A R B E I D S R E G L E M E N T
A R B E I D S R E G L E M E N T
az groeninge – Kortrijk Zetel
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxxx
Inhoud
1. Algemene bepalingen 5
2. Arbeidsregeling 6
3. Arbeidsonderbreking 10
4. Rust-, feest- en vakantiedagen, klein verlet 11
5. Bezoldigingen (wet van 12 april 1965) 17
6. Het toezichthoudend personeel 20
7. Voorschriften inzake veiligheid, hygiëne en gezondheid 21
8. Arbeidsongevallen 23
9. Aansprakelijkheid 23
10. Beroepsgeheim 24
11. Ongewenst seksueel gedrag op het werk 25
12. Straffen 25
13. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de wil van één of van beide partijen 27
14. Bij dit arbeidsreglement worden volgende bijlagen gevoegd 28
Inrichting
AZ XXXXXXXXX
Xxxxxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxxx
Campus Loofstraat Xxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxx
Campus Vercruysselaan Xxxx. Xxxxxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxxx
Campus Reepkaai Xxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxxx
Centraal Magazijn Meensesteenweg 8501 Bissegem (AD)
Aard van de inrichting
ZIEKENHUIS
Zetel van de inrichting
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxxxx
Bevoegd paritair comité en subcomité
330/01 - Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen
Stamnummer R.S.Z.
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Xxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
000-0000000-00 (Algemeen)
000-0000000-00 (Geneesheer-Assistenten in opleiding) 000-0000000-00 (IBF)
000-0000000-00 (Reva-centrum)
Kinderbijslagfonds
ACERTA VZW
Xxxxx Xxxxx 00
0000 Xxxxxxxx
Aansluitingsnummer : 118550
Tel. 000 00.00.00
Vakantiefonds voor arbeiders
Rijkskas voor jaarlijkse vakantie Elyzeese Xxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Tel. 00 000.00.00
Maatschappij voor verzekering tegen arbeidsongevallen
AXA BELGIUM N.V.
Xxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Tel. 00 000.00.00
Polisnummer : 720.051.292
Interbedrijfsgeneeskundige Dienst (maatschappelijke zetel)
Provikmo ADMB Xxxx-Xxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxx
Sociaal Secretariaat SD Worx
Xxxx-Xxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxx
T +32 (0)9 - 264 02 18
F +32 (0)9 - 264 02 30
Ondernemings-CAO (cfr. bijlage 8)
In az groeninge is deze ondernemings-CAO afgesloten op 09/10/2013.
Sociale gegevens - Kruispuntbank.
De wet van 15 januari 1990, houdende de oprichting en organisatie van een kruispuntbank van de sociale zekerheid kan door de personeelsleden ingezien worden in een brochure genaamd ‘De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid’. Deze brochure is ter beschikking op de personeelsdienst.
Sociale inspectie
XXxxxxxxx 00/00 0000 Xxxxxxxx
Tel. 000 00 00 00
(AD)
Toezicht Volksgezondheid West-Vlaanderen
Xxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxx
Tel. 000-00 00 00
Fax. 000-00 00 00
E-mail: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx
Technische arbeidsinspectie en medische arbeidsinspectie :
Toezicht Welzijn op het werk Directie West-Vlaanderen Xxxxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxx
050/44 20 20
Sociale voorzorg
Sociale inspectie
Rijksdienst voor sociale zekerheid Xxxxxxxxxxx 0 X
0000 Xxxxxxxx
Tel. 000 00 00 00
Sociale bemiddeling en chemische inspectie
Xxxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Tel. 00 000 00 00
Werknemerspensioenen
Xxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Bedrijfsvoorheffing
Ministerie van Financiën
Tweede Ontvangkantoor der directe belastingen Xxxxxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxxxx
Tel. 000 00 00 00
1. Algemene bepalingen
ART. 1
Onderhavig arbeidsreglement regelt de arbeidsvoorwaarden van alle werknemers van de inrichting overeenkomstig de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
ART. 2
Alle werknemers worden geacht onderhavig reglement te kennen en te aanvaarden, en verbinden er zich toe de voorschriften hiervan na te leven. Er kan alleen in individuele gevallen worden van afgeweken, tijdelijk of definitief, zonder echter de bestaande andere wettelijke of reglementaire voorschriften te overtreden. Deze afwijkingen moeten schriftelijke, in tweevoud opgestelde, overeenkomsten tussen de werkgever en werknemer uitmaken en kunnen niet gesteund zijn op een of ander gebruik of ongeschreven akkoord.
Het arbeidsreglement kan geraadpleegd worden via het wikinet (docucenter/Departement Human Resources) van az groeninge en kan opgevraagd worden op de personeelsdienst.
Iedere werknemer ontvangt een exemplaar van het arbeidsreglement bij indiensttreding, welke een onderdeel vormt van de arbeidsovereenkomst. Hij verbindt zich de voorwaarden te aanvaarden, onder voorbehoud van die welke ongeldig zouden worden ingeval van wettelijke bepalingen.
Aanvullingen en wijzigingen van onderhavig reglement zullen aan de werknemers schriftelijk medegedeeld worden en via het wikinet van az groeninge beschikbaar zijn, na overleg met de ondernemingsraad.
ART. 3
De werknemers verstrekken aan de werkgever, zodra mogelijk, alle inlichtingen die nodig zijn om de sociale wetgeving toe te passen, om uitkeringen te verkrijgen, te doen schorsen of te beëindigen. Zo zullen zij spontaan en zonder uitstel de personeelsdienst op de hoogte stellen van elke adresverandering en elke wijziging van burgerlijke staat, nationaliteit of gezinslast.
De aanwerving wordt als nietig beschouwd indien de werknemer met voorbedachten rade onjuiste verklaringen heeft gedaan betreffende zijn/haar beroepskwalificaties.
2. Arbeidsregeling
ART. 4
Overeenkomstig de beslissing van het paritair comité voor de gezondheidsdiensten of van het bevoegd paritair subcomité bedraagt de maximum arbeidsduur in beginsel 38 uren per week te verdelen over vijf dagen, onder voorbehoud van de wettelijke afwijkingen toegestaan voor het personeel tewerkgesteld in gezondheidsinstellingen.
Voor de concrete toepassing hiervan wordt verwezen naar de ondernemings-CAO van 2013
(artikel 7)
Ondernemings-CAO Artikel 7
De contractuele arbeidsduur en arbeidstijdregeling worden overgenomen, zoals voorzien in het arbeidsreglement. De normale arbeidsprestatie tijdens de weekdagen zal 8 uren per dag en 10 uren per nacht voor de voltijds tewerkgestelde werknemers bedragen (i.e. de vijfdagenweek, 40u per week met maandelijkse compensatiedag). Er wordt gewerkt in aaneengesloten uren met een maximale onderbreking van één uur. Tijdens de weekends en feestdagen kan hiervan afgeweken worden, mits voorafgaandelijk akkoord van de ondernemingsraad.
De arbeidsduurvermindering (compensatiedag) in het kader van de 38-uren week zal, in overleg tussen de werknemer en het afdelingshoofd, worden opgenomen in 24 halve compensatiedagen op jaarbasis a rato van twee halve dagen per maand of één volle dag per maand.
Op diensten waar het opnemen van compensatiedagen de continuïteit van dienstverlening in het gedrang brengt, kan er van voormelde regel worden afgeweken na akkoord van de ondernemingsraad (vb. consultatiepersoneel). Hierdoor wordt hun aantal uren betaald verlof aangepast, zie in bijlage jaarlijkse vakantieplanning “samenvattingtabel”.
ART. 5
De dienstroosters zijn vastgesteld overeenkomstig de regeling in bijlage. De diensttijdenregelingen kunnen volgens de noodwendigheden van de dienst en in overleg met de directie, afdelingshoofden en werknemers aangepast worden. In het kader van hun dienstregeling en rekening houdend met de wettelijke bepalingen ter zake, kunnen de werknemers ‘s nachts, ‘s zondags en op de betaalde feestdagen in overleg met de werknemer door de werkgever tewerkgesteld worden. De ondernemingsraad en/of de syndicale delegatie waakt over de correcte uitvoering van de gemaakte afspraken terzake.
ART. 6
Als op het ogenblik waarop het reglement van kracht wordt geen punteerregeling bestaat, kan de instelling in voorafgaand overleg met de ondernemingsraad deze steeds invoeren zonder dat iemand van het personeel er zich kan aan onttrekken. Ingeval de controle van aanwezigheid op het werk door middel van een werkfiche gebeurt, dient deze dagelijks ingevuld te worden.
ART. 7
Deeltijdse arbeid is in de onderneming mogelijk en dit volgens de procedure voorzien in de ondernemings-CAO van 2013 (art. 8).
Deeltijdse arbeid kan slechts ingevoerd worden voor zover de organisatie en werking van de dienst dit mogelijk maakt.
Ondernemings-CAO Artikel 8
Elke aanvraag voor deeltijds werken moet gebeuren via een daartoe geëigend formulier. Deze formulieren zijn te bekomen via het campussecretariaat of via het wikinet. Onmiddellijk wordt een getekend en gedateerd dubbel van het aanvraagformulier bezorgd aan het personeelslid.
Indien er meer aanvragen zijn dan beschikbare plaatsen, wordt het criterium van ‘de eerst vragende’ gehanteerd. Wie bij toekenning van een gevraagde parttime dienst deze weigert, dient – zo men terug in aanmerking wil komen – een nieuwe aanvraag in te dienen.
Maandelijks zal een nominatieve lijst van de aanvragen aan de ondernemingsraad worden overgemaakt.
§ 1. Deeltijdse dagdiensten kunnen werken in shiften van 8u, 6u, 4u
§ 2. Deeltijdse werknemers dienen ofwel 50% of 75% of 80% te presteren. Een uitzondering kan bekomen worden mits akkoord van de ondernemingsraad. Reeds bestaande individuele andere regelingen kunnen behouden blijven.
§ 3. Wijzigingen binnen het huidig arbeidsregime maken deel uit van onderhandelingen met de ondernemingsraad.
§ 4. Personeelsleden die weekenddiensten presteren:
− een FT presteert max. 1 WE op 2
− een 3/4 FT presteert max. 1 WE op 2
− een 4/5 FT presteert max. 1 WE op 2
− een 1/2 FT presteert max. 1 WE op 4
Van de regeling m.b.t. de weekenddiensten kan afgeweken worden na onderling akkoord met het betrokken personeelslid, en na goedkeuring van de ondernemingsraad.
§ 5. Een FT dagdienst heeft een quotum van 80 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Een 3/4 FT dagdienst heeft een quotum van 60 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Een 4/5 FT dagdienst heeft een quotum van 64 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Een 1/2 FT dagdienst heeft een quotum van 40 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Vakantie nachtdiensten en betaalde feestdagen nachtdiensten:
− FT: 11 nachten
− 4/5 FT: 8,8 nachten (0,8 te combineren met te recupereren uren of ADV-uren)
− 3/4 FT: 8,25 nachten (0,25 = 2,5 meeruur)
− 1/2 FT: 11 nachten over 2 jaar
Voor andere bestaande systemen wordt de bovengenoemde regeling pro rata toegepast. De interne procedure wordt jaarlijks geëvalueerd, en gekoppeld aan de opmaak van de jaarlijkse vakantieregeling in de ondernemingsraad en ziekenhuis breed gecommuniceerd.
ART. 8
Elk personeelslid moet de arbeid verrichten, waarvoor hij werd aangeworven, in de dienst waarvoor hij werd aangeduid. De directie behoudt zich evenwel het recht voor, de dienst van om het even welk personeelslid te wijzigen in het belang van de goede gang van de inrichting (bijv. bij afwezigheid van een ander personeelslid, bij dringend werk, of bij overmacht). Voor dit vervangingswerk zal hetzelfde loon worden voorzien als het loon dat de werknemer normaal verdient. Bij vervanging van een functie met een hoger loon wordt deze uitbetaald volgens de regels voorzien in de Ondernemings-CAO van 2013 (art. 10 § 7).
Ondernemings-CAO art. 10 §7 : Afdelingshoofd, adjunct-afdelingshoofd, coördinator
Indien een hoofdverpleegkundige voor minstens een halve dag afwezig (verlof of recuperatie) is, wordt hij/zij tijdens zijn/haar afwezigheid vervangen. Andere verantwoordelijken kunnen bij afwezigheid van minstens een halve dag (verlof of recuperatie) worden vervangen.
Voor de salariëring van de verantwoordelijkheid tijdens die vervanging wordt een toeslag voorzien a rato van 10% op het uurloon van deze persoon die vervangt.
Ten aanzien van de personen die op het moment van het afsluiten van deze CAO reeds betaald worden volgens het barema 1.66/1.77., geldt deze toeslag niet. Laatstgenoemden hebben wel recht op deze toeslag na verloop van 16 jaar baremieke anciënniteit.
Personen die betaald worden volgens het barema 1.78 S, kunnen niet van deze toeslag genieten.
Verantwoordelijken worden bij afwezigheid van meer dan 1 maand tijdelijk effectief vervangen, in welk geval de vervanger als afdelingshoofd, adjunct-afdelingshoofd of coördinator wordt verloond.
Onder afwezigheid van het afdelingshoofd wordt verstaan dat het afdelingshoofd zich niet in az groeninge bevindt.
ART. 9
Het e-mailadres en de internettoegang die aan een personeelslid worden toegekend, dienen uitsluitend als professioneel te worden aanzien. Occasioneel gebruik voor persoonlijke doeleinden is toegelaten in zoverre dit op geen enkele wijze de (arbeids)prestaties in het gedrang brengt (cfr. bepalingen bijlage 10 en 11).
ART. 10
Het is verboden aan de zieken levensmiddelen, geneesmiddelen enz. te verschaffen, die van buiten of van binnen de inrichting afkomstig zijn zonder toelating van de hoofdverpleegkundige of directie.
Om misbruiken te voorkomen, is het verder niet toegelaten aan de personeelsleden:
− alcoholische dranken en drugs in de werklokalen te verbruiken (CAO 100) (cfr. bijlage 12) ;
− zich dronken op het werk te bevinden;
− te roken in de gebouwen van het ziekenhuis, behoudens op de daartoe voorziene plaatsen buiten de gebouwen van het ziekenhuis;
− drukwerken en gelijkaardige biljetten te verspreiden of aan te plakken zonder toestemming van de directie;
− niet-relevante vergaderingen te houden; propaganda te voeren, lidgeld te innen, geldinzamelingen te doen of voorwerpen te koop aan te bieden, die vooraf niet werden goedgekeurd door de directie;
− iets mee te nemen dat aan de vzw toebehoort, zonder toelating gekregen te hebben van de directie of van de hiërarchische verantwoordelijke (🡪 diefstal wordt steeds met ontslag om dringende reden gestraft en zal steeds aan de politie worden overgemaakt);
− met opzet zo te handelen dat daardoor de normale organisatie van het werk wordt gestoord of onmogelijk gemaakt.
Verder zullen, ook om misbruiken te voorkomen, de syndicale activiteiten gemeld worden aan de directie.
De werkgever of het door hem aangesteld personeel kan op ieder ogenblik kleerkasten, kleedkamers, pakken of tassen onderzoeken in de aanwezigheid van de betrokken werknemers, mits aanwezigheid van twee vakbondsafgevaardigden van az groeninge.
Bij langdurige afwezigheid kunnen de kleerkasten opengemaakt worden, mits aanwezigheid van twee vakbondsafgevaardigden van az groeninge en mits het betrokken personeelslid of zijn gevolmachtigde 1 week op voorhand schriftelijk verwittigd werd.
3. Arbeidsonderbreking
ART. 11
§ 1. Ieder lid van het personeel dat om redenen onafhankelijk van zijn wil, verhinderd is om op tijd of niet op de plaats van het werk te komen, moet onmiddellijk, desnoods telefonisch, de hiërarchisch verantwoordelijke of de directie op de hoogte brengen van de reden en de duur van zijn vertraging of van zijn/haar afwezigheid. Het bewijs van de reden van vertraging of van afwezigheid kan geleverd worden door alle middelen, getuigenissen inbegrepen. Ieder personeelslid dat vóór het einde van de arbeidsdag uitzonderlijk het werk wenst te verlaten, moet daartoe de toelating bekomen hebben van de hiërarchisch verantwoordelijke of van de directie.
§ 2. Wanneer de afwezigheid of werkverlating te wijten is aan een arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte of ongeval, die langer duurt dan 24 uren waarop hij /zij verondersteld werd te werken, moet bovendien en onverminderd de bepalingen van § 1, binnen de 48 uren een geneeskundig getuigschrift aan de directie afgeleverd worden, dat aanvangdatum en vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid opgeeft. Wanneer de arbeidsongeschiktheid langer zal duren dan voorzien in het oorspronkelijk getuigschrift, moet een nieuw gelijkaardig getuigschrift ingediend worden binnen de 24 uren na het verstrijken van het voorgaande. Bij herhaaldelijke afwezigheden van minder dan 24 uren kan door de directie wel een geneeskundig getuigschrift gevraagd worden.
§ 3. Iedere werknemer die arbeidsongeschikt is, aanvaardt de door de werkgever nodig geachte controle, die verricht wordt door een geneesheer. Behalve wanneer het medisch attest van de werknemer verbiedt de woning te verlaten of zich te verplaatsen, zal de werknemer zich, gewoon op verzoek van de werkgever en op dag en uur door hem vastgesteld, bij de aangeduide geneesheer aanmelden. De reiskosten zijn ten laste van de werkgever.
§ 4. Wordt het geneeskundig attest niet tijdig ingediend door nalatigheid van de werknemer, dus gelijk aan een niet-gewettigde afwezigheid, wordt dit eventueel geregulariseerd via het nemen van vakantie na onderling overleg ofwel door onbetaalde afwezigheid.
ART. 12
De werknemer die zich na een niet-wettige afwezigheid op het werk aanmeldt, mag op die dag het werk slechts beginnen op voorwaarde dat zijn hiërarchisch verantwoordelijke of de directie het voorafgaandelijk uitdrukkelijk toegestaan heeft.
ART. 13
Was de schorsing te wijten aan arbeidsongeschiktheid van minstens 4 weken, dan kan de werkgever de werkhervatting afhankelijk maken van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer. (AD) Na een arbeidsongeschiktheid van minstens 4 weken is de werknemer verplicht om vooraleer het werk aan te vatten, op consultatie te gaan bij de arbeidsgeneesheer: Deze controle gebeurt door de aan het az groeninge verbonden arbeidsgeneesheer. De werknemer kan dit geneeskundig onderzoek niet weigeren.
Indien de werknemer vroeger dan het einde van de arbeidsongeschiktheid het werk uit vrije wil
wil hervatten, dient hij/zij dit schriftelijk (per brief of via E-mail) te melden aan de hiërarchisch verantwoordelijk of de directie die dit meedeelt aan de personeelsdienst.
ART. 14
Gedurende heel de arbeidsonderbreking kan de werkgever een plaatsvervanger aanwerven of aanduiden. Via de syndicale delegatie en/of de ondernemingsraad kunnen hieromtrent signalen naar de werkgever gestuurd worden.
ART. 15
§ 1. De uitvoering van de overeenkomst kan slechts geschorst worden hetzij wegens redenen bepaald door de wet op de arbeidsovereenkomsten, hetzij wegens redenen van de werknemer vooraf door de werkgever aanvaard, hetzij wegens redenen van de werkgever vooraf door de werknemer aanvaard.
§ 2. Elk te voorzien verlet dient zo snel mogelijk maar ten laatste twee werkdagen vooraf te worden aangevraagd.
4. Rust-, feest- en vakantiedagen, klein verlet (cfr. procedure gezond verroosteren)
ART. 16
Onder voorbehoud van de dienstregelingen zijn de normale rustdagen: de zaterdagen, de zondagen, de wettelijke feestdagen en de wettelijk betaalde en extralegale vakantiedagen.
Wanneer een werknemer op zaterdag of zondag wordt tewerkgesteld, heeft deze recht op inhaalrust in de loop van de 2 weken die op de gewerkte zaterdag of zondag volgen.
ART. 17
(Wet van 4 januari 1974)
Wanneer een feestdag met een zondag of een gewone inactiviteitsdag samenvalt, wordt hij door een gewone activiteitsdag vervangen. Voor het bepalen van deze vervanging, wordt verwezen naar de bepalingen van de ondernemings-CAO van 2013 (art. 8 § 5).
Ondernemings-CAO art. 8 § 5
§ 5. Een FT dagdienst heeft een quotum van 80 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Een 3/4 FT dagdienst heeft een quotum van 60 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Een 4/5 FT dagdienst heeft een quotum van 64 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Een 1/2 FT dagdienst heeft een quotum van 40 uur wettelijke feestdagen (betreffende de 10 wettelijke feestdagen) te nemen.
Vakantie nachtdiensten en betaalde feestdagen nachtdiensten:
− FT: 11 nachten
− 4/5 FT: 8,8 nachten (0,8 te combineren met te recupereren uren of ADV-uren)
− 3/4 FT: 8,25 nachten (0,25 = 2,5 meeruur)
− 1/2 FT: 11 nachten over 2 jaar
Voor andere bestaande systemen wordt de bovengenoemde regeling pro rata toegepast. De interne procedure wordt jaarlijks geëvalueerd, en gekoppeld aan de opmaak van de jaarlijkse vakantieregeling in de ondernemingsraad en ziekenhuis breed gecommuniceerd.
ART. 18
(K.B. 30 maart 1967)
§ 1. Binnen de onderneming wordt jaarlijks een vakantieregeling uitgewerkt en goedgekeurd door de ondernemingsraad ten laatste tegen de laatste ondernemingsraad van het lopend jaar.
§ 2. De jaarlijkse vakantie moet vooraf aangevraagd en vastgesteld worden na overleg tussen de directie en de werknemers overeenkomstig art. 63, 64 en 65 van het K.B. van 30/03/1967, teneinde de goede gang van de inrichting niet te ontwrichten.
In dit verband zijn de regels van toepassing voorzien in de Ondernemings-CAO van 2013 (zie art. 24):
Ondernemings-CAO art. 24
De vakantieplanning wordt jaarlijks in onderling overleg per dienst geregeld volgens de onderstaande principes en procedure. Indien er geen overeenkomst is binnen de dienst/afdeling m.b.t. de vakantieplanning geldt volgende regeling:
Spreiding:
− Om een goede spreiding van de vakantiedagen over het hele jaar te bekomen dient iedereen minstens 7 dagen vakantie op te nemen voor eind juni. Voor deeltijdse werknemers gelden dezelfde regels à rato van het tewerkstellingsregime.
− Tegen uiterlijk 15 september worden maximum 5 dagen vastgelegd voor de periode oktober t/m december.
PRINCIPES
1. De vakantiedagen moeten gedurende het lopende jaar genomen worden.
2. Rekening houdende met de noodzakelijke continuïteit op de verschillende afdelingen is een goede spreiding van de vakantiedagen over het gehele jaar noodzakelijk.
Op de verpleegafdelingen moet deze spreiding tevens een minimum bestaffing over het gehele werkjaar garanderen
3. Iedere werknemer heeft recht op minimum drie aaneensluitende weken (21 dagen) afwezigheid tijdens de hoofdvakantie (juni, ,juli, augustus, september). Op vraag van de werknemer kan het recht van minimum drie aaneensluitende weken afwezigheid ook verkregen worden buiten de hoofdvakantieperiode. Dit geldt ook voor deeltijdse nachtdiensten die niet werken in het systeem van 7 aaneensluitende nachtdiensten. Op vraag van de werknemer kunnen verlofdagen ook in halve dagen opgenomen worden.
4. gemengde systemen worden als dagdienst beschouwd. (personeelsadministratie te contacteren indien vragen of onduidelijkheden).
5. Vakantieweekend
Personeelsleden die 1 weekend op 2, of 1 weekend op 3 werken, mogen maximaal 1 werkweekend vakantie nemen.
Personeelsleden die 1 weekend op 4 werken, mogen maximaal 1 zaterdag of 1 zondag vrij nemen per jaar of 1 weekend op 2 jaar.
Deeltijdse nachtdiensten die werken in een regime van 7 opeenvolgende nachten mogen maximaal 1 zaterdag of 1 zondag vrij nemen per jaar of 1 weekend op 2 jaar, maar niet tijdens de maanden juli en augustus.
Van de regeling m.b.t. het vakantieweekend kan per dienst/afdeling afgeweken worden, mits consensus op de betrokken afdeling.
PROCEDURE
1. Elk personeelslid dient zijn/haar hoofdvakantie schriftelijk in bij zijn/haar rechtstreeks leidinggevende voor 15 januari.
2. De leidinggevende maakt een vakantieplanning op voor het hoofdverlof. Dit globaal voorstel tot vakantieplanning wordt op een maandelijks uurrooster ingediend bij zijn/haar diensthoofd voor 10 februari.
3. Indien de departementale directie geen schriftelijke opmerkingen geeft tegen 25 februari, is de vakantieregeling goedgekeurd.
4. Geplande en goedgekeurde vakantie kan niet éénzijdig gewijzigd worden.
5. Verlofaanvragen, naast de hoofdvakantie, worden uiterlijk de 15de van de maand voordien ingediend en uiterlijk tegen de 20ste van diezelfde maand afgehandeld door de rechtstreeks leidinggevende.
De vakantieregeling wordt jaarlijks besproken in de ondernemingsraad en ziekenhuisbreed gecommuniceerd.
Aanvullende vakantiedagen voor nieuwe medewerkers of bij werkhervatting na langdurige afwezigheid: Onder bepaalde voorwaarden kan een beginnende medewerker of in het jaar dat een medewerker zijn activiteit hervat, een aantal aanvullende vakantiedagen opnemen.
Per periode van 3 maanden krijgt de medewerker een recht op één week aanvullende vakantie. Dit is facultatief, geen verplichting.
Deze aanvullende vakantiedagen zijn bezoldigd en wordt als een voorschot op het dubbel vakantiegeld beschouwd.
ART. 19
Afwezigheid om dwingende reden (sociaal-familiaal verlof) wordt in overleg met de werknemer geregulariseerd via aftrek van bezoldiging (max. 80 uur of a rato van het tewerkstellings- coëfficiënt sociaal verlof).
ART. 20
(K.B. 28 augustus 1963)
De werknemer mag van het werk afwezig zijn met behoud van zijn normaal loon, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen en burgerlijke opdrachten, in de hierna vermelde gevallen:
REDEN VAN DE AFWEZIGHEID DUUR VAN DE AFWEZIGHEID
1/ Huwelijk van de werknemer Drie dagen door de werknemer te kiezen
tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week
2/ Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxx, van de vader, zuster, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer
De dag van het huwelijk
3/ Priesterwijding, diakenwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, xxxxxxxxxxx of schoonzuster van de werknemer
De dag van de plechtigheid
4/ | Overlijden van de echtgenoot of | Drie dagen door de werknemer te kiezen |
echtgenote, van een kind van de | tijdens de periode die begint met de dag van | |
werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), | het overlijden en eindigt met de dag van de | |
van de vader, moeder, schoonvader, | begrafenis | |
stiefmoeder, schoonmoeder, stiefvader | ||
van de werknemer | ||
5/ | Overlijden van een broer, zuster, | Twee dagen door de werknemer te kiezen in |
schoonbroer, schoonzuster, van de | de periode die begint met de dag van het | |
grootvader, grootmoeder, van een | overlijden en eindigt met de dag van de | |
kleinkind, schoonzoon of schoondochter | begrafenis | |
die bij de werknemer inwoont | ||
6/ | Overlijden van een broer, zuster, | De dag van de begrafenis |
schoonbroer, schoonzuster, van de | ||
grootvader, de grootmoeder, van een | ||
kleinkind, schoonzoon of schoondochter, | ||
die niet bij de werknemer inwoont | ||
7/ | Plechtige Communie van een kind van | De dag van het feest (of de gewone |
de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) | activiteitsdag van de werknemer onmiddellijk | |
vóór of na de gebeurtenis, zo dit op een | ||
zondag, een feestdag of een gewone | ||
inactiviteitsdag valt: CAO nr. 16 van de | ||
N.A.R.) | ||
8/ | Deelneming van een kind van de | De dag van het feest (of de gewone |
werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) | activiteitsdag van de werknemer onmiddellijk | |
aan het feest van de vrijzinnige jeugd, | vóór of na de gebeurtenis, zo dit op een | |
daar waar dit feest plaats heeft | zondag, een feestdag of een gewone | |
inactiviteitsdag valt) |
9/ | Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter | De nodige tijd met een maximum van één dag |
10/ | Deelneming aan een jury, oproeping als | De nodige tijd met een maximum van vijf |
getuige voor de rechtbank of persoonlijke | dagen | |
verschijning op aanmaning van de | ||
arbeidsrechtbank | ||
11/ | Uitoefening van het ambt van bijzitter in | De nodige tijd |
een hoofdstembureau of enig | ||
stembureau bij de parlements-, | ||
provincieraads- of | ||
gemeenteraadsverkiezingen. | ||
12/ | Uitoefening van het ambt van bijzitter in | De nodige tijd met een maximum van vijf |
een hoofdbureau bij de verkiezingen van | dagen | |
het Europees parlement | ||
13/ | Uitoefening van het ambt van bijzitter in | De nodige tijd met een maximum van vijf |
een hoofdbureau voor stemopneming bij | dagen | |
de parlements-, provincie- en | ||
gemeenteraadsverkiezingen |
Daarnaast gelden nog volgende bijzondere verloven (cfr. wet van 3 juli 1978):
- De mannelijke werknemer heeft het recht om van het werk afwezig te zijn, ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat, gedurende tien dagen, door hem te kiezen binnen 4 maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling (art. 30
§2).
- De werknemer die in het kader van een adoptie een kind in zijn gezin onthaalt, heeft, met het oog op de zorg voor dit kind, recht op een adoptieverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximum zes weken, zo het kind bij het begin van dit verlof de leeftijd van drie jaar niet heeft bereikt, en maximum vier weken in de andere gevallen. Indien de werknemer ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken adoptieverlof op te nemen, dient het verlof ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen (art. 30 ter).
Voor de toepassing van artikel 21, nummers 2, 3, 5, 8 en 9 wordt het aangenomen of erkend natuurlijk kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
Voor de toepassing van artikel 21, nummers 6 en 7 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werknemer.
Voor de toepassing van artikel 21, nummers 6 en 7 geldt ook: overgrootvader, overgrootmoeder en achterkleinkind.
Voor de toepassing van artikel 21, nummers 5, 6 en 7 verbindt de werkgever er zich toe om voor een eventuele verlenging van de voorziene periode in overleg met de betrokkenen te zoeken naar een passende regeling.
In deze context wordt het geregistreerde samenlevingscontract gelijkgesteld met het burgerlijk huwelijk.
ART. 21
§ 1. Om recht te hebben op het normaal loon voor de afwezigheidsdagen moet de werknemer zijn hiërarchisch verantwoordelijke of directie vooraf verwittigen.
§ 2. Het normaal loon is uitsluitend verschuldigd voor die dagen en werktijden waarop, volgens de arbeidslijsten, de werknemers dienst moeten presteren. Het wordt berekend overeenkomstig de wetgeving op de feestdagen.
5. Bezoldigingen (wet van 12 april 1965)
ART. 22
De gegevens voor de berekening van de bezoldigingen komen voor op de individuele rekeningen van de werknemers; zij worden in de arbeidsovereenkomst bepaald.
ART. 23
Het bedrag van de bezoldiging wordt vastgesteld volgens de geldende loon- en weddeschalen van het paritair subcomité voor de privé-ziekenhuizen (de OOB-schalen) en volgens de overeenkomsten voorzien in de Ondernemings-CAO van 2013 (art. 9 § 1).
Voor de 45-plussers geldt ook de CAO voor arbeidsduurvermindering. Voor de gehandicapten, die niet opgenomen zijn in de collectieve loonovereenkomsten, wordt het bedrag van de bezoldiging bepaald in de individuele geschreven arbeidsovereenkomst conform de CAO nr. 26.
Ondernemings-CAO art. 9 Beloningsvoorwaarden
§ 1. Extra prestaties op bruto loon:
Het personeel voor wie de 11 % regeling van toepassing is:
11 % op bruto loon | jaarlijks op 01/01 te indexeren volgens loonindex. Referentie- index op datum van 01/09/2000: 124,34€ | |
Nachtdienst: | ||
− | weekdagen + zaterdag | 2,65€/uur (index 2014) |
− | zon- en feestdagen | 2,65 €/uur + 6% (index 2014) |
Dagdienst: | ||
− | zon- en feestdagen | 6% |
− | zaterdag | 26% |
− | onderbroken diensten vanaf 4 uur (zon- en feestdagen) | 10% bovenop de 6% |
− | bij cumul wordt de hoogste toeslag verrekend. | |
− | onderbroken diensten meer dan 1 uur (weekdagen) | 10% |
− | onderbroken diensten meer dan 2 uur (weekdagen) | 25% |
Avonddienst: | ||
− | van 19u tot 20u | 2,65 €/uur (index 2014) |
− | vanaf 20u | 2,65 €/uur (index 2014) |
Het personeel voor wie de 11% regeling niet van toepassing is:
Nachtdienst: | |
− weekdagen | 35% |
− zon- en feestdagen | 56% |
Dagdienst: | |
− zon- en feestdagen | 56% |
− onderbroken diensten vanaf 4 uur (zon- en feestdagen) | 10% bovenop de 56% |
− zaterdag | 26% |
− onderbroken diensten vanaf 4 uur (weekdagen) | 50% |
− onderbroken diensten meer dan 1 uur (weekdagen) | 10% |
− onderbroken diensten meer dan 2 uur (weekdagen) | 25% |
Avonddienst: | |
− van 19u tot 20u | 20 % |
− vanaf 20u | 35 % |
Voor iedere werknemer: premie voor roosterverstoring:
Uurroosters worden door de leidinggevende gepubliceerd ten laatste de 20ste van de maand vooraf. Deze versie wordt gedateerd en geparafeerd door de leidinggevende, en blijft geafficheerd, ook indien een aangepaste versie wordt gemaakt, en vormt de basis om roosterverstoringen vast te stellen. Het uurrooster wordt op datzelfde moment (de 20ste) ook volledig uitgerold in de PEP. Uurroosters voldoen aan alle wettelijke bepalingen en afspraken binnen az groeninge.
Het uitbetalen van een premie voor roosterverstoring houdt geen enkele verplichting in voor de medewerker om deze verstoring te aanvaarden.
Roosterverstoringen op vraag van de werkgever (de leidinggevende) geven aanleiding tot een premie per roosterverstoring ten bedrage van:
− bij een roosterverstoring, gemeld na publicatie van het uurrooster en tot uiterlijk 120 uur voor aanvang van de nieuwe shift: 10€ brutoloon.
− bij een roosterverstoring, gemeld minder dan 120 uur en meer dan 24 uur voor de aanvang van de nieuwe shift: 20€ brutoloon.
− bij een roosterverstoring gemeld minder dan 24 uur voor de aanvang van de nieuwe shift: 30€ brutoloon.
Onder roosterverstoring wordt verstaan (niet limitatieve opsomming):
− de vraag om een prestatie te voorzien op een geplande rustdag.
− het wijzigen van een geplande shift.
− het verlengen van een geplande shift met meer dan 2 uur (presteren van meeruren).
− wijziging van wachtdienstregeling (passieve wacht).
− …
Worden onder meer niet als roosterverstoringen aanzien:
− wegvallen van een prestatie enkel door het terugnemen van meeruren, in onderling overleg.
− verandering van functie, binnen de voorziene uren.
− verminderen van te presteren uren.
− syndicale activiteit.
− niet-geplande meeruren tot uiterlijk 2 uur.
Bij cumul wordt de hoogste premie betaald.
Roosterverstoringen worden geregistreerd op de voorziene wisseldocumenten (Cf. bijlage), en maandelijks doorgegeven aan de personeelsadministratie. Uitbetaling gebeurt conform de toeslaguren, t.t.z. de maand die volgt op de maand waarin het rooster werd verstoord. De wisseldocumenten dienen ook als schriftelijke akkoordverklaring door de medewerker met de roosterverstoring.
Een werkgroep van directieleden en vakbondsafgevaardigden komt samen bij interpretatieproblemen over het al of niet toekennen van een premie, om tot een consensus te komen.
Afdelingshoofden dienen eigen roosterverstoringen te laten goedkeuren door hun hiërarchisch verantwoordelijke.
De premies voor roosterverstoring zijn volgens de loonindex jaarlijks op 1 januari te indexeren bedrag (basis 2012)
Indien er op sectoraal of nationaal niveau betere voorwaarden ontstaan, zullen die ook in az groeninge worden toegepast.
§ 2. De uitbetaling van de lonen gebeurt door storting op de individuele rekening en dit uiterlijk tegen de 26ste van de lopende maand.
§ 3. Iedere werknemer ontvangt maandelijks een uniform, duidelijk, volledig en overzichtelijke wettelijke loonstrook.
Iedere werknemer beschikt over een handleiding met duidelijke uitleg over de inhoud van de loonstrook. (conform het K.B. van 8 augustus 1980)
De loonstrook wordt elektronisch bezorgd aan de werknemers die daarvoor opteren.
ART. 24
De uitbetaling van de lonen gebeurt door storting op de individuele rekening en dit uiterlijk tegen de 26ste van de lopende maand.
Fouten in de berekening van de wedden en lonen moeten schriftelijk (per brief of via e-mail) gemeld worden, hetzij aan de personeelsdienst, hetzij aan de betrokken werknemers.
Indien per vergissing een loon werd uitbetaald dat hoger of lager ligt dan het normale is de werknemer verplicht de werkgever onmiddellijk op de hoogte te stellen. Indien de werkgever de fout ontdekt, is hij eveneens verplicht de werknemer onmiddellijk op de hoogte te brengen. De te veel of te weinig betaalde sommen moeten in elk geval aan de werkgever of aan de werknemer worden geregulariseerd via afhouding van of bijstorting op het loon van de volgende maand.
Bij het einde van de arbeidsovereenkomst zullen de nog verschuldigde sommen aan de werknemer overgemaakt worden op het einde van de lopende maand bij middel van een overschrijving op post- of bankrekening.
Elke werknemer moet zicht kunnen hebben op zijn individuele rekening en zijn baremieke situatie. De werknemers kunnen hiervoor schriftelijk of per e-mail hun vragen aan het afdelingshoofd van de dienst personeelsadministratie doorgeven. Binnen de vijf werkdagen wordt aan de personeelsleden een schriftelijk (of per e-mail) antwoord verstrekt.
ART. 25
Alle andere wettelijke toegelaten inhoudingen kunnen verricht worden.
6. Het toezichthoudend personeel
ART. 26
Het toezichthoudend personeel (ieder persoon met een hiërarchische functie) is verantwoordelijk voor de goede gang van het werk en voor de naleving van dit arbeidsreglement.
In het bijzonder zijn zij belast met :
▪ controle op de aanwezigheid
▪ de werkverdeling
▪ het toezicht en de controle op de uitvoering van de taken
▪ de orde en de tucht in de inrichting
▪ het voeren van evaluatie-- en disfunctioneringsgesprekken
▪ het organiseren van, minstens semestriëel, een teamvergadering op elke afdeling en dit volgens het participatief model
▪ de veiligheid en de hygiëne van het personeel en de verantwoordelijkheid voor de goede werking van de machines, apparatuur en uitrusting naar gelang van de dienst of de afdeling
Klachten of conflicten worden gemeld aan de hiërarchisch verantwoordelijke, zoals bepaald in het organisatiemodel.
In geval van (mogelijke) conflicten tussen personeelsleden, al of niet verpleegkundigen, en ziekenhuisartsen, zal de problematiek binnen de 24 uur aan de algemeen directeur omstandig worden gerapporteerd. Deze laatste zal hiervoor overleg plegen met de medisch directeur, met het oog op het uitwerken van een oplossing.
De betrokken medewerker die een klacht of conflict meldt, wordt op de hoogte gehouden van de afwikkeling ervan.
7. Voorschriften inzake veiligheid, hygiëne en gezondheid
ART. 27
§1 De werknemers worden geacht de bepalingen van de wetgeving in verband met de veiligheid, gezondheid en hygiëne van de werknemers en van de werkplaatsen te kennen; zij moeten zich onderwerpen aan de richtlijnen van hun hiërarchisch verantwoordelijke of directie voor de naleving ervan, inzonderheid de regels inzake ziekenhuishygiëne en arbeidshygiëne.
De wetgeving is ter inzage bij de preventiedeskundige en via het wikinet van az groeninge worden specifieke veiligheidsvoorschriften ter beschikking gesteld.
Zij zijn in het bijzonder verplicht de persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken die tot hun beschikking worden gesteld en er de grootste zorg voor te dragen: werkkledij, beschermingskledij, hoofddeksels, brillen of gelaatsschermen, handschoenen of wanten, beschermingsschoeisel, beschermingsmiddelen tegen ioniserende stralingen.
§2 Iedere werknemer moet in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar zijn beste vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en deze van de andere betrokken personen.
Daartoe moeten de werknemers vooral, overeenkomstig hun opleiding en de door de werkgever gegeven instructies:
1/ op de juiste wijze gebruik maken van machines, toestellen, gereedschappen, gevaarlijke stoffen, vervoermiddelen en andere middelen;
2/ op de juiste wijze gebruik maken van de persoonlijke beschermingsmiddelen die hun ter beschikking zijn gesteld en die na gebruik weer opbergen;
3/ de specifieke veiligheidsvoorzieningen van met name machines, toestellen, gereedschappen, installaties en gebouwen niet willekeurig uitschakelen, veranderen of verplaatsen en deze voorzieningen op de juiste manier gebruiken;
4/ de werkgever en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk onmiddellijk op de hoogte brengen van iedere werksituatie waarvan zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat deze een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid en de gezondheid met zich brengt, alsmede van elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen;
5/ bijstand verlenen aan de werkgever en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, zolang dat nodig is om hen in staat te stellen alle taken uit te voeren of aan alle verplichtingen te voldoen die met het oog op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk zijn opgelegd;
6/ bijstand verlenen aan de werkgever en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, zolang dat nodig is, opdat de werkgever ervoor kan zorgen dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico’s opleveren voor de veiligheid en de gezondheid binnen hun werkterrein.
7/ Op positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid dat wordt tot stand gebracht in het kader van de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, zich onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en zich onthouden van elk misbruik van de klachtenprocedure.
De Koning kan de verplichtingen van de werknemers nader bepalen en verder uitwerken met toepassing van of ter voorkoming van specifieke risicosituaties.
ART. 28
Het personeel dient gebruik te maken van de beroepskledij die door de instelling beschikbaar wordt gesteld en dit volgens de richtlijnen opgesteld in samenwerking met het comité voor ziekenhuishygiëne en het comité PBW.
De persoonlijke kledij van het personeel tijdens de diensturen moet voornaam zijn. De identificatiebadge wordt op een duidelijk zichtbare plaats gedragen. Verlies van deze badge zal enkel worden aangerekend aan de medewerker.vanaf een tweede verlies binnen hetzelfde jaar.
Zichtbare tattoos en piercings zijn verboden.
ART. 29
De werkgever neemt de nodige maatregelen opdat de werknemer in staat is zijn persoonlijke bezittingen te beveiligen.
ART. 30
Indien het personeel de maaltijden gebruikt binnen de instelling, kan dit uitsluitend in de eetzalen en op het uur, voorzien in het uurrooster. Mits toestemming van de directie kan hieromtrent worden afgeweken.
Tijdens de nachtdienst worden de maaltijden genomen in het hiertoe aangeduide lokaal.
ART. 31
§ 1. Al de personeelsleden moeten zich onderwerpen aan de maatregelen die op hen toepasselijk zijn : medisch onderzoek bij de aanwerving, de jaarlijkse of zesmaandelijkse geneeskundige onderzoekingen tot opsporing van de beroepsziekten ingevolge de risico’s voor aandoeningen van infectie of ioniserende stralingen en periodieke inentingen. Gebeurt dit buiten de werkuren dan worden deze beschouwd als gepresteerde uren.
§ 2. Al de personeelsleden zijn verplicht medewerking te verlenen bij het opstellen van de arbeidsongevallenaangifte.
8. Arbeidsongevallen
ART. 32
Onder de autoriteit van de spoedgevallendienst bevindt zich in de keuken en bij de technische dienst een verbanddoos. De werknemer die een letsel, hoe onbeduidend ook, heeft opgelopen in het ziekenhuis tijdens de diensturen, is verplicht zich te laten verzorgen in het lokaal eerste opvang.
De verbandkasten, vereist bij het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, bevinden zich in het lokaal eerste opvang.
De werknemer dient zijn werkgever onmiddellijk te verwittigen van een incident, een arbeidsongeval of een ongeval op weg naar of van het werk.
De aangifte van een incident, een arbeidsongeval of ongeval op weg naar of van het werk dient te gebeuren volgens de procedure via het wikinet van az groeninge
9. Aansprakelijkheid
ART. 33
In geval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld.
Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Tenzij individueel anders wordt overeengekomen, levert de werkgever aan iedere werknemer de nodige gereedschappen, toestellen en materialen; de voorschriften inzake uitreiking en inlevering ervan worden aan de betrokken werknemers meegedeeld.
Iedere werknemer is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de te zijner beschikking gestelde grondstoffen, machines, gereedschappen, gebouwen, installaties, individuele beschermingsmiddelen, werkkleding en alle andere goederen.
De werknemer is niet verantwoordelijk voor de beschadigingen of de slijtage toe te schrijven aan het regelmatig gebruik van het voorwerp, noch voor het toevallig verlies ervan.
De werkgever wijst alle aansprakelijkheid af in geval van diefstal of beschadiging van voorwerpen die aan de werknemer toebehoren, zoals fietsen, kleding en andere persoonlijke bezittingen. Zelfs wanneer de vermelding “de directie is niet verantwoordelijk voor diefstal of beschadiging” niet werd aangeplakt in de bewaarplaats en zelfs wanneer de werknemers verplicht waren de voorwerpen in deze plaats neer te leggen.
De werkgever is verplicht als een goed huisvader te zorgen voor het arbeidsgereedschap dat aan de werknemer toebehoort alsmede voor de persoonlijke voorwerpen welke door deze laatste, mits zijn goedkeuring, in bewaring moeten worden gegeven; in geen geval mag de werkgever dat arbeidsgereedschap of die persoonlijke voorwerpen weigeren terug te geven.
ART. 34
De werkgever is aansprakelijk voor het gebrekkig werk, te wijten aan de slechte hoedanigheid van de door hem geleverde grondstoffen, gegevens, gereedschappen of apparatuur.
10. Beroepsgeheim en discretieplicht
ART. 35
Het personeel zal de grootste discretie in acht nemen ten aanzien van de zieken, de familie, de bezoekers en de collega’s. Er mag volstrekt niets bekend worden gemaakt van wat wordt vernomen over de zieken, de behandeling of de identiteit van de patiënten, ook niet na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.
ART. 36
Alle personeelsleden die voor de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst toegang hebben tot persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, zijn ertoe gehouden het vertrouwelijk karakter van die gegevens in acht te nemen. Geen enkel personeelslid zal zichzelf toegang verschaffen tot persoonsgegevens die de gezondheid betreffen waarover hij niet dient te beschikken om de hem/haar in het kader van zijn/haar arbeidsovereenkomst toevertrouwde opdracht uit te voeren. Het niet respecteren van deze verplichting, maakt een zware schuld en een dringende reden uit zoals bedoeld in art. 18, respectievelijk 35 van de Wet op de arbeidsovereenkomsten en kan in sommige gevallen ook aanleiding geven tot een strafrechtelijke vervolging.
Persoonsgegevens die de gezondheid betreffen zijn persoonsgegevens die van nature of door hun gebruik informatie verschaffen omtrent de vroegere, huidige of toekomstige fysieke of psychische gezondheidstoestand (cfr. bijlage 11).
ART.37
De werkgever is gerechtigd een foto te (laten) nemen van elk personeelslid en hiervan gebruik te maken om redenen van louter interne organisatie. Voor elk ander gebruik is de uitdukkelijke toestemming van het betrokken personeelslid vereist.
11. Ongewenst seksueel gedrag op het werk
ART. 38
Ongewenst seksueel gedrag is verboden in het A.Z. Groeninge.
Onder ongewenst seksueel gedrag wordt verstaan elke vorm van verbaal, niet verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan diegene die zich er schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van mannen en vrouwen op het werk.
Slachtoffers van ongewenst seksueel gedrag kunnen hierover een gesprek voeren met de vertrouwenspersonen binnen A.Z. Xxxxxxxxx (bijlage 13) , die hiervoor zijn aangesteld.
Via de vertrouwenspersonen kunnen klachten in verband met ongewenst seksueel gedrag worden ingediend De vertrouwenspersoon onderzoekt de klacht, met inbegrip van een gesprek met de persoon tegen dewelke de klacht werd ingediend. Deze persoon kan desgewenst hierbij de aanwezigheid vragen van een vakbondsafgevaardigde van az groeninge. Nadien beslist het directiecomité over de eventuele sanctie, hierbij rekening houdend met de strafbepalingen voorzien in art. 40 van onderhavig arbeidsreglement.
De termijn voor de behandeling van de klacht is vastgesteld op 1 maand.
12. Respect
ART.39
Werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor eenieders waardigheid, gevoelens en overtuiging. Verboden is bijgevolg elke vorm van verbaal racisme, alsook het verspreiden van racistische lectuur en pamfletten. Ook elke discriminatie op grond van geslacht, seksuele geaardheid, ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, burgerlijke staat, geboorte, leeftijd, vermogen, geloof of levensbeschouwing, huidige of toekomstige mentale en/of gezondheidstoestand of fysieke eigenschappen
13. Sancties
ART. 40
Elke inbreuk op de bepalingen van dit arbeidsreglement en op de verplichtingen bepaald in de arbeidsovereenkomst en die niet aanzien wordt als zwaarwichtige reden voor onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst, geeft aanleiding tot het naleven van volgende procedures voorzien in de Ondernemings-CAO van 2013, art. 2:
Ondernemings-CAO : artikel 2
De in artikel 1 vermelde regeling is niet van toepassing op een ontslag om dringende redenen.
Bij een ontslag om dringende reden wordt de syndicale delegatie binnen de 24u hiervan op de hoogte gebracht.
Tevens doet de in artikel 1 vermelde regeling geen afbreuk aan het recht van de werkgever een einde te
stellen aan de arbeidsovereenkomst bij disfunctioneren van de werknemer, mits het naleven van volgende procedure.
Bij disfunctioneren wordt de werknemer schriftelijk, per aangetekende brief, uitgenodigd op een disfunctioneringsgesprek met de leidinggevende met duidelijke vermelding van:
− uitnodiging voor disfunctioneringsgesprek
− de namen van de gesprekpartners aanwezig op dit gesprek
Een disfunctioneringsgesprek is duidelijk te onderscheiden van een evaluatiegesprek.
Tijdens een disfunctioneringsgesprek worden enerzijds de tekortkomingen van de werknemer duidelijk benoemd en anderzijds de verwachtingen ten aanzien van de werknemer omgezet in een aantal werkpunten. De realisatie van deze werkpunten wordt getoetst in een opvolgingsgesprek dat wordt gepland binnen een periode van minimum 3 en maximum 6 maanden (eenmaal verlengbaar met een periode van 6 maanden). Een verslag van het disfunctioneringsgesprek en opvolgingsgesprek(ken) wordt afgetekend voor ontvangst door of aangetekend opgestuurd aan de werknemer.
Wanneer tijdens het opvolgingsgesprek wordt vastgesteld dat de werkpunten niet zijn opgevolgd, kan de arbeidsovereenkomst zonder verdere verwittiging worden opgezegd.
Zijn de werkpunten wel opgevolgd, dan worden de initiële tekortkomingen niet meer meegenomen in de toekomst.
De syndicale delegatie krijgt, tegelijkertijd als de betrokken medewerker, een afschrift van de oproepingsbrief tot het disfunctioneringsgesprek, alsook van de opzeggingsbrief in het geval het opvolgingsgesprek negatief was.
Deze procedure is niet van toepassing voor werknemers in de proeftijd.
14. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de wil van één of van beide partijen
ART. 41 Aan de arbeidsovereenkomst kan een einde gemaakt worden bij onderling akkoord, door eenzijdige opzegging of door onmiddellijke verbreking in geval van zware fout.
ART. 42 De beëindiging bij onderling akkoord wordt schriftelijk vastgesteld en ondertekend door de twee partijen.
ART. 43 De eenzijdige opzegging of verbreking moet geschieden in de vormen en volgens de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en conform art. 2 Ondernemings-CAO.
ART. 44 De werkgever neemt zich voor, bij volgende inbreuken te overwegen tot onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden, tenzij een andere uitspraak van de arbeidsrechtbank:
Volgende inbreuken kunnen aanleiding geven tot onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden (niet limitatieve lijst):
− ongewettigde afwezigheid van méér dan 24 uur;
− herhaaldelijke openlijke ongehoorzaamheid of opstandigheid;
− dronkenschap, zware beledigingen, racistische aanvallen of uitlatingen, diefstal;
− ongewenst seksueel gedrag (zie ook ART. 38);
− inbreuken op het privacyhandvest
− inbreuken op de ICT policy
− opzettelijke schade;
− weigeren van arbeidsgeneeskundige onderzoeken.
Dit arbeidsreglement is opgesteld en aanvaard overeenkomstig de wettelijke procedure.
15. Bij dit arbeidsreglement horen onderstaande bijlagen die beschikbaar zijn op elk campussecretariaat ter inzage
Bijlage 1: Alle dienstroosters
Bijlage 2: Samenstelling van het comité PBW (per campus en overkoepelend),de ondernemingsraad en de syndicale delegaties
Bijlage 3: Collectieve arbeidsovereenkomst van 15/10/1975 van de N.A.R. betreffende de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers
Bijlage 4: Data van de wettelijke feestdagen Bijlage 5: Infoverplichting personeelsleden Bijlage 6: Syndicaal vrijgestelden
Bijlage 7: Interbedrijfsgeneeskundige dienst Bijlage 8: Ondernemings-CAO
Bijlage 9: Omnium verzekeringsdekking voor verplaatsingen in opdracht. Bijlage 10: ICT policy
Bijlage 11 : Privacyhandvest
Bijlage12 : Procedure middelenmisbruik Bijlage 13 : Vertrouwenspersonen az groeninge
Deze bijlagen maken integraal deel uit van dit arbeidsreglement.
DIT ARBEIDSREGLEMENT WERD SAMENGESTELD EN AANVAARD OVEREENKOMSTIG DE WETTELIJKE PROCEDURE VOORZIEN IN DE WET VAN 8 APRIL 1965
EN NA RAADPLEGING VAN HET PERSONEEL.
HET WERD TER KENNIS VAN HET PERSONEEL GEGEVEN HET TREEDT IN VOEGE OP
HET VERVANGT ALLE VORIGE ARBEIDSREGLEMENTEN.