Common use of Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico Clause in Contracts

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 Voor zover aan de Hypotheekhouder bekend is het Registergoed in gebruik bij Rechthebbende. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren alsmede degenen die zich op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren zal op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren is verplicht op grond van het bepaalde in voormelde hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Gelet op het bovenstaande is lid 2 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.3 Aan Schuldeiseres is het onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken van het Registergoed. Het Registergoed bestaat uit woonruimte als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag aan de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tweeduizend eenentwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. 5.4 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de koper. Indien het Registergoed in gebruik is en niet vrij van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligen. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 Conform het bepaalde in artikel 18 van de AVVE is vanaf het moment van de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 Voor zover aan de Hypotheekhouder bekend is het Registergoed in gebruik bij RechthebbendeRechthebbende en niet aan derden in huur of gebruik afgestaan. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren alsmede degenen die zich op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren zal op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren is verplicht op grond van het bepaalde in voormelde hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Gelet op het bovenstaande is lid 2 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.3 Aan Schuldeiseres de Hypotheekhouder is het voorts onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken van het Registergoed. Het Registergoed en bestaat het Registergoed uit woonruimte als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag aan de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tien december tweeduizend eenentwintigtwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboekhuurbeding. 5.4 5.3 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de koper. Indien het Registergoed in gebruik is en niet vrij van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligen. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 5.4 Conform het bepaalde in artikel 18 19 van de AVVE AVVESI2014 is vanaf het moment van dat de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing gunning aan koper is meegedeeld, het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder Schuldeiseres heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 . Voor zover aan de Hypotheekhouder Schuldeiseres bekend is het Registergoed in gebruik bij RechthebbendeRechthebbende en niet aan derden in huur of gebruik afgestaan. Verkoopster heeft niet het verlof tot het inroepen van het huurbeding verzocht aan de voorzieningenrechter, omdat Verkoopster hierbij geen belang als bedoeld in 3:264 lid 1 letter b Burgerlijk Wetboek heeft. De Rechthebbende met de zijnenSchuldenaar/Rechthebbende, hunnen en haren alsmede degenen die zich op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Schuldenaar/Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren zal op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de koper. De Schuldenaar/Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren is verplicht op grond van het bepaalde in voormelde hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder Schuldeiseres niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Gelet op het bovenstaande is lid 2 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.3 Aan Schuldeiseres is het onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken van het Registergoed. Het Registergoed bestaat uit woonruimte , woordelijk luidend als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag aan de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tweeduizend eenentwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. 5.4 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de kopervolgt: "2. Indien het Registergoed in gebruik is en niet vrij ten tijde van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligen. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 levering: Conform het bepaalde in artikel 18 van de AVVE is vanaf het moment van de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 Voor zover aan de Hypotheekhouder bekend is het Registergoed (gedeeltelijk) in gebruik bij RechthebbendeRechthebbende en mogelijk aan derden in huur of gebruik afgestaan. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren alsmede degenen die zich op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren zal op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren is verplicht op grond van het bepaalde in voormelde hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Gelet op het bovenstaande is lid 2 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.3 Aan Schuldeiseres Gebleken is dat het onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken Registergoed mogelijk zonder toestemming van de Hypotheekhouder is verhuurd. Uit opgave van de gemeente Amsterdam blijkt dat in de Basisregistratie Personen een derde staat ingeschreven op het Registergoedadres. Het Onbekend is ten titel waarvan deze derde in het Registergoed bestaat uit woonruimte als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboekverblijft. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is thans nog niet verleend. Het Verkochte dient in onverhuurde staat te worden geleverd, hetgeen betekent dat indien het verlof voor de veiling van het Registergoed nog niet is verleend, verkoop van het Registergoed plaatsvindt onder de opschortende voorwaarde dat er door de voorzieningenrechter verlof wordt verleend voor het inroepen van het huurbeding. Wanneer de voorzieningenrechter geen verlof verleent vanwege het feit dat de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van enige verhuring van het Registergoed dan staat de in de vorige zin bedoelde opschortende voorwaarde niet in de weg aan onderhavige overeenkomst en is de Koper gehouden de overeenkomst na te komen. Indien het verlof tot inroeping van het huurbeding door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag aan wordt verleend, is de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tweeduizend eenentwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. Gelet op het bovenstaande is lid 6 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.4 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de koper. Indien het Registergoed in gebruik is en niet vrij van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligen. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 Conform het bepaalde in artikel 18 van de AVVE is vanaf het moment van de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 Voor zover aan de Hypotheekhouder bekend is het Registergoed (gedeeltelijk) in gebruik bij RechthebbendeRechthebbende en niet aan derden in huur of gebruik afgestaan. ------ De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren alsmede degenen die zich -- op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke ----- Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Rechthebbende met de zijnen, - hunnen en haren zal op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ------ ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en -- 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren is verplicht op grond van het bepaalde in voormelde -------------- hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de -- aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. ---------------- Gelet op het bovenstaande is lid 2 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.3 Aan Schuldeiseres . ------------ Gebleken is het onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken van het Registergoed. Het Registergoed bestaat uit woonruimte als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is door de voorzieningenrechter Registergoed zonder toestemming van de rechtbank Den Haag aan de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tweeduizend eenentwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. 5.4 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt verhuurd/ aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de koper. Indien het Registergoed derden in gebruik is en niet vrij van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligenafgestaan. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 Conform het bepaalde in artikel 18 Uit opgave van de AVVE gemeente ---- Breda blijkt dat in de Basisregistratie Personen geen personen staan --------------- ingeschreven op het adres. Het registergoed is vanaf het moment van de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten mogelijk verhuurd in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.strijd met ----

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder Schuldeiseres heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 . Voor zover aan de Hypotheekhouder Schuldeiseres bekend is het Registergoed in gebruik bij RechthebbendeRechthebbenden en niet aan derden in huur of gebruik afgestaan. Verkoopster heeft niet het verlof tot het inroepen van het huurbeding verzocht aan de voorzieningenrechter, omdat in voldoende mate vast staat dat er geen sprake is van verhuur of onderhuur. De Rechthebbende met de zijnenSchuldenaar/Rechthebbenden, hunnen en haren alsmede degenen die zich op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren zal Schuldenaar/Rechthebbenden zal/zullen op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Rechthebbende met uitoefening van de zijnen, hunnen in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en haren is risico van de koper. De Schuldenaar/Rechthebbenden is/zijn verplicht op grond van het bepaalde in voormelde hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder Schuldeiseres niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Gelet op het bovenstaande is lid 2 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.3 Aan Schuldeiseres is het onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken van het Registergoed. Het Registergoed bestaat uit woonruimte , woordelijk luidend als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag aan de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tweeduizend eenentwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. 5.4 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de kopervolgt: "2. Indien het Registergoed in gebruik is en niet vrij ten tijde van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligen. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 levering: Conform het bepaalde in artikel 18 van de AVVE is vanaf het moment van de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder Schuldeiseres heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 . Voor zover aan de Hypotheekhouder Schuldeiseres bekend is het Registergoed in gebruik bij RechthebbendeRechthebbende en niet aan derden in huur of gebruik afgestaan. Verkoopster heeft niet het verlof tot het inroepen van het huurbeding verzocht aan de voorzieningenrechter. De Rechthebbende met de zijnenSchuldenaar/Rechthebbende, hunnen en haren alsmede degenen die zich op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Schuldenaar/Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren zal op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de koper. De Schuldenaar/Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren is verplicht op grond van het bepaalde in voormelde hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder Schuldeiseres niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Gelet op het bovenstaande is lid 2 van artikel 24 AVVE van toepassing. 5.3 Aan Schuldeiseres is het onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken van het Registergoed. Het Registergoed bestaat uit woonruimte , woordelijk luidend als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag aan de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tweeduizend eenentwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. 5.4 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de kopervolgt: "2. Indien het Registergoed in gebruik is en niet vrij ten tijde van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligen. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 levering: Conform het bepaalde in artikel 18 van de AVVE is vanaf het moment van de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.

Aanvaarding, gebruikssituatie, ontruiming/overgang risico. 5.1 De Hypotheekhouder heeft een onderzoek ingesteld naar de gebruikssituatie van het Registergoed. 5.2 Voor zover aan de Hypotheekhouder bekend is het Registergoed (gedeeltelijk) in gebruik bij Rechthebbende. De Hypotheekhouder kan niet garanderen dat het Registergoed niet in gebruik is bij derden of verhuurd is aan derden. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is thans nog niet verleend. Het Verkochte dient in onverhuurde staat te worden geleverd, hetgeen betekent dat indien het verlof voor de veiling van het Registergoed nog niet is verleend, verkoop van het Registergoed plaatsvindt onder de opschortende voorwaarde dat er door de voorzieningenrechter verlof wordt verleend voor het inroepen van het huurbeding. Wanneer de voorzieningenrechter geen verlof verleent vanwege het feit dat de voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van enige verhuring van het Registergoed dan staat de in de vorige zin bedoelde opschortende voorwaarde niet in de weg aan onderhavige overeenkomst en is de Koper gehouden de overeenkomst na te komen. Indien het verlof tot inroeping van het huurbeding door de voorzieningenrechter van de rechtbank wordt verleend, is de Hypotheekhouder bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren alsmede degenen die zich op het moment van de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing zonder recht of titel in het Registergoed bevinden en als zodanig niet bekend waren aan koper, zijn op grond van het bepaalde in artikel 525 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoodzaakt tot ontruiming. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren zal op enkel vertoon van het voormelde proces verbaal tot ontruiming worden genoodzaakt op de wijze als bepaald in de artikelen 556 en 557 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Rechthebbende met de zijnen, hunnen en haren is verplicht op grond van het bepaalde in voormelde hypotheekakte casu quo de Algemene Voorwaarden het Registergoed voor de aanvang van de veiling geheel te ontruimen en ter vrije beschikking van de koper te stellen. Voor het geval dat het Registergoed toch aan derden in huur of gebruik is afgestaan dan zal de Hypotheekhouder niet aansprakelijk zijn voor het bestaan van zo'n overeenkomst en voor de daaruit voortvloeiende gevolgen. Gelet op het bovenstaande is lid 2 6 van artikel 24 AVVE van toepassing. De koper is volledig bekend met het bovenvermelde in artikel 5.2 en stemt met het doen van een bieding expliciet in met het vorenstaande en accepteert de (juridische) gevolgen daarvan. 5.3 Aan Schuldeiseres is het onduidelijk of er personen krachtens huurovereenkomst gebruik maken van het Registergoed. Het Registergoed bestaat uit woonruimte als bedoeld in artikel 3:264 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek. De Hypotheekhouder verklaart dat het verzoekschrift tot het verkrijgen van het verlof tot het inroepen van het huurbeding bij de hiertoe bevoegde voorzieningenrechter is ingediend tegen bekende en eventuele onbekende huurders. Het verlof tot inroeping van het huurbeding is door de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag aan de Hypotheekhouder verleend blijkens een beschikking de dato vier maart tweeduizend eenentwintig. De Hypotheekhouder is derhalve bevoegd tot inroeping van het huurbeding ex artikel 3:264 Burgerlijk Wetboek. 5.4 De uitoefening van de in artikel 3:264 van het Burgerlijk Wetboek vermelde bevoegdheid tot ontruiming wordt aan de koper overgelaten. De uitoefening van de bevoegdheid geschiedt voor rekening en risico van de koper. Indien het Registergoed in gebruik is en niet vrij van gebruik wordt geleverd, is het aan de koper om op zijn kosten ontruiming van het verkochte te bewerkstelligen. De Hypotheekhouder staat niet in voor kopers bevoegdheid tot ontruiming. 5.5 5.4 Conform het bepaalde in artikel 18 van de AVVE is vanaf het moment van de inschrijving van het proces verbaal van toewijzing het risico van het Registergoed voor de koper. Koper wordt aangeraden het Registergoed na de Veiling casu quo na de goedkeuring door de Voorzieningenrechter bij de onderhandse verkoop op zijn kosten in voorlopige dekking te nemen. De koper dient er rekening mee te houden dat op de datum waarop de onvoorwaardelijke goedkeuring van de voorzieningenrechter op de koopovereenkomst wordt afgegeven, de inhoud van de beschikking niet direct bekend zal zijn en koper zal in verband daarmee het Registergoed op de datum waarop de beschikking zal worden gewezen verzekeren.