Common use of Aantal verlofdagen Clause in Contracts

Aantal verlofdagen. 1. Aantal verlofdagen. De opbouw van de vakantiedagen verloopt volgens kalenderjaren. a. Voor oudere werknemers is het geregeld dat zij recht hebben op meer dan 25 verlofdagen per jaar. Per gewerkt kalenderjaar hebben werknemers met een 37,5 urige werkweek recht op: – beneden 18 jaar 29 werkdagen – van 18 jaar tot en met 54 jaar 25 werkdagen – van 55 tot en met 59 jaar 32 werkdagen – 60 jaar of ouder 35 werkdagen Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato. b. De partieel leerplichtige jeugdige werknemer, als bedoeld in artikel 14, heeft bij een twee- daagse schoolplicht over een kalenderjaar recht op 18 werkdagen verlof. Bij een ééndaagse schoolplicht is dat 24 dagen. c. In afwijking van lid a van dit artikel hebben oudere werknemers die gebruik maken van het recht op deeltijd-VUT of deeltijd vroegpensioen geen aanspraak op 32 respectievelijk 35 dagen verlof, maar op het aantal werkdagen verlof per jaar dat geldt voor werknemers van 18 tot en met 54 jaar. d. Aanvullend op lid a van dit artikel hebben oudere werknemers die niet in aanmerking komen voor de aanvullingsregeling vroegpensioenregeling (dus na 1 januari 2002 voor het eerst of opnieuw werkzaam zijn geworden in de Timmerindustrie) afhankelijk van hun leeftijd onder- staand recht op extra verlofdagen: – bij 61 jaar 2 werkdagen extra – bij 62 jaar 4 werkdagen extra – bij 63 jaar 6 werkdagen extra – bij 64 jaar 8 werkdagen extra Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato.

Aantal verlofdagen. 1. Aantal verlofdagen. De opbouw van de vakantiedagen verloopt volgens kalenderjaren. a. Voor oudere werknemers is het geregeld dat zij recht hebben op meer dan 25 verlofdagen per jaar. Per gewerkt kalenderjaar hebben werknemers met een 37,5 urige werkweek recht op: – beneden 18 jaar 29 werkdagen – van 18 jaar tot en met 54 jaar 25 werkdagen – van 55 tot en met 59 jaar 32 werkdagen – 60 jaar of ouder 35 werkdagen Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato. b. De partieel leerplichtige jeugdige werknemer, als bedoeld in artikel Artikel 14, heeft bij een twee- daagse schoolplicht over een kalenderjaar recht op 18 werkdagen verlof. Bij een ééndaagse schoolplicht is dat 24 dagen. c. In afwijking van lid a van dit artikel Artikel hebben oudere werknemers die gebruik maken van het recht op deeltijd-deeltijd- VUT of deeltijd vroegpensioen geen aanspraak op 32 respectievelijk 35 dagen verlof, maar op het aantal werkdagen verlof per jaar dat geldt voor werknemers van 18 tot en met 54 jaar. d. Aanvullend op lid a van dit artikel Artikel hebben oudere werknemers die niet in aanmerking komen voor de aanvullingsregeling vroegpensioenregeling (dus na 1 januari 2002 voor het eerst of opnieuw werkzaam zijn geworden in de Timmerindustrie) afhankelijk van hun leeftijd onder- staand recht op extra verlofdagen: – bij 61 jaar 2 werkdagen extra – bij 62 jaar 4 werkdagen extra – bij 63 jaar 6 werkdagen extra – bij 64 jaar 8 werkdagen extra Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato.

Aantal verlofdagen. 1. Aantal verlofdagen. De opbouw van de vakantiedagen verloopt volgens kalenderjaren. a. Voor oudere werknemers is het geregeld dat zij recht hebben op meer dan 25 verlofdagen per jaar. Per gewerkt kalenderjaar hebben werknemers met een 37,5 urige werkweek recht op: – beneden 18 jaar jaar: 29 werkdagen werkdagen; – van 18 jaar tot en met 54 jaar jaar: 25 werkdagen werkdagen; – van 55 tot en met 59 jaar jaar: 32 werkdagen werkdagen; – 60 jaar of ouder ouder: 35 werkdagen werkdagen. Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato. b. De partieel leerplichtige jeugdige werknemer, als bedoeld in artikel arti- kel 14, heeft bij een twee- daagse tweedaagse schoolplicht over een kalenderjaar kalender- jaar recht op 18 werkdagen verlof. Bij een ééndaagse schoolplicht school- plicht is dat 24 dagen. c. In afwijking van lid a van dit artikel hebben oudere werknemers die gebruik maken van het recht op deeltijd-VUT of deeltijd vroegpensioen geen aanspraak op 32 respectievelijk 35 dagen verlof, maar op het aantal werkdagen verlof per jaar dat geldt voor werknemers van 18 tot en met 54 jaar. d. Aanvullend op lid a van dit artikel hebben oudere werknemers die niet in aanmerking komen voor de aanvullingsregeling vroegpensioenregeling vroeg- pensioenregeling (dus na 1 januari 2002 voor het eerst of opnieuw op- nieuw werkzaam zijn geworden in de Timmerindustrie) afhankelijk afhanke- lijk van hun leeftijd onder- staand onderstaand recht op extra verlofdagen: – bij 61 jaar jaar: 2 werkdagen extra extra; – bij 62 jaar jaar: 4 werkdagen extra extra; – bij 63 jaar jaar: 6 werkdagen extra extra; – bij 64 jaar jaar: 8 werkdagen extra extra. Het genoemd aantal dagen geldt voor die werknemers die vóór aanvang van het jaar de minimale leeftijd hebben bereikt; voor die werknemers die de genoemde leeftijd pas in de loop van het jaar bereiken, geldt het aantal dagen naar rato.