Toelichting op de 0-urenovereenkomst Onder de toelichting staat het model arbeidsovereenkomst op basis van nuluren.
Toelichting op de 0-urenovereenkomst
Onder de toelichting staat het model arbeidsovereenkomst op basis van nuluren.
Algemeen
Een 0-urenovereenkomst is bedoeld voor de inzet van flexibele werknemers. De werknemer met een 0-urenovereenkomst kan na afloop van de refertetermijn van 3 maanden een rechtsvermoeden inroepen over de omvang van de arbeidsovereenkomst. Dat komt erop neer dat de werknemer kan eisen dat de arbeidsovereenkomst een vaste urenomvang heeft van het gemiddeld aantal gewerkte uren in die periode van 3 maanden.
Als een werknemer met een 0-urencontract 12 maanden in dienst is, moet de werkgever hem een voorstel doen voor een vast urenaantal per week, gelijk aan het aantal uren dat de werknemer gemiddeld per week betaald heeft gekregen in de voorafgaande 12 maanden. De werknemer kan dit accepteren of afwijzen. Als de werknemer het aanbod afwijst, moet de werkgever hem na een jaar wederom een voorstel doen.
Modelovereenkomst
TLN heeft een modelovereenkomst beschikbaar gesteld voor de inzet van werknemers op een 0-urencontract. In dit model zit een aantal keuzemogelijkheden. Enkele woorden of zinsdelen zijn geel gemarkeerd. Daar moet iets worden ingevuld of een keuze worden gemaakt.
Artikel 1
Er is een optie voor het aangaan van deze overeenkomst voor onbepaalde tijd (inclusief een proeftijd van 2 maanden) en er is een optie voor het aangaan van deze overeenkomst voor bepaalde tijd (inclusief proeftijd van 1 maand bij een contractduur van minimaal 6 maanden). Wordt de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan voor 2 jaar of langer, ook dan kan een proeftijd van 2 maanden worden afgesproken. Wordt de arbeidsovereenkomst aangegaan voor maximaal 6 maanden, dan kan geen proeftijd worden overeengekomen.
Arbeidsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd?
Bepaalde tijd. Duur overeenkomst?
Onbepaalde tijd => D
2 jaar of langer => C
6 maanden of korter => A
Tussen 6 maanden en 2 jaar => B
Bij een duur van het eerste tijdelijke contract dat maximaal 6 maanden is, is een proeftijd niet toegestaan.
Bij een duur van het eerste tijdelijke contract van langer dan 6 maanden is een proeftijd van 1 maand toegestaan.
Bij een duur van het eerste tijdelijke contract van minimaal 2 jaar, is een proeftijd van 2 maanden toegestaan.
Is het eerste contract meteen een vast dienstverband, dan is een proeftijd van 2 maanden toegestaan.
In het contract zijn de onderdelen bij artikel 1 ook met A, B, C en D aangeduid. Let op: wordt een contract opgemaakt bijvoorbeeld conform C, dan zullen A, B en D van artikel 1 verwijderd moeten worden.
Omdat een proeftijd niet verplicht is om overeen te komen, staat er steeds ‘Eventueel’ bij vermeld. Haal dat woordje weg als er een proeftijd wordt overeengekomen.
Een proeftijd kan overigens niet worden afgesproken als de werknemer al eerder voor de werkgever in dezelfde functie heeft gewerkt, bijvoorbeeld als uitzendkracht.
Artikel 2
Bij 2.1. en 2.2. enkele gegevens invullen.
Artikel 3
Standplaats moet worden ingevuld. Nieuw is dat het wettelijk verplicht is te vermelden dat een werknemer het werk op verschillende plaatsen kan verrichten. Ondanks dat: er kan maar 1 standplaats zijn.
Bij
artikel 3.1. is het belangrijk de dagen en tijdstippen vast te leggen
waarop de werknemer beschikbaar is om te werken.
Artikel 6
Nieuw is de wettelijke verplichting het verlof te benoemen en naar de bron te verwijzen.
Tot slot
Vergeet niet de pagina’s te paraferen.
Arbeidsovereenkomst 0 uren
Ondergetekenden:
[naam werkgever] gevestigd te [adres, postcode en vestigingsplaats], verder te noemen "werkgever",
in deze vertegenwoordigd door [naam en functie tekenbevoegde]
en
[naam werknemer] wonende te [adres, postcode en woonplaats], verder te noemen "werknemer"
verklaren hierbij een arbeidsovereenkomst aan te gaan onder de volgende voorwaarden:
Artikel 1: Indiensttreding en duur van de overeenkomst
OF
A
1.1 De
arbeidsovereenkomst vangt aan op [ingangsdatum]
en eindigt, zonder dat daarvoor voorafgaande opzegging nodig is, van
rechtswege op [einddatum].
Zie
voor de voorwaarden titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en de CAO
BGV.
1.2 Beide partijen zijn bevoegd tussentijds de arbeidsovereenkomst te beëindigen met inachtneming van de daarvoor geldende regels voortvloeiend uit titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en de (laatstelijk van kracht zijnde) CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (verder te noemen: CAO BGV). Bij tussentijdse opzegging gelden de wettelijke opzegtermijnen, die voor de werknemer 4 dagen is, ingaande op de dag van opzegging. Beide partijen kunnen, met inachtneming van de opzegtermijn, tegen elke dag opzeggen. In titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en in (een bijlage van) de CAO BGV zijn ook de overige ontslagprocedures en vereisten die daarvoor gelden te vinden.
OF
B
1.1 De arbeidsovereenkomst vangt aan op [ingangsdatum] en eindigt, zonder dat daarvoor voorafgaande opzegging nodig is, van rechtswege op [einddatum].
Eventueel:
Op de arbeidsovereenkomst is een wettelijke proeftijd van een maand
van toepassing.
Zie
voor de voorwaarden, voor het bepaalde in dit lid, titel 7.10 van het
Burgerlijk Wetboek en de CAO BGV.
1.2 Beide partijen zijn bevoegd tussentijds de arbeidsovereenkomst te beëindigen met inachtneming van de daarvoor geldende regels voortvloeiend uit titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en de (laatstelijk van kracht zijnde) CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (verder te noemen: CAO BGV). Bij tussentijdse opzegging gelden de wettelijke opzegtermijnen, die voor de werknemer 4 dagen is, ingaande op de dag van opzegging. Beide partijen kunnen, met inachtneming van de opzegtermijn, tegen elke dag opzeggen. In titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en in (een bijlage van) de CAO BGV zijn ook de overige ontslagprocedures en vereisten die daarvoor gelden te vinden.
OF
C
1.1 De arbeidsovereenkomst vangt aan op [ingangsdatum] en eindigt, zonder dat daarvoor voorafgaande opzegging nodig is, van rechtswege op [einddatum].
Eventueel:
Op de arbeidsovereenkomst is een wettelijke proeftijd van twee
maanden van toepassing.
Zie
voor de voorwaarden, voor het bepaalde in dit lid, titel 7.10 van het
Burgerlijk Wetboek en de CAO BGV.
1.2 Beide partijen zijn bevoegd tussentijds de arbeidsovereenkomst te beëindigen met inachtneming van de daarvoor geldende regels voortvloeiend uit titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek de wet en de (laatstelijk van kracht zijnde) CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (verder te noemen: CAO BGV). Bij tussentijdse opzegging gelden de wettelijke opzegtermijnen, die voor de werknemer 4 dagen is, ingaande op de dag van opzegging. Beide partijen kunnen, met inachtneming van de opzegtermijn, tegen elke dag opzeggen. In titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en in (een bijlage van) de CAO BGV zijn ook de overige ontslagprocedures en vereisten die daarvoor gelden te vinden.
OF
D
1.1 De arbeidsovereenkomst vangt aan op [ingangsdatum] en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval van rechtswege bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd bereikt als bedoeld in de Algemene Ouderdomswet.
Eventueel:
Op de arbeidsovereenkomst is tevens een wettelijke proeftijd van twee
maanden van toepassing.
Zie
voor de voorwaarden, voor het bepaalde in dit lid, titel 7.10 van het
Burgerlijk Wetboek en de CAO BGV.
1.2 De arbeidsovereenkomst is voor beide partijen opzegbaar met inachtneming van de regels voortvloeiende uit 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en de (laatstelijk van kracht zijnde) CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (verder te noemen: CAO BGV).
1.3 De opzegtermijn voor de werknemer bedraagt 4 dagen, die op de dag van opzegging ingaat. De opzegtermijn voor de werkgever bedraagt 1 maand, zolang het dienstverband niet langer dan 5 jaar heeft geduurd. De opzegtermijn bij langere dienstverbanden, evenals de wijze van opzegging, zijn vermeld in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek en in (een bijlage van) de CAO BGV. Hierin zijn ook de overige ontslagprocedures en vereisten die daarvoor gelden te vinden. Beide partijen kunnen, met inachtneming van de opzegtermijn, tegen elke dag opzeggen
Artikel 2: Werkzaamheden en functieloon
2.1 De werknemer treedt in dienst als [functienaam]
2.2 Het functieloon bedraagt € ............... bruto per dienstuur. Dit bedrag komt overeen met functieloonschaal ............, trede ........
2.3 Werknemer heeft gedurende de eerste 6 maanden van de dienstbetrekking alleen recht op loon indien en voor zover hij daadwerkelijk als oproepkracht voor werkgever werkzaam is geweest. Artikel 7:628 lid 1 BW is gedurende de genoemde periode derhalve niet van toepassing.
Artikel 3: Oproepen
3.1 Werknemer kan worden verplicht om arbeid te verrichten op de volgende dagen en tijden:
[weekdagen noemen waarop werknemer beschikbaar is om te komen werken en aangeven tussen welke tijden hij beschikbaar is]
3.2 Het werkzaam zijn als oproepkracht houdt in dat werkgever alleen gehouden is werknemer op te roepen, indien en voor zover er werkzaamheden zijn waarvoor werknemer in aanmerking komt. Dit betekent dat de hoeveelheid uren waarvoor werknemer opgeroepen kan worden variabel is en, met inachtneming van het bepaalde in lid 1, betekent dit ook dat ook de tijdstippen waarvoor werknemer opgeroepen kan worden variabel zijn.
3.3 Werkgever is verplicht de werknemer minstens 4 dagen voordat de werkzaamheden aanvangen, op te roepen. De oproep zal schriftelijk of elektronisch plaatsvinden.
3.4 Werknemer is verplicht aan een tijdig gedane oproep door/namens de werkgever, gehoor te geven.
Artikel 4: Plaats van de werkzaamheden
De standplaats is bij aanvang van de arbeidsovereenkomst: [standplaats].
Bij chauffeurs opnemen: De werknemer verricht zijn arbeid op verschillende plaatsen.
Artikel 5: Pensioenregeling
De werknemer vanaf 18 jaar neemt deel in de bedrijfstakpensioenregeling van het Bedrijfspensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg.
Artikel 6: Bedrijfsreglement en ziekteverzuimreglement
Het bij werkgever vigerende bedrijfsreglement en ziekteverzuimreglement zijn bij werknemer bekend en worden door hem onvoorwaardelijk geaccepteerd. De inhoud van deze reglementen worden geacht van deze arbeidsovereenkomst deel uit te maken. De werknemer gaat tevens akkoord met toekomstige wijzigingen of uitbreidingen van deze reglementen. Een exemplaar van deze reglementen zijn door werknemer in ontvangst genomen.
Artikel 7: Vakantiedagen en ander verlof
7.1. Werknemer stemt er mee in dat in geval van ziekte tijdens een vastgestelde vakantie, deze dagen aangemerkt worden als vakantiedagen, zoals bedoeld in artikel 7:638 lid 8 BW, tot maximaal het saldo aan bovenwettelijke vakantiedagen dat de werknemer heeft voor dat betreffende jaar.
7.2 Werknemer stemt er mee in dat in geval van een negatief saldo aan vakantiedagen bij einde dienstverband, deze bij de eindafrekening zullen worden verrekend.
7.3 Werknemer heeft aanspraak op bijzonder verlof als genoemd in de CAO BGV respectievelijk als genoemd in de Wet arbeid en zorg.
Artikel 8: Meldplicht datalekken
8.1 Werknemer is verplicht diefstal en/of verlies van alle in het kader van de uitoefening van zijn functie door werkgever aan hem ter beschikking gestelde, dan wel in het kader van de uitoefening van zijn functie door werknemer gebruikte zaken en/of bescheiden, waaronder doch niet uitsluitend begrepen documenten, telefoon, laptop, sleutels, passen, inloggegevens, al dan niet elektronische dragers van gegevens zoals USB-sticks, en externe harde schijven en andere zaken en/of bescheiden die op enige wijze betrekking hebben op de bedrijfsaangelegenheden van werkgever, onverwijld na ontdekking van het verlies of de diefstal te melden aan werkgever.
8.2 Werknemer is voorts verplicht om onverwijld een melding te doen aan werkgever van de ontdekking van een virus, trojan of andere malware op een door werkgever aan werknemer ter beschikking gestelde of binnen het kader van de uitoefening van zijn functie door werknemer gebruikte computer, laptop, tablet, telefoon of ander apparaat.
8.3 Bij overtreding of niet-nakoming door werknemer van de in lid 1 en/of lid 2 genoemde verplichtingen, verbeurt werknemer ten gunste van werkgever, zonder dat aanmaning, ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist, een onmiddellijk opeisbare boete van € 5000,- voor iedere overtreding, alsmede een bedrag van € 500,- voor iedere dag, dat de overtreding voortduurt. De boete zal verschuldigd zijn door het enkele feit der overtreding of niet-nakoming, maar laat onverminderd het recht van de werkgever nakoming te vorderen en onverminderd het recht van de werkgever om in plaats van de boete volledige schadevergoeding te vorderen. Deze boete is rechtstreeks verschuldigd aan de werkgever en strekt deze tot voordeel. Hiermee wordt nadrukkelijk afgeweken van het bepaalde in artikel 7:650 leden 3 en 5 BW.
Artikel 9: Geheimhoudingsplicht werknemer en boeteclausule
9.1 Het is werknemer verboden zonder voorafgaande toestemming gedurende de arbeidsovereenkomst en na beëindiging hiervan, op welke wijze dan ook aan derden informatie te verschaffen over de bedrijfsvoering, interne organisatie, klanten en overige interne en externe contacten van de werkgever en verder alle zaken waarvan de werknemer het vertrouwelijke karakter moet begrijpen.
9.2 Indien werknemer gedurende de arbeidsovereenkomst van oordeel is dat hij op grond van een wettelijke verplichting personeelsgegevens ter beschikking dient te stellen aan een daartoe bevoegde instantie zal hij/zij, voor zover toegestaan, werkgever hierover informeren. Voor zover toegestaan zal werknemer werkgever zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis stellen van de wettelijke verplichting. Werkgever kan alsdan besluiten om een procedure te starten tegen de vorderende partij, dan wel werknemer ontslaan van haar geheimhoudingsplicht.
9.3 Werknemer zal werkgever onmiddellijk op de hoogte stellen van ieder verzoek tot kennisneming, verstrekking of andere vorm van opvragen en mededeling van de persoonsgegevens in strijd met de in dit artikel opgenomen geheimhoudingsplicht.
9.4 Bij overtreding of niet-nakoming door werknemer van de in lid 1 en/of lid 2 genoemde verplichtingen, verbeurt werknemer ten gunste van werkgever, zonder dat aanmaning, ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist, een onmiddellijk opeisbare boete van € 5000,- voor iedere overtreding, alsmede een bedrag van € 500,- voor iedere dag, dat de overtreding voortduurt. De boete zal verschuldigd zijn door het enkele feit der overtreding of niet-nakoming, maar laat onverminderd het recht van de werkgever nakoming te vorderen en onverminderd het recht van de werkgever in plaats van de boete volledige schadevergoeding te vorderen. Deze boete is rechtstreeks verschuldigd aan de werkgever en strekt deze tot voordeel. Hiermee wordt nadrukkelijk afgeweken van het bepaalde in artikel 7:650 leden 3 en 5 BW.
Artikel 10: Overige bepalingen
Op deze overeenkomst zijn verder van toepassing de bepalingen zoals vastgelegd in de (laatstelijk) van kracht zijnde CAO BGV. Hierin zijn ook de vakantieaanspraken geregeld. Een exemplaar van deze CAO is aan werknemer verstrekt. In andere gevallen zullen door werkgever overeenkomstige voorzieningen naar algemeen gebruik worden vastgesteld.
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en getekend te ........................ de .............
Werkgever, Werknemer,