Groep definitie

Groep een groep die tegen betaling, al of niet aan boord van een vaartuig, lessen of andere vormen van instructie ontvangt. Deze groep bestaat uit natuurlijke personen en wordt vertegenwoordigd door de klant die de overeenkomst heeft gesloten. De leden van de groep ontvangen de lessen niet in het kader van hun beroep of bedrijf, maar als privépersonen.
Groep een als zodanig ingeschreven groep Deelnemers.
Groep het geheel aan individuen dat krachtens de overeenkomst het recht heeft in de groepsaccommodatie te verblijven;

Examples of Groep in a sentence

  • De andere ondernemingen van de AXA Groep, de ondernemingen en/of personen die ermee in verbinding staan en aan wie de persoonsgegevens worden meegedeeld, kunnen zich zowel in de Europese Unie als erbuiten bevinden.

  • AXA Belgium waarborgt namelijk een adequaat beschermingsniveau voor de aldus overgedragen persoonsgegevens, op basis van de door de Europese Commissie ingestelde alternatieve mechanismen, zoals de standaard contractuele voorwaarden of ook de bindende ondernemingsregels voor de AXA Groep in geval van overdrachten binnen de groep (B.S. 6/10/2014, p.

  • Om een optimale service te verlenen in verband met direct marketing, kunnen deze persoonsgegevens worden meegedeeld aan ondernemingen en/of aan personen in hun hoedanigheid van onderaannemers of dienstverleners ten gunste van AXA Belgium, andere ondernemingen van de AXA Groep en/of de verzekeringstussenpersoon.

  • Als de betrokkene ook klant is van andere entiteiten binnen de Groep AXA, mogen deze persoonsgegevens door AXA Belgium verwerkt worden in gezamenlijke bestanden met het oog op het beheer van het personenbestand, en meer bepaald het beheer en de update van de identificatiegegevens.

  • Deze regels maken de verbintenis uit die de Groep Allianz en Allianz Benelux zijn aangegaan om de verwerking van uw persoonsgegevens op een correcte manier te beschermen, waar die zich ook bevinden.


More Definitions of Groep

Groep het geheel aan individuen dat krachtens de overeenkomst het recht heeft in de accommodatie te verblijven.
Groep. Een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden.
Groep een groep als bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek;
Groep tien of meer betalende personen aan wie door PDR een of meer producten en/of Diensten worden geleverd krachtens een of meer als samenhangend te beschouwen Overeenkomst(en).
Groep. Het geheel aan individuen dat krachtens de Overeenkomst het recht heeft in de Groepsaccommodatie te verblijven.
Groep alle gezelschappen niet zijnde een gezin en/of elke gelijktijdige reservering van meer dan zes accommodaties.
Groep. Het geheel aan individuen dat krachtens de overeenkomst het recht heeft in een vakantiewoning te verblijven.