ARBEIDSREGLEMENT OPZ GEEL
ARBEIDSREGLEMENT OPZ GEEL
1 januari 2023
Dit arbeidsreglement vervangt het vorige arbeidsreglement van 2022.
Naam en adres van de overheidswerkgever: Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel, extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid, Xx. Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx.
Plaats van tewerkstelling: Zetel van het OPZ Geel, gevestigd te 0000 Xxxx, Dr. Sanodreef 4.
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK ITOEPASSINGSGEBIED 2
HOOFDSTUK IIALGEMENE BEPALINGEN 2
HOOFDSTUK IIIARBEIDSDUUR EN WERKROOSTERS 2
HOOFDSTUK IVVERLOF EN GEWETTIGDE AFWEZIGHEDEN 5
HOOFDSTUK VHET SALARIS EN DE INDIVIDUELE REKENING 11
HOOFDSTUK VIHET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL 11
HOOFDSTUK VIIGEBRUIK MATERIAAL VAN WERKGEVER 12
HOOFDSTUK VIIIVOORSCHRIFTEN INZAKE VEILGHEID, HYGIENE EN GEZONDHEID 12
HOOFDSTUK IXARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN 13
HOOFDSTUK XBEROEPSETHIEK EN INFORMATIEVEILIGHEID 14
HOOFDSTUK XIEINDE XXX XX XXXXXXXXXXXXXXXXXXX 00
HOOFDSTUK XIISTRAFFEN EN BEROEPSMOGELIJKHEDEN 15
HOOFDSTUK XIIIADRES INSPECTIEDIENSTEN 15
HOOFDSTUK XIVWELZIJNSREGLEMENTERING 16
HOOFDSTUK XV MODALITEITEN VAN TUSSENKOMST VAN DE SOCIALE DIENST 16
HOOFDSTUK XVIWERKNEMERSVERTEGENWOORDIGING 17
HOOFDSTUK XVIISOCIALE ORGANISMEN 18
HOOFDSTUK XVIIIWIJZIGINGEN 18
ADDENDA 19
Addendum I: Werktijdregeling 19
Addendum II: Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Xxxxxxxx III: Regeling rond de dienstreis 25
Addendum IV: Gebruik e-mail, intranet en internet 26
Addendum V: Reglement inzake afwezigheden wegens ziekte 29
Addendum VI: Veiligheid 32
Addendum VII: Maaltijdcheques 34
Addendum VIII: Deontologische Code 35
Addendum IX: Adressen Arbeidsinspectie en Sociale Inspectie 45
Addendum X: Contactpersonen 46
Addendum XI Sociale organismen 47
ADDENDUM XII: CAO 15 OKTOBER 1975 49
ADDENDUM XIII: MEDISCHE CHECK-UP 50+ 51
Addendum XIV: ADV-dagen 52
Addendum XV: Permanentieregeling 53
Addendum XVI: Gevaartoelage 58
Addendum XVII: Reglement op de toekenning en het gebruik van een bedrijfs- of dienstgsm 59
Addendum XVIII: Wagenreglement OPZ Geel 62
Addendum XIX: Alcohol- en drugbeleid 67
ADDENDUM XX: GEGEVENSBESCHERMING …
addendum XXI: Afsprakenkader telewerk
addendum xxii: Interne meldprocedure klokkenluiders
Hoofdstuk I Toepassingsgebied
Dit arbeidsreglement is van toepassing op alle statutaire en contractuele personeelsleden van het OPZ Geel die onder het Vlaams personeelsstatuut (verder VPS), d.w.z. het “Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid”, ressorteren.
De statutaire en contractuele bepalingen hebben voorrang indien de bepalingen van dit arbeidsreglement tegenstrijdig zouden zijn met het VPS.
De werkgever en de personeelsleden zijn gebonden door de bepalingen die in het arbeidsreglement voorkomen en zijn ertoe gehouden ze na te leven.
Hoofdstuk II Algemene bepalingen
Indien in de tekst van het arbeidsreglement gesproken wordt over hem en/of hij, wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij.
Indien in de tekst van het arbeidsreglement gesproken wordt over lijnmanager, wordt bedoeld: de administrateur-generaal als hoofd van het OPZ Geel, die het hiërarchisch en functioneel gezag uitoefent over het personeel van het OPZ Geel.
Bepalingen die reeds opgenomen zijn in het VPS worden niet opnieuw opgenomen in het arbeidsreglement.
Elke werknemer ontvangt een exemplaar van dit arbeidsreglement bij indiensttreding. De werknemer tekent voor ontvangst. Alle werknemers worden geacht, vanaf het tot stand komen van de arbeidsovereenkomst, onderhavig reglement te kennen en te aanvaarden. Zij verbinden zich er toe alle voorschriften ervan na te leven.
Bij indiensttreding zal de werknemer zich aanmelden op de personeelsdienst voor de nodige registratie. De werknemer dient zo vlug mogelijk aan de werkgever alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de sociale en fiscale wetgeving. Zij zullen zo snel mogelijk de personeelsdienst op de hoogte stellen van elke verandering van adres, burgerlijke staat, nationaliteit, gezinstoestand en van alle andere gegevens die nodig zijn voor hun basisdossier.
Het arbeidsreglement regelt de arbeidsvoorwaarden van het personeel. Er kan alleen in individuele gevallen tijdelijk van worden afgeweken, zonder echter de wettelijk of reglementair voorziene bepalingen te overtreden. Deze afwijkingen moeten schriftelijk vastgelegd worden in een overeenkomst tussen werknemer en werkgever. Groepsafwijkingen worden voorgelegd aan het EOC en worden opgenomen in een addendum wanneer ze van langere duur zijn.
De medewerker is zelf verantwoordelijk om aan alle voorwaarden te voldoen conform de wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg 1 ifv het bevoegd/bekwaam zijn om de functie waarvoor hij aangeworven is, uit te voeren.
Hoofdstuk III Arbeidsduur en werkroosters
Artikel 1
§1. De arbeidsduur is geregeld door de Arbeidswet van 16 maart 19712, zoals deze zal worden gewijzigd.
1Kwaliteitswet BS 14/05/2019
2 Belgisch Staatsblad dd. 30.03.1971.
De gemiddelde arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt 38u/week (dit is gemiddeld 7.36 uur per dag), of een evenredig deel bij deeltijdse tewerkstelling.
De werktijdregeling en werkroosters worden beschreven in addendum I.
§2. Er bestaat een variabele werktijdregeling, een vaste werktijdregeling en een afwijkende werktijdregeling.
De lijnmanager bepaalt bij de indiensttreding door de dienstaanwijzing welke regeling voor het personeelslid geldt.
Artikel 2
2.1. De vaste werktijdregeling
§1. De vaste werktijdregeling is van toepassing voor de leden van het onthaal, het bewakingspersoneel, het verplegend en verzorgend personeel, de logistiek assistenten, het personeel en de chauffeurs van de keuken, het personeel van de cafetaria, het personeel van het Observatiehuis en het crisis- en kortdurend behandelteam (CKB).
De marges van de vaste arbeidsduurregeling werden vastgelegd in verschillende dagschema’s (zie addendum I).
2.2. De afwijkende werktijdregeling
De afwijkende werktijdregeling is van toepassing op de geneesheren (zie addendum I).
2.3. De variabele werktijdregeling
§1. De variabele werktijdregeling is van toepassing op het personeel dat niet onder artikel 2, 2.1 en 2.2 vermeld wordt.
De marges van de variabele werktijdregeling worden vastgelegd in verschillende dagschema’s (zie addendum I).
§2. Deze variabele werktijdregeling houdt in dat de werktijd wordt verdeeld in stamtijden, glijtijden en servicetijden.
1. De stamtijd is de periode waarin ieder personeelslid aanwezig moet zijn. De afwezigheid tijdens de stamtijd moet kunnen verantwoord worden door vakantie, verlof, ziekte, opdracht, zending, dienstvrijstelling, recuperatie, edm.
2. De glijtijd is de periode waarin het personeelslid elke dag zijn uur van aankomst of vertrek vrij kiest, rekening houdend met de goede werking van de dienst.
3. De servicetijd is de tijdsduur waarin iedere dienst (en niet elk individueel personeelslid) bereikbaar moet zijn. De servicetijd loopt in principe van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.30 uur (enkel onthaal divisie jongeren tot 17.00 uur). Op kerstavond en oudejaarsavond tot 15.00 uur (indien het samenvalt met een werkdag). De directe leidinggevende moet ervoor zorgen dat de dienst tijdens deze servicetijd operationeel is. De directieraad kan voor bepaalde diensten deze servicetijden aanpassen.
§3. De prestaties per dag bedragen maximum 9 uren.
Artikel 3 Registratie
De registratie van de gewerkte uren gebeurt conform de regeling zoals vermeld in addendum II.
De niet als arbeidstijd geregistreerde uren moeten kunnen verantwoord worden om als arbeidstijd aanvaard te worden.
Voor deeltijds personeel zullen de werktijden individueel worden vastgelegd à rato van hun deeltijdse tewerkstelling.
De soorten deeltijdse arbeid en de modaliteiten worden, wat de ambtenaar betreft, opgesomd in Deel X, titels 5, 6 en 10 van het VPS. Voor de contractueel tewerkgestelde personeelsleden is deel X, titel 6 hoofdstuk 7 en Deel X, titel 10 van het VPS van toepassing.
Deeltijds personeel dat volledige of halftijdse dagen werkt, volgt de gewone werktijdregeling.
Artikel 4 Deelname aan kampen
Voor deelname aan kampen als patiëntenbegeleider worden volgende compensaties verleend aan de personeelsleden: per dag deelname aan een kamp krijgt het personeelslid 7.36 diensturen. Daarbij krijgt het personeelslid per dag twee keer een maaltijdvergoeding (doch geen maaltijdcheques).
Afhankelijk van het soort kamp, krijgen de patiëntenbegeleiders nog 1x 7.36 of maximum 2x 7.36 diensturen er bovenop.
Deze extra compensatiedagen en diensturen moeten in hetzelfde jaar worden opgenomen.
Artikel 5 Koffiepauze
Tijdens de diensturen krijgt het personeel de gelegenheid om in de loop van de dag gedurende 15 minuten een pauze te nemen in de daartoe bestemde lokalen.
Artikel 6 Dienstreizen
De regeling rond de dienstreizen werd vastgesteld in addendum III.
Artikel 7 Compensatieregeling weekend- en feestdagenwerk
Voor de reglementering in verband met compensatie weekend- en feestdagenwerk geldt de regeling van de rechtspositie van het personeel van het OPZ Geel.
Artikel 8 Aanwezigheid op de werkplaats
§1. Geen enkel personeelslid mag zich op een andere dienst of verzorgingseenheid begeven tenzij om duidelijke dienstredenen, mits toelating of op verzoek van de directe leidinggevende.
§2. De verpleegkundigen moeten op de dienst blijven tot zij vervangen worden door het personeelslid dat de verantwoordelijkheid van de dienst overneemt.
§3. Bij indiensttreding ontvangt elk personeelslid de nodige sleutels en badge voor de uitoefening van zijn werk. Ieder is persoonlijk verantwoordelijk voor de ontvangen sleutels en badge. Verlies van de sleutels of de badge dient zo vlug mogelijk te worden gemeld aan de personeelsdienst. Het is ten strengste verboden sleutels te laten bijmaken. Bij verlies van sleutels en/of badge kan de kostprijs aangerekend worden.
§4. Bij uitdiensttreding bezorgt het personeelslid op het einde van de laatste werkdag zijn badge en/of sleutels aan de directe leidinggevende of de personeelsdienst. De directe leidinggevende is verantwoordelijk voor de inontvangstneming van de badge en/of sleutels.
Hoofdstuk IV Verlof en gewettigde afwezigheden
Artikel 9
De gewone dagen van inactiviteit zijn:
- zondagen;
- de feestdagen en de compensatiedagen, vermeld in deel X, titel 2 van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd, en in de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd;
- de jaarlijkse vakantiedagen, vermeld in deel X, titel 2 van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd, en in de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd.
Artikel 10 Vakantie en verlof
§1. De jaarlijkse vakantie is geregeld door deel X, titel 2 van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd, en in de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd.
§2. De aanvraag van vakantiedagen gebeurt via het elektronisch dienstroosterplanningssysteem. Indien de directe leidinggevende niet akkoord kan gaan met de vakantie-aanvraag brengt deze laatste de werknemer zo vlug mogelijk op de hoogte.
§3. Bij het opnemen van vakantiedagen is verlofspreiding van toepassing. De vakantiedagen dienen als volgt te worden opgenomen:
- Voor eind juni moeten minstens ¼ van de beschikbare vakantiedagen worden opgenomen;
- Voor eind juni moeten minstens de helft van de beschikbare vakantiedagen zijn opgenomen of gepland en vastgelegd;
- Voor eind september moeten minstens 80% van de beschikbare vakantiedagen zijn opgenomen of gepland en vastgelegd;
Bij deze verlofspreiding wordt geen rekening gehouden met de 11 verlofdagen die men jaarlijks kan overzetten. Bijvoorbeeld: een voltijds personeelslid met 40 verlofdagen in 2010 dient derhalve voor eind juni 2010 minstens ¼ van de 29 verlofdagen te hebben opgenomen.
De naleving van de regeling als voormeld zal niet door de personeelsdienst gecontroleerd, noch opgevolgd worden, doch valt onder de verantwoordelijkheid van de directe leidinggevende.
Ter verdere invulling van deze algemene collectieve afspraken, kan per dienst een verlofregeling worden uitgewerkt die rekening houdt met de bijzonderheden van de dienst/leefeenheid.
§4. De aanvraag van de verloven zoals vermeld onder §5 (met uitzondering van de vakantie) gebeurt via het geijkte formulier, en wordt toegekend na goedkeuring door personeelsdienst en leidinggevende.
§5. Voor het aanvragen van verloven gelden onderstaande termijnen tenzij in overleg met de lijnmanager een kortere aanvraagtermijn wordt overeengekomen. De lijnmanager neemt een beslissing over de verlofaanvraag binnen de 12 werkdagen. Deze reactietijd geldt voor verloven van 1 maand en langer, alsook voor kortere verloven als deze 1 maand op voorhand zijn aangevraagd.
Xxxxx verlof | aanvraagtermijn | |
Jaarlijks verlof | Xxxx vooraf aangevraagd en goedgekeurd zijn. Voor verlof van meer dan 1 maand geldt een aanvraagtermijn van 1 maand. | |
Verlof voor deeltijdse prestaties | Minstens 14 dagen | |
Vlaams zorgkrediet -Indien opgenomen voor de zorg van een kind tot 12jaar, zorg voor een kind met een handicap, en voor een opleiding te volgen. -Indien opgenomen voor de zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid of voor palliatieve zorgen. | Minstens 14 dagen voor aanvang (of verlenging) Xxxx aanvraagtermijn – verlof gaat onmiddellijk in |
Verlof voor opdracht (kabinet/erkende politieke groep) Verlof voor opdracht (algemeen belang of terbeschikkingstelling Koning(in)/Prins(es)) | Aanvraagtermijn te bepalen in overleg met de lijnmanager Minstens 1 maand voor aanvang | |
Ouderschapsverlof | Minstens 14 dagen voor aanvang (of verlenging) | |
Medisch bijstandsverlof en palliatief verlof | Geen aanvraagtermijn – verlof gaat onmiddellijk in | |
Onbetaald verlof (20 werkdagen) | Minstens 14 dagen voor aanvang | |
Onbetaald verlof | Minstens 14 dagen voor aanvang | |
Verlof voor pleegzorgen (6 dagen) | Minstens 14 dagen voor aanvang |
Bevallingsverlof | - personeelslid meldt zo snel mogelijk de zwangerschap aan de directe leidinggevende en de personeelsdienst en bezorgt zo snel mogelijk en ten minste 7 weken op voorhand (9 weken in geval van meerling) het medisch attest met vermoedelijke bevallingsdatum aan de personeelsdienst. Het zwangere personeelslid kan een afspraak maken bij de bedrijfsarts. |
§6. In principe worden alle vakantiedagen opgenomen voor het einde van het jaar. Het personeelslid kan echter maximum 11 werkdagen jaarlijks opsparen en aanwenden in de volgende kalenderjaren en uiterlijk vóór de pensionering.
Voor wat de opname van deze opgespaarde vakantiedagen betreft, dit wordt op voorhand afgesproken als volgt: met de evaluator dienen afspraken op langere termijn te worden gemaakt of minstens bij het planningsgesprek dient duidelijk te zijn of men datzelfde jaar zijn (opgespaarde) verlof geheel of gedeeltelijk wil opnemen zodat hiermee kan rekening gehouden worden. Na overeenkomst tussen het personeelslid en de evaluator is de opname van verlof niet langer tegenstelbaar aan het dienstbelang. Dit wil zeggen dat het personeelslid het recht heeft om het verlof op te nemen zoals overeengekomen met de evaluator. De afspraken ter zake worden genoteerd op het planningsgesprekformulier en ter kennisgeving voorgelegd aan de administrateur-generaal/het afdelingshoofd voor zover zij zelf geen evaluator zijn.
§7. Voor de verloven die een recht zijn overeenkomstig het VPS, dient het personeelslid in onderling overleg met de directe leidinggevende te bepalen wanneer dit verlof wordt opgenomen, steeds rekening houdend met waarborg van de dienstverlening.
Artikel 11
Een personeelslid kan een aangevraagd, respectievelijk begonnen verlofstelsel alleen opzeggen om echt dwingende reden en na overleg met de lijnmanager. Hierbij moeten onderstaande opzeggingstermijnen gerespecteerd worden.
In overleg met de lijnmanager kan wel een kortere opzegtermijn worden overeengekomen.
Soort verlof | Opzegging | |
verlof voor deeltijdse prestaties | 1 maand | |
Zorgkrediet -Indien opgenomen voor de zorg voor een kind tot 12 jaar, zorg voor een kind met een handicap, en voor een opleiding te volgen. -Indien opgenomen voor de zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid of voor palliatieve zorgen | 1 maand Opzegbaar, geen opzeggingstermijn bepaald |
Palliatief verlof, medisch bijstandsverlof | Opzegbaar, geen opzeggingstermijn bepaald | |
xxxxxx voor opdracht (kabinet) | Opzegbaar, geen opzeggingstermijn bepaald noch bij opzegging door de minister, noch bij opzegging door het personeelslid. | |
verlof voor opdracht (algemeen belang) | Geen opzeggingstermijn bij opzegging door de minister | |
1 maand op initiatief van het personeelslid | ||
verlof voor opdracht (terbeschikkingstelling Koning(in) / Prins(es)) | Geen opzeggingstermijn bij opzegging door Xxxxxx(in) Prins(es) | |
1 maand op initiatief van het personeelslid | ||
xxxxxx voor opdracht (erkende politieke groep) | Geen opzeggingstermijn bij opzegging door de functionele minister op voorwaarde dat er dienstredenen zijn | |
1 maand op initiatief van het personeelslid | ||
Onbetaald verlof (20 werkdagen) | Opzegbaar. Termijn overeen te komen met de lijnmanager | |
Onbetaald verlof (1 jaar) en ouderschapsverlof | 1 maand | |
Jaarlijks verlof en verlof voor pleegzorgen | Opzegbaar. Termijn overeen te komen met de lijnmanager |
Regeling voor personeelsleden van continudiensten
Voor personeelsleden van continudiensten kan er worden afgeweken van bovenvermelde aanvraag–en opzegtermijnen van verloven en kunnen er langere termijnen voorzien worden bij verloven met impact op de werking van de organisatie.
Artikel 12 Dienstvrijstelling
§1. Naast de afwezigheden, voor de personeelsleden bepaald bij artikel X 61 van het VPS, heeft de werknemer recht op de dienstvrijstelling zoals bepaald in deel X, titel 13 van het VPS.
§1a. Dienstvrijstelling voor borstvoedingspauzes
Elk personeelslid van het OPZ Geel heeft recht om het werk te onderbreken om haar kind borstvoeding te geven en/of melk af te kolven. De borstvoedingspauze wordt genomen als dienstvrijstelling die niet moet worden ingehaald.
De borstvoedingspauze duurt een half uur. Wie een halve dag werkt, heeft recht op 1 pauze.
Wie een volledige dag werkt heeft die dag recht op 2 pauzes die in één of in twee keer mogen opgenomen worden.
Het personeelslid heeft recht op borstvoedingspauzes tot de leeftijd van zeven maanden na de geboorte van het kind. In uitzonderlijke omstandigheden die verband houden met de gezondheidstoestand van het kind en die blijken uit een medisch getuigschrift, kan deze termijn met maximum twee maanden worden verlengd.
Het personeelslid moet met haar directe leidinggevende overeenkomen op welk tijdstip van de dag zij de borstvoedingspauze(s) kan opnemen.
Het personeelslid dat van deze dienstvrijstelling wenst te genieten, brengt twee maanden op voorhand haar directe leidinggevende hiervan schriftelijk op de hoogte. Deze termijn kan in onderling overleg worden ingekort, en dient om de directe leidinggevende de gelegenheid te geven de werkorganisatie hierop af te stemmen. Indien de directe leidinggevende twijfels heeft omtrent het geven van borstvoeding door het personeelslid, kan hij –op elk ogenblik– een medisch attest vragen afgeleverd door een arts.
De plaats (in het OPZ Geel) waar het personeelslid borstvoeding kan geven wordt in onderling overleg afgesproken met de directe leidinggevende.
§1b. Dienstvrijstelling voor het geven van bloed, plasma of bloedplaatjes
Personeelsleden kunnen 6 keer per jaar tijdens de diensturen bloed, plasma of bloedplaatjes geven. Zij krijgen hiervoor dienstvrijstelling voor de benodigde tijd voor het geven ervan (het transfusiecentrum
attesteert hoe lang de gift heeft geduurd) en de verplaatsingstijd (max. 2 uur). Het personeelslid dient hiervoor wel uit te tikken.
Deze dienstvrijstelling kan enkel worden toegestaan zolang de minimumbezetting en dienstverlening gegarandeerd wordt. Bij de afweging wordt voorrang gegeven aan (reeds aangevraagd en goedgekeurd) groot verlof, dan (goedgekeurd) verlof en dan pas dienstvrijstelling.
§1c. Doktersbezoek
In principe dient het personeelslid afspraken voor een controle, een onderzoek of een medische behandeling buiten de werkuren te plaatsen. Indien dit om praktische redenen niet mogelijk is, kan de afspraak uitzonderlijk en mits voorafgaandelijke toestemming van de directe leidinggevende tijdens de werkuren doorgaan, waarbij het personeelslid uittikt en de dienstvrijstelling nadien zal dienen in te halen. Hij is immers niet arbeidsongeschikt, maar gaat louter op controle. Het maakt hier niet uit of het om een verplichte controle gaat of om een door de werknemer gewenste afspraak.
De medische behandeling als slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg van of naar het werk is een dienstvrijstelling die niet dient te worden ingehaald.
§1d. Dienstvrijstelling voor gezondheidsredenen die het vertrek van de zieke noodzakelijk maken
Het personeelslid dat tijdens de arbeidsuren ziek wordt en het werk hierdoor niet meer kan verder zetten, heeft recht op dienstvrijstelling voor de niet gewerkte uren. Het personeelslid verwittigt zijn directe leidinggevende dat hij wenst gebruik te maken van deze dienstvrijstelling. De directe leidinggevende informeert op zijn beurt de personeelsdienst.
§1e. Dienstvrijstelling voor vrijwilligers van een brandweerkorps of van een korps voor burgerlijke bescherming
Er wordt een compenserende dienstvrijstelling toegestaan aan de leden van een vrijwillige brandweerdienst of van een korps voor burgerlijke bescherming voor hun dringende hulpverlening die geheel of gedeeltelijk plaatsvindt tijdens of in een periode van 8 uur vóór het begin van de gewone dienstprestaties. In dit laatste geval wordt aan betrokkene toegestaan zijn dienstprestaties later –d.w.z. acht uur na het einde van de hulpverlening- aan te vatten. Betrokkene dient zijn deelname aan en het dringend karakter van die hulpverlening te staven met een attest van zijn korpscommandant. De voormelde dienstvrijstelling dient niet te worden ingehaald, en wordt jaarlijks beperkt tot 38 uur of 5 werkdagen.
§2. Naast de in het VPS opgesomde dienstvrijstellingen zoals voormeld onder §1 hebben de personeelsleden ook recht op dienstvrijstelling in de volgende gevallen (mits voorlegging van het vereiste attest):
1° kandidatuur voor de wetgevende of provinciale verkiezingen: duur van de campagne
vereist attest: bewijs deelname
2° getuige voor het gerecht (werkgerelateerd): duur van de zitting
vereist attest: oproepingsbrief
3° jurylid in een assisenzaak: duur van de zitting
vereist attest: oproepingsbrief
4° tucht- en beoordelingsaangelegenheden: maximaal 1 dag
vereist attest: persoonlijke oproeping
5° oproeping voor geneeskundig centrum in het kader van een
verplicht onderzoek: benodigde tijd voor het onderzoek en de verplaatsing heen en terug naar het OPZ Geel (regeling dienstreisverplaatsing)
vereist attest: oproepingsbrief
6° syndicale opdracht: duur van de opdracht
7° examens voor functies in het OPZ Geel en duur van het examen, examens die door het OPZ Geel zelf georganiseerd worden: tot maximaal 1 dag
§3. Andere dienstvrijstellingen worden bekomen mits voorafgaande aanvraag bij en goedkeuring door de lijnmanager, die tezelfdertijd een beslissing neemt over het al dan niet compenseren van de uren.
Artikel 13 Omstandigheidsverlof en geboorteverlof
§1, Omstandigheidsverlof bij huwelijk*
Het omstandigheidsverlof bij huwelijk van 4 of 2 dagen dient opgenomen te worden in de periode van 1 week vóór de gebeurtenis tot 1 week erna.
Het omstandigheidsverlof bij huwelijk van 1 dag dient opgenomen te worden op de dag van het huwelijk.
*Opmerking: vanaf 01/01/2018 is wettelijk samenwonen gelijkgesteld aan huwelijk, waardoor men hetzelfde omstandigheidsverlof krijgt toegekend als bij het huwelijk van naaste familieleden in eerste en tweede graad. Hiervoor dient het attest van wettelijk samenwoning bezorgd te worden aan de personeelsdienst.
§2, Omstandigheidsverlof bij overlijden
De werknemer die recht heeft op 10 dagen omstandigheidsverlof bij overlijden kan 3 dagen kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. De overige 7 dagen kan hij kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden.
Het omstandigheidsverlof bij overlijden van 4 of 2 dagen dient opgenomen te worden in de periode tussen het overlijden en 7 kalenderdagen na de begrafenis.
Het omstandigheidsverlof bij overlijden van 1 dag dient opgenomen te worden in de periode van 2 kalenderdagen vóór tot 2 kalenderdagen na de begrafenis.
Indien nodig kan (een gedeelte van) het omstandigheidsverlof buiten de vermelde periode opgenomen worden, bvb. voor het verlijden van een notariële akte > kan enkele weken na de gebeurtenis plaatshebben. Dit moet aangetoond worden met een attest.
§3, Geboorteverlof
Voor wat het geboorteverlof betreft, hier kan het personeelslid zelf kiezen wanner hij het verlof opneemt. De 15 dagen moeten opgenomen worden binnen de 4 maanden te rekenen vanaf de dag van de bevallig3.
§4, De keuze van de dagen moet steeds gebeuren in overleg met de leidinggevende en moet mogelijk zijn voor de continuïteit van de dienst.
§5, Bij samenloop met andere verloven kan het omstandigheidsverlof niet van toepassing zijn: indien de gebeurtenis bv. valt in het midden van een periode van loopbaanonderbreking of gecontingenteerd verlof, heeft men nadien geen recht meer op het omstandigheidsverlof. Ook wanneer het personeelslid bijv. afwezig is wegens ziekteverlof kan gesteld worden dat omstandigheidsverlof niet noodzakelijk is om de nodige verplichtingen te kunnen uitvoeren of schikkingen te kunnen treffen.
Artikel 14
§1. Voor de toepassing van art. 12 en 13 dient het personeelslid vooraf zijn afwezigheid mee te delen aan zijn directe leidinggevende.
Na zijn afwezigheid dient het personeelslid het bewijs van klein verlet aan de personeelsdienst te bezorgen.
Ingeval de afwezigheid niet vooraf kan gemeld worden, is de werknemer verplicht zo vlug mogelijk en in elk geval binnen de 24 uren, zijn directe leidinggevende te verwittigen, welke op zijn/haar beurt de personeelsdienst verwittigt.
De afwezigheid moet gebruikt worden voor het doel waarvoor het werd toegestaan.
§2. Voor de hierna vermelde dienstvrijstellingen moeten de volgende attesten worden ingediend of voorgelegd:
Dienstvrijstelling | Vereist attest |
- vakbondsactiviteiten (recht) | persoonlijke oproeping of doorlopende opdracht |
• deelname aan de werkzaamheden van een onderhandelings- of een overlegcomité |
3 artikel 30, § 2 van de Arbeidsovereenkomstenwet
• uitoefening van de in de wet opgesomde prerogatieven: ❖ stappen bij de overheden in het gemeen- schappelijk belang van de personeelsleden of in het bijzonder belang van een personeelslid ❖ bijstandsverlening aan een personeelslid dat zijn daden bij de administratieve overheid moet rechtvaardigen ❖ uithangen van berichten tijdens de diensturen ❖ innen van vakbondsbijdragen tijdens de uren (enkel voor de representatieve vakorganisaties) ❖ aanwezigheid bij de [vergelijkende] examens en bij de examens die voor de personeelsleden worden georganiseerd (enkel voor de representatieve vakorganisaties) | persoonlijke oproeping of doorlopende opdracht |
• deelname aan de vergaderingen die de representatieve vakorganisaties in de lokalen beleggen, na indiening van een voorafgaand verzoek bij de bevoegde overheid | geen attest vereist, wel een algemene dienstvrijstelling door de lijnmanager. |
- vrijwilliger brandweerkorps of korps burgerlijke bescherming (recht) | attest korpscommandant |
- actieve vrijwilliger Rode Kruis (recht) | attest Rode Kruis |
- voorzitter/bijzitter/ (adjunct-)secretaris stembureau of stemopnemingsbureau (recht) | attest van de voorzitter van het stem- of stemopnemingsbureau (voor de voorzitter zelf meeondertekend door de secretaris) |
- onbezoldigd topsporter/ internationaal jurylid (gunst) | - voor de topsporter: • verklaring op erewoord dat de voorbereiding van en de deelname aan de sportmanifes- tatie waarvoor dienstvrijstelling wordt gevraagd, onbezoldigd is; • verklaring van de federatie of het BOIC waaruit blijkt dat hij/zij geselecteerd of gepreselecteerd is; • het voorbereidings- en deelnemingsschema. - voor het internationaal jurylid: • verklaring op erewoord dat de deelname aan de sportmanifestatie waarvoor dienst- vrijstelling wordt gevraagd, onbezoldigd is; • verklaring van de bevoegde instantie dat hij/zij geselecteerd is als internationaal jurylid. |
- afstaan beenmerg (recht) | medisch attest |
- afstaan organen of weefsels (recht) | medisch attest |
- prenataal onderzoek (recht) | medisch attest met vermelding “prenataal onderzoek” |
- vorming (gunst) | vormings- of aanwezigheidsattest |
- afstaan bloed, plasma, bloedplaatjes | ofwel een door de dokter van de bloed- transfusiedienst ondertekend bewijsstuk, ofwel bloedgevers- of plasmageverskaart. |
- borstvoedingspauze | attest van de arts |
- medische behandeling als slachtoffer van een arbeidsongeval | medisch attest |
- deelneming aan de officiële sportdag voor de Vlaamse ambtenaren | attest van deelname |
Artikel 15
§1. De personeelsleden mogen tijdens de diensturen hun werkplaats niet verlaten om persoonlijke zaken te regelen, tenzij bij hoogdringendheid. In dat geval moet het personeelslid uitdrukkelijk toelating
hiervoor vragen aan zijn directe leidinggevende, die beslist wanneer die afwezigheid moet ingehaald worden en die de directieraad in kennis stelt. Indien dit onmogelijk is zal de duur van de afwezigheid niet bezoldigd worden.
§2. Buitentelefoongesprekken om persoonlijke zaken te regelen zijn niet toegelaten, behalve bij hoogdringendheid en mits voorafgaandelijk toelating van de directe leidinggevende.
§3. Een reglement met betrekking tot het gebruik van e-mail en internet voor privédoeleinden alsook het gebruik van dienst- en bedrijfsgsm’s en de ethische code geschenken en giften worden als addenda bij onderhavig arbeidsreglement gevoegd.
Hoofdstuk V Het salaris en de individuele rekening
Artikel 16
§1. De wijzen van meting en van controle op de arbeid om het loon te bepalen zijn geregeld door het geldelijk statuut dat overeenkomstig deel VII van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd, op het personeelslid van toepassing is, en door de bepalingen omtrent de controle op de werktijdregeling opgenomen in dit arbeidsreglement.
§2. De wijze, het tijdstip en de plaats van betaling van het loon zijn geregeld door het geldelijk statuut dat overeenkomstig deel VII van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd, op het personeelslid van toepassing is.
§3. De gegevens voor de berekening van het salaris komen voor op de individuele rekening van elk personeelslid. De individuele rekening en de loonstaat mogen tijdens de kantooruren geraadpleegd worden op de personeelsdienst.
Artikel 17
§1. Het salaris wordt per maand berekend en uitbetaald overeenkomstig de bepalingen van deel VII van het VPS. De uitbetaling gebeurt giraal op het einde van de lopende maand. Fouten in de berekening van het salaris moeten binnen de maand gemeld worden aan de personeelsdienst. Indien per vergissing een hoger of lager salaris dan normaal werd uitbetaald, is de werknemer verplicht de personeelsdienst hiervan onmiddellijk te verwittigen. Indien de personeelsdienst de vergissing opmerkt, moet zij eveneens de werknemer op de hoogte brengen. Na herberekening wordt het teveel of te weinig betaald bedrag bij de volgende loonproductie verrekend, na overleg met het betrokken personeelslid. Is de werknemer meer dan 2 maanden afwezig dan dient hij het teveel ontvangen bedrag terug te betalen via overschrijving.
§2. Betalingen van salaris aan derden gebeuren alleen binnen de door de wet gestelde grenzen en mits de nodige bewijsstukken. Bij het einde van de arbeidsovereenkomst zullen de aan de werknemer nog verschuldigde bedragen betaald worden op het einde van de lopende maand.
§3. Personeelsleden die effectief prestaties leveren hebben recht op maaltijdcheques. De regeling rond de maaltijdcheques wordt verder uitgewerkt in addendum VIII.
§4. Alle medewerkers ontvangen een elektronische loonbrief. Een papieren loonbrief zal enkel nog uitgegeven worden na schriftelijk verzoek van de medewerker, waarbij de medewerker de loonbrief zelf dient op te halen op de personeelsdienst.
Hoofdstuk VI Het toezichthoudend personeel
Artikel 18
De rechten en plichten van het toezichthoudend personeel zijn geregeld in het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd, in de deontologische code vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken (zie addendum VIII), zoals deze zal worden gewijzigd in de leidraad Interne Controle/Organisatiebeheersing Vlaamse overheid, met als bijlage de managementleidraad interne controle/organisatiebeheersing Vlaamse overheid.
Binnen het OPZ Geel staat “leidinggevende” en leidinggevend personeel” gelijk met “toezichthouder” en “toezichthoudend personeel”.
Het toezichthoudend personeel oefent haar taak van leiding geven aan andere personeelsleden uit overeenkomstig de verleende delegatie opgenomen in de functieomschrijving.
Het toezichthoudend personeel heeft het recht een personeelslid te verbieden het werk aan te vangen, indien vastgesteld wordt dat het personeelslid niet geschikt is om arbeid te verrichten.
In laatstgenoemd geval wordt het betrokken personeelslid onmiddellijk naar de bedrijfsarts verwezen.
Hoofdstuk VII Gebruik materiaal van werkgever
Artikel 19
§1. De personeelsleden, die materiaal, apparatuur of om het even welk arbeidsgereedschap ter beschikking krijgen, zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het gebruik en onderhoud van de materialen.
§2. Het ter beschikking gestelde materiaal mag enkel gebruikt worden om arbeid te verrichten voor het OPZ Geel, tenzij anders vermeld in een policy.
§3. Onverminderd de toepassing van de bepalingen inzake burgerlijke aansprakelijkheid, zijn de personeelsleden tijdens hun dienst aansprakelijk voor de schade die zij hebben berokkend aan de werkgever of derden in het geval van bedrog, zware schuld of lichte schuld met een eerder gewoonlijk dan toevallig karakter.
Hoofdstuk VIII Voorschriften inzake veiligheid, hygiëne en gezondheid
Artikel 20
Het OPZ Geel beschikt over een Interne dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, bestaande uit een preventieadviseur, en een Comité voor Preventie en Bescherming op het werk.
Artikel 21
§1. Alle personeelsleden dienen de richtlijnen van de leidinggevende inzake veiligheid, gezondheid en hygiëne strikt na te leven. In het bijzonder zijn ze verplicht de beschermingsmiddelen te gebruiken die hun ter beschikking worden gesteld zoals beroepskleding, beschermingskledij, hoofddeksel, brillen, handschoenen, beschermingsschoeisel, beschermingsmiddelen tegen ioniserende straling en dergelijke.
§2. Persoonlijke kledij moet geschikt en passend zijn voor de uitvoering van het werk.
§3. Aan handhygiëne moet -gezien het belangrijk aandeel bij overdracht van besmettingen- bijzondere aandacht besteed worden. Dat maakt dat er in het OPZ Geel een algemeen verbod is op het dragen van hand- en polsjuwelen, gelnagels, nagellak gedurende de volledige shift.
Er zijn een beperkt aantal functies die een uitzondering vormen op deze regel, gezien zij vanuit hun jobinhoud niet in contact met patiënten komen (zie bijlage 1 van de procedure handhygiëne).
Echter, ongeacht de functie, is het voor elk personeelslid, externe medewerker of vrijwilliger, steeds verboden om op locaties4 waar patiënten zorg krijgen, hand- en polsjuwelen, gelnagels en nagellak te dragen. De nagels zijn kort en zuiver.
4Bijlage 2 van de procedure handhygiëne.
Artikel 22
§1. Alle personeelsleden met een 'risico-functie' -d.w.z. rechtstreeks contact met patiënten, contact met voeding, contact met gevaarlijke stoffen- zijn verplicht om jaarlijks een medisch onderzoek te ondergaan bij de bedrijfsarts. Dit is voorgeschreven volgens de wettelijke bepalingen van de arbeidsgeneeskunde in ziekenhuizen.
§2. Vanaf de leeftijd van 50 jaar wordt voor alle personeelsleden een jaarlijkse controle voorzien. De concrete regeling rond de medische check-up 50+ is terug te vinden in addendum XIII.
Artikel 23
Het zwangere personeelslid heeft recht op pre- en postnatale preventieve en beschermende maatregelen. Zij is verplicht haar directe leidinggevende en de personeelsdienst zo snel mogelijk in kennis te stellen van haar zwangerschap.
Elk zwanger personeelslid van een risico-afdeling moet verwijderd worden van deze afdeling. De lijnmanager zal nagaan in hoeverre zij op een andere afdeling kan tewerkgesteld worden of eventueel aangepast werk kan uitvoeren.
Artikel 24
In de gebouwen en arbeidsplaatsen, alsook in de dienstwagens van het OPZ Geel geldt er een algemeen rookverbod voor de personeelsleden (ook verbod van de E-sigaret). Roken is enkel nog toegelaten in de open lucht.
In geval van overtreding van het reglement wordt er een nota opgesteld welke in het evaluatiedossier zal worden opgenomen. Herhaalde overtreding van deze bepaling kan aanleiding geven tot tuchtsancties overeenkomstig de bepalingen van dit arbeidsreglement en van het VPS.
Hoofdstuk IX Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Artikel 25
Statutaire en contractuele personeelsleden hebben recht op ziekte- of gebrekkigheidsverlof bij een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk of bij een beroepsziekte volgens de federale bepalingen daarover.
Procedure
Bij een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk of bij een beroepsziekte volgt het statutaire of contractuele personeelslid dezelfde procedure als bij ziekte.
Ook bij een afwezigheid van één dag als gevolg van het arbeidsongeval of de beroepsziekte, moet een ziekteattest worden ingediend dat is ingevuld door de behandelend arts.
Het personeelslid doet zo snel mogelijk aangifte van het arbeidsongeval, het ongeval op de weg van en naar het werk of van de beroepsziekte bij zijn personeelsdienst.
Een arbeidsongeval of een ongeval op weg van en naar het werk wordt aangegeven met een formulier Aangifte van een ongeval (model A), een doktersattest (Model B), een formulier “Aanvullende inlichtingen – deel 1”, een getuigenverklaring.
Ingevolge de wet van 19 oktober 1998 is de werkgever bij wie het arbeidsongeval van een contractueel personeelslid wordt aangegeven, verplicht om binnen dertig dagen nadat hij de aangifte heeft ontvangen, het ziekenfonds of de Hulpkas van het personeelslid op de hoogte te brengen als er twijfel bestaat over de erkenning van het arbeidsongeval. Toch wordt aan contractuele personeelsleden aangeraden om, in afwachting van de erkenning van het arbeidsongeval of de beroepsziekte, altijd ook zelf aangifte te doen bij hun ziekenfonds. Zij vullen daarvoor het Inlichtingenblad uitkeringen in dat het ziekenfonds ter beschikking stelt.
Zowel aan contractuele als aan statutaire personeelsleden wordt aangeraden hun dokters- en apothekerskosten in te dienen bij hun ziekenfonds zolang het arbeidsongeval of de beroepsziekte niet erkend is.
Het slachtoffer heeft er alle belang bij om alle formulieren nauwkeurig en volledig in te vullen of te laten invullen.
De erkenning van arbeidsongevallen en beroepsziekten en de toekenning van een schadevergoeding De lijnmanager neemt de juridische beslissing over de erkenning van arbeidsongevallen (inclusief ongevallen op de weg naar en van het werk) en de toekenning van een schadevergoeding voor arbeidsongevallen, ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten.
MEDEX doet uitspraak over de medische aspecten van arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Voor andere inlichtingen en de nodige formulieren en attesten kan het personeelslid terecht bij de personeelsdienst.
Indien Medex de aandoening als dusdanig erkent als beroepsziekte (d.w.z. wanneer deze voorkomt op de Belgische lijst van erkende beroepsziekten), zal het OPZ Geel financieel tussenkomen.
Wanneer het personeelslid op advies van MEDEX een externe arts raadpleegt voor deze beroepsziekte, dan zal het OPZ Geel tussenkomen in die kosten. Het OPZ zal dat deel van de consultatiekosten dragen dat normaal ten laste van de patiënt valt (het remgeld).
Het personeelslid moet de bewijzen van gemaakte kosten m.b.t. deze beroepsziekte binnenbrengen bij de personeelsdienst. De consultatiekosten kan men bewijzen door de afrekening opgemaakt door het ziekenfonds voor te leggen.
De kosten die voortspruiten uit alle medicatiegebruik voorgeschreven door de geconsulteerde arts n.a.v. de erkende beroepsziekte, worden vergoed door het OPZ Geel volgens de gangbare modaliteiten bij terugbetaling van medicamenten.
Hoofdstuk X Beroepsethiek en informatieveiligheid
Artikel 26
§1. Alle personeelsleden zijn gebonden aan het beroepsgeheim, d.w.z. dat zij geen enkele informatie over de identiteit en/of behandeling van patiënten mogen doorgeven aan personen die niet betrokken zijn bij de behandeling.
§2. Alle personeelsleden dienen zich bovendien te houden aan de regels die hun beroepscode hen voorschrijft, evenals aan de regels van de deontologische code (addendum VIII) en de regels van Deel II5 van het VPS.
§3. Alle personeelsleden houden zich aan de bepalingen die in het kader van informatieveiligheid en privacywetgeving worden opgemaakt.
Artikel 27 Diversiteit
Alle medewerkers van OPZ Geel tonen respect voor elkaar en voor anderen, zonder onderscheid op grond van geslacht, gender, genderidentiteit en –expressie, geslachtsverandering, zwangerschap, bevalling en moederschap, zogenaamd ras, huidskleur, afstamming, nationale of etnische afkomst, seksuele geaardheid, burgerlijke stand, geboorte, fortuin, leeftijd, geloof of levensbeschouwing, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, chronische ziekte of fysieke eigenschap.
Alle medewerkers realiseren zich dat bepaalde handelingen, uitlatingen of ‘grappen’ (hetzij mondeling, schriftelijk, per e-mail, via sociale media of op andere wijze), hoewel mogelijk onbedoeld, kwetsend of discriminerend kunnen zijn. Alle medewerkers zijn bij het uitvoeren van hun werkzaamheden alert voor verboden en ongewenst onderscheid tussen personen en voor de mogelijk discriminerende effecten van bepaalde acties, gedragingen of maatregelen. Wanneer dergelijk onderscheid en/of discriminerende effecten zich toch voordoen, moeten collega’s betrokkene(n) hierop aanspreken en de leidinggevende of de daartoe aangestelde (vertrouwens)persoon inlichten.
De medewerkers van OPZ Geel gedragen zich tegenover personeel van externe dienstverleners, tegenover leveranciers, klanten en bezoekers conform de bepalingen van deze non- discriminatieclausule.
Artikel 28 Deontologie
De professionele deontologie van elke discipline die bij de behandeling van een patiënt betrokken is, gebiedt om enkel professionele betrekkingen te onderhouden met de patiënt en stelt dat elke seksuele toenadering en/of relatievorming tussen behandelaar en patiënt ten strengste verboden is. Inbreuken hiertegen zullen worden beschouwd als deontologische fouten, met, behalve in geval van een dringende reden, disciplinaire maatregelen als gevolg.
Hoofdstuk XI Einde van de arbeidsovereenkomst
Artikel 29
De duur van de opzegtermijnen en/of de nadere regels om de opzegtermijnen te bepalen, zijn vastgesteld:
- Voor het contractuele personeel: in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals deze zal worden gewijzigd; in de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals deze zal gewijzigd worden; in de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, zoals deze zal worden gewijzigd;
- Voor het statutaire personeel: in deel III en XI van het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd.
5 Rechten, plichten, onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten.
Artikel 30
Zonder afbreuk te doen aan het soevereine beslissingsrecht van de rechter, worden de volgende tekortkomingen door het contractueel personeel beschouwd als een dringende reden, met onmiddellijk ontslag zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding tot gevolg:
- ongewettigde afwezigheid van meer dan 48 uur;
- openlijke ongehoorzaamheid, beledigingen en laster;
- dronkenschap, druggebruik tijdens de dienstactiviteit;
- diefstal;
- kleine fouten die zich blijven herhalen na een persoonlijke nota zoals veelvuldige korte afwezigheden zonder reden, herhaald te laat komen of vroeger vertrekken, ... zonder toestemming van de leidinggevende;
- overtredingen op het beroepsgeheim en de deontologische code;
- opzettelijke schade;
- weigering van het geneeskundig onderzoek;
- zedenfeiten of ongewenst seksueel gedrag op het werk;
- het toebrengen van slagen en verwondingen of het plegen van gewelddaden aan het adres van de werkgever, medewerknemer;
- zware beroepsfouten.
Dat in dit arbeidsreglement bepaalde tekortkomingen niet als dringende reden worden gekwalificeerd, houdt niet in dat geen ontslag om dringende reden kan worden gegeven voor die tekortkomingen.
Hoofdstuk XII Straffen en Beroepsmogelijkheden
Artikel 31
De straffen voor het statutaire personeel zijn geregeld in het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd. De beroepsmogelijkheden tegen die straffen zijn geregeld in het VPS, zoals dit zal worden gewijzigd.
Voor het contractuele personeel bestaat het bestraffingssysteem uit de volgende sancties: blaam en ontslag.
Artikel 32
Elke inbreuk op de bepalingen van dit arbeidsreglement en het VPS die niet beschouwd wordt als een zware overtreding, kan aanleiding geven tot een persoonlijke nota. Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende werknemer voorgelegd. Hij viseert dit document, handtekent voor kennisgeving en ontvangst en krijgt er een afschrift van, waarna hij over vijftien kalenderdagen beschikt om zijn eventuele opmerkingen te formuleren. Indien de werknemer opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier.
Hoofdstuk XIII Adres inspectiediensten
Artikel 33
De adressen van de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten en Toezicht op het Welzijn op het Werk) en de Sociale Inspectie gaan als addendum X bij dit arbeidsreglement.
Hoofdstuk XIV Welzijnsreglementering
Artikel 34 Procedures bij psychosociale risico’s op het werk
De procedures die van toepassing zijn als er feiten gemeld worden die betrekking hebben op psychosociale risico’s op het werk zijn opgenomen in de omzendbrief BZ 2015/1 van 20 maart 2015, zoals die zal worden gewijzigd:
1. Het onthaal van en de adviesverlening aan de personeelsleden die menen psychische en/of lichamelijke schade te ondervinden door psychosociale risico’s op het werk;
2. De informele en formele procedures waarop deze personeelsleden een beroep kunnen doen om een verzoek tot psychosociale interventie te kunnen opstarten;
3. De snelle en volledig onpartijdige interventie van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociaal welzijn;
4. De wedertewerkstelling van de personeelsleden die verklaard hebben dat ze schade ondervonden hebben wegens blootstelling aan psychosociale risico’s op het werk, en de begeleiding van die personen naar aanleiding van hun wedertewerkstelling.
Artikel 35
Spreekbuis Voor advies en doorverwijzing | 0800 92 5 93 |
De interne vertrouwenspersonen Voor advies, melding. Voor informele klachtenbehandeling | Xxxxxxx Xxxxxxx (personeelsdienst) Tel: 014/57.92.82 Xxxxxx Xxxxxxx Tel:014/57.93.48 |
De interne preventieadviseur Voor verzoek tot informele of formele psychosociale interventie | Xxxxxx Xxxxxxx Tel:014/57.93.48 |
Externe preventiedienst Enkel na doorverwijzing door de interne preventieadviseur psychosociaal welzijn | IDEWE Turnhout De heer Sebastiaan van Dun Xxxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxx Tel: 014/40.02.20 xxx.xxxxx.xx |
Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) Arbeidsinspectie Na intern verzoek tot formele psychosociale interventie | Toezicht op het Welzijn op het Werk Antwerpen Theater Building Xxxxxxxxx 000 xxx 00 0000 Xxxxxxxxx Tel.: 00 000 00 00 Fax: 00 000 00 00 E-mail: xxx.xxxxxxxxx@xxxx.xxxx.xx Ambtsgebied: Provincie Antwerpen |
Klacht bij de rechtbank | Wanneer de pogingen van de Arbeidsinspectie eveneens op niets uitdraaien, kan die het dossier doorschuiven naar de arbeidsauditeur. Dat is de persoon die het ambt van openbaar ministerie vervult bij de arbeidsrechtbank. Ook de vakbonden kunnen een klacht indienen. Adressen op te vragen bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. |
Artikel 36 Alcohol- en drugsbeleid
Het alcohol- en drugsbeleid van het OPZ Geel wordt beschreven in addendum XIX.
Hoofdstuk XV Modaliteiten van tussenkomst van de
Sociale dienst
Artikel 37
§1. Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel is aangesloten bij de vzw. Sociale dienst voor het Vlaams Overheidspersoneel6. Naast collectieve hulpverlening verleent de sociale dienst ook individuele hulpverlening. Hierbij bestaat, naast financiële hulpverlening, ook morele bijstand. De maatschappelijk assistent van de sociale dienst heeft, in principe elke derde woensdag van de maand, een zitdag binnen het OPZ.
Hoofdstuk XVI Werknemersvertegenwoordiging
Artikel 38
De vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties van het OPZ Geel zijn terug te vinden op de infonet-pagina van de vakbonden van het OPZ Geel (xxxx://xxxxxxx/xxx/xxx/xxxxxx.xxx?xx0000)
Hoofdstuk XVII Sociale organismen
Artikel 39
Het OPZ Geel is bij de in addendum XIII opgesomde sociale organismen aangesloten.
Hoofdstuk XVIII Wijzigingen
Artikel 40
6 Website: xxxx://xxx0.xxxxxxxxxx.xx/xxx/xxxxx/xxxxxxxxxxxxx/
§1. De wijzigingen en aanvullingen van fundamentele aard van het arbeidsreglement gebeuren volgens art. 11 van de wet van 08.04.1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
§2. Wijzigingen en aanvullingen die niet van fundamentele aard zijn volgens art. 14 van de wet van 08.04.1965 tot instelling van de arbeidsreglementen worden via een bericht tijdig bekendgemaakt, gedagtekend en ondertekend door de lijnmanager.
Plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd:
Papieren bundel: Een volledige bundel ligt ter inzage op de personeelsdienst
Intranet: Personeelszaken / Arbeidsreglement Internet: xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx
Datum van inwerkingtreding: 1 januari 2023
Voor de werkgever,
Xxxxxx Xxxx Administrateur-generaal
Voor de representatieve vakorganisaties
Tijl Xxxxxx Xxxxxx L’Homme
ACV-Openbare diensten ACOD
Armin Box VSOA
Addenda
Addendum I: Werktijdregeling
De voltijdse werknemers presteren volgens het beginsel van de 38-uren week, gespreid over 5 dagen (d.i. gemiddeld 7.36 uur voor een hele, en 3.48 uur voor een halve dagprestatie). Deze tijdsduur wordt ook aangerekend bij vakantie, ziekte, enz.
De deeltijds tewerkgestelden verrichten hun arbeid volgens de overeengekomen arbeidsregeling zoals beschreven in hun arbeidsovereenkomst.
Het systeem registreert automatisch een middagpauze van 30 minuten die niet als dagprestatie aangerekend wordt, ook als de geregistreerde middagpauze minder dan 30 minuten bedraagt. Enkel indien men de gebouwen van het OPZ Geel verlaat tijdens de middagpauze, of indien men een langere middagpauze neemt, prikt men bij het begin en einde van de middagpauze.
* Variabele werktijdregeling:
§1. Het dagschema van de variabele werktijdregeling ziet er in principe als volgt uit:
De morgen: | van 7.30 uur tot 9.00 uur = | glijtijd |
De voormiddag: | van 9.00 uur tot 12.00 uur = | stamtijd |
De middag: | van 12.00 uur tot 13.30 uur = | glijtijd |
De namiddag: | van 13.30 uur tot 16.00 uur = | stamtijd |
De avond: | van 16.00 uur tot 18.00 uur = | glijtijd |
De servicetijd loopt in principe van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 16.30 uur (m.u.v. het onthaal divisie jongeren tot 17.00 uur). Op kerstavond en oudejaarsavond tot 15.00 uur (indien het samenvalt met een werkdag). De directe leidinggevende moet ervoor zorgen dat de dienst tijdens deze servicetijd operationeel is. De directieraad kan voor bepaalde diensten deze servicetijden aanpassen. Medewerkers met een deeltijds variabel dienstrooster kunnen dagelijks werken van maandag tot en met zondag, over 24h, met een minimum van 3 uur en een maximum van 9 uur. De minimale wekelijkse arbeidsduur bedraagt 0 uur en de maximale wekelijkse arbeidsduur 38 uur.
§2. Op voormelde glijdende werktijdregeling bestaan evenwel enkele afwijkingen: 1. Chauffeurs voor de patiënten: - servicetijden van 8h00 tot 16h30.
2. Mobiel team jongeren en gezinsverpleging:
Week :
Glijtijd: van 07h30 - 9h00
van 12h00 - 13h30 met minstens 30 minuten middagpauze van 16h00 - 18h00
Servicetijd: van 7h30 tot 12h00
van 13h30 tot 16h30 Stamtijd: van 9h00 – 12h00
13h30 – 16h00
Totale arbeidsduur per dag is 7.36uur.
3. Arbeidszorg, DAC’s en hygiënisch centrum:
- Servicetijd van 8h00 tot 16h00
- Stamtijd van 8h30 tot 12h00 en van 13h00 tot 16h00
- Glijtijd van 8h00 tot 8h30, van 12h00 tot 13h00 en van 16h00 tot 17h15
4. Teamcoördinatoren en/of hoofdverpleegkundigen:
Zij volgen het normale dagschema als voormeld, doch kunnen -indien nodig- tijdelijk mee ingeschakeld worden in de continudienst.
§3. Aanwezigheid vóór 7h30 en na 18h00, evenals op zaterdagen, zondagen en feestdagen kan niet als prestatie beschouwd worden tenzij de extra uren gepresteerd worden in opdracht van de leidinggevende. Behalve in geval van overmacht, moeten deze extra prestaties tijdig gevraagd worden aan het betrokken personeelslid. Zij kunnen alleen bij wijze van uitzondering gevraagd worden.
Het voordeel van de glijtijden kan beperkt worden omwille van dienstredenen.
In uitzonderlijke omstandigheden kan met akkoord van de betrokken werknemers afgeweken worden van het begin- en/of het einduur, via een regime van verplaatste uren.
§4. Indien dit past voor de werking van de dienst en na goedkeuring door de leidinggevende kan er 80% gewerkt worden over 5 dagen (gemiddeld 6h04 per dag), of 50% over 3 dagen.
Het dagschema van deze werktijdregeling ziet er als volgt uit:
De morgen: van 8h30 tot 10h00 = glijtijd De voormiddag: van 10h00 tot 12h00 = stamtijd De middag: van 12h00 tot 13h00 = glijtijd De namiddag: van 13h00 tot 15h00 = stamtijd De avond: van 15h00 tot 16h30 = glijtijd
* Afwijkende werktijdregeling
De (voltijdse) geneesheren presteren eveneens volgens het beginsel van de 38-uren week, bestaande uit:
• Medische prestaties, activiteiten en overleg in het ziekenhuis, de instelling of de organisatie (24 uur per week);
• Wachtdiensten (9 uur per week compensatie voor wachten weekdag, weekend en feestdagen);
• Verslaggeving, vorming, bijscholing (5 uur per week ).
* Vaste werktijdregeling
1. Personeel van de keuken:
Als uitzondering op de vaste werktijdregeling, kunnen de personeelsleden van de keuken toch gebruik maken van een beperkt stelsel van glijdende uren:
- servicetijden van 7h45 tot 16h15
- stamtijden van 8h30 tot 12h00 en van 13h00 tot 16h00
- glijtijden van 7h30 tot 8h30, van 12h00 tot 13h00 en van 16h00 tot 17h00
- weekendprestaties van 8h00 tot 14h00 (geen middagpauze)
2. Chauffeurs van de keuken:
De chauffeurs van de keuken volgen gedurende de week dezelfde variabele werktijdregeling als de chauffeurs van de patiënten.
In het weekend hebben de chauffeurs van de keuken echter een vaste werktijdregeling van 8h30 tot 13h30.
3. Personeel van de cafetaria:
- dagdienst:
vanaf 7u30
middagpauze tussen 11u30-16u30 avond tot 18u00
Of vast van 8h00 – 12h00
- late dienst:
vanaf 10u15
middagpauze tussen 13u30-16u30 avond tot 20u45
Of van 10h00-14h00 of van 16h00-20h00
- zondagdienst: tussen 13u15-18u30
4. Nachtwakers:
Zowel tijdens de week als tijdens het weekend wordt gewerkt van 21.00 uur tot en met 6.00 uur. Er worden twee nachtverantwoordelijken per nacht ingezet, uitgezonderd op zaterdag.
De nachtwakers werken in roulementen van 3 weken, waarbij per 3 weken 13 nachten wordt gewerkt. Het specifieke roulement gaat als bijlage.
5. Logistiek:
- servicetijd van 8h00 tot 16h30
- arbeidsduur: 8h00
- middagpauze minimum 30’ tussen 12h00 en 13h30
6. Personeelsleden van het Observatiehuis:
Voltijds:
8h tot 16h of 11h45 tot 19h45
Halftijds:
8h tot 12h of 12h tot 16h of 15h45 tot 19h45
7. Personeelsleden van het AT café: | ||
Zaterdag | Zondag | |
Glijtijd: 12h30 – 13h00 | Glijtijd: | 10h00 – 10h30 |
18h00 – 19h00 Stamtijd: 13h00 – 18h00 | Stamtijd: | 18h00 – 19h00 10h30 – 18h00 |
8. Personeel algemeen onthaal divisie volwassenen:
servicetijd:
Weekdagen: vroege van 7h30 tot 16h00
late van 12h30 tot 20h30
Zaterdagen, zon- en feestdagen: van 13h00 tot 20h00
9. Het aanmeldingsteam
weekdagen: 8h30 – 17h met een middagpauze van 30 minuten
10. Het CKB-team
Week- en weekenddagen: Vroege:8h00 – 16h00 (dagelijks één personeelslid 7h30 – 15h30)
Late: 14h00 – 22h00 of 13h00 – 21h00 Nacht: telefonische permanentie
Dienstregeling verpleegkundig departement OPZ Geel
In het verpleegkundig departement worden op dit moment verschillende systemen van verroostering gebruikt, met name roulement, individuele verroostering en zelfroostering.
Beide systemen hanteren dezelfde basisprincipes:
• Bij het opstellen van de dienstregeling is het van belang de verhouding verpleegkundigen/verzorgenden (opvoeders) te respecteren om een verpleegkundige continuïteit te kunnen garanderen.
• Nadelige gevolgen van het werken in onregelmatige diensten worden tot een minimum beperkt door onder andere de principes van voorwaarts roteren toe te passen.
• Dienstoverdracht voorzien.
• Minimumbezetting tijdens de late shift.
De personeelsleden van de verschillende leefeenheden werken in de hierna vermelde roulementen, volgens de uurregeling als volgt:
Week:
• Van 6h45 tot 14h45
• Van 14h15 tot 22h15
Weekend:
• Van 6h45 tot 13h45
• Van 13h15 tot 22h15
Nacht:
• Van 22h00 tot 7h00
Dagshift (uitzonderlijk):
• 10h-18h
Indien nodig voor de continuïteit van de dienst en zorgverlening van de patiënten kunnen personeelsleden tewerkgesteld worden in halve shiften (4 uur):
• Van 7h30 tot 11h30
• Van 14h15 tot 18h15
• Van 17h00 tot 21h00
• Van 18h15 tot 22h15
In bijlage de tabel met minimum bezetting,
Addendum II: Aanwezigheidsregistratie
Praktische werking
De aanwezigheid van de personeelsleden wordt via de zogenaamde prikklok geregistreerd. De personeelsleden moeten persoonlijk de volgende gegevens registreren:
- aankomst ’s morgens en vertrek ’s avonds;
- het begin en het einde van een toegestane afwezigheid of dienstopdracht;
- het begin en einde van de middagpauze indien men een langere middagpauze neemt dan 30 minuten, alsook indien met de gebouwen van het OPZ Geel verlaat. Men prikt dan voor aanvang van het middageten en bij terugkeer.
Op volgende manieren kan er geklokt worden: Fysieke prikklok
Via intranet ESS
Via mobiele website (xxxxx://xxxx.xxxxxxx.xx/xxx/Xxxx/Xxxxx)
Het systeem registreert automatisch een middagpauze van 30 minuten die niet als dagprestatie aangerekend wordt, ook als de geregistreerde middagpauze minder dan 30 minuten bedraagt.
Tijdscredit
Tijdscredit is de arbeidsduur die opgebouwd wordt boven 38h00 per week (of een evenredig deel bij deeltijdse tewerkstelling), alsook de extra uren op zon- en feestdagen.
Een eventueel tijdscredit kan naar keuze van het personeelslid worden opgenomen:
- onbeperkt binnen de glijtijd;
- tot 3h30 tijdens de stamtijd, mits voorafgaandelijk mondeling akkoord van de directe leidinggevende;
- meer dan 3h30 tijdens de stamtijd, mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de directe leidinggevende, tot een maximum van 11 volledige werkdagen per jaar, op te nemen in volledige of halve dagen;
- met inachtneming van de regels rond de middagpauze en de stamtijden bij opname in halve dagen.
Wanneer personeelsleden tijdscredit opbouwen, is het de bedoeling dat zij –van zodra de werking van de dienst dit toelaat– steeds zo snel mogelijk deze uren afbouwen, door –in overleg met de leidinggevende– bijvoorbeeld een werkdag wat later te beginnen, vroeger te stoppen of een hele/halve dag vrij te nemen.
De personeelsleden hebben er alle belang bij om de STW teller niet te laten oplopen, aangezien er maximum 50 overuren mogen opgebouwd worden. Deze uren worden niet uitbetaald bij uitdiensttreding van het personeelslid.
Tijdsdebet
Tijdsdebet is het tekort aan arbeidsduur dat opgebouwd wordt wanneer minder dan 38h00 per week, of een evenredig deel bij deeltijdse tewerkstelling, wordt gepresteerd.
Een tijdsdebet kan opgebouwd worden tot maximum 7h36 op het einde van de maand. Indien het tijdsdebet op het einde van de maand groter is dan 7h36, dan wordt het debet ten belope van 7h36 of een veelvoud daarvan omgezet in vakantie, en in mindering gebracht van de vakantiedagen van het personeelslid.
Bij gebrek aan jaarlijks vakantieverlof wordt het tekort boven de maximumgrens als onwettige afwezigheid beschouwd. In dat geval verliest het betrokken personeelslid zijn recht op salaris.
Vergeten boekingen
Het systeem van de variabele werktijdregeling biedt belangrijke voordelen. Om het systeem van werktijdregeling goed te laten functioneren, moet elk personeelslid het loyaal toepassen.
Bij vergeten boekingen wordt het principe van de stamtijden gehanteerd. Wanneer het personeelslid ’s ochtends en/of ’s avonds en/of ’s middags (waarbij het personeelslid de gebouwen van het OPZ Geel verlaat, of een langere pauze neemt dan 30 minuten) vergeet in of uit te klokken, dient de leidinggevende zo snel mogelijk verwittigd te worden. Deze laatste zal dan de respectievelijke stamtijden van de dienst ingeven. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan de leidinggevende beslissen het reële aanvang- of einduur toe te kennen.
Het klokken voor andere personeelsleden alsook het klaarblijkelijk bewust niet klokken worden als een zware fout beschouwd. Het geeft aanleiding tot een vermelding in het individueel evaluatiedossier door middel van persoonlijke nota’s en tot het toepassen van tuchtstraffen.
Addendum III: Regeling rond de dienstreis
Een dienstreis is de verplaatsing van de woonplaats of de standplaats naar zeer verscheiden bestemmingen in opdracht of op uitnodiging van de directe leidinggevende van het personeelslid. Ook een verplaatsing van de woonplaats of de standplaats naar een werkplaats die niet de vaste plaats is van tewerkstelling, is een dienstverplaatsing. De verplaatsing van de woonplaats naar de vaste plaats van tewerkstelling (zonder verdere verplaatsing) wordt daarentegen als woon-werkverplaatsing beschouwd, waarvoor dan ook geen dienstreisvergoeding kan verkregen worden.
Met dienstreizen worden gelijkgesteld verplaatsingen die personeelsleden moeten maken:
• om aan door de Vlaamse overheid georganiseerde of voorgestelde of toegelaten vormings- activiteiten of vergaderingen deel te nemen, onder voorbehoud van goedkeuring door de bevoegde hiërarchische meerdere;
• voor het afleggen van een proef als onderdeel van een loopbaanexamen of voor het vaststellen van beroepsgeschiktheid in een andere plaats dan hun administratieve standplaats of hun werkelijke verblijfplaats;
• voor het afleggen van een proef als onderdeel van een wervingsexamen bij de Vlaamse overheid;
• naar aanleiding van een arbeidsongeval of ongeval van en naar het werk;
• voor het inkijken van een evaluatiedossier.
Dienstreizen die vertrekken en aankomen bij het OPZ tellen in uren.
Dienstreizen die niet vertrekken of die niet aankomen bij het OPZ, worden geteld in dagdelen: een halve dag telt als 4 uren, een volledige dag als 8 uren.
Wanneer het gebruik van een privévoertuig voor een dienstverplaatsing noodzakelijk is, wordt de woon- werkverplaatsing eveneens vergoed zoals voorzien in het VPS.
De maaltijdvergoeding wordt slechts uitbetaald voor dienstreizen die in het totaal minstens zes uur duren.
Het personeelslid heeft geen recht op maaltijdvergoeding voor dienstreizen en vormingsactiviteiten wanneer een lunch wordt aangeboden, noch wanneer hij in het restaurant van de diensten van de Vlaamse overheid of in een door de diensten van de Vlaamse overheid erkend restaurant –waar hij toegang heeft– een maaltijd kan gebruiken.
Voormelde regeling geldt onder volgende modaliteiten:
• Er mogen enkel noodzakelijke en nuttige dienstreizen gemaakt worden, en na goedkeuring door de directe leidinggevende;
• De dienstreizen dienen zo economisch mogelijk georganiseerd worden (d.w.z. zoveel mogelijk op één dag);
• Alle gebouwen van het OPZ Geel worden beschouwd als éénzelfde standplaats. Bij een verplaatsing van het ene OPZ Geel-gebouw naar het andere wordt geen kilometervergoeding vanaf de woonplaats betaald;
• De kilometervergoeding wordt enkel uitbetaald wanneer deze door de medewerker tijdig wordt aangevraagd via het online formulier ‘aanvraag reisvergoeding’, en mits goedkeuring door de leidinggevende.
Addendum IV: Gebruik e-mail, intranet en internet
Inleiding:
E-mail, intranet en internet zijn middelen die het OPZ Geel aan haar werknemers ter beschikking stelt voor de uitvoering van hun werk. Opdat alle personeelsleden die middelen op een verantwoorde manier zouden gebruiken, zijn bijgaande regels opgesteld. Ze maken jou als werknemer duidelijk wat kan en wat niet kan, en laten toe dat de informatica-infrastructuur optimaal kan functioneren voor alle werknemers.
1. Algemeen kader
Uitgangspunt: e-mailen en surfen alleen voor uitvoering van de opgelegde taken.
Onze deontologische code (omzendbrief AZ/MIN/98/4 van 01.09.1998, zie ook addendum XI) bepaalt dat de personeelsleden zich tijdens de diensturen volledig aan hun job moeten wijden en bovendien geen ongeoorloofd gebruik mogen maken van uitrusting of materiaal van het OPZ Geel voor privé- doeleinden. Dat betekent dat e-mailen en surfen met de middelen die het OPZ Geel aan haar personeelsleden ter beschikking stelt, in principe alleen is toegestaan voor de uitvoering van de opgelegde taken.
Ongeoorloofd gebruik maken van e-mail en het web is ruimer dan er illegaal gebruik van maken. Illegaal betekent dat je iets doet wat wettelijk verboden is. Dat wordt nader omschreven in punt 2 van deze dienstorder. Ongeoorloofd gebruik kan enerzijds betekenen dat je iets doet dat in strijd is met de deontologische code of anderzijds dat jouw gebruik onze informatica-infrastructuur onnodig belast of de goede werking ervan in het gedrang brengt. De na te leven regels hieromtrent zijn in punt 3 opgenomen.
Respect voor uw privé-sfeer
Het feit dat jouw e-mailadres je persoonlijke naam bevat, doet geen afbreuk aan bovenstaande regeling. Dat neemt niet weg dat het OPZ Geel aanvaardt dat je bij de uitoefening van je arbeidstaak recht hebt op respect voor je persoonlijke levenssfeer en dat je in beperkte mate via e-mail privé-contacten mag onderhouden met collega’s en met derden buiten de onderneming.
De directie en de dienst informatica kunnen controleren
De directie kan om eventueel ongeoorloofd gebruik van deze communicatiemiddelen door de personeelsleden tegen te gaan, steeds inhoudelijke controles laten uitvoeren. Die controles kunnen bestaan uit het opvragen van:
• Een globaal overzicht (per organisatorische entiteit) van de gedurende een bepaalde periode bezochte websites alsook de frequentie en het volume van de doorgezonden informatie. Daarbij wordt niet het individuele gebruik geregistreerd. Als er een gegrond vermoeden van misbruik bestaat, kan dat wel gebeuren. Dan kan individueel worden nagegaan wie welke websites bezoekt.
• Een overzicht van de afzender, geadresseerden en groottes van de gedurende een bepaalde periode verzonden e-mailberichten zoals deze na de overbrenging op de server kunnen worden afgelezen. Een e-mailbericht op inhoud nalezen is niet toegestaan (tenzij binnen de perken van de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van het telecommunicatiegeheim).
De dienst informatica kan omwille van de goede werking van het informaticasysteem steeds technische controles (laten) uitvoeren, zoals:
Het isoleren of tegenhouden van verdachte berichten, zoals kettingmails en extreem omvangrijke e- mails die een verstopping of vertraging van het netwerk kunnen teweegbrengen.
Sancties
Het personeelslid dat verantwoordelijk wordt geacht voor een onregelmatigheid bij het gebruik van e- mail of internet, wordt door de werkgever uitgenodigd voor een gesprek. Dit gesprek heeft tot doel de werknemer de kans te bieden zijn bezwaren met betrekking tot de voorgenomen beslissing of sanctie uiteen te zetten en zijn/haar gebruik van e-mail en internet te rechtvaardigen.
In aansluiting op dit gesprek kan de werkgever sancties opleggen overeenkomstig het personeelsstatuut.
2. Respecteer de wet
Bij het gebruik van e-mail, intranet en internet moet je steeds de wet respecteren. Dat betekent dat je geen e-mails mag versturen met:
• Inhoud die obsceen of beledigend is;
• Inhoud die in strijd is met de openbare orde of met de goede zeden;
• Inhoud die het privé-leven van iemand aantast;
• Discriminerende of xenofobische inhoud of inhoud die tot discriminatie of vreemdelingenhaat aanzet;
• Teksten of afbeeldingen waarvoor de toestemming van de oorspronkelijke auteur voor verspreiding nodig is;
• Inhoud die bedoeld is om mensen te pesten.
Dergelijk gebruik is onwettig en ongeoorloofd. De directie kan krachtens het personeelsstatuut de auteur van dergelijke boodschappen steeds een tuchtstraf opleggen. Bovendien kan de auteur strafrechtelijk vervolgd worden. Het OPZ Geel is niet verantwoordelijk voor misdrijven die door de personeelsleden tijdens de uitoefening van hun taken worden gesteld.
3. Neem ook volgende huisregels stipt in acht
Sinds geruime tijd kunnen personeelsleden van het OPZ vrijelijk e-mails versturen en surfen op het web. Onderstaande regels moeten ervoor zorgen dat:
• De internetconnectie optimaal blijft functioneren;
• Onze PC’s van virussen gevrijwaard blijven;
• Individuele gebruikers geen problemen veroorzaken voor andere gebruikers;
• E-mail een efficiënt en effectief communicatiekanaal is.
Onderstaande regels zijn van toepassing zowel voor e-mails met interne of met externe bestemmelingen en voor het surfen op infonet en het internet.
E-mail, intranet en internet dienen voor professioneel gebruik
Gebruik e-mail en het web enkel sporadisch voor persoonlijk gebruik
Maak jezelf bekend in de berichten die je verstuurt
Zorg ervoor dat je jezelf duidelijk identificeert in elk bericht dat je verstuurt. Zet je naam onder het bericht en –wanneer het voor externe bestemd is– ook je functie, telefoonnummer en werkgever. Ongevraagd aanloggen via het e-mailadres van een collega, al of niet tijdens zijn of haar afwezigheid, en onder die naam berichten versturen, is verboden.
Spring voorzichtig om met je wachtwoord en wijzig het regelmatig.
Geef geen gevolg aan “kettingmails”
Meer en meer treedt het klassieke fenomeen van kettingbrieven in e-mail op, waarbij de ontvanger wordt gevraagd om een e-mail aan een aantal andere mensen door te sturen. Dergelijke e-mails moeten dadelijk verwijderd worden. Dit geldt ook voor vele in omloop zijnde “jokes” die steeds verder worden verspreid.
Ga voorzichtig om met attachments
Attachments (bijgevoegde bestanden) in e-mails moeten met de grootste voorzichtigheid worden behandeld. Van attachments wordt gebruik gemaakt om computervirussen te verspreiden. Respecteer volgende regels:
• Open nooit een attachment in een e-mail van onbekende oorsprong. Als je verdachte e-mails ontvangt van onbekenden, verwijder (delete) dan gewoon de e-mail en open in geen geval de attachments.
• Indien je attachments ontvang van gekende personen (correspondenten):
o Open geen attachments die niet in de tekst van de e-mail worden ingeleid of vermeld.
o Open geen attachments die je niet in het kader van de correspondentie verwacht of nodig hebt.
o Open enkel de attachments die een document bevatten (bv. een Worddocument, een presentatie, een tekening of foto enz…); documenten zijn meestal herkenbaar aan de gangbare extensies in de bestandsnaam van het attachment (bv. “DOC” voor een Word document, “PDF” voor een Acrobat reader document).
o Open in geen geval attachments die een programma (software) bevatten; programma’s zijn herkenbaar aan extensies als .EXE .COM .SCR .VBS .WBT .WSH. Verwijder onmiddellijk deze attachments zonder ze te openen. In principe kunnen deze attachments niet aankomen. Ze worden door onze veiligheidssoftware afgeblokt.
o Wanneer je attachments ontvangt die een gecomprimeerd bestand bevatten (bv. ZIP- files), verwijder het attachment, tenzij in de e-mail duidelijk melding wordt gemaakt van de inhoud ervan.
Ook surfen kan voor virussen zorgen
Computervirussen kunnen ook verspreid worden via bestanden op websites. Het gaat hier bijna steeds om dubieuze sites, zoals pornosites.
Hoaxes zijn geen virussen
Via e-mail worden vaak valse virusmeldingen verspreid, bedoeld als grap of om paniek te zaaien bij gebruikers. De technische term voor zulke berichten is hoaxes (=bedrog). Als iedereen zonder meer dergelijke waarschuwingen verder verspreidt, heeft een hoax het effect van een kettingbrief (zie hierboven).
Stuur dergelijk bericht nooit verder, maar neem bij ontvangst contact op met de dienst informatica.
Stuur niet zomaar een e-mail naar iedereen. Voeg zeker geen attachments toe.
Een e-mail aan “ALL” kan je gebruiken om een korte boodschap aan alle OPZ-medewerkers te sturen. Denk voor het versturen goed na of het bericht echt voor iedereen relevant is en of er niet een ander meer geschikt medium bestaat (bv. het infonet).
Stuur in dergelijke “mail to ALL” geen bestanden (attachments) mee. Deze attachments worden immers naar alle mailboxen gestuurd, wat betekent dat er zowat 200 kopieën worden aangemaakt en onnodig veel capaciteit van het systeem wordt bezet.
Als een bestand interessant is voor alle OPZ-medewerkers, kun je het beschikbaar stellen via één centrale kopie, bijv. op de “n-drive” of op het infonet. Via een boodschap “ALL” kun je de plaats van het bestand aan iedereen bekend maken.
Gebruik nooit WORD als e-maileditor
In Outlook bestaat de mogelijkheid om WORD als e-maileditor te gebruiken. Dat is zwaar werk voor de computer en kan problemen veroorzaken bij internetcorrespondenten. Niet iedereen gebruikt immers Microsoftproducten of PC’s (gebruikers van Linux en Mac computers bijv. kunnen dergelijke mails meestal niet lezen). Doe dat dus niet.
Verwijder regelmatig oude mails
Verwijder berichten die geen blijvende waarde hebben en die dus niet noodzakelijk bewaard moeten worden. Doe dat zowel met het “Postvak In” als met de “Verzonden items”.
4. Meer info
Voor alle vragen i.v.m. correct gebruik van e-mail, intranet en internet en voor alle meldingen van virussen, hoaxes en kettingbrieven, kunt u contact opnemen met de dienst informatica.
e-mail: xxx@xxxxxxx.xx tel: 9172
Addendum V: Reglement inzake afwezigheden wegens ziekte
De hierna weergegeven regelingen gelden voor alle personeelsleden van het OPZ Geel. 1, Mededeling van de afwezigheid wegens ziekte of ongeval:
Het personeelslid deelt elke afwezigheid wegens ziekte of ongeval vóór 10h ’s morgens mee aan de directe leidinggevende of bij afwezigheid van deze laatste aan een collega, alsook aan de personeelsdienst. Hij doet dit zelf bij voorkeur telefonisch of via een tussenpersoon. De melding per mail of sms blijft mogelijk. Het personeelslid deelt telefonisch ook mee op welk adres hij zich bevindt, indien zijn feitelijke verblijfplaats verschilt van zijn domicilieadres, en bevestigt dit adres ook onmiddellijk via e- mail aan dezelfde persoon.
Personeelsleden die afwezig zijn wegens ziekte of ongeval en die naar het buitenland willen gaan, brengen hun leidinggevende daarvan minstens één week op voorhand op de hoogte. De leidinggevende brengt het ziektecontroleorgaan op de hoogte en kan desgewenst een controle aanvragen.
Wanneer het zieke personeelslid slechts 1 dag afwezig is, is hij niet verplicht zich te laten onderzoeken door een arts van zijn keuze. Voor een afwezigheid wegens arbeidsongeval of beroepsziekte die één werkdag duurt, is wel een doktersattest vereist.
Het ziek personeelslid dat voorziet dat zijn werkonbekwaamheid meer dan één dag zal duren dient zich, in principe in de loop van de eerste dag van zijn afwezigheid -op eigen kosten- te laten onderzoeken door een arts van zijn keuze.
Na raadpleging van een arts meldt het personeelslid de vermoedelijke duur van zijn afwezigheid onmiddellijk aan zijn directe leidinggevende (of bij diens afwezigheid aan een collega), en aan de personeelsdienst. Het doktersattest dient dan bezorgd te worden aan de personeelsdienst. Dit kan per post of per mail (xxxxxx@xxxxxxx.xx).
De afwezigheid wegens ziekte wordt enkel in het planningssysteem gezet aan de hand van het getuigschrift van werkonbekwaamheid dat het zieke personeelslid naar de personeelsdienst heeft gestuurd. Bij ééndagsziekte gebeurt dit aan de hand van de ziektemelding aan de personeelsdienst en de leidinggevende (of bij afwezigheid aan een collega).
Wanneer geen getuigschrift wordt opgestuurd naar de personeelsdienst, is men ongewettigd afwezig.
Indien het personeelslid zich onbekwaam voelt zijn dienst te hernemen bij het verstrijken van de voorziene afwezigheid, dient hij ten laatste de eerste dag waarop het ziekteverlof verlengd wordt zijn directe leidinggevende (bij afwezigheid een collega) én de personeelsdienst op de hoogte te brengen van de verlenging, en zo spoedig mogelijk een nieuw getuigschrift van werkonbekwaamheid naar de personeelsdienst te sturen alsook verder te handelen zoals hieronder weergegeven.
Jaarlijkse vakantie kan onder de voorwaarden van artikel X 12 VPS worden omgezet in ziekteverlof. Daarvoor moet het personeelslid de afwezigheid wegens ziekte of ongeval aan de direct leidinggevende of zijn aangestelde melden voor 12 uur Belgische tijd. Als het personeelslid de ziekte later meldt, blijft deze dag een dag van jaarlijks verlof. De omzetting naar ziekteverlof zal vervolgens gebeuren in functie van de geattesteerde periode van afwezigheid wegens ziekte of ongeval. Deze melding mag telefonisch, per e-mail of per SMS gebeuren.
De buitenlandse arts dient een ziekteattest af te leveren in het Nederlands, Frans, Engels of Duits. Het attest dient volgend evermeldingen te bevatten: melding van de arbeidsongeschiktheid zelf, de waarschijnlijke duur ervan, en of de werknemer zich met het oog op de controle al dan niet naar een andere plaats mag begeven.
2. Het verloop van de geneeskundige controle
De zieke werknemer dient zich te onderwerpen aan alle controleonderzoeken, ingesteld door de werkgever en uitgevoerd door het controleorgaan.
De medische controle kan op alle werkdagen plaatsvinden, ook op zaterdag, zon- en feestdagen voor de personeelsleden die normaal op die dagen arbeidsprestaties moeten verrichten. De controle gebeurt op ‘normale uren’, waarbij uitgesloten wordt de tijd tussen 18 uur en 12 uur en vindt in eerste instantie plaats in de woon- of verblijfplaats van het personeelslid. Het controleorgaan hoeft het onderzoek niet aan te kondigen. De controlerende arts dient zich wel te legitimeren.
Als het zieke personeelslid afwezig is, laat de controlearts een bezoekverklaring achter. De controle op het kabinet van de controlearts kan plaatsvinden tussen 8 uur en 21 uur.
De zieke werknemer die over een attest beschikt waarin vermeld staat dat hij de woning niet mag verlaten, dient zich ten huize ter beschikking te houden gedurende heel de periode vermeld in het attest.
De zieke werknemer die niet over een attest beschikt waarin vermeld staat dat hij de woning niet mag verlaten, dient zich de eerste dag van zijn afwezigheid thuis ter beschikking te houden tussen 12h00 en 18h00 voor geneeskundige controle door de controle-arts.
De zieke werknemer die weigert zich te laten onderzoeken of de controlerende arts te ontvangen, die ongewettigd afwezig is op het moment van controlebezoek en zich nadien ook niet aanmeldt bij de controlearts, of die de dienst niet tijdig hervat zonder geldige reden, wordt niet als ziek erkend en kan onderworpen worden aan tuchtmaatregelen zoals voorzien in het VPS voor statutairen of zoals voorzien in hoofdstuk XIII van dit arbeidsreglement voor contractuele personeelsleden. Bovendien kan -naast voormelde maatregelen- het ziekteverlof omgezet worden in jaarlijks verlof en bij gebreke aan verlof kan de werknemer het recht op gewaarborgd loon verliezen.
De controlearts oordeelt na medisch onderzoek of de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is. Oordeelt de controlearts dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is, dan deelt hij dit, bij middel van een document dat voor ontvangst wordt ondertekend, onmiddellijk mee aan het personeelslid. Het personeelslid kan dan afwezig blijven voor de duur van het toegestane ziekteverlof.
Oordeelt de controlearts daarentegen dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is, dan dient de controlearts voorafgaandelijk contact op te nemen met de behandelende arts, alvorens een beslissing te nemen die de beslissing van de behandelende arts wijzigt. Het advies van de behandelende arts blijft gelden tot tegenbericht.
Wanneer de behandelende arts na overleg akkoord gaat met het oordeel van de controlearts, dan dient het personeelslid de dienst te hervatten op de eerstvolgende werkdag na de in kennisstelling of op de (latere) datum bepaald door de controlerende arts.
Indien de controlearts tijdens het overleg zijn oordeel zou herzien, dient het personeelslid de dienst te hervatten op de nieuw overeengekomen datum, die nadien schriftelijk aan het personeelslid wordt bevestigd door het controleorgaan
3. Arbitrageprocedure
Wanneer beide artsen niet tot een akkoord komen, stellen zij in gezamenlijk overleg een andere arts als arbitrerend arts aan. De personeelsdienst wordt hiervan op de hoogte gebracht. De arbitrageprocedure schort de beslissing van de controlearts op. Het personeelslid blijft in afwachting van de beslissing van de arbitrerend arts in ziekteverlof.
Zo spoedig mogelijk na zijn aanstelling onderzoekt deze arbitrerend arts het personeelslid. Deze beslissing is bindend.
De beslissing van de arbitrerend arts wordt schriftelijk door het controleorgaan aan de personeelsdienst en het personeelslid bevestigd.
Als de arbitrerend arts de afwezigheid niet medisch gerechtvaardigd acht, dan moet het personeelslid de dienst hervatten de eerstvolgende werkdag of op een door de arbitrerend arts vastgestelde latere datum.
Betwistingen over een bepaalde ziekteperiode kunnen alleen worden beslecht via een arbitrage- procedure.
De kostprijs van een arbitrage is ten laste van de verliezende partij, hetzij van het personeelslid, hetzij van het controleorgaan, al naargelang het geval. Indien de datum van de arbeidsongeschiktheid voorgesteld door de arbitrerend arts een datum is die ligt tussen de door de behandelende arts en de controlearts voorgestelde data, worden de kosten evenredig verdeeld tussen beide partijen.
4. Sancties
Het personeelslid dat:
• nalaat zijn direct leidinggevende of de persoon die door deze laatste werd aangesteld tijdig in kennis te stellen van zijn afwezigheid wegens ziekte of ongeval
• nalaat het medisch attest in te dienen
• zich aan de controle onttrekt
bevindt zich, behalve in geval van overmacht, voor de dagen afwezigheid wegens ziekte of ongeval die, de verwittiging, de voorlegging van het medisch attest of de controle voorafgaan in een administratieve toestand van non-activiteit en verliest aldus het recht op salaris.
Onder het zich onttrekken aan controle wordt o.a. het volgende verstaan:
• de weigering door het personeelslid om zich door de controlearts te laten onderzoeken
• het creëren van een situatie door het personeelslid die de controle feitelijk onmogelijk maakt
• de afwezigheid van het personeelslid bij controle in zijn woonplaats of de door hem opgegeven verblijfplaats wanneer het volgens de behandelende arts ingevulde ziekteattest aan het personeelslid verboden is om de woning te verlaten.
• Het zich, na een schriftelijke oproep door het controleorgaan, niet aanbieden ter controle door een personeelslid waaraan het verlaten van de woning toegelaten is.
Het personeelslid dat niet tijdig hervat na een beslissing tot vroegtijdige werkhervatting door de controlearts of de arts-scheidsrechter, bevindt zich in de administratieve toestand non-activiteit.
Als het personeelslid één dag ziek is en geen arts heeft geraadpleegd, en de controlearts na medisch onderzoek oordeelt dat de afwezigheid wegens ziekte of ongeval niet gerechtvaardigd is, bevindt het personeelslid zich van rechtswege in de administratieve toestand non-activiteit, tenzij het personeelslid dezelfde werkdag de dienst nog hervat.
5, Deeltijdse prestaties wegens ziekte (voor de statutaire personeelsleden)
5.1. Doelstelling
De deeltijdse prestaties wegens ziekte moeten de ambtenaar toelaten om na een periode van zware of langdurige ziekte opnieuw zijn volledige dagtaak op te nemen. De bedoeling van het verlof voor deeltijdse prestaties wegens ziekte is de ambtenaar die afwezig geweest is wegens ziekte, de mogelijkheid te geven om zich opnieuw aan te passen aan het normale arbeidstempo en hem te re- integreren in zijn functie.
5.2. Voorafgaande afwezigheid wegens ziekte of ongeval
Aan de deeltijdse prestaties wegens ziekte gaat in principe steeds een voltijdse ziekte of ongeval vooraf.
In uitzonderlijke gevallen kunnen de deeltijdse prestaties wegens ziekte worden toegekend zonder voorafgaande voltijdse afwezigheid wegens ziekte of ongeval. Hiervoor is een schriftelijke goedkeuring nodig van de lijnmanager of zijn aangestelde.
Na het einde van een periode van deeltijdse prestaties wegens arbeidsongeval of beroepsziekte, mag een periode van deeltijdse prestaties hier onmiddellijk op aansluiten.
5.3. Procedure
He geneeskundig controleorgaan kent de deeltijdse prestaties wegens ziekte toe aan de ambtenaar.
Als de controlearts van oordeel is dat een zieke ambtenaar geschikt is om zijn ambt met deeltijdse prestaties op te nemen, dan geeft het geneeskundig controleorgaan daarvan schriftelijk kennis aan de personeelsdienst en aan de ambtenaar zelf.
Het ziektecontroleorgaan spreekt zich uit over de lichamelijke geschiktheid van de ambtenaar na consultatie vooraf van de behandelende arts.
De ambtenaar die wegens ziekte afwezig is, kan ook zelf vragen om zijn ambt weer te mogen opnemen met deeltijdse prestaties. Daarvoor legt de ambtenaar 2 weken vóór aanvang van de deeltijdse prestaties aan het geneeskundig controleorgaan een geneeskundig attest van zijn behandelend arts over.
De ambtenaar verwittigt eveneens de personeelsdienst, die opdracht geeft aan het ziektecontroleorgaan om een controle uit te voeren.
De controlearts neemt contact op met de behandelende arts.
Als de controlerend arts oordeelt dat de lichamelijke toestand van de ambtenaar dat toelaat, brengt het geneeskundig controleorgaan de personeelsdienst en de ambtenaar zelf daarvan schriftelijk op de hoogte.
Bij niet-akkoord wordt eveneens na overleg een arbitrerend arts aangesteld volgens dezelfde procedure als onder punt 3.
Als een periode van de deeltijdse prestaties wegens ziekte een recht is, dan kan dit nooit starten of verlengd worden zolang het controleorgaan hiervoor geen toelating gaf.
In de onderstaande gevallen zijn de deeltijdse prestaties wegens ziekte een gunst. In deze situaties kunnen de deeltijdse prestaties wegens ziekte nooit starten of verlengd worden zolang er geen akkoord is van de lijnmanager en het controleorgaan:
• de ambtenaar putte zijn recht op 6 maanden deeltijdse prestaties wegens ziekte uit;
• de ambtenaar wil hervatten aan een arbeidsregime dat minder dan 50% van een voltijdse arbeidsduur bedraagt;
• de ambtenaar wil zonder voorgaande afwezigheid wegens ziekte het werk deeltijds wegens ziekte hervatten (tenzij in geval van aansluiting op een afgelopen periode van deeltijdse prestaties wegens arbeidsongeval of beroepsziekte).
5.4. Voltijds hervatten tijdens een periode van deeltijdse prestaties wegens ziekte
Deze regeling belet niet dat de ambtenaar die deeltijds werkt wegens ziekte mag proberen om voltijds te hervatten. Indien hij dan tot de vaststelling komt dat hij dit toch niet aankan, mag hij terug overschakelen op deeltijdse prestaties wegens ziekte voor de duur en het percentage van de oorspronkelijk toegestane periode, zonder opnieuw hiertoe een aanvraag te moeten indienen. De ambtenaar dient wel zijn lijnmanager en de personeelsdienst hiervan op de hoogte te brengen.
6. Deeltijdse prestaties wegens ziekte of ongeval (voor de contractuele personeelsleden)
Het contractuele personeelslid dat arbeidsongeschikt is, kan aan de adviserend arts van het ziekenfonds vragen om het werk gedurende zijn arbeidsongeschiktheid deeltijds te hervatten (in toepassing van artikel 100, §2 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994).
Aks de adviserende arts toestemming verleent, bepaalt hij zelf de deeltijdse arbeidsregeling waarin het personeelslid mag werken.
De ziekteverzekeringswet en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn van toepassing.
De lijnmanager staat deze vorm van deeltijdse prestaties wegens ziekte toe volgens de modaliteiten bepaald in artikel X 22 VPS.
In de onderstaande gevallen zijn de deeltijdse prestaties wegens ziekte een gunst. In die situaties kunnen de deeltijdse prestaties wegens ziekte nooit starten of verlengd worden zolang er geen akkoord is van de lijnmanager:
• het contractuele personeelslid putte zijn recht op 6 maanden deeltijdse prestaties wegens ziekte uit.
• het contractueel personeelslid wil hervatten aan een arbeidsregime dat minder dan 50% van een voltijdse arbeidsduur bedraagt.
De deeltijdse prestaties wegens ziekte worden stopgezet van zodra de adviserend geneesheer van de mutualiteit geen of niet langer toelating geeft.
Addendum VI: Veiligheid
§1. Als EHBO lokalen zijn voorzien:
• Divisie Jongeren: Forensische K-dienst
• Divisie Volwassenen: Behandeleenheid 1,2 en 3 en Opname eenheid 2
• Divisie Ouderen: Somatische eenheid, Behandeleenheid, Sp, Opname-eenheid
• DAC’s
• Sporthal (sportongevallen)
Bij lichte ongesteldheid of ongeval met matige letsels kan het personeel zich rechtstreeks wenden tot de aangeduide lokalen en beroep doen op de aanwezige verpleegkundige. In geval van zwaardere ongesteldheid of van ernstig letsel, of zelfs bij twijfel over de ernst, is een beroep op de spoedgevallendienst van een algemeen ziekenhuis aangewezen, hetzij met vervoer van het OPZ, hetzij met "100".
Tevens kan steeds beroep gedaan worden op de bijstand van één der geneesheren die op dat ogenblik aanwezig zijn.
§2. Een overzicht van de verbanddozen gaat in bijlage.
Addendum VII: Maaltijdcheques
1. Rechthebbende personeelsleden
Alle personeelsleden van het OPZ hebben recht op maaltijdcheques.
2. Aantal maaltijdcheques
Algemene regel:
Per effectieve werkdag is er recht op 1 maaltijdcheque, ongeacht de duur van de arbeidsprestatie. Er is geen minimum- of maximumduur per arbeidsdag vereist.
De algemene regel is van toepassing op alle personeelsleden van het OPZ (met uitzondering van de nachtwakers en de verpleegkundigen met vaste nachtdienst).
Alternatieve regel:
De alternatieve telling houdt in dat het aantal cheques berekend wordt op basis van het aantal uren effectieve prestaties per kwartaal. Om het aantal dagen te berekenen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties levert (en dus ook het aantal maaltijdcheques te bepalen), wordt het totaal aantal effectief gepresteerde uren van de werknemer tijdens het kwartaal gedeeld door het normale aantal arbeidsuren per dag. Indien deze bewerking een decimaal getal oplevert, wordt het afgerond op de hogere eenheid. Indien het aldus verkregen getal groter is dan het maximum aantal werkbare dagen van de voltijds tewerkgestelde personeelsleden in het OPZ in het kwartaal, wordt het tot dit laatste beperkt.
Deze alternatieve regel ter berekening van het aantal maaltijdcheques is voor het OPZ enkel van toepassing op de nachtwakers en de verpleegkundigen met vaste nachtdienst.
3. Invloed van verloven en dienstvrijstellingen op het recht op maaltijdcheques
Als algemeen principe geldt dat elke dag met prestaties recht geeft op een maaltijdcheque, ongeacht de duur. Voor wat de dienstvrijstellingen betreft wordt een onderscheid gemaakt tussen dienstvrijstellingen die het personeelslid “vrijwillig” neemt (geen maaltijdcheque) en dienstvrijstellingen “die verband houden met het werk”, of “die uitgaan van de werkgever” (wel maaltijdcheque).
Invloed van verlofvormen op toekenning maaltijdcheques:
Artikel VPS | verlofvorm | Recht op MC |
X 9 en X 10 | vakantie | neen, behalve halve dag of enkele uren verlof |
X 11 | wett.- decretale en reglementaire feestdagen | neen, is steeds volledige dag, tenzij die dag wordt gewerkt (bv. continudiensten) |
X 13 – X 15 | bevallingsverlof | neen |
X 16 | opvangverlof | neen |
X 17 – X 24 | ziekteverlof | neen, tenzij ziekteverlof geen hele dag duurt |
X 25 – X 17 | deeltijdse prestaties | neen, ja voor dagen met prestaties |
X 28 - X 41 | lpb-onderbreking (alle mogelijke vormen) | neen, tenzij deeltijdse LBO; wel dagen met prestaties |
X 42 - X 43 | externe werkgever | xxxx, tenzij salaris betaald door een dienst van de Vlaamse overheid |
X 44 – X 48 | detachering kabinet | ja |
X 49 – X 53 | verlof voor opdracht | neen, tenzij salaris betaald door een dienst van de Vlaamse overheid |
X 54 | terbeschikkingstelling Koning | ja |
X 55 – X 58 | verlof politieke groep | neen, tenzij salaris betaald door een dienst van de Vlaamse overheid |
X 59 – X 60 | vormingsverlof | ja |
X 61 | omstandigheidsverlof | neen, tenzij geen volledige dag |
X 62 – X 63 | onbetaald verlof | neen, tenzij geen volledige dag |
X 65 | politiek verlof - dienstvrijstelling | neen, tenzij geen volledige dag |
X 66 | facultatief politiek verlof | neen, tenzij geen volledige dag |
X 67 | ambtswege politiek xxxxxx | xxxx, tenzij geen volledige dag |
X 72 | verlof federale bepalingen | neen, tenzij geen volledige dag. Wel recht voor vakbondsverlof |
X 73 | dienstvrijstellingen: | |
X 74 | * vrijwilliger brandweer, Rode Kruis e.a. | neen, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag |
X 75 | * voorzitter, bijzitter stembureau | neen, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag |
X 76 | * onbezoldigd topsporter | neen, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag |
X 77 | * afstaan beenmerg of organen | neen, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag |
X 78 | * begeleiden gehandi- capten en zieke bij reizen | neen, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag |
X 79 | * bloed en plasmadonatie | neen, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag |
X 80 | * prenataal onderzoek | neen, levert geen prestaties, tenzij geen volledige dag |
X 80 | * borstvoeding | ja |
Omzendbrief 25/4/03 punt II.1 | * vakbondsactiviteiten | ja, verband met het werk |
II.2. omzendbrief | * voorbereiding bevorderingsexamens | ja, verband met het werk |
II.6. omzendbrief | * preventief medisch onderzoek | ja, georganiseerd door de werkgever |
II.13 omzendbrief | * andere dienstvrijstellingen | ja, gaan meestal uit van de werkgever (vb. sportdag, oproeping medisch onderzoek) of gebeurtenissen waaraan het personeelslid niet “vrijwillig” deelneemt (vb. getuige van een ongeval, oproeping gerecht) |
VIII 2, 3° | tuchtschorsing | neen |
Deel IX | schorsing in het belang van de dienst | neen |
X5 | georganiseerde werkonderbreking | neen, behalve halve dag of enkel uren verlof |
4. Berekening maaltijdcheques
De personeelsdienst van het OPZ Geel berekent bij het begin van elke nieuwe maand (en dit vanaf augustus 2007) op hoeveel maaltijdcheques de personeelsleden recht hebben aan de hand van de geleverde prestaties van de vorige maand.
5. Verdeling maaltijdcheques
Er wordt gebruik gemaakt van elektronische maaltijdcheques.
De maaltijdcheques hebben een geldigheidsduur van 12 maanden. Vervallen cheques worden niet omgeruild door het OPZ. Bij verlies of diefstal van het kaartje voor de elektronische maaltijdcheques zal de kost voor het aanmaken van een nieuwe kaart (= de waarde van een maaltijdcheque) doorgerekend
worden aan het personeelslid door het in te houden op het volgende loon. Defecte kaarten worden gratis vervangen.
Addendum VIII: Deontologische Code
Omzendbrief BZ 2011/6 Deontologische code voor de personeelsleden van de Vlaamse overheid van 6 juli 2011:
Loyaliteit en samenwerken
De verplichting om uw ambt op een loyale wijze uit te oefenen, is de hoeksteen van deze code. Loyaliteit betekent in de eerste plaats trouw aan en respect voor de democratische instellingen en de bestaande regelgeving.
Loyaliteit betekent ook dat u de opdracht van de Vlaamse administratie onderschrijft als een gezamenlijke opdracht voor alle personeelsleden samen: "We verzorgen de best mogelijke dienstverlening aan de bevolking. Wij bereiden het beleid voor, voeren het loyaal uit en evalueren de effecten ervan. Daarvoor zetten we onze middelen doelmatig in."
Om die opdracht waar te maken streeft iedereen naar een vlotte samenwerking, waarbij het belang van de organisatie centraal staat. Samen kunnen we werk maken van een professionele werkomgeving en werksfeer die ook aangenaam zijn. We hechten belang aan respect voor elkaar en doen niet aan discriminatie.
Leidinggevenden geven het goede voorbeeld en hebben oog voor de omgangsvormen tussen de verschillende mensen in hun dienst.
Loyaliteit aan en samenwerken met collega´s
U brengt een groot deel van uw leven door op uw werk. De Vlaamse overheid wil een aangename werkomgeving bieden, waarin mensen op een professionele manier hun taken uitoefenen.
• U bent beleefd en vriendelijk en zet u in om andere collega´s te helpen.
• U toont initiatief, neemt verantwoordelijkheid en gaat met kennis van zaken te werk.
• U hebt het recht maar ook de plicht om uw kennis en vaardigheden via vorming bij te werken zodat u uw taken adequaat kunt uitoefenen. Uw chef reikt u daarvoor de nodige middelen en kansen aan.
• In uw samenwerking met collega´s binnen en buiten uw afdeling werkt u in een open dialoog en een opbouwende sfeer om resultaten te bereiken. U bespreekt onenigheden met elkaar.
• In een positief arbeidsklimaat houden mensen rekening met elkaars grenzen. Wat voor de ene persoon kan, is voor een ander niet altijd aanvaardbaar. Daar brengt u begrip voor op.
• Onze organisatie wil een voorbeeldrol spelen op het vlak van gelijke kansen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mensen op basis van individuele verscheidenheid. Het gebruik van alcohol en drugs heeft een negatieve invloed op de arbeidsprestaties en werkrelaties. U respecteert het alcohol- en drugsbeleid van de Vlaamse overheid.
• Ook met uw chef werkt u loyaal, open en constructief samen. Zodra een beslissing is genomen, schaart u zich erachter en voert u die snel en efficiënt uit. Die loyaliteit tegenover uw chef is niet absoluut. Als u opdrachten krijgt die indruisen tegen een hogere rechtsorde, tegen de mensenrechten of tegen strafrechtelijke bepalingen, voert u die niet uit en brengt u uw chef van de onverenigbaarheid op de hoogte.(zie ook verder Melden van onregelmatigheden)
Als chef bent u aanspreekbaar en loyaal tegenover uw medewerkers. U schakelt de juiste persoon op de juiste plaats in zodat de capaciteiten van iedereen optimaal worden benut. Er wordt van u verwacht dat u open en duidelijk communiceert over dienstaangelegenheden en over wat u van uw medewerkers verwacht. U geeft uw medewerkers de middelen die nodig zijn om de doelstellingen te bereiken en u zorgt er voor dat ze kunnen rekenen op een eerlijke evaluatie.
Loyaliteit tegenover de Vlaamse Regering
• U werkt constructief en met kennis van zaken mee aan de voorbereiding, de evaluatie en de uitvoering van het beleid van de Vlaamse Regering.
• Xxxxxxxx, opties en voorstellen formuleert u op basis van een precieze, volledige en praktische voorstelling van de feiten.
• Zodra de Vlaamse Regering een beslissing genomen heeft, schaart u zich erachter, en voert u die snel, efficiënt en plichtbewust uit, met inachtname van de geldende regelgeving.
In het charter politiek-ambtelijke samenwerking zijn concrete afspraken vastgelegd over onder meer advies en overleg, deontologische regels en omgangsvormen voor de samenwerking tussen de administratie en ministers en kabinetsmedewerkers.
Betrouwbaarheid: correct en consequent handelen
Een soepele maar efficiënte interne werking en een professionele uitstraling zijn alleen mogelijk als iedere medewerker correctheid als richtsnoer neemt bij zijn of haar taakuitvoering. Dat houdt eerlijkheid in en respect in de omgang met anderen.
Eerlijk handelen
• Tijdens uw werk, in welke vorm ook, wijdt u zich volledig aan uw job. U maakt geen ongeoorloofd gebruik van uitrusting of materiaal van de Vlaamse administratie voor privédoeleinden. (zie ook verder: Zorgvuldig gebruik van middelen)
• Bij een informatievraag van een collega binnen of buiten uw afdeling bezorgt u snel alle relevante informatie en houdt u geen gegevens achter de hand.
Respect
• U toont respect in uw contact met andere personeelsleden, klanten en leveranciers.
• U doet of zegt niets wat iemand anders als een inbreuk op zijn waardigheid kan beschouwen
• Elke vorm van grensoverschrijdend gedrag zoals pesten, agressie, racisme, discriminatie en ongewenst seksueel gedrag, zowel door middel van woorden als door feitelijke handelingen of gedragingen, is verboden.
Voorkennis
• Als personeelslid kunt u weet hebben van mogelijke toekomstige overheidsbeslissingen die de waarde van goederen of terreinen beïnvloeden. Zolang die beslissingen niet zijn bekendgemaakt, mag u geen informatie daarover meedelen aan derden. U gebruikt die voorkennis ook niet om uzelf te verrijken en u verspreidt die informatie niet om anderen de kans te geven zich te verrijken. (zie ook verder: Bedrijfsinformatie)
Klantgerichtheid
De burger verwacht als klant van de Vlaamse overheid terecht een klantgerichte en professionele dienstverlening. Dat betekent dat u bij klantencontacten hoffelijk bent en dossiers snel en efficiënt afhandelt.
• In elke correspondentie met klanten vermeldt u duidelijke contactgegevens van u of uw entiteit. Zo kunnen de klanten u gemakkelijk bereiken. Duidelijke contactgegevens zijn ook belangrijk in het kader van een klantgerichte klachtenbehandeling.
• Zowel mondeling als schriftelijk gebruikt u een duidelijke en correcte taal.
• In uw contact met klanten geeft u heldere en volledige informatie. U bezorgt uw afdeling een professioneel imago door bekwaamheid en initiatief te tonen.
• U bent behulpzaam voor klanten bij administratieve formaliteiten en u verwijst hen door naar de juiste persoon of afdeling als u hen niet kunt helpen.
• U handelt dossiers efficiënt en binnen de termijn af. Als u niet aan een datum bent gebonden, bepaalt u met uw entiteit als richtsnoer een termijn die u zelf als een goede dienstverlening zou ervaren.
(zie ook verder: Spreekrecht en spreekplicht: Tegenover de pers en Geheimhouding)
Objectiviteit
Het gelijkheidsbeginsel vormt een centraal element in de opdracht van de Vlaamse administratie: klanten en leveranciers hebben het recht om in gelijke gevallen op dezelfde manier te worden behandeld. Daarom moeten personeelsleden op ieder moment hun objectiviteit bewaren, en hun
functie op een onbevangen en neutrale wijze uitoefenen. Dat betekent dat u in de omgang met interne en externe klanten uw persoonlijke voorkeuren niet laat meespelen. U streeft ernaar om elke schijn van partijdigheid te voorkomen.
Geen discriminatie
ledere vorm van discriminatie is uit den boze. U laat zich bij de uitoefening van uw functie niet beïnvloeden door filosofische, politieke of religieuze overtuigingen, door seksuele geaardheid, geslacht, ras of herkomst. (decreet Vlaams Gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid van 10 juli 2008)
Persoonlijke voorkeur en belangenvermenging
Persoonlijke voorkeuren en overtuigingen of uw engagement in een vereniging mogen geen weerslag hebben op de objectiviteit waarmee u uw taken uitoefent.
U probeert zo veel mogelijk te voorkomen dat privébelangen de objectiviteit van uw taakuitoefening kunnen beïnvloeden. Dat is bijvoorbeeld het geval als u zelf of via een tussenpersoon belangen hebt in bedrijven of organisaties die u in uw functie moet beoordelen bij een administratieve procedure. Als zo´n situatie zich toch voordoet, brengt u uw chef op de hoogte en geeft u het dossier door aan een collega.
U voorkomt draaideurconstructies bij overheidsopdrachten die gegund worden via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Bij die procedure bepaalt u welke firma´s u uitnodigt om een offerte in te dienen. Om elke schijn van partijdigheid en belangenvermenging te vermijden, nodigt u daarom bij onderhandelingsprocedures zonder bekendmaking geen firma´s uit waarvan u weet dat ex-medewerkers van uw entiteit bestuurder of werknemer zijn, tot twee jaar na het vertrek van de medewerker uit uw entiteit.
Buiten de uitoefening van uw functie mag u geen betaald advies verlenen in dossiers waarbij u zelf professioneel betrokken kunt zijn. Als u buiten de uitoefening van uw functie betaald advies verleent, zorgt u er voor dat uw adviespraktijk op geen enkele manier verband houdt met de dossiers waar u als personeelslid bij betrokken bent, of onder de bevoegdheid van de dienst waaraan u verbonden bent. U zorgt ervoor dat de cumulatie van activiteiten geen belangenvermenging met zich meebrengt of in strijd is met andere deontologische regels. Bespreek uw cumulaties openlijk met uw leidinggevende en kijk na of u de cumulatie niet formeel hoeft aan te vragen. In deel II, hoofdstuk 4 van het Vlaams personeelsstatuut vindt u de afspraken over de cumulatie van beroepsactiviteiten.
Giften en geschenken
U mag van andere personeelsleden of van derden geen enkele gift en geen enkel ander voordeel vragen of aanvaarden dat met uw ambt verband houdt (als wederdienst in het kader van de behandeling van een dossier, het verstrekken van informatie of een andere dienstverlening). Zo komt uw objectiviteit niet in het gedrang en kunt u niet tot een wederdienst worden verplicht.
Als algemene regel geldt dat u geen relatiegeschenken aanvaardt en niet deelneemt aan activiteiten die door privépersonen worden betaald. Uitzonderingen op die regel zijn alleen toegestaan als het geschenk of de uitnodiging in het teken staat van de uitoefening van uw beroep bij de Vlaamse overheid, in het belang is van onze organisatie, en een geringe materiële waarde heeft.
U vermijdt elke vorm van partijdigheid. Daarom houdt u bij het aanvaarden van een geschenk of uitnodiging rekening met de volgende factoren:
• Om welke redenen wordt iets gegeven?
• Op welk moment en in welke situatie wordt iets aangeboden?
• Bestaat het risico dat er een tegenprestatie van u wordt verlangd?
• Past het aanvaarden van het geschenk of de uitnodiging in het kader van een normale professionele relatie?
• Schendt het aanvaarden van het geschenk of de uitnodiging het principe van het algemeen belang van de overheidsdienst?
• Is het een alleenstaand geval of ontvangt u geregeld een geschenk of uitnodiging van dezelfde persoon of organisatie?
• Spreekt u openlijk over het aangeboden geschenk of de gekregen uitnodiging?
Elk personeelslid dat een relatiegeschenk aanvaardt of op een uitnodiging van een derde wil ingaan, meldt dat aan zijn hiërarchische overste binnen een open en volwassen relatie.
Geschenken die personeelsleden ten onrechte aanvaard hebben, worden teruggestuurd naar de afzender.
Goede afspraken maken goede vrienden. Het is nuttig om derden (bijvoorbeeld patiënten, leveranciers,... ) op de hoogte te brengen van de deontologische regels die bij de Vlaamse overheid gelden. Zo vermijdt u dat derden u in een lastig parket brengen door u bijvoorbeeld geschenken of uitnodigingen aan te bieden.
Een geschenk aanvaarden bij bestellingen kan niet. In dat geval wordt aan de leverancier gevraagd om de waarde van het geschenk in mindering te brengen van het aankoopbedrag. Er worden ook geen
giften, geschenken, of uitnodigingen aanvaard van leveranciers waarmee een aanbestedingsopdracht loopt of waarmee OPZ Geel geen enkele band heeft.
Specifieke regeling OPZ Geel
Er mogen geen waardevolle (financiële of materiële) geschenken aanvaard worden.
Wanneer een patiënt een versnapering (pralines, koekjes, snoepjes,…) wil geven ter bedanking, wordt hem gemeld dat dit echt niet nodig is, dat we dit eigenlijk niet mogen aannemen. Om de patiënt niet te beledigen, kan dit toch aangenomen worden met de boodschap dat dit voor het hele team is.
Door de patiënt zelfgemaakte attenties mogen aanvaard worden.
Tussenkomsten van volksvertegenwoordigers
Bij tussenkomsten van volksvertegenwoordigers behoudt u uw objectiviteit en onbevangenheid: u volgt de normale administratieve procedures en u noteert elke tussenkomst in het administratieve dossier. Mondelinge tussenkomsten bevestigt u schriftelijk en u voegt een kopie van die brief bij het dossier.
Als u geconfronteerd wordt met een inmenging van een volksvertegenwoordiger die in strijd is met de deontologische code van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking (goedgekeurd op 22 oktober 1997 door het Vlaams Parlement), moet u dat binnen tien dagen melden aan de voorzitter van het Vlaams Parlement. De verplichting om tussenkomsten op te nemen in het dossier, geldt ook voor tussenkomsten van politieke mandatarissen en partijfunctionarissen van alle niveaus, vertegenwoordigers van drukkingsgroepen en publieke, semipublieke en particuliere hulpverleners.
(zie ook het charter politiek-ambtelijke samenwerking).
Zorgvuldig beheer van middelen
Het is evident dat u als personeelslid van de Vlaamse overheid altijd waakt over het zorgvuldig, en dus ook het zuinige beheer van de middelen die de overheid, onder meer door middel van belastinggeld, ter beschikking heeft voor de uitvoering van haar diensten.
De middelen die u tijdens uw werk gebruikt, zijn publieke middelen. U gaat er niet alleen mee om als een goed huisvader, maar bent ook bereid om verantwoording af te leggen over het gebruik van die middelen. Omdat de middelen dienen om het algemeen belang na te streven, gebruikt u ze met oog voor zuinigheid, efficiëntie en effectiviteit.
We bekijken middelen in de ruime zin: alles wat eigendom is van de overheid of betaald wordt door de overheid. Voorbeelden zijn: gelden, telefoon, gsm, internet, e-mail, kantoorbenodigdheden, gereedschappen, voertuigen, maar ook uw werktijd.
Als personeelslid gebruikt u de tijd en de middelen van de overheid waarvoor ze bedoeld zijn. Dat wil zeggen dat u niet ongeoorloofd gebruikmaakt van middelen voor privédoeleinden. Het ontlenen van gereedschap, apparatuur of producten van OPZ Geel, van welke aard ook, is niet toegestaan. Privé aankopen doen via OPZ Geel kan niet. Enkel indien dit organisatiebreed wordt gedaan via de aankoopdienst en dit op het intranet wordt aangekondigd. Ook is het niet toegestaan om privébestellingen te laten leveren in het OPZ Geel (bv. online-shopping).
Als u in opdracht van de Vlaamse overheid activiteiten organiseert, streeft u soberheid na en zoekt u actief naar de optie met de beste prijs-kwaliteitverhouding. U denkt daarbij ook aan de dienstverlening die de Vlaamse overheid zelf kan bieden bijvoorbeeld voor vorming, catering, gebruik van vergaderzalen en locaties voor seminaries en bijeenkomsten.
ICT-middelen
De Vlaamse overheid biedt haar personeelsleden, en bepaalde werknemers van andere organisaties die bij de Vlaamse overheid een opdracht uitvoeren, een aantal informatie- en communicatie technologie-instrumenten (ICT-instrumenten) voor de uitoefening van hun taken. ICT-instrumenten zijn bijvoorbeeld: computer, laptop, printer, USB-stick, toegang tot het internet en tot toepassingen, opslagcapaciteit op servers, telefoon, fax, gsm, kopieertoestel.
Die ICT-middelen zijn erg belangrijk voor de werking van de Vlaamse overheid. Het ongeoorloofde gebruik van de middelen kan leiden tot hogere kosten en vertragingen, en brengt soms zelfs het behalen van organisatiedoelen in gevaar. Daarom gelden er specifieke afspraken voor het omgaan met ICT-instrumenten. Het uitgangspunt is dat u ICT-middelen gebruikt waarvoor de werkgever ze aan u aanbiedt.
Respecteer ook de volgende afspraken:
• Ga kostenbewust om met ICT-middelen. Voor toestellen zoals gsm´s, pda´s (personal digital assistant) en smart phones houdt u zich aan de gemaakte afspraken bij uw entiteit.
• Occasioneel gebruik van de middelen voor privédoeleinden is alleen mogelijk als dat de uitvoering van uw taken en uw productiviteit en die van uw collega´s niet in het gedrang brengt. Voor bepaalde middelen is privégebruik toegestaan als sociaal voordeel.
• Gebruik de middelen op een wettelijke manier met respect voor auteursrecht (wet betreffende het auteursrecht, gepubliceerd op 27 juli 1994), en privacy, en niet voor discriminatie, pesten, stalking, hacking, spamming enzovoort.
• Blijf beleefd en professioneel in uw online communicatie, voer geen verhitte discussies (flaming) en pas op met cynisme en sarcasme. Geschreven berichten komen soms anders over dan bedoeld.
• Bezoek geen sites die zich tegen de grondbeginselen van de democratie en de rechtstaat keren, die kwetsend of beledigend zijn, die in strijd zijn met de goede zeden of die een gevaar voor verslaving vormen.
Verstuur geen kettingbrieven, virussen of valse virusmeldingen. Als u een virus of valse virusmelding ontvangt, verwittig dan de ICT-dienst.
• Spring voorzichtig om met uw wachtwoorden. Log niet aan via de account van collega´s. Op xxxx://xxxxxxx/xxx/xxx/xxxxxx.xxx?xx000 vindt u informatie over hoe u uw wachtwoord kan aanpassen.
• Op de meeste softwareproducten rusten auteursrechten. Voor het installeren van nieuwe software, neemt u contact op met de ICT-dienst.
• Beveilig de informatie die u zelf via ICT gebruikt en deel de informatie met anderen volgens de afspraken die gelden in uw entiteit.
Voor veel personeelsleden van de Vlaamse overheid is het internet een belangrijke bron van informatie bij de ondersteuning en uitvoering van hun werk. De Vlaamse overheid verwacht van haar medewerkers de discipline en verantwoordelijkheid om het internet correct en efficiënt als werkinstrument te gebruiken. Luisteren naar de radio of tv-kijken via livestreaming neemt bijvoorbeeld veel bandbreedte in. Dat vertraagt het netwerk en heeft dus gevolgen voor het werk van collega´s.
Zorg daarom voor een redelijk, professioneel en zinvol gebruik van het internet tijdens het werk. (zie ook verder: Afspraken over het gebruik van sociale media)
Gebruik ICT-middelen met zorg, als een goed huisvader, en beveilig zowel de toestellen, de toepassingen als de informatie die u bewaart op die middelen. (ICT-veiligheidsbeleid van de Vlaamse overheid)
Bedrijfsinformatie
Een speciale vorm van bedrijfsmiddelen is de informatie waar u toegang toe hebt bij de uitoefening van uw werk. U springt met die informatie zorgvuldig om zodat we als Vlaamse overheid enerzijds de juiste informatie bieden, die de buitenwereld van ons verwacht, en anderzijds de vertrouwelijke informatie voldoende beschermen.
De Vlaamse overheid beschikt over een schat aan informatie. Veel van die informatie stellen we ter beschikking van de burger; andere informatie delen we mee in het kader van de openbaarheid van bestuur. Daarnaast is een groot deel van de informatie vertrouwelijk, bijvoorbeeld omdat de eindbeslissing nog niet gevallen is. Andere voorbeelden van vertrouwelijke informatie zijn: informatie over offertes in het kader van overheidsopdrachten, persoonsgerelateerde gegevens.
U denkt na over het soort informatie waarover u beschikt en u verspreidt de informatie alleen als u er zeker van bent dat het niet om vertrouwelijke gegevens gaat. U waakt erover dat vertrouwelijke informatie niet in verkeerde handen valt. Bij twijfel neemt u onmiddellijk contact op met uw leidinggevende.
Geclassificeerde informatie mag alleen worden behandeld door en meegedeeld worden aan personen die een veiligheidsmachtiging hebben. Geclassificeerde informatie is informatie die, bij verkeerd gebruik, onder meer de veiligheid, het wetenschappelijke en economische potentieel, de werking van de besluitvormingsorganen en ieder ander fundamenteel belang van ons land in gevaar kan brengen. Meer informatie over geclassificeerde informatie vindt u in de wet van 11 december 1998 inzake de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.
Door telewerken en de moderne informaticamogelijkheden zijn de grenzen tussen privé en werk vaak minder duidelijk. Als u documenten mee naar huis neemt, treft u de nodige maatregelen om die informatie te beschermen, zowel thuis als onderweg. Respecteer de bestaande afspraken over telewerk, zowel in de algemene afspraken als de afspraken binnen uw entiteit.
Spreekrecht en spreekplicht
Als personeelslid hebt u principieel spreekrecht en in een aantal gevallen ook spreekplicht. Feitelijke informatie moet daarbij correct, volledig en objectief worden gepresenteerd.
Wie een persoonlijk standpunt of kritiek op de overheid formuleert, maakt duidelijk dat hij in eigen naam spreekt.
Als personeelslid binnen de Vlaamse administratie
U hebt het recht om met collega´s, chefs en medewerkers informatie uit te wisselen, ideeën te toetsen en uw standpunt te verdedigen. Zo´n soepele communicatie is ook een plicht, want ze draagt bij tot
een goede werking van de organisatie en evenwichtige beslissingen. Genomen beslissingen voert u loyaal uit, ook al stroken ze niet met uw standpunt.
Als personeelslid tegenover klanten en leveranciers
U hebt het recht om klanten op eigen initiatief informatie te verschaffen. Als een klant om informatie vraagt, is het uw plicht om die informatie te bezorgen en toe te lichten.
In uw contacten met klanten en leveranciers vertegenwoordigt u de overheid, en beperkt u zich tot duidelijke objectieve en neutrale informatie over de feiten.
Als privépersoon tegenover derden
U bent volledig vrij om te publiceren, voordrachten te houden of op een andere manier als privépersoon derden te informeren over de domeinen waarin u als personeelslid ervaring hebt opgebouwd.
U hebt als privépersoon het volste recht om tegenover derden uw politieke overtuiging te uiten en om kritiek te geven op de overheid.
Deelname aan sociale media
Spreekrecht geldt ook voor uw deelname aan sociale media platformen. U kunt op die platformen deelnemen aan gesprekken over materies waar u als medewerker van de Vlaamse overheid deskundig in bent. Dat kan een troef zijn voor de organisatie: het kan contacten met de samenleving nauwer en intenser maken en u kunt uw professionele ideeën toetsen aan de realiteit. Deelname aan sociale media brengt ook een aantal risico´s met zich mee, die zowel voor de organisatie als voor u zelf gevolgen kunnen hebben. Belangrijk is dat u ook op sociale media de richtlijnen van de deontologische code in acht neemt, verantwoordelijk en loyaal bent en duidelijk maakt of u in eigen naam spreekt of namens de organisatie. Deelname aan sociale media is waarschijnlijk niet uw volledige taakinhoud. Vergeet de rest van uw werk niet en gebruik sociale media tijdens de werkuren alleen voor uw werk.
Tegenover de pers
Als iemand van de pers met u contact opneemt over dienstaangelegenheden, verwijst u hem door naar het personeelslid dat binnen uw entiteit is aangesteld als woordvoerder. Dat neemt niet weg dat u in de pers een persoonlijk standpunt kunt vertolken. Maak dan wel duidelijk dat u in eigen naam spreekt.
(zie ook omzendbrief contacten met de pers)
Geheimhoudingsplicht
Uw spreekrecht wordt beperkt door de plicht om vertrouwelijke informatie geheim te houden voor iedereen die niet bevoegd is om er kennis van te nemen. De geheimhoudingsplicht slaat onder meer op de volgende informatie:
• gegevens over het interne beraad dat aan een administratieve eindbeslissing voorafgaat zolang die eindbeslissing nog niet is genomen;
• medische, fiscale, sociale of andere gegevens uit de persoonlijke levenssfeer van andere personeelsleden of burgers;
• vertrouwelijke commerciële, industriële of intellectuele gegevens.
De geheimhoudingsplicht blijft gelden na uw uitdiensttreding.
Deze geheimhoudingsplicht is ondergeschikt aan grondwettelijke, wettelijke of decretale bepalingen die u tot spreken verplichten, bijvoorbeeld als u voor de rechtbank moet getuigen.
Het beschermen van kwetsbare functies
´Xxxxxxxxx functies´ zijn functies die zeer expliciet tegen integriteitsschendingen moeten worden beschermd omdat ze de burger rechtstreeks voordelen toekennen of kunnen ontnemen, zoals:
- functies die een rol spelen bij de gunning van overheidsopdrachten;
- functies die betrokken zijn bij constructies van publiek-private samenwerking;
- functies die betrokken zijn bij de toekenning van subsidies, toelagen, premies of vergunningen van om het even welke aard;
- functies die als opdracht hebben om controle uit te oefenen op de uitvoering van bepalingen die bij decreet of besluit aan derden zijn opgelegd.
Het management van de Vlaamse overheid moet die kwetsbare functies identificeren, een specifiek (integriteits)beleid op maat opzetten en dat beleid opnemen in zijn uitgeschreven en gedocumenteerde systeem van interne controle.
Het bedoelde specifieke integriteitsbeleid dat gericht is op de doelgroep van personeelsleden met een kwetsbare functie, bestaat minstens uit:
- het (verplicht) aanbieden van een vormingsprogramma over het thema integriteit (bijvoorbeeld oefeningen over organisatorische integriteit, dilemmatrainingen);
- het herdenken van bepaalde organisatieprocessen: het invoeren van een systeem van dubbele handtekening (waarbij de tweede handtekening komt van een persoon die niet rechtstreeks bij het
dossier betrokken is), functiescheiding (geen enkele functie of persoon mag de volledige verantwoordelijkheid hebben voor een volledig proces of de middelen) en functierotatie (waarbij een dossierhouder na verloop van tijd andere dossiers krijgt, zowel inhoudelijk als persoons- of locatiegebonden).
Melden van onregelmatigheden
In een integere organisatie neemt ieder zijn verantwoordelijkheid op.
U denkt na over de verschillende waarden en normen die op een concrete situatie van toepassing zijn. In geval van twijfel overlegt u met uw leidinggevende en zoekt u samen naar een gepaste oplossing. Bij onregelmatigheden geldt de spreekplicht. Als u integriteitsschendingen vaststelt, onderneemt u een gepaste actie, afhankelijk van de ernst van de schending. Als dat nodig is, spreekt u collega´s erover aan en meldt u schendingen aan de bevoegde instanties.
Alles hangt af van de aard van de schending. Gaat het om een collega die een kopietje maakt voor privégebruik of om een echt fraudegeval? Daarbij speelt ook mee of u alleen vermoedt dat het om een schending gaat, of materiële bewijzen van die schending kunt voorleggen.
Op de website xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx vindt u een overzicht van de verschillende contactpersonen en diensten waar u terecht kunt met integriteitsvragen en voor het melden van schendingen. U vindt op die site ook meer informatie over de klokkenluidersregeling die u kunt aanvragen bij de Vlaamse Ombudsdienst en die u bescherming biedt als u vreest dat uw melding nadelige gevolgen heeft voor uzelf.
Sancties en tuchtmaatregelen
In deel VIII van het Vlaams personeelsstatuut (VPS) staat in welke gevallen een tuchtstraf kan worden opgelegd aan personeelsleden van de Vlaamse overheid.
In het Vlaams personeelsstatuut vindt u ook volgens welke procedures tuchtstraffen kunnen worden voorgesteld en uitgesproken door uw functionele chef.
Tuchtstraffen zijn sancties die de Vlaamse overheid als werkgever kan opleggen. Ze staan naast eventuele strafrechtelijke veroordelingen van schendingen. Het verschil tussen een tuchtsanctie en negatieve evaluatie vindt u ook op de VPSwebsite, onder het luik `interpretaties´.
De sancties in het VPS gelden voor statutaire medewerkers van de Vlaamse overheid. Voor contractuele personeelsleden gelden het private arbeidsrecht en de rechten, plichten en sancties die leidinggevenden kunnen opnemen in het arbeidsreglement.
Addendum IX: Adressen Arbeidsinspectie en Sociale Inspectie
De adressen van de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten en Toezicht op het Welzijn op het Werk) en de Sociale Inspectie:
...1 Toezicht op de Sociale Wetten + Sociale Inspectie
TURNHOUT
Xxxxxxxxxxxxx 00
0000 XXXXXXXX
Tel.: 000 00 00 00
Fax: 000 00 00 00
E-mail: xxx.xxxxxxxx@xxxx.xxxx.xx
Ambtsgebied: Arendonk, Baarle-Hertog, Balen, Beerse, Dessel, Geel, Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Herselt, Hoogstraten, Hulsthout, Kasterlee, Laakdal, Lille, Meerhout, Merksplas, Mol, Olen, Oud-Turnhout, Ravels, Retie, Rijkevorsel, Turnhout, Vorselaar, Vosselaar en Westerlo.
DIRECTIE VERVOER
Xxxxxxxxxxxx 0
0000 XXXXXXXX
Tel.: 000 00 00 00
Fax: 000 00 00 00
E-mail: xxx.xxxxxxx@xxxx.xxxx.xx
Toezicht op het Welzijn op het Werk
ANTWERPEN
Theater Building Xxxxxxxxx 000 - xxx 00
0000 XXXXXXXXX
Tel.: 00 000 00 00
Fax: 00 000 00 00
E-mail: xxx.xxxxxxxxx@xxxx.xxxx.xx Ambtsgebied: Provincie Antwerpen.
Addendum X: Contactpersonen
Je kunt gebruik maken van één van deze kanalen en je richten tot één van onderstaande contactpersonen.
De interne vertrouwenspersonen Voor advies, melding. Voor informele klachtenbehandeling | Xxxxxxx Xxxxxxx (personeelsdienst) Tel: 014/57.92.82 E-mail: xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxx@xxxxxxx.xx Xxxxxx Xxxxxxx (preventieadviseur) Tel : 014/57.93.48 |
De interne preventieadviseur van de IDPB Voor advies Voor informele klachtenbehandeling Voor organisatorische bemiddeling | Xxxxxx Xxxxxxx Tel: 014/57.93.48 |
De externe dienst voor preventie en bescherming Voor neerleggen formele klacht en formele klachtenbehandeling | IDEWE Turnhout De heer Sebastiaan van Dun Xxxxxxxxxxxx 000 0000 Xxxxxxxx Tel: 014/40.02.20 xxx.xxxxx.xx |
Arbeidsinspectie Voor neerleggen formele klacht | Toezicht op het Welzijn op het Werk Antwerpen Theater Building Xxxxxxxxx 000 xxx 00 0000 Xxxxxxxxx Tel.: 00 000 00 00 Fax: 00 000 00 00 E-mail: xxx.xxxxxxxxx@xxxx.xxxx.xx Ambtsgebied: Provincie Antwerpen |
Klacht bij de rechtbank | Wanneer de pogingen van de Arbeidsinspectie eveneens op niets uitdraaien, kan die het dossier doorschuiven naar de arbeidsauditeur. Dat is de persoon die het ambt van openbaar ministerie vervult bij de arbeidsrechtbank. Ook de vakbonden kunnen een klacht indienen. |
Addendum XI Sociale organismen
Sociale organismen waar het OPZ Geel bij aangesloten is:
1. Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
Xxxxxx Xxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Aansluitingsnummer statutair en contractueel personeel: 000-000000-00
Aansluitingsnummer IBF-personeel: 000-000000-00
2. Gezinsvergoedingen
FONS
Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxxx
3. Vakantiefonds, kas voor eindejaarstoelage
OPZ-Geel
4. Federale pensioendienst (FPD)
De pensioenlijn 1765
5. Bedrijfsgeneeskundige dienst
VZW IDEWE
Xxxxxxxx xx Xxxxxx 00 0000 Xxxxxxxx
Bedrijfsarts: xx. Xxx Xxxxxxxx
6. Verzekeraar Arbeidsongevallen
Ethias Xxxxxxxxxxx 00/0 0000 Xxxxxxx
7. Verzekeraar burgerlijke aansprakelijkheid
aangifte via verzekeringsmakelaar Van Breda
8. Raad van Beroep
Xxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
9. Controle en analyse van absenteïsme
Certimed
Corda Campus (gebouw Corda 2) Xxxxxxxxx Xxxxxxxx 000/0.00 0000 Xxxxxxx
10. VZW Sociale Dienst voor het Overheidspersoneel
Xxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxx
Tel: 02/000.00.00
11. MEDEX
Bestuur medische expertise Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xxx 0
0000 Xxxxxxx
Tel: 02/000.00.00
12. Pensioencommissie
FOD sociale zaken, volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu WTC III Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00/0
0000 Xxxxxxx
Addendum XII: CAO 15 oktober 1975
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 15 OKTOBER 1975
betreffende de gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers, gewijzigd door de CAO nr. 25 bis van 19 december 2001
HOOFDSTUK I - VOORWERP EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel. 1 Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft ten doel het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, dat is vastgesteld in artikel 119 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, te verwezenlijken. De gelijkheid van beloning houdt in dat voor gelijke arbeid of arbeid van gelijke waarde ieder onderscheid naar kunne wordt afgeschaft.
Art. 2 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en werkgevers bedoeld in artikel 2 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
HOOFDSTUK II - TENUITVOERLEGGING
Art. 3 De gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers moet verzekerd worden voor alle elementen en voorwaarden van het loon, met inbegrip van de systemen van functiewaardering wanneer daarvan gebruik wordt gemaakt. In geen geval mogen de systemen van functiewaardering tot discriminatie leiden, noch door de keuze van de criteria, noch door de weging van die criteria, noch door het systeem van omzetting van de functiepunten in loonpunten.
Art. 4 Onder loon wordt verstaan:
1° het loon in geld waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever;
2° de fooien of het bedieningsgeld waarop de werknemer recht heeft ingevolge zijn dienstbetrekking of krachtens het gebruik;
3° de in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever.
Worden voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst eveneens in aanmerking genomen:
a) de vergoedingen die krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst en ter aanvulling van het wettelijke vakantiegeld door de werkgever als vakantiegeld wordt uitbetaald;
b) de vergoedingen die voortvloeien uit de aanvullende niet-wettelijke sociale zekerheidsregelingen.
Met betrekking tot de toepassingsdatum van lid 2b van dit artikel, hebben de partijen besloten wat volgt:
* als algemene regel zal deze bepaling van kracht worden zodra een nieuwe, door de Raad van de Europese Gemeenschappen vastgestelde richtlijn het probleem van de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid zal hebben geregeld;
* met betrekking evenwel tot de aanvullende niet-wettelijke voordelen inzake sociale zekerheid die gebonden zijn aan wettelijke uitkeringen waarvoor thans een verschil in regeling voor de mannelijke en vrouwelijke werknemers bestaat, zal deze bepaling slechts van kracht worden wanneer maatregelen op wettelijk vlak zullen genomen zijn.
Art. 5 Elke werknemer die zich benadeeld acht of de representatieve werkorganisatie waarbij de werknemer is aangesloten kan bij het bevoegde rechtscollege een rechtsvordering instellen om het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers te doen toepassen.
Art. 6 Een gespecialiseerde paritair samengestelde commissie zal op initiatief van de organisaties, die onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst hebben ondertekend, worden opgericht.
Zij zal tot taak hebben het bevoegde rechtscollege van advies te dienen, indien het erom verzoekt, omtrent geschillen over de toepassing van het beginsel van gelijke beloning.
Art. 7
§ 1. De werkgever die een werknemer tewerkstelt, die hetzij op ondernemingsniveau, overeenkomstig de op afspraak berustende procedures die in de onderneming van kracht zijn, hetzij bij de sociale inspectie een met redenen omklede klacht heeft ingediend of die een rechtsvordering instelt of voor wie een rechtsvordering wordt ingesteld tot herziening van het loon op basis van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, mag de arbeidsbetrekking niet beëindigen, noch de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht of aan die rechtsvordering. De bewijslast van deze redenen rust op de werkgever, indien de werknemer wordt ontslagen of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden gewijzigd binnen de twaalf maanden volgend op het indienen van een klacht zoals bedoeld in het vorig lid. Deze bewijslast rust eveneens op de werkgever in geval van ontslag of eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden nadat een rechtsvordering werd ingesteld, zoals bedoeld in het vorige lid en dit tot drie maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis.
§ 2. Wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt of de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigt in strijd met de bepalingen van § 1, lid 1 van dit artikel, verzoekt de werknemer of de vakbondsorganisatie waarbij hij is aangesloten hem opnieuw in de onderneming op te nemen of hem te herplaatsen in de arbeidspost onder de voorwaarden vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Het verzoek moet worden gedaan binnen de dertig dagen die volgen op de datum van de betekening van de opzegging, van de beëindiging zonder opzegging of van de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De werkgever moet binnen de dertig dagen volgend op de betekening zich over de aanvraag uitspreken. De werkgever die de werknemer opnieuw in de onderneming opneemt of hem opnieuw aan zijn vroegere arbeidspost tewerk stelt, moet het door de werknemer wegens ontslag of wijziging van de arbeidsvoorwaarden gederfde loon betalen alsmede de werkgevers- en werknemersbijdragen op dat loon storten.
§ 3. Wanneer de werknemer ingevolge het in §2, lid 1 bedoelde verzoek niet opnieuw wordt opgenomen of niet wordt herplaatst in zijn arbeidspost en er geoordeeld werd dat het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden indruist tegen de beschikkingen van § 1, lid 1, zal de werkgever aan de werknemer een vergoeding betalen die, naargelang van de keuze van de werknemer, gelijk is hetzij aan een forfaitair bedrag dat overeenstemt met het brutoloon voor zes maanden, hetzij aan de werkelijk door de werknemer geleden schade; in laatstgenoemd geval zal de werknemer de omvang van de geleden schade moeten bewijzen.
§ 4. De werkgever is verplicht dezelfde vergoeding uit te betalen, zonder dat de werknemer het in § 2, lid 1 bedoelde verzoek om opnieuw te worden opgenomen of in de arbeidspost te worden herplaatst, moet indienen:
1° wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst verbreekt omdat het gedrag van de werkgever in strijd is met de beschikkingen van § 1, lid 1, wat in hoofde van de werknemer een dringende reden is om de arbeidsovereenkomst te verbreken;
2° wanneer de werkgever de werknemer heeft ontslagen om een dringende reden, op voorwaarde dat het bevoegde rechtsorgaan dit ontslag voor ongegrond houdt en in strijd acht met de beschikkingen van
§ 1, lid 1.
HOOFDSTUK III - BEKENDMAKING
Art. 8 De tekst van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt in bijlage bij het arbeids- reglement van de onderneming gevoegd.
HOOFDSTUK IV - SLOTBEPALINGEN
Art. 9 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd; zij treedt in werking op de datum van de ondertekening ervan, met uitzondering van de bepalingen van artikel 4, lid 3.
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekende partij worden herzien of opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden.
De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen aangeven en amendementsvoorstellen indienen; de andere organisaties gaan de verbintenis aan deze binnen de termijn van een maand na ontvangst, in de Nationale Arbeidsraad te bespreken.
Addendum XIII: Medische check-up 50+
Inleiding
In het kader van het geïntegreerd gezondheidsbeleid wordt -in uitvoering van de CAO 2003-2004- aan personeelsleden die 50 jaar zijn of ouder jaarlijks de mogelijkheid geboden een medische check-up te laten uitvoeren. Dit medisch onderzoek heeft tot doel risico’s voor de gezondheid preventief op te sporen.
Wie komt in aanmerking?
De statutaire en contractuele personeelsleden van het OPZ, vanaf de leeftijd van 50 jaar.
Om van het systeem te kunnen genieten moeten de personeelsleden bovendien in actieve dienst zijn. Wie geniet van de uitstapregeling, volledige loopbaanonderbreking heeft of langdurig arbeidsongeschikt is komt derhalve niet in aanmerking.
De onderzoeken gebeuren steeds op vrijwillige basis.
Modaliteiten
Wie dit onderzoek op vrijwillige basis wenst te laten uitvoeren wendt zich buiten de diensturen tot de eigen huisarts met:
• Een brief van het OPZ Geel
• Een lijst met de toegestane onderzoeken
Beide documenten vind je op het infonet van het OPZ Geel.
De meeste huisartsen kunnen al de onderzoeken zelf uitvoeren. Omdat een volledige check-up toch enige tijd in beslag kan nemen, kan de huisarts dit eventueel over enkele bezoeken verdelen. Ingeval de huisarts niet zelf beschikt over de nodige apparatuur om sommige onderzoeken uit te voeren, kan hij/zij het personeelslid eventueel doorverwijzen.
Kosten van de onderzoeken
De kosten van de onderzoeken die niet ten laste genomen worden door de mutualiteit (het zogenaamde remgeld) worden door het OPZ aan het personeelslid terugbetaald, met een maximum van 50€ per jaar. Het personeelslid dient hiervoor het “aanvraagformulier betaling remgeld” in te vullen (terug te vinden op infonet onder “formulieren”).
Dit ingevulde aanvraagformulier dient samen met de nodige bewijsstukken (bv. overzicht tussenkomsten mutualiteit) aan de personeelsdienst te worden overgemaakt. Alle terug te vorderen kosten dienen derhalve tegelijkertijd te worden binnengebracht, en zullen dan ook in één keer worden terugbetaald.
Let wel: er wordt enkel tussengekomen in de onderzoeken die opgesomd worden in de lijst met toegestane onderzoeken (inclusief het bloedonderzoek). Gespecialiseerde maag- of darmonderzoeken of tandartsbezoeken worden bijvoorbeeld niet terugbetaald. Ook kosten verbonden aan eventuele vervolgonderzoeken, nabehandelingen en/of medicijnen worden niet terugbetaald door de werkgever daar zij tot de curatieve geneeskunde en bijgevolg tot de privésfeer behoren.
Voor deze onderzoeken wordt geen dienstvrijstelling gegeven, noch komt het OPZ tussen in de verplaatsingskosten.
Addendum XIV: ADV-dagen
1. Automatisch rechthebbenden
Niet enkel verpleegkundigen en verzorgenden hebben recht op bijkomende ADV-dagen, ook andere personeelscategorieën kunnen hierop aanspraak maken.
Het gaat meer bepaald om volgende personeelsleden:
- kinesitherapeuten, diëtisten, ergotherapeuten, logopedisten
- logistiek assistenten
- personen die zorgen voor patiëntenvervoer
- psychologen, orthopedagogen en pedagogen tewerk gesteld in de zorgunits of geïntegreerd in het therapeutisch programma
- ziekenhuisassistenten
- maatschappelijk assistenten en psychologisch assistenten tewerk gesteld in de zorgunits of geïntegreerd in het therapeutisch programma
- opvoeders geïntegreerd in de zorgteams
- ervaringsdeskundigen die in een multidisciplinair zorgteam functioneren en patiëntencontact hebben,
Doorslaggevend element hierbij is de uitgeoefende functie, niet het behaalde diploma.
Het keuzerecht tussen een bijkomende financiële tegemoetkoming of extra verlofdagen blijft enkel behouden voor de verpleegkundigen.
Alle andere automatisch rechthebbenden krijgen bijkomende verlofdagen.
Het aantal verlofdagen – 12, 24 of 36 – en de leeftijdsgrenzen – 45, 50 en 55 – blijven behouden.
1. Gelijkgestelden
Voor de gelijkgestelden zijn er aanpassingen aan de referteperiode waarin men onregelmatige prestaties dient te verrichten, en het aantal onregelmatige prestaties dat verricht moet worden.
Men moet in de 24 maand voorafgaand aan de 45steverjaardag (of ouder) minstens 200 uur onregelmatige prestaties verrichten.
Het aantal dagen (12 – 24 – 36) blijft behouden.
2. Restcategorie
Alle personeelsleden die niet tot de automatisch rechthebbenden of de gelijkgestelden behoren, hebben ook recht op bijkomend verlof.
Volgende leeftijdsgrenzen en aantal extra dagen werden afgesproken tussen vakbonden en overheid: Vanaf 52 jaar: 2 dagen
Vanaf 53 jaar: 5 dagen
Vanaf 54 jaar: 7 dagen
Vanaf 55 jaar: 10 dagen
Vanaf 56 jaar: 12 dagen
Vanaf 57 jaar: 15 dagen
Vanaf 58 tot 59 jaar: 17 dagen
Vanaf 60 jaar: 18 dagen
Vanaf 61 jaar: 19 dagen
Vanaf 62 tot 64 jaar: 20 dagen
Aanvraag en opname van de verlofdagen
In ESS staat onder de teller “AV” de dagen verlof die jaarlijks worden toegekend (deze kunnen naar gelang de omstandigheden in de loop van het jaar herberekend worden). Deze dagen dienen maandelijks opgenomen te worden.
De verlofdagen worden aangevraagd en opgenomen volgens dezelfde modaliteiten als het gewoon verlof.
Addendum XV: Permanentieregeling
Volgende groepen vallen onder de permanentieregeling7:
- ICT
- Echoteam
- CKB
- Teamcoördinatoren
- Technische Dienst
Ter compensatie van deze beschikbaarheid (en het uitvoeren van prestaties) ontvangt de permanentieploeg:
1. Permanentietoelage
2. Compensatie in uren voor prestaties buiten de arbeidstijd
3. Vergoeding woon-werkverkeer naar een moeilijk bereikbare werkplaats
4. GSM
1. Permanentietoelage
Maandelijkse toelage zoals voorzien in het VPS, afhankelijk van uren permanentie per maand:
• Tss. 21u-50u: 75 €
• Tss. 51u-100u: 100 €
• Tss. 101u-200u: 125 €
• + 200u: 140 €
Voormeld bedrag dient telkens vermenigvuldigd te worden met de index, en geeft alzo de bruto- vergoeding per maand.
2. Compensatie uren prestaties buiten arbeidstijd
De effectief gepresteerde uren tijdens de permanentie worden geregistreerd via de prikklok en worden gecompenseerd als volgt: 1/1 voor week- en zaterdagpermanentie, en 2/1 voor zon- en feestdagenpermanentie. Daarnaast gelden ook telefonische oproepen tijdens de permanentie als werktijd (vanaf een kwartier). Van de prestaties tijdens telefonische oproepen dient er nadien een schriftelijke weerslag van opgemaakt te worden.
3. Vergoeding woon-werkverkeer naar een moeilijk bereikbare werkplaats
Per keer dat het personeelslid zich tijdens de permanentie onverwacht buiten de werkuren naar de werkplaats dient te begeven met zijn eigen motorvoertuig, ontvangt de betrokkene een tegemoetkoming voor de verplaatsing (afstand woon-werk). Personeelsleden dienen dit zelf elektronisch aan te vragen op intranet: ‘dienstreis – aanvraag reisvergoeding’.
4. GSM
Alle personeelsleden die van permanentie zijn krijgen een gsm ter beschikking tijdens hun permanentie
🡺 Permanentie technische dienst:
Er zijn twee soorten permanentie:
-> Weekpermanentie: Zowel op weekdagen van 16h30 tot 8h00 de daaropvolgende dag, als op zaterdag van zaterdagmorgen 8h00 tot zondagmorgen 8h00.
-> Zon- en feestdagenpermanentie: Op feestdagen van 16h30 voor de feestdag t.e.m. 8h00 de daaropvolgende dag en op zondag van 8h00 zondagmorgen tot 8h00 maandagmorgen.
7Bij elke structurele wijziging in de permanentieregeling zal er in overleg worden gegaan.
Na elke interventie wordt er telkens een kort verslag opgemaakt over de oproep en het uitgevoerde werk met vermelding van:
o Datum en uur van de oproep
o Reden van oproep, met naam van oproeper en vermelding van afdeling
o Uitgevoerde werk
o Tijdstip vertrek thuis + aankomst thuis
🡺 Permanentie ICT
De beschikbaarheid door het ICT-personeel gebeurt via een beurtrol. Deze wordt opgesteld door de mensen van ICT zelf. Zij zullen de meeste problemen van thuis uit kunnen oplossen door het scherm van de server(s) en/of de gebruikers-PC over te nemen via een snelle internetverbinding (beveiligd via VPN-technologie).
Er bestaan twee soorten permanentie:
• Weekpermanentie: op weekdagen van 16h30 tot 8h00 de daaropvolgende dag. Op zaterdag, van zaterdagmorgen 8h00 tot zondagmorgen 8h00.
• Zon- en feestdagenpermanentie: loopt voor feestdagen van 16h30 voor de feestdag tot en met 8h00 de daaropvolgende dag en voor zondagen van 8h00 zondagmorgen tot 8h00 maandagmorgen.
🡺 Permanentie ECHO-team
De beschikbaarheid door het personeel van het ECHO-team gebeurt via een beurtrol, en dit 24h op 24h, 7 dagen per week. Elk lid van het team vervult beurtelings de permanentie, Deze beurtrol wordt door de leden van het team zelf opgesteld.
Bij een oproep dient het lid van het team met permanentie zo snel mogelijk aanwezig te zijn op de plaats van de oproep.
Er wordt een GSM-toestel aangekocht door het OPZ Geel waarover het lid van het ECHO-team met permanentie kan beschikken. Het nummer waarop de medewerker bereikbaar is, is 014/57.92.54
🡺 Permanentie CKB-team
De beschikbaarheid van de leden van het CKB-team netwerk GGZ Kempen gebeurt via een beurtrol. De permanentie is 7 dagen op 7 en dit telkens van 22h tot 8h.
🡺 Permanentie teamcoördinatoren
De beschikbaarheid van de teamcoördinatoren gebeurt via een beurtrol.
Er bestaan twee soorten permanentie:
• Weekpermanentie: op weekdagen van 16h30 tot 8h00 de daaropvolgende dag. Op zaterdag, van zaterdagmorgen 8h00 tot zondagmorgen 8h00.
• Zon- en feestdagenpermanentie: loopt voor feestdagen van 16h30 voor de feestdag tot en met 8h00 de daaropvolgende dag en voor zondagen van 8h00 zondagmorgen tot 8h00 maandagmorgen.
Addendum XVI: Gevaartoelage
Art. VII 33 VPS stelt dat personeelsleden die een werk uitvoeren dat wordt opgesomd in rondzendbrief DVO/BZ/P&O/2007/17 dd. 06.07.2007 een gevaartoelage ontvangen.
Voorwaarden:
1. De personeelsleden dienen bij het uitoefenen van de werken gebruik te maken van collectieve beschermingsmiddelen en/of persoonlijke beschermingsmiddelen voorgeschreven door de Gemeenschappelijke en Externe Dienst voor Preventie en Bescherming, en dit na het uitvoeren van de voorafgaandelijke risicoanalyse.
2. Enkel de personeelsleden die een adequate opleiding en specifieke instructies hebben gekregen mogen de opgesomde werken uitvoeren.
Vergoeding:
• Bij minder dan 7h gevaarlijk werk/maand: 1,10 € per uur tegen 100%
• Van 7h tot 25 h gevaarlijk werk/maand: 1,20 € per uur tegen 100%
• Meer dan 25h gevaarlijk werk/maand: 1,25 € per uur tegen 100%
Praktijk:
In de praktijk is het echter niet haalbaar om maandelijks bij te houden wie welk gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk uit de rondzendbrief heeft uitgevoerd en hoe lang dit werk geduurd heeft.
Bovendien kan het ook niet zomaar verdeeld worden over de verschillende functies, aangezien de personeelsleden die in aanmerking komen voor een gevaartoelage voor elkaar inspringen.
Er wordt aan alle personeelsleden van de dienst herstellingen & onderhoud die actief zijn in de permanentieregeling een maandelijks forfaitair bedrag als gevaartoelage toegekend.
Kostprijsindicatie
Het maandelijks forfaitair bedrag wordt als volgt bepaald: per maand worden 164 uren gepresteerd in een voltijds regime; 25% van de 164 uren worden beschouwd als gevaarlijk werk oftewel 41 uren gevaarlijk werk per maand.
Hiermee stemt een vergoeding van 1,25€ per uur, oftewel 51,25€ bruto per maand voor een voltijdse tewerkstelling overeen.
Addendum XVII: Reglement op de toekenning en het gebruik van een bedrijfs- of dienstgsm
GSM en smartphone policy in het OPZ Geel
Deze policy regelt het beheer en het gebruik van GSM-toestellen of smartphones (verder: toestel) door de werkgever, en de rechten en verplichtingen die daaruit voortvloeien voor de werknemer.
Er zijn 2 verschillende scenario’s:
• Toestel enkel voor beroepsdoeleinden, toegewezen aan een afdeling, team of voertuig: “dienst-toestel”.
• Toestel dat op naam wordt toegekend, en dan gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden met toelating voor privédoeleinden: bedrijfs-toestel”.
1. Algemeen
Artikel 1.
§1. Het OPZ Geel wijst bedrijfstoestellen toe aan individuele personeelsleden, afdelingen en voertuigen, met de bedoeling de communicatie en bereikbaarheid te optimaliseren. De technische dienst beheert de lijsten van diensten, functies en namen die een toestel in bruikleen hebben, en houdt deze actueel.
§2. De medewerkers die behoren tot één van de volgende doelgroepen hebben automatisch recht op een bedrijfstoestel: Artsen, directie, leidinggevenden, stafmedewerkers, medewerkers die in een permanentieregeling actief zijn, medewerkers van de mobiele teams.
Uitzonderlijk en mits motivatie kan ook aan een andere functie een toestel ter beschikking gesteld worden. Het directielid van de dienst/leefeenheid van de aanvrager keurt deze uitzonderingsaanvragen. De technische dienst rapporteert jaarlijks aan de directieraad over de lijst van ad hoc toekenningen.
§2. Het toestel blijft eigendom van het OPZ Geel, en wordt in bruikleen gegeven aan het personeelslid.
2. Toepassingsgebied
Artikel 2.
§1. Bij indiensttreding van een personeelslid die automatisch recht heeft op een gsm, vraagt de personeelsdienst bij de technische dienst een toestel aan. Van zodra het personeelslid in dienst is, kan hij/zij het toestel op de technische dienst zelf gaan afhalen.
De aanvraag van een toestel voor een personeelslid via uitzonderingsregel, afdeling of voertuig gebeurt door de leidinggevende per mail aan de technische dienst, met goedkeuring van het betrokken directielid in cc.
§2. De technische dienst zorgt voor de bestelling van het toestel, en vraagt het telefoonnummer aan (eventueel kan het eigen nummer behouden blijven). De aankoop van een toestel gebeurt steeds via het OPZ Geel, nooit door het personeelslid zelf.
§3. OPZ Geel voorziet een basistoestel, inclusief hoesje/bescherming type Samsung A13 (of gelijkwaardig). Voor artsen en directie wordt een toestel type Samsung galaxy S21 (of gelijkwaardig) voorzien. Er is geen vrije keuze van toestel mogelijk
Artikel 3.
De toestelnummers worden ook op intranet gepubliceerd, en dit voor intern gebruik. Er worden in de regel geen toestelnummers van artsen aan externen doorgegeven. Aan het dienst-toestel is een bereikbaarheidsverplichting verbonden. De bereikbaarheidsverplichting staat los van het al dan niet toekennen van een permanentie- of andere vergoeding.
3. Gebruik van het toestel
Artikel 4.
§1. Het personeelslid verwerft geen enkel eigendomsrecht over het bedrijfs- of dienst-toestel, en verbindt zich ertoe het toestel te gebruiken als een “goede huisvader”.
§2. Het personeelslid verklaart het toestel in goede staat te hebben ontvangen, en zal het niet aan derden ter beschikking stellen, verpanden of op enige andere wijze vervreemden.
§3. Indien het toestel van een extra beveiliging wordt voorzien (zoals in de toekomst bvb enterprise mobility software), dient het personeelslid deze ook verplicht na te leven.
Artikel 5.
Een bedrijfs-toestel mag door het personeelslid ook gebruikt worden voor privégesprekken, in zoverre zij de dienstaangelegenheden niet hinderen. Dit betekent onder meer dat wie een bedrijfs-toestel ter beschikking krijgt, optimaal voor de dienst bereikbaar moet zijn.
Artikel 6.
Het personeelslid moet op zijn of haar werkplek bij voorrang gebruik maken van de vaste telefoontoestellen.
4. Abonnements- en gesprekkosten
Artikel 7.
§1. Voor wat het bedrijfs-toestel betreft, wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde split-bill systeem: naast het abonnement wordt een deel van de factuur door het OPZ Geel betaald, het andere deel komt op een privé-factuur8.
Bij inontvangstname van het bedrijfstoestel ondertekent de betrokken medewerker het split-bill contract. Gebruik in het buitenland wordt sowieso privaat aangerekend9. Door bewijs van reële onkosten kan hiervan afgeweken worden.
§2. Voor het dienst-toestel zijn er geen beperkingen voor inkomende en uitgaande gesprekken. Het dienst-toestel wordt steeds doorgeschakeld naar het personeelslid dat op dat moment van wacht is. Met een dienst-toestel mogen geen privégesprekken gevoerd worden. Het gebruik van het dienst-toestel wordt door de medewerkers van de technische ondersteuning opgevolgd.
Artikel 8.
Ieder die een bedrijfs-toestel ter beschikking heeft, krijgt thuis een afzonderlijke factuur toegestuurd, zelfs indien geen privégesprekken of sms’en werden gedaan. De factuur zal in dat geval 0 euro bedragen.
Artikel 9.
Indien het OPZ Geel kan aantonen dat gesprekken en/of sms’en op de factuur van het OPZ voor privédoeleinden zijn gedaan, dient het personeelslid deze aangerekende gesprekken en/of sms' en
8 De werkgever stelt een bepaalde belwaarde en een aantal gigabyte ter beschikking die een realistische gemiddelde inschatting zijn van het professioneel gebruik. Bij meerverbruik factureert de provider de bijhorende kosten rechtstreeks aan de werknemer. Hierdoor ontstaat er geen voordeel voor het ter beschikking gestelde telefoon- en internetabonnement. De werknemer betaalt zijn privéverbruik immers zelf.
9 Om in het buitenland te kunnen bellen, is het prefix “8” voor het nummer noodzakelijk.
terug te betalen aan het OPZ Geel. Ook omgekeerd, indien het personeelslid aan de hand van zijn factuur kan aantonen dat gesprekken ten behoeve van het OPZ Geel zijn gedaan, kunnen deze aangerekende gesprekskosten terugbetaald worden door het OPZ.
5. Verlies, diefstal of niet functioneren van de bedrijfs- of de dienst-gsm
Artikel 10.
§1. Bij schade of niet functioneren van het bedrijfs- of dienst-toestel, dient het personeelslid verplicht zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op de volgende werkdag, contact op te nemen met de technische dienst.
§2. In geval van diefstal of verlies van de bedrijfs- of dienst-gsm, dient het personeelslid hiervan aangifte te doen bij de politie. Daarnaast dient het personeelslid onmiddellijk het nodige te doen om de sim-kaart te laten blokkeren en contact op te nemen met de technische dienst. Het personeelslid overhandigt het PV van de politie aan de technische dienst. Als contractant draagt de werkgever het risico voor misbruik na diefstal, mits aan het hiervoor gestelde is voldaan.
De medewerker technische ondersteuning zal bij aflevering de gebruiker erop wijzen hoe de lokalisatievoorziening van het toestel geactiveerd kan worden. Op die manier kan het toestel ten allen tijde getraceerd worden en van op afstand geblokkeerd worden.
§3. Het personeelslid kan aansprakelijk worden gesteld voor schade (ten belope van de kosten van de herstelling dan wel de resterende afschrijftermijn van het toestel, te nemen op drie jaar) aan de apparatuur ontstaan door verwijtbare nalatigheid of onachtzaamheid.
6. Ondersteuning
Artikel 11.
OPZ Geel levert enkel ondersteuning bij problemen met:
• De hardware van het toestel en accessoires zoals die door het OPZ Geel aan de gebruiker zijn verstrekt (bv. uitval batterij, defect lader, defect scherm, defecte toetsen).
• Bellen, sms’en, email, contacten en de agenda.
7. Beëindiging van de toekenning
Artikel 12.
§1. Het toestel en bijhorende accessoires worden door de gebruiker terug ingeleverd bij de technische dienst op eenvoudig verzoek van de werkgever. Ook kapotte toestellen worden steeds terug ingeleverd (om de vertrouwelijke info correct te kunnen vernietigen).
§2. Het gebruik van het toestel wordt in principe beperkt tot personeelsleden die effectieve diensten presteren voor het OPZ Geel. Zo zal de toekenning van het toestel ophouden bij beëindiging van het dienstverband (ontslag, pensionering, enz.) en kan het gebruik van een bedrijfs-toestel onder meer worden beëindigd indien één of meerdere van de volgende situaties zich voordoen:
1. Bij volledige loopbaanonderbreking of “andere afwezigheid” geïnitieerd door het personeelslid;
2. In geval van preventieve of tuchtrechtelijke schorsing van het personeelslid;
3. Wanneer openstaande facturen onbetaald blijven ingevolge de nalatigheid van het personeelslid;
4. Bij wijziging van functie en/of taak van het personeelslid.
§3. De maximale gebruikstermijn van het toestel bedraagt 3 jaar. Nadien kan het personeelslid het toestel binnenbrengen bij de technische dienst, waarna het vervangen wordt.
8. Inbreuken en straffen
Artikel 13.
§1. Inbreuken op onderhavig reglement kunnen aanleiding geven tot het opleggen van een (tucht)straf zoals voorzien in het Vlaams personeelsstatuut en het arbeidsreglement van het OPZ Geel, onverminderd het recht van de werkgever om een schadeloosstelling te eisen indien hem schade wordt berokkend. Bij misbruik kan beslist worden om het toestel in te leveren.
§2. Het is verboden het toestel te gebruiken voor activiteiten die in strijd zijn met de bedrijfsdoelstellingen of het aanzien van de werkgever schade (kunnen) berokkenen, dan wel de grenzen van betamelijkheid en fatsoen overschrijden.
§3. De werknemer dient wanneer hij op locatie is (andere organisaties, bedrijven, openbare plaatsen) steeds de lokale gebruiksvoorschriften te volgen.
9. Controlerecht van OPZ Geel
Artikel 14.
§1. Onverminderd de toepassing van de Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, stemt het personeelslid in met het controlerecht van het OPZ Geel op de naleving van dit reglement.
Deze controle is noodzakelijk om twee redenen: Verzekering van de goede werking van de apparatuur
Mogelijkheid tot verrichten van een nader onderzoek door OPZ Geel bij ernstig vermoeden van
misbruik of overtredingen.
§2. De concrete controle zal door de leidinggevende van het personeelslid gebeuren. De technische dienst levert hierbij de nodige gegevens aan.
Addendum VIII: Wagenreglement OPZ Geel
1.1 Inleiding
Dit wagenreglement is van toepassing op voertuigen die aan een specifieke persoon toegewezen is, hierna ‘rechthebbende’ genoemd. Het wagenreglement dient nagelezen, nageleefd en ondertekend te worden.
Er wordt een budget ter beschikking gesteld door OPZ Geel voor de leasingkost en de brandstof van een dienstwagen. De rechthebbende is vrij om te kiezen hoe hij zijn budget besteed en mag het voertuig gebruik voor dienst- en privéverkeer. Het beschikbare budget is opgesplitst in 3 categorieën rechthebbenden:
- Categorie 1: leidend ambtenaar en hoofdarts: €21 600/jaar (budget kan vrij worden besteed aan leasingkost en brandstof, of aan andere mobiliteitsopties conform de bepalingen van het Vlaams Personeelsstatuut (VPS).
- Categorie 2: artsen: €12 000/jaar (budget kan vrij worden besteed aan leasingkost en brandstof)
- Categorie 3: directeur: Budget cf tijdelijke functieverzwaring VPS (budget kan enkel besteed worden aan leasingkost)
Dit wagenreglement gaat in vanaf 1 april 2022.
1.2 Doel van het (ecologisch-)wagenreglement
Dit wagenreglement heeft tot doel een antwoord te bieden op de meest gestelde vragen over toewijzing, beheer en gebruik van de ter beschikking gestelde voertuigen, en de rechten en verplichtingen uiteen te zetten die daaruit voortvloeien voor de rechthebbende.
Uiteraard geeft de terbeschikkingstelling van een voertuig in geen enkel geval een eigendomsrecht of een zakelijk recht op het voertuig voor de rechthebbende. De rechthebbende verbindt zich ertoe om het voertuig op eenvoudig verzoek in te leveren bij OPZ Geel, in de staat waarin het voertuig ontvangen werd (rekening houdend met normale slijtage) en voorzien van alle accessoires en documenten die in de dienstwagen aanwezig waren bij de terbeschikkingstelling.
1.3 Leasevoertuigen en aangekochte voertuigen
Om financiële en functionele redenen worden dienstvoertuigen aangekocht of geleased. De manier waarop een voertuig is verzekerd, kan daardoor verschillen. In ieder voertuig ligt een wagenfiche waarin de verzekeringssituatie voor dat specifieke voertuig is opgenomen.
OPZ Geel gaat het engagement aan om in afwachting van de leasewagen, een aanloopwagen te voorzien onder de vorm van huur op korte termijn. Deze aanloopwagen moet binnen bovenstaand budget vallen. Een overzicht van deze gesloten verzekeringen is opgenomen in de wagenfiche die zich in het voertuig bevindt en voldoet niet altijd aan de full omnium met 0-franchise.
1.4 Geldigheid en voorwaarden van wijziging
Dit wagenreglement geldt voor elke rechthebbende van een dienstvoertuig dat ter beschikking gesteld wordt door OPZ Geel. De rechthebbende wordt geacht dit wagenreglement te kennen.
OPZ Geel behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen aan het wagenreglement en verbindt zich ertoe over die wijzigingen te communiceren.
1.5 Administratie en beheer
OPZ Geel neemt het dagelijks beheer van de voertuigen en van de bijhorende contracten op zich, mits ondersteuning van Het Facilitair Bedrijf.
De wagenparkbeheerder is verantwoordelijk voor het beleid over het operationele gebruik van de dienstvoertuigen en de juiste toepassing ervan. Een werknemer kan contact opnemen met de wagenparkbeheerder als hij vragen heeft over een dienstvoertuig. De contactgegevens van de wagenparkbeheerder: xxxxxxx@xxxxxxx.xx t.a.v. Xxxx Xxxxx / 014 57 93 64.
2 HET VOERTUIG
2.1 Criteria van toewijzing
De leidend ambtenaar bepaalt voor elke rechthebbende afzonderlijk of hij permanent een dienstvoertuig ter beschikking krijgt.
2.2 Bestelling van het voertuig
OPZ Geel bestelt het voertuig via Het Facilitair Bedrijf. Alle contacten met de leasemaatschappij, concessiehouder of autoconstructeur verlopen via de wagenparkbeheerder, of Het Facilitair Bedrijf. De rechthebbende neemt geen rechtstreeks contact op met de leasemaatschappij, concessiehouder of autoconstructeur.
2.3 Vervanging van het voertuig
Het voertuig wordt vervangen op basis van criteria die de wagenparkbeheerder vastlegt, met het oog op een optimaal beheer van het wagenpark. De wagenparkbeheerder informeert de rechthebbende over de vervanging van het voertuig.
2.4 Wijzigingen in het voertuig
Als OPZ Geel beslist dat tijdens het gebruik van het voertuig aanpassingen aan de uitrusting van het voertuig nodig zijn, vallen die kosten ten laste van de werkgever.
Wijzigingen in het voertuig op verzoek van de rechthebbende moeten door de wagenparkbeheerder worden goedgekeurd. De kosten voor de wijziging in het voertuig, die niet als functioneel kunnen worden beschouwd, worden betaald door de rechthebbende.
3 GEBRUIK VAN HET VOERTUIG
3.1 Ontvangst van een nieuw voertuig
Bij de levering of ontvangst van een nieuw voertuig gaat de rechthebbende na of:
- de wagen overeenstemt met het bestelde voertuig;
- de wagen beschikt over een gevarendriehoek, een verbanddoos, een brandblusser, een reservewiel, een reflecterend veiligheidsvestje en een parkeerschijf;
- de volgende documenten aanwezig zijn in het voertuig:
o een verzekeringsattest (een witte verzekeringskaart of een door de diensten van de Vlaamse overheid opgemaakt verzekeringsattest),
o een inschrijvingsbewijs,
o een gelijkvormigheidsattest,
o een Europees aanrijdingsformulier,
o een registratiefiche met beginkilometerstand,
o de gebruikshandleiding en het onderhoudsboekje.
- in het geval van een stekkervoertuig:
o de wagen beschikt over een laadkabel
Als de rechthebbende tekortkomingen vaststelt, neemt hij contact op met de wagenparkbeheerder. De rechthebbende ontvangt twee sleutels. De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het beheer van de reservesleutel. In geval van verlies, is de extra kost voor de rechthebbende.
3.2 Voortgangscontrole van het gebruik
Het gebruik van het dienstvoertuig wordt opgevolgd door een of meer van de volgende handelingen
- het invoeren van de kilometerstand bij elke tankbeurt (in het geval van een conventioneel voertuig)
- de wagenparkbeheerder zal periodiek per mail bij de rechthebbende de kilometerstand opvragen.
3.3 Zorgvuldig en duurzaam gebruik
- De rechthebbende gebruikt het voertuig zorgvuldig (volgens het principe van een goede huisvader).
- De rechthebbende mag het voertuig niet ombouwen, noch opties of toebehoren erop installeren, en hij mag geen enkele markering aanbrengen zonder de voorafgaande toestemming van de wagenparkbeheerder.
- De rechthebbende is ervoor verantwoordelijk dat hij zijn voertuig goed gebruikt in alle situaties en dat hij het in goede staat behoudt.
- Het is de rechthebbende verboden het voertuig te besturen indien hij in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand verkeert of onder invloed is van alcohol, drugs of andere verdovende middelen.
- De bestuurder dient te beschikken over een geldig rijbewijs. De rechthebbende rijdt hoffelijk en milieubewust met zijn dienstvoertuig.
- De rechthebbende verbindt zich ertoe om het voertuig niet uit te lenen, behalve in de gevallen die opgesomd staan in dit reglement, om het voertuig niet onder te verhuren, noch om het voertuig in onderpand of garantie te geven, op welke manier dan ook. Het is verboden om rijlessen te geven met het dienstvoertuig. Het is de rechthebbende verboden om personen of goederen te vervoeren tegen betaling of om het voertuig aan te wenden op een manier die niet overeenstemt met de bestemming ervan.
- Als de rechthebbende het Belgische grondgebied verlaat met het voertuig, dekt de verzekering de verplaatsing, maar enkel in de landen terug te vinden op de verzekeringskaart.
- In geval van een stekkervoertuig beoogt de rechthebbende, zonder dat verplaatsingen hierdoor in het gedrang komen, om het voertuig zoveel mogelijk op te laden op het werk, thuis, bij publieke normale oplaadpunten en publieke snel oplaadpunten. In geval van plug-in hybride wagens en elektrische wagens met een range extender beoogt de rechthebbende om maximaal elektrisch te rijden – door gebruik te maken van oplaadpunten (op het werk, thuis of publieke laadpunten) – ten opzichte van het rijden op de fossiele brandstof, zonder dat verplaatsingen hierdoor in het gedrang komen.
- Zoals gesteld in artikel 3.1 ‘ontvangst van een nieuw voertuig’ ontvangt de rechthebbende een laadkabel. In geval van schade aan deze laadkabel(s), waardoor de laadkabel niet meer naar behoren functioneert, worden de kosten van een nieuwe laadkabel integraal doorgerekend aan de rechthebbende indien de schade het gevolg is van onzorgvuldig gebruik.
- Onderhoud en herstellingen
De rechthebbende leeft de onderhoudsvoorschriften strikt na die opgesteld zijn door de autoconstructeur en die opgenomen zijn in de gebruikshandleiding.
Alle noodzakelijke richtlijnen zijn opgenomen in de boorddocumenten en worden toegelicht aan de rechthebbende bij de ontvangst van het voertuig in de garage. Als de werknemer aanvullende vragen of problemen heeft, kan hij een beroep doen op zijn wagenparkbeheerder.
Als er zich een probleem voordoet met het voertuig, leest de rechthebbende de onderhouds- en herstellingsinstructies voor hij een beroep doet op een officiële concessiehouder van het merk van het voertuig. Elke werkopdracht buiten het standaardonderhoud moet vooraf goedgekeurd worden door de wagenparkbeheerder. In geval van schade, pech, volg je de desbetreffende procedure; zie 3.6.
De rechthebbende legt het onderhoudsboekje van de wagen bij elk onderhoud voor en waakt erover dat de concessiehouder een stempel plaatst bij elke onderhoudsbeurt.
De rechthebbende kijkt regelmatig de staat van de banden (bandenspanning, slijtage), het oliepeil (in het geval van conventionele voertuigen) en de koelvloeistof na. De werknemer dat over een dienstwagen beschikt, maakt zelf het voertuig schoon aan de binnen- en buitenzijde.
3.4 Banden
De rechthebbende laat de banden vervangen bij een bandencentrale zoals bepaald is door de leasemaatschappij.
3.5 Pechverhelping
Op de wagenfiche staat beschreven wat de rechthebbende moet doen bij autopech. De kosten van pechverhelping zijn ten laste van OPZ Geel als de instructies op de wagenfiche zijn nagekomen.
Bij pech neem je meteen contact op met de leasemaatschappij en de eerst volgende werkdag met de wagenparkbeheerder.
3.6 Energie of brandstof
Aan ieder voertuig is een laadpas en/of tankkaart gekoppeld. Daarmee kan de rechthebbende de energie en/of brandstof betalen die het dienstvoertuig verbruikt.
Aan elke tankkaart is een geheime code gekoppeld aan het voertuig Daarmee kan de rechthebbende de brandstof betalen die het dienstvoertuig verbruikt. De geheime code mag in geen enkel geval doorgegeven worden aan een derde . De rechthebbende leeft in ieder geval de gebruiksvoorschriften na die de distributeur van de kaart hem gegeven heeft.
Bij elke tankbeurt is de bestuurder verplicht het juiste kilometeraantal van het voertuig in te geven.
Het is de rechthebbende uitdrukkelijk verboden om de laadpas en/of tankkaart te gebruiken voor een ander (stekker)voertuig, zowel voor publieke oplaadpunten als bij de rechthebbende thuis. Kosten of schade ten gevolge van misbruik of fraude met de laadpas en/of tankkaart of het thuislaadpunt worden integraal doorgerekend aan de rechthebbende.
De rechthebbende is verantwoordelijk voor het gebruik van de laadpas en/of tankkaart. In geval van verlies, defect of diefstal van de kaart belt de rechthebbende onmiddellijk naar het telefoonnummer dat vermeld staat op de wagenfiche
3.7 Verzekering
Ieder dienstvoertuig (zowel aangekocht als geleased) is minimaal verzekerd op het vlak van burgerlijke aansprakelijkheid in België. De verdere verzekeringssituatie kan verschillen per voertuig (bijvoorbeeld uitbreiding naar buitenland). Een overzicht van de gesloten verzekeringen is opgenomen in de wagenfiche die zich in het voertuig bevindt.
De wagens van categorie 1, 2 en 3 zijn full omnium verzekerd met een 0-franchise.
3.7.1 Procedure bij een ongeval
Bij elk schadegeval vult de bestuurder het Europese aanrijdingsformulier in. Hij brengt meteen de leasemaatschappij op de hoogte en de eerst volgende werkdag de wagenparkbeheerder.
Het is eveneens nodig om een Europees aanrijdingsformulier in te vullen als:
- er geen tegenpartij is of als de tegenpartij niet bekend is;
- een proces-verbaal werd opgesteld door de federale politie;
- alleen het voertuig van de tegenpartij beschadigd is;
- het niet om een ongeval gaat, maar om diefstal of vandalisme.
- Ook als een politieagent zegt dat de ongevalsaangifte overbodig is, vult de bestuurder het aanrijdingsformulier in. Anders kan de verzekeraar pas kennisnemen van het dossier nadat het parket zijn onderzoek heeft beëindigd, wat soms jaren kan duren.
Als de bestuurder het Europese aanrijdingsformulier invult, houdt hij rekening met de volgende punten:
- Hij geeft de feiten weer zoals ze zich hebben voorgedaan, zonder verantwoordelijken aan te wijzen.
- Hij vult de aangifte altijd onmiddellijk ter plaatse in en beide partijen ondertekenen de aangifte voor akkoord. Zo is er geen risico op een wijziging van de versie.
- Hij kruist op de aangifte aan welke situatie zich heeft voorgedaan.
- Hij ondertekent het formulier. De handtekening heeft betrekking op het gedeelte van het formulier dat over zijn voertuig handelt en op de schets van het ongeval die samen met de tegenpartij is opgemaakt.
- Als hij de rubriek “Opmerkingen” niet invult, houdt dat in dat hij akkoord gaat met de versie
van de tegenpartij.
- Hij vraagt een afschrift van het proces-verbaal als de politie dit heeft opgemaakt.
Bij een ongeval verstuurt de rechthebbende de aangifte binnen 48 uur (per e-mail of per post) naar de wagenparkbeheerder. Indien u schade hebt aan de wagen dient u zelf meteen de leasemaatschappij te verwittigen.
3.7.2 Procedure bij diefstal of poging tot diefstal
De rechthebbende neemt de volgende maatregelen om de risico’s van diefstal te beperken:
- Hij laat indien mogelijk geen waardevolle voorwerpen in het voertuig achter.
- Indien mogelijk neemt hij de voorkant (of de kaart) van de geluidsinstallatie weg als hij zijn voertuig verlaat.
- Hij sluit zijn wagen af als hij hem verlaat en hij controleert of alle raampjes gesloten zijn.
- Hij parkeert het voertuig altijd op een veilige plaats.
Bij elke (mislukte) poging tot diefstal of bij diefstal van het voertuig, van de sleutels, van toebehoren of boorddocumenten onderneemt de rechthebbende de volgende acties:
- Hij dient zo snel mogelijk klacht in bij de politie.
- Vervolgens zendt hij een kopie van het proces-verbaal van zijn verhoor, dat ter plaatse overhandigd wordt bij zijn klachtneerlegging, samen met de ongevalsaangifte naar de wagenparkbeheerder en leasemaatschappij.
- In geval van diefstal van het voertuig overhandigt hij alle sleutels aan de wagenparkbeheerder, eventueel samen met de afneembare voorzijde of de veiligheidskaart van de radio.
- Bij diefstal of verlies van een of meer sleutels van het voertuig treft hij onmiddellijk alle maatregelen om de diefstal van het voertuig te vermijden.
- Hij brengt onmiddellijk de wagenparkbeheerder en de leasemaatschappij op de hoogte. Daarna maakt hij een afspraak met de concessiehouder van het merk van het voertuig. Die zal contact opnemen met de rechthebbende om de cilinders te vervangen of de sleutels opnieuw te coderen.
- Boetes en diverse kosten
De rechthebbende is verplicht om alle kosten van boetes of andere overtredingen en straffen die hij heeft opgelopen in de periode waarin hij over het voertuig beschikte of het gebruikte, ten laste te nemen, zelfs als hij OPZ Geel ondertussen verlaten heeft, om welke reden dan ook.
Alle gevolgen van een inbeslagneming van de wagen door de politie, door het gerecht of door elke andere bevoegde publieke instantie, ten gevolge van een overtreding van de wegcode of andere strafbare feiten, zijn ten laste van de rechthebbende , als die schuldig wordt verklaard aan de aan hem ten laste gelegde feiten.
3.8 Privégebruik
3.8.1 Toestemming voor privégebruik en de gevolgen ervan
Privéverplaatsingen zijn verplaatsingen om privéaankopen te doen, tijdens de weekends, om op vakantie te gaan, enz.
De energie- en/of brandstofkosten en de verzekering van het voertuig worden door OPZ Geel bekostigd voor alle personen waarvoor het privégebruik is toegestaan. De tegemoetkoming in energie- en/of brandstofkosten wordt beperkt in die mate dat deze kosten binnen het beschikbare totaalbudget voor de rechthebbende vallen (zie 1.1 Inleiding). OPZ Geel betaalt eveneens de CO2-heffing voor ieder voertuig waarmee woon-werkverkeer en/of andere privéverplaatsingen is toegestaan.
De kosten van de eventuele huur van een garage en van een privéparkeerplaats zijn ten laste van de rechthebbende.
Het gebruik van het dienstvoertuig moet afgestemd worden op de gesloten verzekering.
3.8.2 Privégebruik
Voor wagens uit categorie 1,2,3 mogen zowel rechthebbende als de gezinsleden gebruik maken van het voertuig voor privéverplaatsingen.
3.8.3 Fiscaliteit bij privégebruik van dienstvoertuigen
Een rechthebbende die de toestemming krijgt om het dienstvoertuig te gebruiken voor privédoeleinden (eigenlijke privéverplaatsingen en/of woonwerkverkeer), zal vaststellen dat dit voordeel van alle aard op de fiscale fiche 281.10 is opgenomen. De rechthebbende moet daarvoor maandelijks bedrijfsvoorheffing betalen.
Informatie over het voordeel van alle aard vindt u op deze website: xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx-xxx-xxx-xxxxxxxxxxxxxx.
Bijkomende informatie is ook terug te vinden op de website van de FOD Financiën: xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/xxxxxxxxx/000-xxx-xxxxxxxxxxxxxx-0000.xxx
Als het voordeel geen volledig jaar genoten werd, wordt de pro-rata-temporisregel toegepast. Functioneel of toevallig privégebruik van een dienstvoertuig valt niet onder de regeling, evenmin als het occasionele gebruik in geval van zeer vroege of zeer late dienstopdrachten van een rechthebbende die op andere dagen gebruik maakt van het openbaar vervoer of van een privévoertuig.
Als een rechthebbende met een dienstvoertuig rijdt om grote pakken dossiers mee naar huis te nemen, wordt dat niet als functioneel gebruik maar als een voordeel van alle aard beschouwd.
3.9 Schorsing of verbreking van het recht op het dienstvoertuig
Rechthebbenden onder categorie 1 moeten echter hun dienstwagen niet indienen. Het recht op het dienstvoertuig kan voor deze categorie enkel verbroken worden bij:
- einde van de tewerkstelling;
- in geval van zware of herhaalde nalatigheden tegenover de verplichtingen, opgelegd door het wagenreglement;
- bij ongeoorloofd privégebruik.
De toestemming op het gebruik van het dienstvoertuig kan geschorst of verbroken worden door OPZ Geel voor werknemers binnen categorie 2 en 3 bij:
Schorsing:
- in geval van schorsing van het rijbewijs voor een periode van drie weken of meer.
- in geval van arbeidsongeschiktheid van meer dan zes maanden zonder onderbreking;
Verbreking:
- bij de uitdiensttreding van de rechthebbende;
- in geval van zware of herhaalde nalatigheden tegenover de verplichtingen, opgelegd door het wagenreglement;
- bij ongeoorloofd privégebruik;
- in geval van een gemotiveerde beslissing van OPZ Geel.
Als de rechthebbende zijn recht op het gebruik van een dienstvoertuig verliest o.w.v. schorsing, levert hij het voertuig onmiddellijk in. De rechthebbende neemt hiervoor contact op met de wagenparkbeheerder en plant hiervoor een afspraak in.
Wanneer de tewerkstelling eindigt door ontslag door de werknemer, of door ontslag om dringende reden, neemt de rechthebbende verplicht het leasecontract op eigen naam over of betaalt hij hiervoor de opzegvergoeding. Ook de tank- en/of laadkaart worden bij uitdiensttreding ingeleverd.
3.10 Inlevering van het voertuig
Bij de inlevering van het voertuig let de rechthebbende erop dat:
- het voertuig proper is, zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant;
- het voertuig in goede staat (mechanisch, koetswerk, interieur) binnengebracht wordt;
- de persoonlijke voorwerpen verwijderd zijn;
- de officiële documenten en bijhorende boorddocumenten en fiches in de wagen blijven (alsook sleutels, reservesleutels, alarm);
- de laadpas en/of tankkaart afgegeven wordt.
Alle zichtbare schadepunten worden vermeld in een expertiseverslag dat ondertekend wordt door de rechthebbende
Eventuele herstelkosten voor resterende deuken en krassen op het einde van de leasetermijn zijn ten laste van de rechthebbende.
Hierbij verklaar ik, als rechthebbende, dat ik het wagenreglement gelezen en goedgekeurd heb.
Naam - handtekening – datum
Addendum XIX: Alcohol- en drugbeleid
Naar aanleiding van de omzendbrief BZ 2011/3 heeft OPZ Geel een alcohol- en drugsbeleid uitgewerkt. De omzendbrief reikt een wettelijk kader aan, maar elke entiteit kan binnen dit kader een beleid op maat uitwerken. Onderstaand beleid werd besproken met de preventieadviseur, de arbeidsarts en IDEWE.
Het OPZ Geel is ervan overtuigd dat misbruik van alcohol en drugs een belangrijke invloed kunnen hebben op het veilig en gezond functioneren in de organisatie. Daarom heeft OPZ Geel een beleid uitgewerkt om de regelgeving omtrent alcohol en drugs duidelijk te stellen. In dit beleid staat de preventieve aanpak voorop. Bedoeling is om disfunctioneren op het werk ingevolge alcohol of drugs bespreekbaar te maken, te voorkomen en te verhelpen. Daarom volgen in het alcohol- en drugsbeleid naast duidelijke regels ook praktische procedures zodat de leidinggevenden weten hoe ze moeten reageren als er zich problemen voordoen ten gevolge van alcohol- of drugsgebruik. Verder wordt er aandacht besteed aan voorlichtings- en vormingsactiviteiten en worden de hulpverlenings- mogelijkheden belicht.
Personeelsleden die zich aanbieden op het werk, zijn er toe gehouden normaal te functioneren; ze moeten zich nuchter naar het werk begeven.
Het gebruik van alcoholische dranken is uitzonderlijk wel toegestaan tijdens speciale gelegenheden (receptie, personeelsfeest, pensionering,…). Het gebruik van alcoholische dranken wordt enkel toegestaan op de locatie waar de activiteit doorgaat. Tijdens deze gelegenheden dienen steeds alcoholvrije dranken voorzien te worden.
Na het gebruik van alcoholische dranken, mag een personeelslid niet meer terug aan het werk gaan indien er nog patiëntcontact mogelijk is of als er nog gewerkt wordt met machines of voertuigen. De wetgeving voorziet dat alcoholtesten mogelijk zijn, maar dat dit enkel kan nadat de arbeidsarts bepaalt heeft welke functies veiligheidsfuncties zijn. De arbeidsarts raadt echter het gebruik van deze testen af.
Het binnenbrengen, gebruiken, verdelen, verkopen of onder invloed zijn van illegale drugs door de werknemer wordt nooit toegestaan. Het bezit van cannabis (ook de wettelijk gedoogde hoeveelheid) is niet toegelaten. Er zijn geen uitzonderingen.
Medicatie die een gedragsverandering met zich mee kan brengen en/of die een risico op afhankelijkheid van het product met zich meedraagt, kan enkel gebruikt worden op voorschrift en onder begeleiding van een behandelende arts. Het werk mag geen negatieve invloed ondervinden van onoordeelkundig gebruik van psychofarmaca. Het besturen van een voertuig of het hanteren van machines is verboden indien de bijsluiter van een medicament of de behandelende arts dit afraadt.
De hierboven beschreven regelgeving is van toepassing op alle personeelsleden, ongeacht hun functie of de plaats waar ze tewerkgesteld zijn.
Indien men vaststelt dat een personeelslid niet meer in staat is om op normale wijze het werk uit te voeren wegens misbruik van alcohol, drugs of medicatie moet meteen worden opgetreden omwille van veiligheidsrisico’s voor de werknemer zelf en zijn omgeving. In dergelijke gevallen gaat men uit van het appreciatierecht van de leidinggevende.
Het is aan de leidinggevende om meteen op te treden. Bij diens afwezigheid wordt de hogere hiërarchische chef op de hoogte gebracht. Indien ook deze afwezig is wordt de leidinggevende van wacht gecontacteerd. Deze beoordeelt de situatie en bepaalt welke maatregel de beste is: de betrokkene tot zichzelf laten komen in een aparte ruimte, de betrokkene naar huis sturen met een taxi (al dan niet met een begeleider), nagaan of er thuis opvang is, een dokter raadplegen in geval van ernstige intoxicatie, bij agressie of een weigering gevolg te geven aan de acties van de leidinggevende de hulp van een derde inroepen (personeelsdienst, arts of politie), … Eventueel gemaakte onkosten zijn ten laste van het betrokken personeelslid. De verloren arbeidstijd dient achteraf ingehaald te worden of gecompenseerd te worden met verlof.
Het is ook mogelijk dat een medewerker gedurende een bepaalde tijd minder goed tot slecht functioneert als gevolg van een vermoed alcohol- of drugsprobleem. Deze problematiek kan zich uiten door geregeld te laat komen, frequent afwezig zijn, verminderde arbeidsprestaties, sociale relaties worden slechter,… De leidinggevende stelt het disfunctioneren vast en vermoedt dat het gaat om alcohol-, medicatie- of drugsmisbruik.
In beide gevallen voert de leidinggevende een gesprek met het betrokken personeelslid en wordt een persoonlijke nota opgemaakt. Het is aan de leidinggevende om concreet en objectief feitenmateriaal naar voor te brengen. De leidinggevende adviseert het personeelslid om contact op te nemen met een hulpverlener. Ook de arbeidsarts kan hierin een rol opnemen. De leidinggevende schetst ook de mogelijke gevolgen voor het personeelslid en volgt het betrokken personeelslid nadien van kortbij op. Als de situatie zich blijft voordoen, volgt er een negatieve nota. In deze nota worden schriftelijk afspraken vastgelegd. Uitblijvende verbetering leidt uiteindelijk tot het nemen van tuchtsancties overeenkomstig de bepalingen van het arbeidsreglement en van het Vlaams personeelsstatuut.
Door deze maatregelen wil OPZ Geel een meerkansenbeleid voeren en de nadruk leggen op preventie. Evenwel, het bezit, gebruik en handel in illegale drugs op het werk is strikt verboden en wordt onmiddellijk doorgegeven aan de bevoegde instanties. Dit geeft ook onmiddellijk aanleiding tot het nemen van tuchtsancties overeenkomstig de bepalingen van het arbeidsreglement en van het Vlaams personeelsstatuut.
Het is van belang voor medewerkers met een alcohol- of drugprobleem als voor leidinggevenden of collega’s die geconfronteerd worden met een collega met een problematiek, dat ze weet hebben van mogelijke aanspreekpunten. Deze aanspreekpunten worden mee gecommuniceerd bij de
bekendmaking van het globale beleid. Mogelijkheden hiervan zijn de leidinggevende, de personeelsdienst, de vertrouwenspersoon, de arbeidsarts, de preventieadviseur psychosociale aspecten, de sociale dienst, de Druglijn, de Anonieme Alcoholisten,…
Addendum XX: Gegevensbescherming
(verwijzing Artikel 25, §3: Beroepsethiek en informatieveiligheid)
Verwerking van persoonsgegevens door medewerkers van OPZ Geel
De medewerkers van OPZ Geel verwerken persoonsgegevens van patiënten, bezoekers, vrijwilligers en ook van collega’s. De krachtlijnen m.b.t. gegevensbescherming en informatieveiligheid worden uit- eengezet in de beleidsteksten “Privacy Policy - Beleid inzake gegevensbescherming in OPZ Geel” en “Informatieveiligheid in het OPZ Geel: visie verantwoordelijkheden en engagementsverklaring”.
De werknemer verbindt zich ertoe bij de verwerking van de persoonsgegevens waarvoor OPZ Geel verwerkingsverantwoordelijke (of verwerker) is, te handelen in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving betreffende privacy, gegevensbescherming, informatieveiligheid en beroepsgeheim.
De werknemer verleent eveneens volledige medewerking bij de nakoming van de verplichtingen die rusten op OPZ Geel als verwerkingsverantwoordelijke of verwerker.
De werknemer verbindt zich er tevens toe bij voormelde verwerkingen uitsluitend te handelen conform de instructies van OPZ Geel.
Bij verwerkingen van persoonsgegevens dienen werknemers de hiernavolgende verplichtingen na te leven:
1. Persoonsgegevens op een correcte en rechtmatige wijze verwerken
Bij de verwerking van persoonsgegevens van Geel respecteert de medewerker de beginselen van de regelgeving over de bescherming bij de verwerking van persoonsgegevens en, voor wat patiëntenge- gevens betreft, de Wet Patiëntenrechten en het beroepsgeheim (art. 458 Sw.).
De hiernavolgende algemene voorwaarden gelden voor elke verwerking van persoonsgegevens.
Rechtmatigheid houdt in dat er een grond voorhanden is die de verwerking toelaat. Het gaat bijvoorbeeld om een wettelijke plicht voor OPZ Geel om de gegevens te verwerken (bv. fiscale verplichtingen, het bijhouden van een patiëntendossier), de verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van de overeen- komst (bv. tijdsregistratie in het kader van de arbeidsovereenkomst), een ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene, het verlenen van gezondheidszorg, … .
De verschillende gronden voor de verwerkingen van persoonsgegevens binnen OPZ Geel worden uit- eengezet, voor de persoonsgegevens van de medewerkers in dit addendum en voor de persoonsgege- vens van patiënten en bezoekers in het Privacyreglement.
Indien een verwerking gebeurt op grond van de toestemming van de betrokkene, zorgt de medewerker ervoor dat de voorwaarden daaromtrent uit de regelgeving rond gegevensbescherming zijn vervuld. Deze vereist dat de toestemming gebeurt door middel van een duidelijke actieve handeling, bijvoorbeeld een schriftelijke verklaring, of met elektronische middelen, of een mondelinge verklaring, waaruit blijkt dat de betrokkene vrijelijk, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig met de verwerking van zijn per- soonsgegevens instemt. Er moet in ieder geval kunnen worden aangetoond dat de betrokkene, op ac- tieve wijze, heeft toegestemd. Stilzwijgen, het gebruik van reeds aangekruiste vakjes of inactiviteit geldt niet als toestemming.
De toestemming moet gelden voor alle verwerkingsactiviteiten die hetzelfde doel of dezelfde doeleinden dienen. Indien de verwerking meerdere doeleinden heeft, moet toestemming voor elk daarvan worden verleend.
De betrokkene heeft het recht zijn toestemming te allen tijde in te trekken. Het intrekken van de toe- stemming laat de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan, onverlet.
Persoonsgegevens moeten voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doelein- den worden verzameld en mogen vervolgens niet verder op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt.
De verschillende doeleinden van de verwerkingen van persoonsgegevens binnen OPZ Geel worden uiteengezet, voor de persoonsgegevens van de medewerkers dit addendum en voor de persoonsgege- vens van patiënten en bezoekers in het Privacyreglement.
C. Minimale gegevensverwerking
Persoonsgegevens moeten toereikend zijn, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt.
De persoonsgegevens moeten juist zijn en zo nodig worden geactualiseerd. Alle redelijke maatregelen moeten worden genomen om de persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld te wissen of te rectificeren.
De persoonsgegevens worden bewaard in een vorm waarin de betrokkenen niet langer worden geïden- tificeerd dan noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt.
F. Integriteit en vertrouwelijkheid
Persoonsgegevens moeten door het nemen van passende technische en organisatorische maatregelen op een dusdanige manier worden verwerkt dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is en dat zij onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging.
A. Toegang tot dossiers/bestanden met persoonsgegevens
De werknemers die daartoe – uit hoofde van hun beroep – gemachtigd zijn, hebben slechts inzage in een dossier met persoonsgegevens en mogen slechts kennisnemen van de inhoud van het dossier voor zover dat noodzakelijk is voor de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden. Zij nemen daarbij enkel kennis van die gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun beroepswerkzaamheden. Dit geldt voor het patiëntendossier (in welk geval de toegang tot het patiëntendossier in principe enkel geoorloofd is indien de betrokkene een therapeutische relatie heeft met de patiënt), maar ook voor alle andere bestanden waarin persoonsgegevens worden verwerkt.
De toegangen van medewerkers tot bestanden met persoonsgegevens worden gelogd. Wanneer een medewerker vaststelt dat een andere medewerker zich toegang heeft verschaft tot een bestand met persoonsgegevens zonder daartoe bevoegd te zijn, wordt dit gemeld aan de dienstverantwoordelijke.
De medewerker dupliceert de informatie uit de bestanden met persoonsgegevens niet (kopiëren, ver- sturen via e-mail, bewaren op een digitale opslagplaats), noch op papier noch digitaal, tenzij hiervoor een expliciete toestemming bestaat van OPZ Geel en daarbij de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen.
De medewerker deelt evenmin informatie uit de bestanden met anderen indien zij geen rechtmatige ontvanger zijn (gelet op de algemene beginselen zoals hiervoor uiteengezet).
B. Geen verwerking voor eigen doeleinden
De medewerker zal de persoonsgegevens niet voor eigen doeleinden of die van derden verwerken, noch de persoonsgegevens aan derden verstrekken, noch deze doorsturen naar een land gelegen bui- ten de Europese Unie zonder daartoe een schriftelijke instructie te hebben ontvangen van OPZ Geel.
C. Respecteren van de vertrouwelijkheid
De medewerker verbindt zich ertoe bij het verwerken van persoonsgegevens de vertrouwelijkheid van de gegevens te respecteren en enkel te handelen op basis van de instructies van OPZ Geel (tenzij de medewerker op basis van specifieke regelgeving tot verwerking gehouden is).
3. Medewerking verlenen aan de uitvoering van de verplichtingen van OPZ Geel.
De medewerker verleent bijstand aan OPZ Geel in diens verantwoordelijkheid om volgende verplichtin- gen in het kader van gegevensbescherming – zoals uiteengezet in de beleidstekst “Privacy Policy - Beleid inzake gegevensbescherming in OPZ Geel” – na te leven:
• het treffen van passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen;
• het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de toezichthoudende over- heid;
• de mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene;
• het uitvoeren van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling.
A. Passende technische en organisatorische maatregelen
Bij het verwerken van persoonsgegevens zorgt de medewerker ervoor dat de algemene beginselen
m.b.t. gegevensbescherming en informatieveiligheid worden gerespecteerd en toegepast en dit door passende maatregelen in acht te nemen.
De medewerker waakt er over dat er niet meer persoonsgegevens worden verwerkt dan noodzakelijk. Zo zullen gegevens worden gepseudonimiseerd of versleuteld indien een directe identificatie bij de ver- werking niet strikt noodzakelijk is voor het bereiken van het doeleinde.
De bevoegde medewerkers zorgen eveneens voor de toepassing van een correct toegangsbeheer, opdat enkel die personen die gerechtigd zijn de persoonsgegevens te verwerken, toegang hebben tot de betreffende persoonsgegevens.
OPZ Geel heeft de plicht om een datalek te melden aan de Gegevensbeschermingsautoriteit (uiterlijk binnen 72 uur na kennisname) en aan de betrokkene (onverwijld).
Van de medewerker wordt dan ook verwacht dat hij/zij OPZ Geel omstandig en onmiddellijk inlicht over een (vermoedelijke) inbreuk in verband met persoonsgegevens alsook over iedere gegevenslek zodra hij/zij hiervan kennis heeft genomen. De kennisgeving gebeurt op een dergelijke wijze dat OPZ Geel tijdig kan voldoen aan haar wettelijke verplichtingen als verwerkingsverantwoordelijke onder de Alge- mene Verordening Gegevensbescherming. De medewerker levert tevens bijstand in het onderzoek naar en de beperking en remediëring van een inbreuk in verband met een verwerking van persoonsgege- vens.
De medewerker stelt OPZ Geel onmiddellijk in kennis van enige gemaakte klacht, beschuldiging of aanvraag (ook indien afkomstig van de Gegevensbeschermingsautoriteit) met betrekking tot de verwer- king van persoonsgegevens ten behoeve van OPZ Geel. De medewerker biedt alle nodige medewer- king en ondersteuning bij de behandeling en afhandeling van de klacht.
Voor de interne melding van een datalek gebruikt men het incidentmeldsysteem.
C. Medewerking verlenen aan de uitoefening van de rechten van de betrokkenen
De betrokkene, van wie er persoonsgegevens worden verwerkt, kan verschillende rechten uitoefenen ten aanzien van OPZ Geel.
De medewerker werkt mee aan de concrete uitvoering van de rechten van de betrokkenen, zoals het recht op inzage, het recht op rectificatie, het recht op wissing, het recht op beperking, het recht op overdraagbaarheid, voor zover van toepassing en op instructie van OPZ Geel.
D. Melden van een nieuwe verwerkingsactiviteit met een hoog risico voor de privacy
OPZ Geel zal voor nieuwe verwerkingen, in het bijzonder een verwerking waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt, die gelet op de aard, de omvang, de context en de doeleinden daarvan waarschijnlijk een hoog risico inhouden voor de privacy van natuurlijke personen, een risicoanalyse (of data protection impact assessment) uitvoeren en dit voorafgaand aan de verwerking.
Gelet op voormelde verplichting, verbinden de medewerkers zich ertoe dat zij OPZ Geel inlichten wan- neer zij voornemens zijn een nieuwe verwerkingsactiviteit uit te voeren die een hoog risico inhoudt voor de privacy van de betrokkene of op de hoogte zijn dat een dergelijke verwerkingsactiviteit wordt of zal worden uitgevoerd.
E. Overeenkomsten met verwerkers
Indien OPZ Geel beroep doet op de diensten van een leverancier, waarbij de leverancier tevens per- soonsgegevens ten behoeve van OPZ Geel verwerkt, moet met de betreffende leverancier steeds een verwerkersovereenkomst worden gesloten, die de bepalingen uit de Verordening alsook de schriftelijke instructies van OPZ Geel m.b.t. de verwerking van persoonsgegevens bevat.
De medewerkers die instaan voor het sluiten van de contracten met verwerkers (zoals de aankoopdienst of de IT-dienst), waken over deze verplichting en contacteren bij twijfel steeds de stafmedewerker infor- matieveiligheid en gegevensbescherming.
Elke inbreuk op dit artikel kan aanleiding geven tot straffen cfr. Hoofdstuk XII van het arbeidsreglement Verwerking van persoonsgegevens van medewerkers door OPZ Geel
Om de tewerkstelling van werknemers in het OPZ Geel en de daaruit voortvloeiende administratieve en sociale verplichtingen te kunnen uitoefenen, worden persoonsgegevens verwerkt. De verwerking ge- beurt enkel voor deze doelstellingen en is een noodzakelijke voorwaarde voor de uitoefening van de arbeidsovereenkomst die de werknemer met het OPZ Geel is aangegaan.
De persoonsgegevens van personeel worden verwerkt onder de verantwoordelijkheid van het OPZ Geel. Binnen het OPZ Geel werd een functionaris voor gegevensbescherming aangesteld. Deze opdracht wordt uitgeoefend door de stafmedewerker gegevensbescherming en informatieveiligheid. Deze persoon kan door iedere werknemer gecontacteerd worden in verband met alle aangelegenheden betreffende de verwerking van persoonsgegevens in het OPZ Geel via gegevensbescher- xxxx@xxxxxxx.xx en tel: 014/57 92 34.
De werknemer is contractueel verplicht om de gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de administratieve en sociale verplichtingen die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst. Niet-noodzake- lijke gegevens die vrijwillig door de werknemer in kwestie worden verstrekt, worden verwerkt op basis van het toestemmingscriterium. De werknemer heeft het recht om zich te verzetten tegen de verwerking
van vrijwillig verstrekte informatie. Hij heeft eveneens het recht om een verstrekte toestemming weer in te trekken. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de rechtmatigheid van verwerkingen vóór het intrekken van de toestemming.
De gegevens worden vertrouwelijk behandeld en enkel doorgegeven aan de bevoegde overheidsinstel- lingen en volgende organisaties, die de gegevens eveneens vertrouwelijk behandelen:
• collectieve hospitalisatieverzekering
• verzekering arbeidsongevallen
• controle en analyse van absenteïsme
• bedrijfsgeneeskundige dienst
• externe dienst voor preventie en bescherming
• Vlaamse overheid (rapportages)
• Capelo, Elektronische Loopbaan Overheid
• RVA, werkloosheidsverzekering en andere verwante uitkeringen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet
• Departement Werk en Sociale economie
Persoonsgegevens van werknemers worden bijgehouden zolang hun arbeidsovereenkomst met onze organisatie duurt. Sociale documenten dienaangaande worden, conform de toepasselijke wetgeving, tot 5 jaar na het ten einde nemen van de arbeidsovereenkomst bijgehouden. Eventuele gezondheids- dossiers worden daarenboven, eveneens conform de toepasselijke wetgeving, 15 jaar na het ten einde nemen van de arbeidsovereenkomst bijgehouden. Na afloop van deze periodes worden de gegevens vernietigd, behoudens wanneer de betrokkene verzoekt om die langer te bewaren.
De werknemer heeft het recht om inzage te verzoeken in zijn persoonsgegevens, alsook op rectificatie. Hij beschikt eveneens over het recht om de verwijdering van zijn persoonsgegevens te vragen, voor zover het OPZ Geel niet wettelijk verplicht is om die gegevens te bewaren. De werknemer beschikt daarenboven over het recht op gegevensoverdracht.
Deze rechten kunnen worden uitgeoefend door een gedateerd, ondertekend schriftelijk verzoek te rich- ten aan het diensthoofd van de personeelsdienst, vergezeld van een bewijs van identificatie (vb. kopie identiteitskaart)
Indien de werknemer van oordeel zou zijn dat de regelgeving rond de verwerking van persoonsgege- vens niet gerespecteerd wordt door het OPZ Geel, heeft deze het recht om klacht in te dienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit.
Addendum XXI: Afsprakenkader telewerk in OPZ Geel
Telewerken definiëren we als vrijwillig thuis verrichten van arbeidsprestaties i.p.v. op de fysieke werkplek in het OPZ Geel.
Via telewerk kunnen medewerkers van thuis uit werken door middel van een internetverbinding met het netwerk van OPZ Geel.
Deze arbeidsvorm stoelt op wederzijds vertrouwen en transparantie, maar kan niet zonder goede afspraken.
Wel: medewerkers van wie de aanwezigheid op de werkvloer niet altijd noodzakelijk is voor de goede uitvoering van hun taken.
Niet: medewerkers die hun taak enkel in het OPZ kunnen uitvoeren, alsook de mobiele teams10.
Telewerken is op vrijwillige basis én een gunstmaatregel van OPZ Geel.
De directe leidinggevende beslist samen met het directielid wie kan telewerken, op basis van het formulier “aanvraag telewerk”.
Maximaal 114 uren (= 15 dagen) per jaar11. Het betreft bijvoorbeeld het volgen van een online vorming thuis, het afwerken van een specifieke opdracht,… .
Medewerkers met een arbeidsregime van meer dan 60% werken maximaal 2 dagen per week van thuis.
Medewerkers met een arbeidsregime van 60% of minder werken maximaal 1 dag per week van thuis.
Telewerkdagen kunnen volledig of per halve dag genomen worden. De telewerker moet het werk organiseren binnen het kader van de in het OPZ Geel geldende arbeidsduur. Tijdens een telewerkdag worden er geen overuren gepresteerd. Op die manier willen we de bescherming scheiding werktijd/privétijd maximaal borgen. Bij een hele dag telewerk telt er maximaal 7.36 uur. In- en uittikken blijft onveranderd van toepassing.
Het personeelslid vraagt ten laatste twee werkdagen op voorhand de telewerkdag aan bij de leidinggevende. Deze kan ten allen tijde een geplande telewerkdag wijzigen of annuleren in het team- of organisatiebelang.
Binnen de dienst worden afspraken gemaakt over de dagen waarop kan worden getelewerkt.
10 De mobiele teams in het OPZ Geel zijn de teams wiens hoofdactiviteit het verlenen van mobiele zorg is, zoals ook omschreven in de functiebeschrijving. Meer bepaald: CKB, LZ, Ambulante Zorg en Gezinsverpleging. Leidinggevenden van deze teams vallen hier niet onder (zij kunnen wel structureel telewerken).
11 Deze dagen worden pro rata de resterende duur van het lopende jaar berekend.
Via het planningssysteem kan worden opgevolgd of het maximum aantal dagen niet wordt overschreden.
Een telewerker moet zijn telewerkdag aangeven in zijn outlookagenda, het elektronisch verlofbestand (met code TW) en moet het telefoonnummer kenbaar maken waarop hij bereikbaar is.
De telewerker moet zijn interne telefoon verplicht doorschakelen naar de gsm van het werk. Een telewerker die niet beschikt over een gsm van het werk moet zijn telefoon doorschakelen naar zijn privé- nummer.
Tijdens het telewerken dienen de medewerkers even bereikbaar en aanspreekbaar te zijn als op het werk. De dienstverlening tijdens de stamtijden moet worden gegarandeerd via telefoon en e-mail.
Structurele telewerkers hebben een individuele OPZ-laptop of tablet ter beschikking. Occasionele telewerkers kunnen een toestel uitlenen.
Er wordt een vergoeding voorzien van 3 € per telewerkdag (of halve dag), met een maximum van 20€ per maand. Deze vergoeding is gekoppeld aan de planningscode voor telewerk in het elektronisch planningssysteem.
Telewerken kan ten allen tijde door zowel werkgever als werknemer eenzijdig worden beëindigd zonder opzegtermijn of vergoeding. Hiervoor volstaat een schriftelijke melding (mail).
Addendum XXII Interne meldprocedure klokkenluiders
Wie kan melden? (toepassingsgebied)
Meldingen kunnen zowel schriftelijk als mondeling worden gedaan, in alle vertrouwen en zonder sancties voor de melder. Ook anonieme meldingen worden met ernst opgevolgd. Bij niet anonieme melding wordt een vertrouwelijk behandeling gewaarborgd.
Waar kan je melden? (het intern meldkanaal)
We raden sterk aan eerst dit meldkanaal te gebruiken vóór beroep te doen op de mogelijkheden die de overheid voorziet.
De meldingen kunnen overgemaakt worden aan het meldkanaal:
- Xxxxxx Xxxx, administrateur-generaal – Xx. Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx – tel.: 014/57.93.00 – xxxxxx.xxxx@xxxxxxx.xx
Meldingen kunnen gedaan worden via:
De meldingen worden zo concreet mogelijk omschreven: wie, wat, waar, wanneer met eventueel bijlagen of ondersteunende informatie.
Meldingen worden steeds vertrouwelijk of anoniem (naar keuze van de melder) behandeld en opgenomen in het vertrouwelijk meldingsregister.
Het interne meldkanaal volgt de melding actief op. Zij controleren de juistheid van de in de melding gedane beweringen en gaan na of zij de gemelde inbreuk kunnen aanpakken, onder meer via
maatregelen zoals: een intern vooronderzoek, een onderzoek, vervolging, een terugvordering van middelen of het beëindigen van de procedure.
De overheid voorziet ook in een extern meldkanaal, m.n. de federale ombudsman. Ook daar kan je terecht met een melding.
Termijnen voor feedback op je melding?
Je ontvangt een bevestiging van je melding binnen 7 dagen na de melding.
Daarbij wordt de administrateur-generaal aangeduid die bevoegd is voor de opvolging van de melding en die de communicatie met jou zal onderhouden. Hij zal zo nodig bijkomende informatie opvragen maar ook feedback geven. Deze feedback volgt maximum 3 maanden na de ontvangstmelding en kan 1 keer met nog eens 3 maanden verlengd worden.
Het meldkanaal en de opvolging van de melding zijn zo georganiseerd dat de veiligheid maximaal wordt gegarandeerd en de vertrouwelijkheid en geheimhouding worden beschermd van de identiteit van de melder, de melding en eventueel genoemde derden.
Als melder geniet je onmiddellijk van een beschermd statuut als klokkenluider tegen mogelijke represailles. Bij anonieme melding zal je bescherming genieten als je wordt geïdentificeerd.
Je wordt daarbij begeleid door de administrateur-generaal die contact opneemt met HR.
Het houdt ook in dat het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel moet aantonen dat het handelen of het niet-handelen niet in verband staat met de melding.
De personen die een actieve ondersteuning geven aan de melder tijdens de meldprocedure (vb. een collega of een lid van een werknemersorganisatie) of familieleden van de melder genieten van dezelfde bescherming.
Elke verwerking van de melding gebeurt in overeenstemming met de GDPR. Niet gemachtigde personen hebben geen toegang tot de gegevens.
Het register van elke ontvangen melding beantwoordt aan de geheimhoudingsvereisten en meldingen worden niet langer opgeslagen dan noodzakelijk en evenredig is voor het onderzoek en de remediering van de melding.
Indien je vraagt om een gesprek, kan hiervan, met jou toestemming, een verslag worden gemaakt dat je kan controleren, corrigeren en tekenen.
Welke verantwoordelijkheid heeft de “meldingsdienst/meldkanaal”?
Vertrouwen is de kernwaarde. Om dit te verzekeren, zijn alle leden van de meldingsdienst gebonden door een bijzondere geheimhouding in het belang van de melder.
De meldingsdienst zal meldingen kunnen toetsen en volledig vertrouwelijk en maximaal geanonimiseerd, onderzoeken binnen een redelijke termijn. De dienst is ook verplicht daarover te communiceren met de melder.
De meldingsdienst kan evenwel een herbestemming van de melding voorstellen aan de melder zodat de melding het juiste traject kan volgen. De melder is niet verplicht dit voorstel te aanvaarden.
De meldingsdienst stelt éénmaal per jaar een jaarverslag op over de werking dat ter validatie wordt voorlegt aan de raad van bestuur van het OPZ Geel.
De directieraad van het OPZ Geel ontvangt dit jaarverslag ter informatie.