Procedures voor indiening, uitvoering en afsluiting van projecten. In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen de procedures voor indiening en procedures voor de uitvoering en afsluiting van projecten. In de laatste paragraaf is een toelichting op enkele bepalingen opgenomen die zowel bij de indiening als de uitvoering van belang zijn. Projecten moeten voldoen aan de Europese, nationale en regionale wet- en regelgeving, de daarop gebaseerde besluiten van de Europese Commissie ten aanzien van het EFRO en de bindende aanwijzingen op grond van die regelgeving, waaronder dit Programmareglement. De belangrijkste algemene wet- en regelgeving betreft (niet limitatief): Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1299/2013’; Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1301/2013’; Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1303/2013’; Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegeven en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), hierna te noemen ‘Algemene Verordening Gegevensbescherming’ of ‘AVG’; Verordening (EU, Euratom) nr. 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, hierna te noemen ‘Omnibus Verordening’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot specifieke regels betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven voor samenwerkingsprogramma’s, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867 van de Commissie van 28 augustus 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van forfaitaire financiering, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867’; Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens; en Beslissing van de Commissie nr. C(2013)9527 van 19 december 2013 betreffende de goedkeuring van de richtsnoeren voor het bepalen van financiële correcties door de Commissie op uitgaven gefinancierd door de Unie onder gedeeld beheer, ten gevolge van het niet naleven van regels betreffende openbare aanbesteding. Samenwerkingsprogramma Interreg V Vlaanderen-Nederland, goedgekeurd door de Europese Commissie op 17 december 2014. Programmareglement voor uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland 2014-2020
Appears in 3 contracts
Samples: Programmareglement Voor De Uitvoering Van Het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen – Nederland 2014 – 2020, Programmareglement Voor De Uitvoering Van Het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen – Nederland 2014 – 2020, Programmareglement Voor De Uitvoering Van Het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen – Nederland 2014 – 2020
Procedures voor indiening, uitvoering en afsluiting van projecten. In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen de procedures voor indiening en procedures voor de uitvoering en afsluiting van projecten. In de laatste paragraaf is een toelichting op enkele bepalingen opgenomen die zowel bij de indiening als de uitvoering van belang zijn. Projecten moeten voldoen aan de Europese, nationale en regionale wet- en regelgeving, de daarop gebaseerde besluiten van de Europese Commissie ten aanzien van het EFRO en de bindende aanwijzingen op grond van die regelgeving, waaronder dit Programmareglement. De belangrijkste algemene wet- en regelgeving betreft (niet limitatief): Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1299/2013’; Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1301/2013’; Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1303/2013’; Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegeven en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), hierna te noemen ‘Algemene Verordening Gegevensbescherming’ of ‘AVG’; Verordening (EU, Euratom) nr. 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, hierna te noemen ‘Omnibus Verordening’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot specifieke regels betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven voor samenwerkingsprogramma’s, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867 van de Commissie van 28 augustus 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van forfaitaire financiering, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867’; Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens; en Beslissing van de Commissie nr. C(2013)9527 van 19 december 2013 betreffende de goedkeuring van de richtsnoeren voor het bepalen van financiële correcties door de Commissie op uitgaven gefinancierd door de Unie onder gedeeld beheer, ten gevolge van het niet naleven van regels betreffende openbare aanbesteding. Samenwerkingsprogramma Interreg V Vlaanderen-Nederland, goedgekeurd door de Europese Commissie op 17 december 2014. Programmareglement voor uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland 2014-20202020 b.1.Procedures voor indiening van projecten Een project is een samenhangend geheel van activiteiten, beschreven in de projectaanvraag, waarvoor een financiële bijdrage wordt gevraagd vanuit het EFRO in het kader van het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland. Voor elk project wijzen de projectpartners een projectverantwoordelijke aan (cfr. art. 13 van Verordening (EU) nr. 1299/2013). De projectverantwoordelijke heeft de volgende taken: hij stelt de regelingen vast voor zijn betrekkingen met de projectpartners die aan het project deelnemen en doet dit in de vorm van een overeenkomst (zie hieronder) hij draagt zorg voor de tenuitvoerlegging van het volledige project; hij ziet erop toe dat de uitgaven die door de aan het project deelnemende partners zijn ingediend, zijn betaald voor de tenuitvoerlegging van het project en in overeenstemming zijn met de activiteiten die door de partners onderling zijn overeengekomen; Gezien de rechtsgrond in boven vernoemde verordening is de eventuele verwerking van persoonsgegevens door de projectverantwoordelijke bij de uitvoering van deze taken niet in strijd met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De projectverantwoordelijke ontvangt het bericht van het Comité van Toezicht over de besluitvorming omtrent het project en draagt de eindverantwoordelijkheid ten aanzien van het project. De projectverantwoordelijke stelt een verplichte overeenkomst op tussen de projectverantwoordelijke en de projectpartners waarin, onder meer, een garantieverklaring van alle projectpartners is opgenomen om de nodige financiering te verstrekken, aanvullend op de projectsubsidie vanuit EFRO en eventueel andere cofinancieringsbronnen; alsook bepalingen die een goed financieel beheer van de aan het project toegewezen middelen garanderen (cfr. art. 13 van Verordening nr. 1299/2013). De opname van een artikel met betrekking tot de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen en met betrekking tot de integrale doorstorting van de EFRO-steun is verplicht. Wat betreft de projectpartners geldt het volgende: Er kunnen geen projectpartners opgenomen worden die geen kosten maken in het project. De projectaanvraag biedt voldoende ruimte om actoren die inhoudelijk betrokken zijn bij het project en de wijze waarop zij betrokken zijn, te belichten. Ook ondernemingen in moeilijkheden zoals gedefinieerd in het kader van de voorschriften inzake staatssteun van de Unie, kunnen niet als begunstigde worden geselecteerd (dit geldt ook ten aanzien van de projectverantwoordelijke) (cfr. art 3 lid 3d van Verordening nr. 1301/2013). Omdat projectpartners opgenomen worden in de lijst van projecten, geldt aansluitend voor het financieringsplan op partnerniveau het volgende: elke projectpartner dient een EFRO-bijdrage op te nemen in het financieringsplan en deze kan maximaal 50% bedragen van de subsidiabele kost van de betreffende partner. In de projectaanvraag wordt door elke projectpartner de rechtsvorm vastgesteld na het doorlopen van het stroomschema publiek vs. niet-publiek zoals ook opgenomen in dit reglement. Uitgaven van organisaties die volgens dit schema onder publiek respectievelijk niet-publiek vallen worden met het oog op rapportering aan de Europese Commissie gecatalogeerd als publieke respectievelijke niet-publieke uitgaven. Ter ondersteuning wordt vanuit het programmapartnerschap de begeleiding door projectadviseurs aangeboden. Zij maken deel uit van het programmasecretariaat en begeleiden de opmaak van de projectdossiers.
Appears in 2 contracts
Samples: Programmareglement, Programmareglement
Procedures voor indiening, uitvoering en afsluiting van projecten. In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen de procedures voor indiening en procedures voor de uitvoering en afsluiting van projecten. In de laatste paragraaf is een toelichting op enkele bepalingen opgenomen die zowel bij de indiening als de uitvoering van belang zijn. Projecten moeten voldoen aan de Europese, nationale en regionale wet- en regelgeving, de daarop gebaseerde besluiten van de Europese Commissie ten aanzien van het EFRO en de bindende aanwijzingen op grond van die regelgeving, waaronder dit Programmareglement. De belangrijkste algemene wet- en regelgeving betreft (niet limitatief): Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1299/2013’; Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1301/2013’; Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1303/2013’; Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegeven en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), hierna te noemen ‘Algemene Verordening Gegevensbescherming’ of ‘AVG’; Verordening (EU, Euratom) nr. 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, hierna te noemen ‘Omnibus Verordening’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot specifieke regels betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven voor samenwerkingsprogramma’s, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867 van de Commissie van 28 augustus 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van forfaitaire financiering, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867’; Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens; en Beslissing van de Commissie nr. C(2013)9527 van 19 december 2013 betreffende de goedkeuring van de richtsnoeren voor het bepalen van financiële correcties door de Commissie op uitgaven gefinancierd door de Unie onder gedeeld beheer, ten gevolge van het niet naleven van regels betreffende openbare aanbesteding. Samenwerkingsprogramma Interreg V Vlaanderen-Nederland, goedgekeurd door de Europese Commissie op 17 december 2014. Programmareglement voor uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland 2014-2020
Appears in 1 contract
Procedures voor indiening, uitvoering en afsluiting van projecten. In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen de procedures voor indiening en procedures voor de uitvoering en afsluiting van projecten. In de laatste paragraaf is een toelichting op enkele bepalingen opgenomen die zowel bij de indiening als de uitvoering van belang zijn. Projecten moeten voldoen aan de Europese, nationale en regionale wet- en regelgeving, de daarop gebaseerde besluiten van de Europese Commissie ten aanzien van het EFRO en de bindende aanwijzingen op grond van die regelgeving, waaronder dit Programmareglement. De belangrijkste algemene wet- en regelgeving betreft (niet limitatief): § Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie § Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling “Europese territoriale samenwerking”, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1299/2013’; § Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling “Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1301/2013’; § Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, hierna te noemen ‘Verordening (EU) nr. 1303/2013’; § Verordening (EU) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegeven en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), hierna te noemen ‘Algemene Verordening Gegevensbescherming’ of ‘AVG’; § Verordening (EU, Euratom) nr. 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, hierna te noemen ‘Omnibus Verordening’; § Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014 van de Commissie van 7 januari 2014 betreffende de Europese gedragscode inzake partnerschap in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 240/2014’; § Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014’; § Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot specifieke regels betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven voor samenwerkingsprogramma’s, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 481/2014’; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867 van de Commissie van 28 augustus 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van forfaitaire financiering, hierna te noemen ‘Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/1867’; § Uitvoeringsverordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens; en § Beslissing van de Commissie nr. C(2013)9527 van 19 december 2013 betreffende de goedkeuring van de richtsnoeren voor het bepalen van financiële correcties door de Commissie op uitgaven gefinancierd door de Unie onder gedeeld beheer, ten gevolge van het niet naleven van regels betreffende openbare aanbesteding. § Samenwerkingsprogramma Interreg V Vlaanderen-Nederland, goedgekeurd door de Europese Commissie op 17 december 2014. § Programmareglement voor uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Interreg Vlaanderen-Vlaanderen- Nederland 2014-2020
Appears in 1 contract