Voorbeeldafspraak
Voorbeeldafspraak
Aanvulling op de arbeidsovereenkomst
Inzake verbod op privégebruik
van de ter beschikking gestelde bestelauto
De ondergetekenden:
A [NAW-gegevens + loonheffingennummer]
, hierna te noemen werkgever
en
B [NAW-gegevens + burgerservicenummer (BSN) + functie]
, hierna te noemen werknemer
zijn, mede in het kader van de wettelijke regeling bijtelling privégebruik auto, het volgende overeengekomen:
Artikel 1 Ter beschikking gestelde bestelauto
De werkgever heeft met ingang van
de volgende bestelauto aan de werknemer ter beschikking gesteld:
[Merk, type, kenteken en cataloguswaarde, inclusief btw en bpm, van de bestelauto]
Artikel 2 Verbod op privégebruik
Het is de werknemer niet toegestaan om de bestelauto voor privédoeleinden te gebruiken.
Artikel 3 Toezicht op naleving door de werkgever
LH 057 - 1Z*6PL
De werkgever houdt toezicht op de naleving van het verbod op privégebruik van de bestelauto.
Artikel 4 Sancties
Indien uit welke hoofde dan ook door de werkgever wordt geconstateerd dat het verbod op privégebruik door de werknemer wordt overtreden, dan worden de volgende sancties opgelegd:
1 De werkgever legt de werknemer een boete op van € per geconstateerde overtreding
alsmede een bedrag van € per verreden privékilometer. Deze boete wordt op het nettoloon van de werknemer ingehouden.
2 Indien het verbod op privégebruik herhaaldelijk wordt overtreden, dan kan dit naast de hiervoor beschreven sancties ook andere disciplinaire maatregelen en eventueel ontslag uit de dienstbetrekking tot gevolg hebben.
Artikel 5 Tijdsduur
Deze overeenkomst gaat in op
en is voor onbepaalde tijd overeengekomen/van toepassing tot (doorhalen wat niet van toepassing is).
Indien de bestelauto na beëindiging van deze verbodsovereenkomst ter beschikking blijft staan/wordt gesteld aan een werknemer, wordt vanaf de datum van beëindiging van het verbod de waarde van het privégebruik auto conform de bepalingen van artikel 13bis Wet op de loonbelasting 1964 tijdsevenredig tot het loon van de werknemer gerekend. Deze bijtelling blijft slechts achterwege indien de werknemer aan de werkgever alsnog overtuigend kan bewijzen dat de ter beschikking gestelde auto in het kalenderjaar tijdsevenredig niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt.
Artikel 6 Overige bepalingen
1 Bij deze overeenkomst hoort een toelichting die een onlosmakelijk deel van de overeenkomst uitmaakt. Werkgever en werknemer verklaren bekend te zijn met de inhoud en strekking van deze toelichting.
2 Wijzigingen en/of aanvullingen die betrekking hebben op deze overeenkomst, dienen direct te worden gemeld en schriftelijk door zowel werkgever als werknemer te worden bevestigd.
3 De werkgever en de werknemer verklaren door ondertekening akkoord te gaan met de inhoud van deze overeenkomst en deze zorgvuldig na te leven.
4 Aan het opleggen van de sancties zal strikt de hand worden gehouden.
5 Bij constatering van overtreding van het verbod op privégebruik zal de werkgever de verreden privékilometers tegen de waarde in het economisch verkeer in de vorm van loon in natura op grond van artikel 13 van de Wet op de loonbelasting 1964 in aanmerking nemen.
Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend te
op 20
Handtekening werknemer Handtekening werkgever
Naam werknemer Naam en functie gemachtigde van werkgever
Toelichting
Voorbeeldafspraak verbod privégebruik bestelauto
Algemeen
Dit model is een voorbeeld van een mogelijke afspraak tussen werkgever en werknemer om een verbod op privégebruik van een bestelauto in te stellen als bedoeld in artikel 13bis, lid 5 van de Wet op de loonbelasting 1964. Desgewenst kan een afspraak tussen werkgever en werknemer, waarbij wel of niet van dit voorbeeld gebruik is gemaakt, ter goedkeuring worden voorgelegd aan het eigen belastingkantoor.
In verband met de eenheid van beleid en uitvoering verzorgt het Team Auto/PGA (CAP) de uitvoering van dit model, alsmede de afstemming met de bevoegde inspecteur. Voor zover afspraken worden voorgelegd die afwijken van dit voorbeeld, is een werkgever verplicht om de afwijkingen inzichtelijk aan te geven.
Samenloop tussen enerzijds deze overeenkomst en anderzijds de Verklaring geen privégebruik auto of de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto is niet mogelijk.
Artikel 1 Ter beschikking gestelde bestelauto
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder een bestelauto verstaan: een motorrijtuig als omschreven in artikel 3, lid 3 van de Wet op de belasting van Personenauto’s en Xxxxxxxxxxxxxx 0000 (Xxx XXX), met uitzondering van de bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor het vervoer van goederen en de bestelauto die na werktijd niet kan worden gebruikt. Duidelijk dient te worden vastgelegd op welke bestelauto (kenteken) het verbod betrekking heeft.
Artikel 2 Verbod op privégebruik
‘Privédoeleinden’ omvat alle verreden kilometers die niet als zakelijk zijn aan te merken. In dit verband worden de voor het woon-werkverkeer verreden kilometers volgens de meest gebruikelijke weg als zakelijk beschouwd. Volgens de jurisprudentie is als de meest gebruikelijke weg aan te merken: de weg die door het merendeel van de autobestuurders zou worden gevolgd.
Artikel 3 Toezicht op naleving door de werkgever
De werkgever is gehouden om voldoende toezicht te houden op de naleving door de werknemer van het verbod. De werkgever kan toezicht houden op naleving van het verbod door bijvoorbeeld:
– controle op de kilometerstanden
– controle op de blackboxregistratie (indien van toepassing)
– controle op de boetes vanwege verkeersovertredingen buiten werktijd
– controle op de schademeldingen buiten werktijd
– controle op het tanken van brandstof
– controle op de meldingen van de leasemaatschappij (indien van toepassing)
Maakt controle op de kilometerstanden (dan wel de blackboxregistratie) en het brandstofverbruik onderdeel uit van het toezicht van de werkgever, dan moet die controle met enige regelmaat plaatsvinden. De frequentie hangt onder meer af van het reispatroon en de mate van gebruik. Een onregelmatig reispatroon met een intensief gebruik vereist meer toezicht dan een regelmatig reispatroon.
De controle door de werkgever moet zijn te relateren aan de aanwezige agenda’s, werkroosters of werk- staten, vakantieoverzichten, ziekte- en verlofstaten, benzinebonnen, garagenota’s en dergelijke.
De werkgever is verantwoordelijk voor het houden van voldoende toezicht (zie hierna bij ‘Gevolgen onvoldoende toezicht/niet naleven verbod’). Het is mogelijk om over vormen van toezicht afspraken te maken met de Belastingdienst.
De werkgever legt de maatregelen en de uitkomsten die voortvloeien uit het toezicht, schriftelijk vast en bewaart deze bij de loonadministratie.
Geconstateerde afwijkingen en verschillen moeten van een motivering zijn voorzien of moeten zijn te relateren aan een toegepaste sanctie.
Gevolgen onvoldoende toezicht/niet naleven verbod
Wanneer het passende toezicht op het verbod door de werkgever blijkt te ontbreken, dan is er feitelijk geen sprake van een verbodssituatie overeenkomstig de wettelijke bepalingen. De Belastingdienst legt dan aan de werkgever een correctieverplichting op voor de forfaitaire bijtelling van het voordeel van het
privégebruik van de ter beschikking gestelde auto. Voor zover van toepassing komen de eventuele boete en de belastingrente voor rekening van de werkgever.
Het is ook mogelijk dat de Belastingdienst constateert dat de werknemer het verbod niet naleeft, terwijl de werkgever redelijkerwijs voldoende toezicht heeft gehouden. In dit geval wordt de verschuldigde belasting op grond van artikel 13 Wet LB (loon in natura), voor zover nodig in afwijking van artikel 20, lid 2 AWR, nageheven van de werknemer. Het door de werknemer genoten voordeel (loon in natura) wordt dan gewaardeerd op de waarde welke daaraan in het economisch verkeer kan worden toegekend. De waarde in het economisch verkeer bestaat uit het aantal gereden privékilometers maal de gemiddelde kilometer- kosten van de bestelauto. De gemiddelde kilometerkosten worden gesteld op het zakelijke tarief (inclusief btw) dat de werknemer verschuldigd zou zijn wanneer hij voor die rit(ten) een vergelijkbare bestelauto zou moeten huren bij een (niet verbonden) autoverhuurmaatschappij.
In afwijking van de tweede alinea wordt op grond van artikel 13bis Wet LB (autokostenforfait) een correctieverplichting aan de werkgever opgelegd ingeval hij wist dat de werknemer het verbod niet heeft nageleefd, zonder dat te sanctioneren. En voor zover van toepassing, ook de boete en belastingrente.
De werkgever kan voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen dan verhaal plegen op de werknemer. De werkgever kan dit financiële aspect desgewenst verdisconteren in de sanctie voor de werknemer of in de hoogte van een eventuele eigen bijdrage die een werknemer verschuldigd wordt bij privégebruik.
Als de werkgever niet verhaalt op de werknemer, zal brutering moeten plaatsvinden.
Artikel 4 Sancties
De toegepaste sancties dienen te worden geadministreerd en bij de loonadministratie te worden bewaard.
De werkgever dient een passende sanctie op te leggen als de werknemer het verbod overtreedt.
De Belastingdienst kan niet in de beoordeling treden van een eventuele sanctie van arbeidsrechtelijke aard die werkgever en werknemer overeenkomen. Een sanctie wordt in ieder geval passend geacht als een geldboete wordt opgelegd die in verhouding staat tot de te betalen belasting in verband met de bijtelling. De Belastingdienst acht de realiteitswaarde van de sanctie voldoende als ten minste € 300 per overtreding en € 1 per verreden kilometer in de overeenkomst wordt opgenomen. De sanctie mag echter niet nietig of vernietigbaar zijn, bijvoorbeeld wegens strijd met de artikelen 7:650 en 7:651 van het Burgerlijk Wetboek. Of dat het geval is, staat ter beoordeling van de werkgever zelf.
Artikel 5 Tijdsduur
Het is niet bezwaarlijk om de overeenkomst voor onbepaalde tijd te laten gelden. Echter in geval van gewijzigde omstandigheden, bijvoorbeeld bij wijziging van de ter beschikking gestelde auto, dient de overeenkomst te worden aangepast. Beëindiging van de overeenkomst leidt ertoe dat de ter beschikking gestelde bestelauto vanaf de datum beëindiging van de overeenkomst valt onder het begrip ‘auto’ van artikel 13bis, lid 1 Wet LB en dat daarmee de regelgeving bijtelling privégebruik auto naar tijdsgelang van toepassing zal zijn.
Artikel 6 Overige bepalingen
Alle vastleggingen betreffende het verbod op privégebruik en het uitgeoefende toezicht dienen bij de loonadministratie te worden bewaard en voor controle beschikbaar te blijven. De gegevens dienen gedurende zeven jaar na afloop van het kalenderjaar waarin het verbod van toepassing was te worden bewaard, tenzij daarover met de Belastingdienst andere afspraken zijn gemaakt op basis van specifieke feiten en omstandigheden van de werkgever. Gedurende de looptijd van deze overeenkomst moet de werkgever in de aangifte loonheffingen bij de gegevens van de werknemers code 1 vermelden vanwege de afspraak met de werknemer (= aanvulling code 1).