Common use of Aftrek overige financiële verplichtingen Clause in Contracts

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald op grond van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing; d. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigen; in dat geval moet minimaal rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 3 contracts

Samples: Voorwaarden & Normen, Voorwaarden & Normen, Voorwaarden & Normen

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.97.1.7) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald mag rekening worden gehouden met 0,75% op grond maandbasis van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75leningbedrag; c. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing; d. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigenlager is dan 2% op maandbasis; in dat geval moet minimaal wordt rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. d. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. e. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-NHG- lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - o de einddatum van de aanvullende lening niet later ligt dan de NHG-lening; o er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - o de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - o de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - o indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker geldgever dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 6.3 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 2 contracts

Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht, Borgtocht

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt dient de wegingsfactor voor studieleningen te worden bepaald op grond van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studieleningtabel: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing; d. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting lager is dan 2% op maandbasis en deze tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigen; in dat geval moet minimaal mag rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Voorwaarden & Normen

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald mag rekening worden gehouden met 0,75% op grond maandbasis van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag leningbedrag dan wel 0,45% van het oorspronkelijke leningbedrag indien het een lening betreft conform de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. Wet studievoorschot. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van 0,75% respectievelijk 0,45% van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing; d. c. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting lager is dan 2% op maandbasis en deze tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigen; in dat geval moet minimaal mag rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. d. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. e. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Voorwaarden & Normen 2020 2

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald mag rekening worden gehouden met 0,75% op grond maandbasis van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag leningbedrag dan wel 0,45% van het oorspronkelijke leningbedrag indien het een lening betreft conform de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. Wet studievoorschot. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van 0,75% respectievelijk 0,45% van de oorspronkelijke hoofdsom minus hoofdsomminus de extra aflossing; d. c. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting lager is dan 2% op maandbasis en deze tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigen; in dat geval moet minimaal mag rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. d. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. e. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Voorwaarden & Normen 2020 1

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald mag rekening worden gehouden met 0,75% op grond maandbasis van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. leningbedrag. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossingdat lagere leningbedrag; d. c. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigenlager is dan 2% op maandbasis; in dat geval moet minimaal wordt rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. d. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. e. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-NHG- lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - o de einddatum van de aanvullende lening niet later ligt dan de NHG-lening; o er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - o de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - o de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - o indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker geldgever dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 6.3 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald op grond van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing; d. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting lager is dan 2% op maandbasis en deze tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigen; in dat geval moet minimaal mag rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Voorwaarden & Normen

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform volgens Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald op grond van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossing; d. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigen; in dat geval moet minimaal rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Voorwaarden en Normen

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.97.1.8) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald mag rekening worden gehouden met 0,75% op grond maandbasis van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. leningbedrag. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossingdat lagere leningbedrag; d. c. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigenlager is dan 2% op maandbasis; in dat geval moet minimaal wordt rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. d. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. e. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-NHG- lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - o de einddatum van de aanvullende lening niet later ligt dan de NHG-lening; o er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - o de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - o de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - o indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker geldgever dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 6.3 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht

Aftrek overige financiële verplichtingen. 7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.97.1.7) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij: a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven; b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval wordt de wegingsfactor voor studieleningen bepaald mag rekening worden gehouden met 0,75% op grond maandbasis van onderstaande tabel en wordt de wegingsfactor vermenigvuldigd met het oorspronkelijke bedrag van de studielening: Het rentepercentage zoals die voor dat jaar (bindend aanbod) is vastgesteld door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Wegingsfactor bij looptijd studielening van 15 jaar (in %) Wegingsfactor bij looptijd studielening van 35 jaar (in %) <1 0,65 0,35 1 - <1,5 0,70 0,40 1,5 - <2 0,75 0,45 2 - <2,5 0,80 0,50 2,5 - <3 0,85 0,55 3 - <3,5 0,85 0,60 3,5 - <4 0,90 0,65 4 - <4,5 0,95 0,70 4,5 - <5 1,00 0,75 c. leningbedrag. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van de oorspronkelijke hoofdsom minus de extra aflossingdat lagere leningbedrag; d. c. uit de desbetreffende overeenkomst of de registratie bij Stichting BKR blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigenlager is dan 2% op maandbasis; in dat geval moet minimaal wordt rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting; e. d. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast; f. e. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-NHG- lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien: - o de einddatum van de aanvullende lening niet later ligt dan de NHG-lening; o er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld; - o de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening; - o de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen; - o indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen. 7.3.2 De geldverstrekker geldgever dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen. 7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 6.3 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht