Algemeen: grond- en funderingswerken. De grondwerken worden volgens de gewenste afmetingen uitgevoerd om de funderingswerken, kanalisatie- en rioleringswerken degelijk te kunnen uitvoeren. Overtollige grond wordt afgevoerd na aanvulling rond het gebouw met de aanwezige zwarte grond. Rond het gebouw worden geen niveau aanpassingen of aanvoer van zwarte grond voorzien. De aanzet van de fundering zal een zuiver en uniform vlak vertonen en zal een voldoende grondweerstand hebben om de fundering van het gebouw op de grond over te dragen. De aanduiding van de funderingen op de plannen van de architect zijn enkel hypothetisch en worden definitief bepaald door de studie van de ingenieur, die zich steunt op de resultaten van de sonderingen en de berekening van de belastingen van het gebouw met de nuttige bijbelastigen. Aldus bepaalt de ingenieur het exacte funderingstypte, afmetingen en betonkwaliteit. Indien er geen ondergrondse parking voorzien is, zijn er standaard sleuffunderingen voorzien tot op de vaste en ongeroerde grond tot op een diepte van ongeveer 1,20m onder de straatpas. Mocht er geen goede funderingsgrond gevonden worden op een diepte van -1,20m of als er tengevolge van slechte draagkracht van de ondergrond meer beton nodig is of een andere funderingstechniek dan de sleuffundering, dan zal de aannemer recht hebben op een verrekening. Indien hiervoor een speciale studie of sondering nodig blijkt, zal hiervoor eveneens een aparte verrekening opgemaakt worden. Mocht dit het geval zijn en speciale funceringstechnieken vereist zijn kan de aannemer bovendien heirkracht inroepen. Dit zal de uitvoeringstermijn beïnvloeden. Het onderschoeien van bestaande muren (-scheimuren) is voorzien tot op -1,20m t.o.v. de straatpas. Indien door de aard of kwaliteit van de bestaande scheimuren bijkomende werken moeten uitgevoerd worden of indien de stabiliteitsingenieur bepaalt dat er dieper onderschoeid moet worden, heeft de annemer recht op verrekening. De aardingslus is voorzien onder de fundering. Voor de grondwerken is ervan uitgegaan dat er geen grondvervuiling aanwezig is, dat er geen archeologische waardevolle elementen aanwezig zijn en/of geen speciale grondwaterverlaging nodig zal zijn. Indien dit toch het geval is kan de annemer zich beroepen op overmacht en zal dit de uitvoeringstermijn kunnen beïnvloeden, alsook kan er een verrekening plaatsvinden van de extra gemaakte kosten.
