gedeelte van het land. Onmid dellijk na hun afkondiging zal de Neder
De redactie ontveinst zich niet dat hare onderneming gewaagd is en dat zij voor een zeer zware taak zal komen te staan. Doch zij heeft te veel vertrouwen in de frissche krachten van de ontluikende Vlaamsche herwording in de rechtswereld om ook maar één oogenblik aan het wel- gelukken van haar pogen te twijfelen. Zij
Aan onze lezers
landsche tekst van de belangrijkste nieu we wetten verschijnen en een uitgebreide bibliographie zal de lezers op de hoogte houden van al wat verschijnt in boeken en tijdschriften op rechtskundig gebied.
rekent eerst en vooral op vlijtige en regel matige medewerking van zeer talrijke ma gistraten en advokaten die hun beroep uitoéfenen in het Vlaamsche gedeelte van het land en van nu af werd haar de mede
In de laatste jaren is het gebruik van de Nederlandsche taal in gerechtszaken ongetwijfeld in zeer belangrijke mate toe genomen.
Sinds lang zijn Vlaamsche pleidooien en Vlaamsche vonnissen de algemeene regel voor de Rechtbanken zetelende in strafzaken; doch ook voor wat de burger lijke zaken betreft wijzen statistieken uit dat dagvaardingen en vonnissen in de
behooren en een levendige hoop mag ons vervullen voor een zeer nabije toekomst.
Naast de lang verwachte wettelijke re geling die eindelijk aan de bestaande ab normale toestanden een einde zal stellen zullen de begeestering en de liefde der Vlaamsche juristen ervoor zorgen dat er schitterend opbouwend werk verricht wor de. Onze taal zal voor de Rechtbanken in steeds beschaafder en verfijnder vorm
Het is te voorzien dat de overgangspe riode tijdens dewelke de Fransche taal ge leidelijk zal vervangen worden door de Nederlandsche als voertaal van de rechts pleging in de Vlaamsche streek voor vele magistraten en advokaten practische moei lijkheden zal medebrengen. Vóor hen zal het « Rechtskundig Weekblad » van zeer groot nut zijn, want naast de juridische
. teksten die zullen worden uitgegeven, zal
werking toegezegd van zeer velen onder hen voor 'wat betreft de regelmatige me- dedeeling van den tekst van belangrijke vonnissen en arresten.
Zij rekent ook met vertrouwen op den steun van onze overheden. Een bescher mend comiteit, samengesteld uit hoog staande personnaliteiten is in wording en de lijst van deze hooge beschermers zal binnen kórt kunnen gepubliceerd worden.
Zij rekent er eindelijk op dat geen enkel
Nederlandsche taal opgesteld steeds talrij
klinjten :.^e stijl van de Vlaamsche v j ^ * de redactie een bijzóndere xxxxxxx xxxxxx
•jurist-.1?2! »v» ■
ker worden.
De stuwkracht van de Vlaamsche herle ving heeft niet gewacht op de wetten die toegezegd werden om aan de Nederland sche taal de plaats te verzekeren dic haar toekomt in het rechtsleven. Een steeds groeiende schaar advokaten maakt uitslui tend van hef Nederlandsch gebruik voor de behandeling van alle rechtsgedingen, niettegenstaande de vele practische bezwa ren die zulks nog steeds belemmeren.
Talrijke magistraten leggen zich met bewonderenswaardigen ijver toe op de aan passing der Nederlandsche rechtstaal aan de behoeften onzer practijk.
In de jonge rechtsfaculteit der ver- vlaamschte Hoogeschool te Gent wordt ijverig gearbeid aan den opbouw eener Vlaamsche rechtswetenschap en de uitgave van rechtsgeleerde werken in de Neder landsche taal kent een bloei dien niemand vóór enkele jaren had durven verhopen.
De nieuwe wet op het gebruik der talen voor de proceduur en de pleidooien, die thans door den wetgever wordt voorbereid, zal binnen enkele maanden in voege komen en, welke ook de inhoud van deze wet weze,
het staat boven allen twijfel, dat zij in elk
nissen en proceduurstukken zal op steeds meer volmaakte wijze gebruik maken van de oneindige schatten der Nederlandsche taal en de wetenschappelijke rechtskun dige arbeid onzer geleerden zal het hechte voetstuk werden waarop onze eigen Vlaam sche rechtscultuur, die het doel is van ons droomen en ons streven, heerlijk en gaaf zal verrijzen.
Om dit doel te verwezenlijken is er ech ter innige samenwerking noodig tusschen alle krachten die streven in dezelfde rich ting. Een alleenstaand pogen veroorzaakt krachtverspilling en werkt ontmoedigend. Hoeveel merkwaardige Vlaamsche vonnis sen bleven niet onbekend, hoeveel belang rijke Vlaamsche rechtskundige studies gingen niet verloren bij gebrek aan een middel dat ze in breeden kring in onze rechtswereld kon verspreiden.
Er deed zich dan ook sinds enkelen tijd een dringende behoefte gevoelen aan de uitgave van een blad dat regelmatig elke week zou verschijnen en dat gelezen zou worden door al wie zich in het Vlaamsche land bezig houdt met de rechtspractijk.
Om aan deze behoefte te beantwoorden verschijnt nu het « Rechtskundig Week
âlth de Nederlandsche vakterminologie die voor alle juristen van het grootste belang zal zijn.
Het « Rechtskundig Weekblad » wil ver der een innig verband doen ontstaan tus schen de verschillende Vlaamsche confe renties en pleitgenootschappen aan de ba lies onzer Vlaamsche steden. Er zal verslag gegeven worden over hunne respectieve lijke werkzaamheden en de redactie hoopt daardoor de vriendschapsbanden tusschen de Vlaamsche confraters steeds nauwer aaneen te sluiten.
Het hoeft nauwelijks gezegd dat de ac tiviteit van het «Rechtskundig Weekblad» opgevat wordt buiten elke politieke geest. Het weekblad zal met hardnekkigheid alle belangen van de Vlaamsche cultuur, alle bevordering van het gebruik der Neder landsche taal in het rechtsleven aanmoe digen en steunen. Ieder die daartoe wil bijdragen is welkom, doch elke poging om de zienswijze van grootere of kleinere groepen uitsluitend te doen doordringen zal heftig worden geweerd.
xxxxxxx opoffering die van hem gevraagd wordt voor het nemen van een abonnement op het « Rechtskundig Weekblad ».
Voor den bloei van een grootsch-opgevat, positief-opbouwend cultuurwerk als het
« Rechtskundig Weekblad » beoogt, mag niemand zijn steun en zijn,medewerking ontzeggen en het gloedvolle enthousiasme van de eenen zoowel als het practisch be lang van de anderen, staan er waarborg voor dat het « Rechtskundig Weekblad » zal leven en gedijen.
DE VOORLOOPIGE REDACTIE :
Xx. X. XXXX, Stafhouder der Balie van Antwerpen
X. XXXXXX
H. XX XXXXX
L. ELEBAERS
J. XXXXXXXXX
X. XXXXXX
I. VAN DEN XXXXXX
X. XXXXXX
X. XXXX
G. CRAEN.
geval het gebruik der Nederlandsche taal voor onze rechtbanken zeer zal bevorderen.
blad ». Het initiatief van deze uitgave werd genomen in den schoot der Vlaamsche Conferentie der Balie van Antwerpen waar
RECHTSPRAAK
Het rechtsleven in de Vlaamsche gewes ten staat dan ook op een keerpunt. Tot nog toe was het vervreemd van zijn ware be stemming. De juristenwereld bediende zich bijna uitsluitend van een taal die niet be grepen werd door de massa Vlaamschspre- kende menschen en bleef dan ook op hen zonder eenige weldoende werking. De ma gistratuur en de balie leefden ten onzent in een afgesloten sfeer die geen bescha vende en veredelende invloed naar de volks gemeenschap liet uitstralen. Ons rechtsle ven droeg in geenen deele bij tot de groot heid der Vlaamsche cultuur.
Ieder die realist is moet noodzakelijk vaststellen dat die toestand binnen zeer korten tijd volledig tot het verleden zal
een voorloopige redactieraad werd samen gesteld dien wij spoedig hopen te volledi gen door toetreding van talrijke juristen uit andere Vlaamsche steden.
Het «Rechtskundig Weekblad» stelt zich een uitgebreid doel. De uitgevers ervan zijn ten volste doordrongen van het besef dat het recht een allereersten rol speelt in de cultuur van een volk en hun bijzonder lijk streven is dan ook in de mate van hunne krachten bij te dragen tot de ont wikkeling van de Vlaamsche cultuur.
Doch verder beoogt de redactie ook vooral practisch werk te leveren. Er zullen regelmatig hoofdartikels verschijnen over rechtskundige actualiteiten ; de tekst van
BURGERLIJKE RECHTBANK
VAN ANTWERPEN
2° KAMER — 17 FEBRUARI 1931
Voorzitter : M. R. Moreels Pleiters : Mters X. Xxxx en X. Xxxxxx Xxxxxxxx t l Gemeente St-Job-in-’t Goor
BUURTWEG - PREJUDICIEELE VRAAG WET XXX XXX xXx XXXXX 0000 XX XX
XXXXXXXXXX - INSCHRIJVING VAN EEN WEG ALS BUURTWEG OP DEN GEMEENTE-ATLAS - KRACHT ZUL- KER INSCHRIJVING
Het staat de Rechtbank vrij de partij aan te wijzen welke als aanlegger dient aanzien te wor den in een betwisting ontstaan bij uitvoering van
een vonnis geveld in gevolge artikels 17, 18 en 19 der wet van den 17n April 1878. Deze partij zal een bewijs van eigendomsrecht moeten in brengen.
Het bevel van goedkeuring door de Bestendige Deputatie uitgevaardigd in uitvoering der wet van den lOn April 1841 op de buurtwegen levert het bewijs op dat al de pleegvormen, door de wet vereischt, vervuld zijn maar kan geen inbreuk maken op eigendomsrechten of klachten.
De inschrijving van een weg op den gemeente- Atlas als buurtweg kan in zich zelven geen ei gendomsbewijs of. titel daarstellen ten voordeele eener gemeente, doch enkel als eigendomsverkla- ring en niet als eigendomsoverdracht of eigen- domspresumptie aanzien worden.
Gehoord de partijen in hunne middelen en besluiten,
Gezien de gerechtsstukken, de inleiden de dagvaardiging van zes Juli 1928, ge boekt ;
5
Aangezien de eisch strekt tot het hooren
zeggen voor recht dat aanlegger uitslui tend eigenaar is der gronden beschreven
6
alle door voormelde wet vereischte vooraf- gaandelijke pleegvormen vervuld werden,
doch volgens xxxxxxxxxx van artikel 10 der
7
DOORHALING EENER WETTELIJKE HYPOTHEEK
8
verders niets heeft geërfd ; dat zij geene rechten op vergoedingen of terugnemin gen heeft uit te oefenen en geen enkel
onder koopen 3 en 4, volgens akten verle den voor wijlen Meester notaris Xx Xxxxx te Schooten in dato van 6 Oogst en 18 Sep
tember 1895 en tot het bekomen van een zekere som ten titel van schadevergoe ding;
Aangezien verweerster beweert op ge zegden eigendom eigenares te zijn gewor den van een buurtweg van 6,5 m. breed en een lengte van 200 meters en eischt dat haar eigendomsrecht zou erkend worden door een te vellen vonnis ;
Aangezien de betwisting voor deze recht bank bij uitvoering van een vonnis op 12 Juni 1928 door den heer Vrederechter van het Kanton Santhoven uitgesproken ge bracht is geworden, bij toepassing van ar tikels 17, 18 en 19 der wet van 17 April 1878, en dat er dus dient te bepalen wie de eigendom verworven heeft, ofwel voor
noemde Gemeente ofwel Xxxxxxxx Xxxx- sens ;
Aangezien bij toepassing van artikel 19 van voormelde wet van 1878 in geval van betwisting het aan de rechtbank vrij staat de partij aan te wijzen, welke ten opzichte van het in te brengen bewijs van eigen domsrecht als aanlegger dient aanzien te worden ;
Aangezien het in het huidig geval, de gemeente St-Job-in-’t Goor thans verweer ster is, die als aanlegster in het geding dient op te treden, daar zij het is die vol gens hare bewering en doenwijze tegen over Xxxxxxxx, zich aanstelde als zijnde ei genares van den betwisten weg ;
Aangezien Xxxxxxxx aanvoert dat hij uit sluitend eigenaar is over de gronden waar over den betwisten weg, en dit sinds 1895 om ze aangekocht te hebben zooals gezegd, en dat hij daarenboven,-zekeren akt verle den op 6 September 1848, voor notaris Hanegreef te Antwerpen en geboekt, voor legt, uit welken akt blijkt dat zekeren Ame-
deus de Baillet, op dien datum in publieke aanbesteding, de betwiste goederen aan kocht ; dat overigens de eigendomsbewij zen opgenomen in gezegden akt, terug loo-
^jjfin_lptLoï>.25»Mei.i.807 en dat het vruchte loos is dat gezocht wordt in de meldingen en xxxxxxx van dien akt over het bestaan van den betwisten weg, welke de gemeente zou toebehoord hebben « hetzij » door ont eigening of aankoop ;
Aangezien voormelde Amedeus de Bail- let, eigenaar op dezen eigendom bleef tot toewijzing dezes op 6 Xxxxx 0000 volgens akte van notaris Xx Xxxxx ;
Aangezien de betwiste gronden, zijnde koopen 3 en 4, beschreven zijn in deze ak ten van 1895 als palende met halve | .........
een wegenis waarover respectievelijk koop 3 en 4 en wordt verder deze wegenis be schreven als uit wegenisweg van zes me ters vijftig centimeters breedte, welke tot uitwegenisweg zal dienen aan de koopen 2, 3, 4 en 6 om te komen op den steenweg: zooals die wegenis duidelijk op het gezegd plan is aangeduid ;
Aangezien bijgevolg deze wegenis als gemeen tusschen eigenaars van loten 3 en 4 dient aanzien te worden en enkel te be staan ten dienste van de verschillende in veiling gebrachte loten ;
Aangezien er geen twijfel bestaan kan dat ten gevolge der voormelde akten van notaris Xx Xxxxx, het uitsluitend eigen domsrecht van de wegenis in handen van Xxxxxxxx gevallen is, daar hij kooper werd van loten 3 en 4 ;
Aangezien daarenboven, de uitwegenis, aangestipt zijnde op het bij de akten aan gehechte plan, bij middel van drie kruis- kens, als een bewijs van privaten eigen dom voorkomt ;
Aangezien in die omstandigheden geen twijfel zou kunnen bestaan wat het eigen domsrecht van Xxxxxxxx op den betwisten weg, ware het niet dat op 8 Oogt 1849, de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen aan zekere platte gronden af- plans van het atlas van de gemeente St-Job in ’t Goor hare goedkeuring gegeven had, plans, welke opgesteld waren geweest in uitvoering van de wet van 10 April 1841, op de buurtwegen en waarop de betwiste weg voorkwam en aangestipt stond als zijnde Xxxxxxxx, 00 der gemeente St-Job in ’t Goor ;
Aangezien het bevel van goedkeuring door de Bestendige Deputatie uitgevaar digd in zich zelf het bewijs oplevert dat
zelfde wet kan het bevel geen inbreuk of krenking te weeg brengen aan de eigen domsrechten of eigendomsaanklachten die zich mogen doen gelden ;
Aangezien nochtans in het huidig geval, geen het minste bewijs ingeleverd is als zou eenig toenmalig eigenaar van de be twiste gronden, eenige aanklacht gedaan hebben of eenig eigendomsrecht hebben doen gelden, noch uitvoering van de in ar tikel 4, 6 en 7 voorgeschreven bepalingen, noch binnen den termijn noodig om door verjaring van tien of twintig jaar het goed of den weg te doen overgaan als eigendom ten bate van de gemeente ;
Aangezien het van algemeene rechtsleer en rechtspraak is en tevens ook van prin ciep is, dat de opneming van eenen weg in de op de gemeente*-Atlassen zijne beschrij ving op de erbijgaande tabels als « buurt weg » in zich zelven geen eigendomsbewijs of titel kunnen daarstellen ten voordeele van een gemeente doch enkel als eigen- domsverklaring en niet als eigendomsover dracht mogen aanzien worden en evenmin een eigendomspresumptie ten bate van een gemeente kunnen vormen ;
Aangezien dat diensvolgens, buiten het feit van opneming of beschrijving van een weg als buurtweg op het Atlas; wordt het,- daarenboven de gemeente opgelegd het be wijs in te leveren dat deze weg gebruikt is geweest door de inwoners van de gemeente, gelijkvormig artikels 2229 van het Biore. Wetboek : rechtmatig, voortdurend, zicht baar, rustig en openbaar is geweest sinds 10 of 20 jaar (arresten van verbrekingshof 29 Dec. 1881 en 27 Dec. 1866) en wordt het gebruik in die modaliteiten bewezen, dan maar eerst kan het bevel van goedkeuring van het Atlas door de Bestendige Deputa tie gegeven als titel van eigendom gelden ;
Aangezien de Gemeente Öt-Job in ’t Goot zich bereid verklaart over te gaan tot het bewijzen door alle middelen van recht, ge tuigenverhoor inbegrepen, dat die Wég al* tijd bestaan heeft en uit onheuglijke tijderf gebruikt is geweest ‘dóor dé inwonérs van de gemeente gelijkvormig artikel 2229 van het Burg. Wetboek : rechtmatig, voortdu rend, zichtbaar, rustig en openbaar is ge-j weest sinds meer dan 20 j.
OM DEZE REDENEN
De Rechtbaitk alle andere tegenstrijdige! besluiten verwerpënde :
Zegt voor recht dat verweerster in het huidig geding dient aanzien te worden als aanlegster en alvorens recht te doen ten gronde legt aanlegster op te bewijzen dooi* alle middelen van recht, getuigen inbegre-: pen, dat de weg in kwestie altijd bestaan heeft en uit onheuglijke tijden gebruikt is geweest door de inwoners van de gemeente; St-Job in ’t Goor gelijkvormig art. 222y van het B. W. rechtmatig, voortdurend, zichtbaar, rustig en openbaar is geweest sinds meer dan 20 j.
Behoudt aan verweerder Xxxxxxxx voor het tegenbewijs voor dezelfde rechtsmid delen in te leveren, bijzonderlijk dat het gebruik en het bezit van den weg altoo^ aan de opeenvolgende eigenaars onge-1 stoord is gebleven en dat dè verjaring teii gunste van de gemeente St-Job in ’t Goor door afdoende feiten van uitsluitend ge-1 bruik, bezit, onderhoud, beschikking over den weg onderbroken is geworden ;
Stelt den heer Rechter Xxxxxxxxx aan om de getuigenissen af te nemen.
Om de rechtbank nadien zijn vonnis ten gronde te vellen, zoo het in rechte behoo» ren zal.
Kosten voorbehouden.
BURGERLIJKE RECHTBANK VAN DENDERMONDE
17 JANUARI 1931
Voorzitter : M. Van Ginderachter Pleitbezorger : X. Xxxxx
Xx Xxxxxx t / Poppe
Toepasselijkhéid van art. 71 en 95 der wet van
16 December 1851; ■—. Advies van nabestaanden van de vrouw enkel vereischt in geval van ver mindering door de Rechtbank van de waarde der hypotheek, doch niet in geval van volledige door haling wegens het verdwijnen dér oorzaken.
De Rechtbank verleent het volgende von nis :
Gehoord aanlegger in zijne middelen en besluitselen ;
Gezien de processtukken ;
Overwegende dat verweerster, behoorlijk gedagvaard geen pleitbezorger heeft aan gesteld ;
De Rechtbank verleent tegen haar ver stek bij nalatigheid om te verschijnen en voor het profijt ;
Overwegende dat de eisch strekt tot de doorhaling der inschrijving van wettelij ke hypotheek welke krachtens machtiging verleend door den Voorzitter dezer Recht bank op 18 Juli 1930 en tot beloop van het door hem vastgesteld bedrag van 23,000 fr. door de cchtgenoote Xx Xxxxxx
— ingevolge artikel 67 der wet van 16 December 1851 — den 19 Juli 1930 ten kantore van grondpanden te Dendermonde werd genomen op een woonhuis aan aan legger toebehoorende, gelegen té Aalst, Dendermondsche steenweg, 104, gekadas treerd sectie C. n° 1015/H groot een aar 50 centiaren ;
Overwegende dat zoowel uit rechtskun dig oogpunt als volgens de gezonde rede aan den man het recht dient toegekend om de doorhaling van zulkdanige hypo- theekinschrijving te vorderen bij het ver dwijnen van hare oorzaak en haar nut (Xxxxxxx x. 30 n° 406 ; Martou t. III. n° 938 ; Lagneau n° 593. — Becker n° 158 ; Pandectes Belges Vërbo Hypothèque lé gale n° 658. — Lepinois t. III. n° 1418. —- Xxxxx n° 1777) ;
Overwegende dat er dient onderzocht te Wofden of de vordering tot algéheele doorhaling onderworpen is aan de pleeg vormen van artikel 72 en namelijk indien het advies van drie nabestaanden der vrouw moet ingewonnen worden ;
Overwegende dat de vermindering der wettelijke hypotheek afhangt van het on derzoek of de waarde der geringe in pand aangeboden onroerende goederen en het kleiner bedrag tot hetwelk men voorstelt de inschrijving te beperken genoegzaam de onbetwiste rechten der vrouw waar borgen of niet ; dat in zulkdanig geval het advies der nabestaanden door den wetge ver wordt vereischt, enkel én alleen om elke onvoorzichtige toegeving der vrouw tegenover haren man te voorkomen. (Ar gum. art. 71) ;
Overwegende dat daarentegen het be komen der geheel doorhaling enkel het vraagpunt opwerp van te weten of de
« causes de recours » bij artikel 67 voor zien nog bestaan of niet ; dat in dit ge val geene toegevendheid der vrouw te vreezen is, vermits de rechtbank alleenlijk in rechte te beslissen heeft of, ja dan xxxx de vrouw rechten te doen gelden heeft tegenover haren man ;
Overwegende verders dat bij het aan vragen aan den Voorzitter der vereischte machtiging tot inschrijving der hypo theek — aanvraag waarbij de man niet geroepen wordt om zich te verdedigen — het advies der nabestaanden niet is ver eischt ; dat het dus logisch is dezelfde wijze van handelen te volgen wanneer de man voor- de Rechtbank staande houdt dat de hypotheek tot welker inschrijving aldus toelating werd gegeven niet gegrond is of zonder rechtelijke oorzaak is gewor den ;
Overwegende dat zoo, in huidig geval, niet artikel 72 maar enkel artikel 95 der Wet van 16 December 1851 moet toege past worden (Pand. Beiges, Hyp. Lég. n° 679 Schicks et Van Isterbeek. Droit Civil
T. 3. N° 476 — contra Lepinois t. III, n°
1421) ;
Overwegende dat uit de voorgebrachte stukken blijkt dat de echtgenooten Xx Xxxxxx-Xxxxx getrouwd zijn op 11 Juli 1924 zonder huwelijkskontrakt, dus onder het beheer der wettelijke gemeenschap van goederen ; dat de vrouw geene eigene goederen bezit of bezeten heeft ; dat zij
verhaal tegt mover haar man te doen gel
den heeft e:n geen ander recht dan voor wat gebeur?üjk haar aandeel in de ge meenschap, bij dezer ontbinding aangaat;
Overwegende dat op 15 Juli 1930 ver weerster eon verzoekschrift heeft neerge legd strekkende tot de scheiding van tafel en bed en te dier gelegenheid de machti ging heeft bekomen tot het nemen der litigieuse inschrijving ten beloope van
18.000 frank tot vrijwaring harer rechten is de gemeenschap en ten beloope van vijf duizend frank tot vrijwaring van haar recht op onderhoudspensioen ;
Overwegende dat sedertdien verweer ster aan haar geding tot scheiding van tafel en bed heeft verzaakt en op 20 Sep tember 1930 niet eens is verschenen voor den voorzitter ingevolge dezes bevel schrift van 18 Juli 1930 ;
Overwegende dat gedurende het huwe lijk de man alleen heer en meester is der gemeenschap ;
Overwegende dat de ontbinding dezer gemeenschap niet meer in aanmerking komt ;
Overwegende dat blijkt uit hetgeen voorgaat dat de kwestieuze hypotheekin- schrijving als zonder oorzaak en zonder nut voortkomt ;
Om deze redenen, de Rechtbank, ge hoord den Heer Bohyn, substituut Pro cureur des Konings in zijn eensluitende vordering, voor zooveel noodig akte ver- leenende aan eischer dat hij zijne vrouw bijstaat en bemachtigt, beveelt de hand- vlichting en doorhaling der inschrijving ten laste van eischer genomen ten kan tore der grondpanden te Dendermonde op 19 Juli 1930, vol. 1256, n° 106. ^
Zegt dat de heer Xxxxxxxxx der Grond panden, op vertoon van het afschrift van het onderhavig vonnis, nadat het kracht
van , gewijsde zal hebben en waarvan het béwijs zal afgeleverd worden volgens de bepalingen van art. 548 Wetboek van
Rechtspleging in Burgerlijke zaken, tot de doorhaling van kwestieuze hypotheek zal overgaan.
Veroordeelt de verweerster tot de kos ten van het geding, begroot in hun geheel op vijf honderd en een frank 95 centie men, ongerekend de kosten van expeditie van xxxxxxxxxx xxxxxx.
Stelt deurwaarder X. De Swaef te Den dermonde aan om dit vonnis aan verweer ster te beteekenen.
BEROEPSHOF VAN BRUSSEL
6® KAMER — 17 MEI 1930
Voorzitter : X. Xxxxxxx Xxxxxxxx t / Ó. M.
SCHEEPSONTVLUCHTING
Klacht : openbare orde
Artikel 49 der wet van 21 Juni 1849 voorschrij vende, dat de scheepskapitein een klacht wegens ontvluchting, die geschiedt in België, moet neder- leggen binnen de drie dagen van de feiten, is yan openbare orde.
Aangezien het vast staat dat X., op den monsterrol van de s.s. ingeschreven, in hoedanigheid van werktuigkundige, bui- tén de haven van Antwerpen op 25 Mei 27 en binst het uitvaren, het schip verliet.
Aangezien de kapitein zich onthield klacht in te dienen over het feit tot 8 Juni daaropvolgend en slechts bij zijn terug keer in België uit Engeland, deze nederleg- de in de handen van den zeecommissaris te Gent.
Aangezien in de besluitselen voor het hof schriftelijk genomen de nietigheid der betichting wordt gevraagd bij tekort koming aan de voorschriften, in art. 49 der wet van 21 Jui 1849 op gebiedende wijze neergeschreven.
KATH. UNIVERSITEIT LEUVEN
Z
Nederlandse afdeling
'V o ' q fac. rechtsgeleerdheid
* ö jtf BI8UOÏHEEK
9
Aangezien bewust artikel deel uit maakt van titel III der Wet, de vorm der rechtspleging regelende, dat alzoo de voorschreven pleegvormen op strafgebied uitgebracht de openbare orde raken en van nauwe toepassing zijn op straf van nietigheid.
Enz., enz.
Het hof spreekt vrij.
VREDEGERECHT (Antwerpen)
4® KANTON — 14 JANUARI 1931
Rechter : X. Xx Xxxxxx Pleiters : Mters Vrints en L. Elebaers
In zake :
Xxxx X. Xx Xxxxxx t / Mij General Accident
WET OP DE WERKONGEVALLEN TOEPASSING
DER WET OP DE BEDIENDEN
De Wet op de werkongevallen is niet toepas selijk op de bedienden wanneer hun jaarlijksch loon meer dan 12.000 fr. bedraagt en dit door het feit dat de werkgever de bijdrage betaald voor pènsioen en professionneele taks.
Gezien de voorgaande handelingen ter zake, namelijk ons voorbereidend vonnis van 24 December 1.1. ;
Gehoord de partijen in middelen en be sluiten ;
Aangezien het gebleken is uit de ver dere uitleggingen door partijen verstrekt ter zitting van 31 December 1.1., dat wij len de echtgenoot van aanlegster een maandelijksch maandgeld trok van dui zend franks en dat zijn patroon geregeld de bijdrage voor het pensioen en het be drag der professionnele taks, buiten en boven die som betaalde ; dat bovendien wijlen Xxxxxxx eene Nieuwjaar vergoeding ontvangen heeft van fr. 500 ;
Aangezien, zoo men die bijkomende be talingen als loon telt het bedrag van dit laatste, heel wat klimt boven de fr. 12.000 en dat dus de vraag dient beantwoordt, of die betalingen wel dan niet moeten in aan merking komen om het bedrag van het loon vast te stellen in den zin en naar den eisch van de wet van 1903 ;
Aangezien het onder dit opzicht van weinig, belang is er op te wijzen welke de mogelijke verplichtingen zijn welke de patroon tegenover den fiscus na te komen heeft betreffende dé betaling van profes sionnele taks of pensioen-bijdrage van zijne bedienden, want de uitslag van een onderzoek desaangaande, kan geene oplos sing brengen aan het gestelde vraagstuk;
Aangezien de wet van 1903 beschikt dat het «loon» dient verstaan als «de wer
kelijke vergoeding aan den werkgever toe gekend op grond van de getroffen over eenkomst » ;
Aangezien het echter blijkt uit de be sprekingen over de wetstekst van 1903 en uit de rechtspraak die jaren lang bestaat over die twistvraag, dat die bewoordingen uit artikel 8, eerste alinea, niet in al te engen zin mogen verstaan worden, zoo dat alleen die vergoedingen in aanmerking zouden komen, waarvan de partijen de betaling uitdrukkelijk hebben vastgelegd in eene overeenkomst ;
Aangezien het zoo algemeen aangeno men is dat de extra-toelagen of gratifica ties bij het loon dienen meegerekend te worden, indien zij gebruikelijk regelmatig en bestendig uitbetaald worden, onafge zien van de omstandigheid of de betaling van die bijverdienste bepaaldelijk voor zien is in de overeenkomst dan wel of deze desaangaande het stilzwijgen behoudt ;
Aangezien deze zienswijze trouwens lo gisch is, vermits er zonder degelijk bewijs niet redelijk mag verondersteld worden dat de werkgever met het uitbetalen dier toelagen enkel zou beoogd hebben een werk van liefdadigheid te verrichten ; dat het integendeel mag aangenomen worden dat hij het deed, al is het dan niet op grond
van eene uitgesproken contractueele ver plichting, dan toch allerminst uit eerlijke gewetensplicht, omdat hij gemeend heeft dat dank aan de diensten hem verleend door zijnen ondergeschikte medewerker,
10
zijne zaak uitslagen heeft opgeleverd, die wellicht niet voorzien waren, medewer king die dan ook billijkerwijze in betere voorwaarden kan vergoed worden dan die gene die tusschen partijen uitdrukkelijk en vooraf vastgelegd werden ;
Aangezien het ten andere met evenveel reden moet aangenomen worden dat de werknemer er toe overgegaan is om in dienst te treden, omdat hij wist dat hij rekenen mocht op extra toelagen, juist omdat de betaling daarvan een algemeen gevolgde regel was en omdat daardoor zijne verdiensten het peil bereikten dat hij voor zijn werk wenschte te bekomen ;
Aangezien dus en langs den kant van den werkgever en langs den kant van den werknemer, het betalen van de extra toe lagen wel degelijk verband houdt, met de regeling der vergoeding voor het aange nomen en uitgevoerde werk ; dat beide partijen noodzakelijkerwijze moeten ver ondersteld worden bij het treffen httnner overeenkomst over het loon, van meening te zijn geweest niet af te breken met het tot dan toe gevolgde gebruik om de extra- vergoedingen te blijven betalen eenerzijds en te ontvangen anderzijds ;
Aangezien het dan verder van weinig nut is te willen onderzoeken of in be
paalde gevallen de werkgever het recht zou bezitten het betalen der extra-vergoe- dingen te staken en of dan, indien hij het
wezenlijk deed, de werknemer de voortbe- taling daarvan gerechtelijk zou mogen opeischen, want zulke gebeurlijkheid zou enkel en alleen in betwisting stellen het bestaan van het werk of bediende contract voor de toekomst, maar zou ongetwijfeld zonder invloed blijven op de vraag welke tot dan toe het bedrag geweest is van de vergoeding die als loon dient beschouwd te worden voor de toepassing der onge vallenwet ;
Aangezien nu de bij-betalingen waarvan wijlen Xxxxxxx genoten heeft wel degelijk dit karakter hadden van gebruikelijk, re gelmatig én bestendig te zijn, hetgeen aanlegster trouWens niet betwist ;
Aangezien deze laatste nog opmerken doet dat wijlen haar echtgenoot niet eens zou-geweten hebben dat de patroon die betalingen voldeed met eigen penningen en boven het loon in geld verstrekt en zich dus heel zeker niet heeft verbonden opdat de professionnele taks en de pen sioen bijdrage boven zijn vastgesteld loon betaald werdén ; dat deze bewering wei nig ernstig voorkomt, want wijlen Xxxxxxx moest zeker weten dàt hij die taks en die bijdrage te betalen had en mits hem geene afhouding gedaan werd op het maand geld, wel overtuigd zijn moest dat nie mand anders dan zijn patroon die betaal de ;
Aangezien eindelijk aanlegster nog in brengt dat een volmaakt bewijs dat het loon van wijlen haren echtgenoot niet bo ven de fr. 12.000 reikte, hierin te vinden is, dat de patroon zijn bediende tegen on gevallen deed verzekeren juist voor dit bedrag van die fr. 12.000, zonder rekening te houden van eenige bijverdienste ; dat echter uit deze omstandigheid dit voor? gewend bewijs heelemaal niet voortvloeit, want hier handelde de patroon in volle vrijheid en buiten alle afhankelijkheid waartoe de getroffen overeenkomst of de ten zijnent gevolgde gebruiken hem zou den kunnen verbinden, zoodat hij zich kon onthouden van zijnen bediende te doen verzekeren of dit doen kon op grond van welke voorwaarden welke hij ook verkie zen wou ;
Aangezien uit al het voorgaande blijkt dat de vergoeding welke wijlen de echtge noot van aanlegster verdiend heeft tij dens het jaar dat zijn ongeval voorafging, meer dan fr. 12.000 bedroeg en de wet van 1903 bijgevolg niet van toepassing is op het geval ;
OM DEZE REDENEN ;
Wij, Xxxxxx Xx Xxxxxx, Vrederechter van het vierde kanton der stad Antwer, pen, zeggen voor recht dat aanlegster geen recht heeft om aanspraak te maken op de vergoedingen voorzien bij de wet van 24 December 1903 ; wijzen hare vraag af en stellen de onkosten van het geding, ten haren laste ; onkosten bere kend op drij en tachtig franks 75 centie men niet inbegrepen het tegenwoordig vonnis.
11
Alzoo werd dit vonnis uitgesproken te Antwerpen, in openbare zitting van Woensdag veertien Januari 1900 één en dertig.
HANDELSRECHTBANK VAN ANTWERPEN
T KAMER — 16 JULI 1931
Voorzitter : M. Doom Referendaris ! M. P. Zech
Pleiters : R. Xxxxxx en X. Xxxxxx x / X. Xxxxx
Xxxxxxxx c/ Derickx en Tokkie
CONTRACTBREUK WEGENS WANBETALING
De wanbetaling van het vastgestelde loon geeft de. werknemer ,het recht zijn contract van diènstverhuring te verbreken.
Dé verbréking moet dragen ’op den ganschén duurtijd der overeenkomst, al kan deze ook jaar lijks door beide partijen opgezegd worden.
Gezien de inleidende dagvaardiging van
3 Juni 1931 geboekt, strekkende tot de betaling van 2.000 fr. voor een halve maand salaris en tot verbreking van een overeenkomst bestaande tusschen par tijen met betaling van schadevergoeding.
Aangezien door mondelingsche overeen komst aanlegger door verweerders aange worven werd om vijf achtereenvolgende jaren bij het personeel van den Konink lijken Vlaamschen Opera van Antwerpen waarvan verweerders bestuurders zijn, verbonden te blijven ;
Aangezien deze overeenkomst in wer king gesteld werd den 18n Augustus 1930 ;
dat het voorzien was dat het seizoen negen doorloopende maanden duren zou, en dat gedurende deze negen maanden aan aanlegger een maandelijksche wedde van 4.000 fr. zou uitgekeerd worden be- taafoaar pef twee maandelijksche termij nen ;
Aangezien de overeenkomst geldig was voor vijf jaren in delzelfde voorwaarden, doch dat deze jaarlijks kon verbroken worden mits een opzeg van drie maanden voor het einde der seizoen, wat verweer ders betreft en mits zes weken opzeg wat aanlegger betreft ;
Aangezien er nóch in Februari noch in Maàrt van geenerzijde opzeg gegeven werd, en dat het seizoen 1930-1931 een einde moest nemen op 15 Mei 1931;
Aangezien verweerders nochtans plot seling in de tweede helft van April beslo ten het tooneeljaar 14 dagen vroeger te eindigen en op 2 Mei den Ópera te sluiten;.
Aangezien zij aldus de laatste halve maand, zijnde van 3 tot 17 Mei den aan legger geen gelegenheid gaven zijn ver plichtingen als zanger te volbrengen ;
Aangezien door geregistreerd exploot van deurwaarder Xxx xxx Xxxxxxxxx be- statigd is dat vanaf 3 Mei den Opera ge sloten was en dat het personeel niet in de gelegenheid gesteld werd zijn werkzaam heden voort te zetten ;
Aangezien tevens aanlegger niet be taald werd voor de halve maand wedde hem verschuldigd tot 15 Mei zijnde 2.000 fr. en dat alle pogingen tot bétaling vruchteloos waren ;
Aangezien er in zake salarissen geen uitstel kan toegestaan worden zonder toe stemming van den schuldeischer en dat aldus alle voorstellen in dezen zin van de hand gewezen worden ;
Aangezien aldus de 2.000 fr.' voor sa laris gevergd, verschuldigd zijn ;
Aangezien bovendien door bovengemel de omstandigheden vastgesteld is dat de verweerders hunne verplichtingen niet naleefden en dat de verbintenissen tus schen partijen overeenkomstig de wetten dienen verbroken te worden ten nadeele van de verweerders ;
Aangezien het feit dat aanlegger op orde van de bestuurders van den Opera en na de inleidende dagvaardiging zijne
12
rollen voor het seizoen 1931-1932 afhaal- de, zijn recht tot verbreking der overeen
komsten tusschen partijen niet vermin dert ;
dat het de plicht was van aanlegger de verweerders te gehoorzamen zoolang de in voege zijnde mondelingsche overeen komsten door de rechtbank niet verbro ken werden op hunne aanvragen ;
Aangezien, indien aanlegger zoo niet gehandeld zou hebben, de verbreking te gen hem had kunnen uitgesproken wor den, daar hij contractbreuk zou gepleegd hebben ;
Aangezien niemand zichzelf rechten mag en dat de houding van aanlegger de eenige was die billijk was, dat de eisch tot Verbreking dezer overeenkomsten tus schen partijen dus steeds ontvankelijk blijft ;
Aangezien de eisch verder gegrond is door het niet betalen van den huurprijs of wedde, op het gestelde termijn, in een dienstenverhuring evengoed een contract breuk dàarstelt als in een grond, huizen of zaken huurceel ;
Aangezien dergelijke contractbreuk de vernietiging der geheele verbintenis ten nadeele van verweerder wettigt en deze verplicht den aanlegger schadeloos te stel len ;
Aangezien de aanlegger een billijke schadevergoeding dien ten gevolge dient toegekend te worden ;
dat « ex æquo et xxxx » een vergoeding gelijk aan zes maanden weddè daartoe volstaat ;
Aangezien het van zelf spreekt dat in dien aanlegger niettemin de rollen behou den zou en toekomend speeljaar van zin zou zijn bij het gezelschap verbonden te blijven de toegekende schadevergoeding niet eischbaar zou zijn ;
OM DEZE REDENEN
De Rechtbank
Verbreekt de mondelingsche overeen komst tuschen partijen bestaan ;
V Véroordeelt solidairlijk verweerders'den
aanlegger te betalen voor een halve maand wedde 2.060 fr. en als vergoeding voor het verbreken der mondelingsche overeen komst, tusschen partijen bestaande, 24 duizend frank, gezamentlijk met de ge rechtelijke intresten en de onkosten des gedings ;
Uitvoerbaar niettegenstaande beroep en mits borgstelling.
B ib lio g ra p h ie
LA VIE JURIDIQUE DES PEUPLES.
Bibliothèque de droit contemporain sous la direction de Xxxx-Xxxxxxx et de Mir- kine-Guetzévitch. I. BELGIQUE. (Parijs. Xxxxxxxxx 0000. - 448 blz.. Prijs 90 fr.).
Zooeven komt te Parijs bij de librairie Delagrave het eerste deel te verschijnen van een uitgebreide verzameling die zal handelen over het rechtsleven bij de ver schillende volkeren van Europa. Deze uit gave is zoo groots opgevat en is geroepen om zulke groote diensten aan de juristen te bewijzen dat wij er bijzonder de aan
dacht der lezers van het «Rechtskundig Weekblad » wenschen op te vestigen.
De twee geleerden die de leiding van dit groote verzamelwerk Op zich hebben genomen geven ons de verzekering dat wij ons zullen mogen verwachten aan hoog staand wetenschappelijk werk. Inderdaad, Xxxx-Xxxxxxx, professor aan de Universi- teit te Parijs is een der fijnste kenners van de vergelijkende rechtswetenschap in Frankrijk en zijn werk over het Engel- sche recht is vanaf zijn verschijning be schouwd geworden als een standaard werk. De andere uitgever Mirkine-Guet- zévitch, een uitgeweken Russisch hooglee- raar, thans verbonden aan de Universiteit te Parijs, heeft zich, sinds hij in Frank rijk leeft, doen kennen als een jurist van het allereerste gehalte. Buiten zijn boek
« La Théorie générale de l’état soviéti que » waarin hij op zuiver wetenschap pelijke wijze het tegenwoordige rechts systeem van Rusland uiteenzette, gaf hij een verzameling uit van al de tegenwoor dig geldende grondwetten van het na- oorlogsche Europe met eene uiterst merkwaardige inleiding waarin hij op synthetische wijze den algemeenen ont wikkelingsgang schetst van het constitu- tionneele recht. * * *
13
Het eerste boek dat in deze reeks ver schijnt is gewijd aan het Belgische recht en in de inleiding doen de uitgevers de
Mededeelingen
14 15
Op Zondag 25 October 1931, te 10.30 u. Feestvergadering in het de Spoelberch- Instituut, Kraekenstraat te Leuven.
16
Vlaamsch Pleitgenootschap der Balie van Brussel
wijze kennen waarop zij dit verzamelwerk hebben opgevat.
Tot nog toe beoefende men hoofdzake- lijk de vergelijkende rechtswetenschap door het bestudeeren van een bepaalde instelling of een bepaalden rechtsregel in de verschillende landen. Het is nu de be doeling van Xxxx-Xxxxxxx en Xxxxxx- Xxxxxxxxxxx voor elk van de landen in Europa een globaal overzicht van het gel dende recht te geven op zuiver weten- schappelijken grondslag.
Waarom deze reeks juist geopend wordt met ons land, wordt door de uitgevers in voor België uiterst vleiende termen uit eengezet. Zij achten deze keuze noodza kelijk omdat xxxxxxx hen ons land zich het best leent tot een algemeene beschrij ving die geschikt is voor de vergelijking met andere landen. De uitgevers maken verder gewag van « de rijpheid zijner instellingen, de zórg die besteed wordt aan de bewaring en het onderhoud van zijne codificatie, het experimenteel karak ter zijner wetgeving, zijn voorzichtige vooruitstrevendheid op alle gebied en de groote waarde van zijne juristen en socio logen ».
Elk van de boekdeelen, aan een speciaal land gewijd, zal achtereenvolgens behan delen : het grondwettelijk recht, de admi nistratie van het financiewezen, het ver haal tegen de staatsmacht, het strafrecht, het familie-, eigendoms-, en werkrecht ; het handelsrecht, de proceduur, en einde lijk de internationale verhoudingen van den besproken staat.
Ieder hoofdstuk wordt ter bewerking toevertrouwd aan een van de meest voor aanstaande geleerden van het land in kwestie.
* * *
Het resultaat van deze methode mag voor het eerste deel werkelijk buitenge woon gelukkig geacht worden en er be stond stellig tot nög toe geen enkel boek in de Belgische rechtslitteratuur dat op zulke overzichtelijke, klare en toch streng wetenschappelijke wijze een algemeen overzicht geeft van het tegenwoordig gel dende recht.
Het grondwettelijk recht wordt behan deld door den onlangs overleden minister Xxxxxxxx. Deze geeft te dezer gelegenheid een beknopt doch nauwkeurig overzicht van de zoo sterk overtreden vraag der ad ministratieve rechtspraak en der verant woordelijkheid der bestuurslichamen.
Procureur generaal Xxxxxxx wijdt een hoofdstuk aan het Strafrechtwezen en handelt in zijne uiteenzetting over de tal rijke nieuwe maatregelen die in de laatste jaren in voege gesteld werden ter be scherming der Maatschappij.
Op zeer origineele wijze heeft professor Xxxxx uit Leuven zijne taak opgevat die erin bestond eene beknopte uiteenzetting te geven van het burgerlijk recht. Daar het verzamelwerk in Frankrijk verschijnt
veronderstelt hij den Code civil als ge kend, en zet al de wetgevende wijzigingen uiteen die in de laatste honderd jaar aan het oorspronkelijk wetboek zijn gebracht geworden. Wij krijgen aldus een nauw keurig overzicht van de bijzonderste wet gevende werkzaamheid onzer Kamers op het gebied van het privaatrecht.
Het sociale recht en het handelsrecht worden respectievelijk behandeld door Xxxx. Xxxxxx Xxxxxx der Universiteit Luik en Xxxx. Xxxxx Xxxxxxxxx der Vlaam- sche Hoogeschool te Gent.
De laatste hoofdstukken van het boek hebben betrekking op de proceduur en het internationaal publiek- en privaatrecht ; zij werden opgesteld door Xxxxxx Xxxxx, deken der rechtsfaculteit te Luik, Char les de Visscher der Universiteit Gent en Bruggraaf Xxxxxxx.
Elk dezer verhandelingen staat in het teeken der degelijkheid en werd opgevat in stregen wetenschappelijken vorm.
Dit eerste boekdeel gaat ongetwijfeld een schitterend succes te gemoet en laat het beste verwachten van deze reeks, die bestemd is om de grootste diensten te be
wijzen aan de vergelijkende rechtsweten schap.
De reeds in voorbereiding zijnde deelen zullen achtereenvolgens handelen over Tcheco-Slovakije, Zwitserland en Roume- nië.
R. V.
Het Vlaamsch Rechtsgenootschap van Leuven verzoekt ons hieronder volgende oproep in het R. W. op te nemen. Met ge noegen voldoen wij aan dit verzoek om alzoo het onze bij te dragen tot de huldi
ging van een onzer knapste Vlaamsche Juristen : de sympathieke Prof. Van Die-
vóet.
V laam sch
R echtsgenootschap
- V ereeniging zonder w instgevend doel -
Xxxxxx
Xxxxxx, xxx 00 Augustus 1931.
Het Vlaamsch Rechtsgenootschap heeft de eer U uit te noodigen tot de HULDE- BETOOGING, die het inricht op Zondag
25 October 1931 voor zijn voorzitter, Profesor XXXXX XXX XXXXXXX, ter ge legenheid van zijn benoeming tot Minister van Landbouw.
Deze hulde gaat niet naar den politie- ken mandataris, noch naar de politieke denkbeelden door Minister Xxx Xxxxxxx vertegenwoordigd : het Rechtsgenoot schap staat buiten alle politiek. Zij gaat uitsluitend naar den vereerden en sympa- thieken Hoogleeraar die zijn beste krach ten heeft gewijd aan de Leuvensche Xxxx Xxxxx en aan den bloei van het Vlaamsch Rechtsgenootschap.
Het wil aan het bestuur-van het Rechts genootschap pasend voorkomen, dat de aanstelling van zijn voorzitter tot het ambt van Minister, als gelegenheid te baat worde genomen, om deze huldebe- tooging in te richten. Het meent daardoor tevens aan de wenschen van de vele vrien den, oud-studenten en studenten van Pro fesor Xxx Xxxxxxx te beantwoorden.
Door het Vlaamsch Rechtsgenootschap ingericht, is deze huldebetooging noch tans toegankelijk voor allen, die hun ge negenheid en hoogachting aan de Hoog leeraar willen betuigen.
Zooals uit het hierondergaande pro gramma blijkt, zal deze Huldebetooging een vriendschappelijk karakter hebben. Op een voorafgaande vergadering zal uit naam dér Vlaamsche collegas, vrienden, oud-studenten en studenten worden ge sproken. Een geschenk zal aan Professor Xxx Xxxxxxx, tot blijvende herinrieging
worden aangeboden. Op het daaropvolgen de Banket wordt het aantal toasten niet geregeld.
Indien U aan deze Huldebetooging voor Professor Xxx Xxxxxxx wenscht deel te nemen, verzoeken wij U een som van 50 frank voor het banket op de postcheckre- kening nummer 307752 (Rechtsgenoot schap, Leuven) te willen storten, alsook uw bijdrage bestemd voor het aankoopen van het geschen. Aan de deelnemers die een bijdrage van ten minste 50 frank voor het geschenk zullen storten, zal een her innering aan deze Huldebetooging over handigd worden.
Met de hoop een gunstig antwoord te mogen ontvangen verblijven wij,
Uw dw.
Namens het bestuur van het Vlaamsch Rechtsgenootschap :
Prof. Mr. FR. BRUSSELMANS. Xx. XXXXXXX XXXXXXXXXX. Xx. X. XXX XXXXXX.
Z. E. H. Prof. VAN HOVE. Xxxx. Xx. X. XXXXXX.
Xx. X. XXX XXXXXX.
Namens het bestuur der Studentenafdeeling :
JOZEF ARTS, Xxxx. Xx. X. XXXXXX,
Eerste Secretaris. Tweede Voorzitter. XXXXXX XX XXXXXXXXXX,
Tweede Secretaris. JOS. XXX XXXXX,
Penningmeester.
PROGRAMMA
der HULDEBETOOGING
aan den Voorzitter van het Vlaamsch Rechtsgenootschap Professor Xx. Xx. XXXXX XXX XXXXXXX, Hoogleeraar aan de Rechtsfaculteit te Leuven, ter gelegen heid van zijn aanstelling tot Minister van Landbouw.
1. Openingsrede uit naam der Vlaam sche Collegas, door Xxxx. Xx. Xxxxxxx Xxxxxx, Hoogleeraar aan de Rechtsfacul teit te Leuven, tweeden voorzitter van het Rechtsgenootschap, Studentenafdeeling.
2. Rede door Xx. Xx. Xxxxxxx Xxxxx- xxxxx, notaris te Lokeren.
3. Hulde uit naam der Vlaamsche Stu denten, door den Heer Xxxxx Xxxx, stu dent in de Rechten te Leuven, eersten se cretaris van het Rechtsgenootschap, Stu dentenafdeeling.
4. Redevoering door Zijne Excellentie Mr. Dr. L. N. XXXXXXX, Doctor in de Sociale en in de Politieke Wetenschappen der Universiteit te Leuven, Minister van Defense van Nederland, te ’s-Gravenhage. Te 13 uur : BANKET aangeboden aan geboden aan den Voorzitter van het Rechtsgenootschap in het « Hôtel des Braseurs » gelegen rechtover de St-Pie-
terskerk te Leuven.
Inschrijvingsprijs : 50 Xxxxx
PRAKTISCHE SCHIKKINGEN
1. De toetreding tot de Huldebetooging Profesor VAN DIEVOET geschiedt een voudig door de storting der bijdrage op de postcheckrekening n. 307753, « Rechts genootschap, Leuven », met aanduiding van de bestemming op het stortingsbiljet. Penningmeester : Prof. Mr. Fr. Brussel- mans, Hoogleeraar te Leuven, Bondgenoo- tenlaan, 74.
De deelnemers uit het Buitenland, die een postrekening in hun land hebben, kunnen hun bijdrage door een internatio nale overschrijving op de postrekening van het Rechtsgenootschap laten gewor den. Overschrijvingen uit het buitenland worden zonder kosten op het crediet der postrekeningen geschreven. Zij kunnen
eveneens hun bijdrage, hetzij door inter nationaal postmandaat, hetzij door check op een Bank, aa nden penningmeester la ten geworden.
2.- De deelnemers worden uitgenoodigd om zonder uitstel hun bijdrage te storten, ten einde de regeling voor het Banket en het aankoopen van het geschenk te verge makkelijken.
In elk geval, moeten de bijdragen be stemd voor het geschenk vóór 1 October 1931 en deze voor het banket, ten laatste op 15 October 1931 zijn gestort.
3. De inschrijvingsprijs voor het ban ket, bedraagt 50 frank.
4. Op de feestvergadering en het ban ket dragen de deelnemers de gewone stadskleeding.
5. Wie minimum 50 frank stort voor het geschenk zal naderhand een herinne ring aan de Huldebetooging-Profesor Xxx Xxxxxxx, ontvangen.
Balieleven
Vlaamsche Conferentie der Balie van Antwerpen
BESTUUR
Het bestuur der Vlaamsche Conferentie der Balie van Antwerpen voor het jaar 1931-32 is al volgt samengesteld :
Voorzitter : Mter Xxxxx Xxxxxx.
Onder-Voorzitter : Mter Hendrik Pi card.
Secretaris : Mter Ignace van den Bran- de.
Penningmeester : Mter Xxxxxxx Xxx- xxxxxxx.
PLECHTIGE OPENINGS-ZITTING
De Plechtige openings - zitting der Vlaamsche Conferentie der Balie van Antwerpen is vastgesteld op Zaterdag 10 Oktober aanstaande, te 3.15 uur in de As- sizenzaal. Confrater Xxxxxxx Xxxxxx zal er spreken over: « VERGELDING OM VER BETERING ».
Vlaamsche Juristen, Abonneert U op het
Rechtskundig Weekblad
BESTUUR
Het Bestuur voor het Rechterlijk jaar 1931-32 werd hernieuwd en bestaat nu uit de volgende Confraters :
Voorzitter : Mter Xxxx Xxxxxxxxx.
Onder-Voorzitters : Mters Verbrugghen en van Overbeke.
Secretaris : Mter Jacobs. Penningmeester : Mter Xxx Xxxx. Leden : Mters De Vis, Cools en Vander-
veeren.
PLECHTIGE OPENINGS-ZITTING
De plechtige openingszitting van het Vlaamsch Pleitgenootschap der Balie van Brussel zal plaats hebben op Zaterdag 24 Oktober aanstaande. Meester Vermeylen werd aangeduid als feetredenaar.
Vlaamsche Conferentie der Balie van Antwerpen
De Vlaamsche Conferentie hield hare eerste vergadering op Vrijdag 18 Septem ber in de bovenzalen van het Koffiehuis Smets, Carnotstraat.
Alhoewel het rechterlijk jaar nog maar pas was ingegaan, waren talrijke confra ters aanwezig. Xxxxxx Xx Xxxxx, uittre dend Voorzitter, opent de vergadering en verleent ,het woord aan Xxxxxx Xxxxxxx, uittredend Schrijver-Penningmeester, om verslag uit te brengen over de werking en het beheer gedurende het jaar 1930-31. Deze uiteenzetting wordt met belangstel ling gevolgd en doet in aller geest de ver gaderingen en uitstappen der Conferentie herleven.
Na eene korte toespraak, verzoekt Mter Xxxxxx Xx Xxxxx het nieuwe bestuur, zijne werking aan te vatten, en staat den voorzitters zetel af aàn den nieuwen Voor zitter, Mter Xxxxx Xxxxxx.
Mter Xxxxx Xxxxxx bedankt het uittre dend bestuur, en inzonder Mter Xxxxxx Xx Xxxxx. Vervolgens schetst hij het plan der werkzaamheden der Conferentie voor de eerstkomende weken : bezoek aan de schoolgevangenis te Hoogstraeten, voor dracht door Prof. Xxx Xxxxxx Hulsebosch, bezoek aan de tunnelw erken, openin gszit ting en banket, lessen van praktisch zee- vaartrecht, enz.
Daarna verleent hij het woord aan Pro fessor Xxx xxx xxx Xxxxx der Hoogeschöol van Leuven, die hier als spreker uitgenoo digd was. Professor Xxx xxx Xxxxx spreekt over « Strafrecht en Proceduur der Sche penenbank in de Nederlanden in vroeger eeuwen ». Hij schetst de verschillende pro- ceduurvormen en de samenstelling der rechtbanken in de onderscheidene gewes ten der Nederlanden van het begin der Middeleeuwen tot aan de Fransche over weldiging van 1895. Hij duidt de bevoegd heid aan van deze rechtbanken en wijst op zeer eigenaardige gebruiken. Ten slotte geeft hij lezing van allerlei specimens van vonnissen, met ontleding der daarin voor komende straffen en dwangbepalingen.
Na de gebruikelijke gelukwenschen en een kort debat over sommige aangestipte punten, wordt het woord verleend aan Mter Victor. Deze geeft kennis aan de vergade ring van de stichting van het Rechtskun dig Weekblad dat eerlang zal verschijnen. Hij wijst op het nagestreefde doel, en doet een beroep op aller medewerking. Deze mededeeling wordt zeer gunstig onthaald, en drukke besprekingen hebben plaats.
Te 11.30 uur wordt de vergadering ge sloten.
Vlaamsche Conferentie der Balie van Gent
SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR VOOR HET JAAR 1931-32
Voorzitter : Mter H. Xxx xx Xxxxx. Leden : Mters M. Xxxxxxxx, X. Xxxxxx,
X. Xxxxxxxxx, X. Xxxxxx. Secretaris : Mter J. E. Raes.
Penningmeester : Mter Fr. Duchêne.
PLECHTIGE OPENINGSVERGADERING
Einde Oktober 1931 zal de plechtige openingsvergadering der Vlaamsche Con ferentie der Balie van Gent belegd wor den. Meester X. Xxxxxxxxxx zal er han delen over: « Gewenschte wijzigingen aan het Wetboek van Burgerlijke Rechtple- ging ».
U itgever : Drukk. « M ercurius » Best. : R. V an Cauteren
Korte R idderstraat, 22, A ntw erpen. — Tel. : 200,86