Ambitieniveau Voorbeeldclausules

Ambitieniveau. Het bestuur streeft ernaar jaarlijks per 1 januari een toeslag te verlenen, die voor de pensioenaanspraken van de deelnemers maximaal gelijk is aan de stijging van het CBS consumentenprijsindexcijfer, alle bestedingen afgeleid, over de periode van juli tot juli daaraan voorafgaand.
Ambitieniveau. De maatstaf voor het toeslagpercentage wordt jaarlijks vastgesteld door het Bestuur als:
Ambitieniveau. De realisatie van een emissievrije stedelijke distributie wordt gekoppeld aan de invoering van een zero- emissiezone voor stedelijke logistiek in de stad (ZES). In een emissievrije zone beogen we om vanaf 2027 gradueel het gebruik van emissievrije voertuigen voor stedelijke distributie in te voeren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen N1- en N2/N3/T-voertuigen bij het gradueel verstrengen van de regels. Zo geldt voor N1 dat alle nieuw ingeschreven voertuigen (op basis van datum eerste inschrijving) vanaf 2027 emissievrij moeten zijn en dat de bestaande vloot vanaf 2033 aan diezelfde regels wordt onderworpen. Voor N2-voertuigen met een referentiemassa kleiner dan 2610 kg gelden dezelfde voorwaarden als voor N1-voertuigen. Voor N2-voertuigen met referentiemassa groter dan 2610 kg en N3/T-voertuigen geldt in een ZES dat alle nieuw ingeschreven voertuigen (op basis van datum eerste inschrijving) emissievrij zijn vanaf 2029 en het volledige wagenpark vanaf 2035. Als overgangsmaatregel wordt met de leeftijd van het voertuig rekening gehouden (gebaseerd op de Euronorm van het voertuig). De meest vervuilende voertuigen worden zo reeds bij het invoeren van de ZES geweerd uit de zone. Plug-in hybrides worden niet als zero-emissievoertuigen beschouwd omdat de controleerbaarheid van pagina 8 van 47 het al dan niet zero emissie rijden in de zone niet gegarandeerd kan worden. In de roadmap is wel bijkomend onderzoek rond geofencing voorzien (als maatregel onder het thema handhaving). Op basis hiervan kan bekeken worden of plug-in hybrides toch een plaats hebben in de ZES. Ambitieniveau – toegangslogica‌ Jaar • N1 nieuw • N2 met referenti e-massa < 2610 kg nieuw • N1 bestaand • N2 met referenti e-massa < 2610 kg bestaand • N2 met referentiemas sa > 2610 kg nieuw • N3 nieuw • N2 met referentiemas sa > 2610 kg bestaand • N3 bestaand T nieuw T bestaand 202 7 ZE Euro VI DSL / Euro III BNZ Individuele toelating: Euro V DSL / Euro II BNZ Euro VI DSL / Euro III BNZ Individuele toelating: Euro V DSL / Euro II BNZ Euro VI DSL / Euro III BNZ Individuele toelating: Euro V DSL / Euro II BNZ Fase IV Individue le toelating: Fase IIIb Fase IV Individue le toelating: Fase IIIb 202 8 202 9 ZE ZE 203 3 ZE 203 5 ZE ZE Nieuw ingeschreven voertuigen van categorie N1 en N2 met een referentiemassa lager dan 2610 kg (DEI vanaf 1 januari 2027) moeten zero emissie zijn om toegang te krijgen tot de ZES-zone vanaf 1 januari 2027. Xxxxx ingeschreven of tweedehands ingeschreven dieselvoertuigen van d...
Ambitieniveau. De eisen binnen dit niveau worden toegepast in een vastgesteld percentage aan koploperprojecten. Per periode is hier een bandbreedte gegeven. Voor deze projecten geldt dat een bepaald percentage van het werk met emissieloos materieel dient te worden uitgevoerd. Het percentage emissieloos te verrichten werk is bedoeld om de emissiereductie te versnellen door de ingroei van emissieloos materieel te stimuleren. Dit criterium dient te worden aangetoond op basis van het ingezette vermogen en het aantal draaiuren van de betreffende vermogenscategorie. Voor het overige materieel dat wordt ingezet gelden minimaal de emissie­eisen zoals opgenomen in het basisniveau.

Related to Ambitieniveau

  • Niveau 2: andere observeerbare gegevens dan de genoteerde prijzen opgenomen in niveau 1; Niveau 3: niet- observeerbare gegevens. Gebruikte waarderingsmethodes Op basis van een multicriteria werkwijze gebruiken de vastgoeddeskundigen de volgende waarderingsmethodes: Bij deze methode wordt de Geschatte Huurwaarde van het goed gekapitaliseerd door middel van een kapitalisatievoet (‘yield’) in lijn met de vastgoedmarkt. De keuze van de gebruikte kapitalisatievoet is gekoppeld aan de kapitalisatievoet van de vastgoedbeleggingsmarkt. Deze houden rekening met de ligging van het goed en met de kwaliteit van de gebouwen en de huurders op de waarderingsdatum. De waarden komen overeen met de door potentiële investeerders op de waarderingsdatum geanticipeerde waarde. Bij de bepaling van de Geschatte Huurwaarde wordt rekening gehouden met de marktgegevens, de ligging van het gebouw, de kwaliteit van het gebouw, voor zorginstellingen het aantal bedden en indien deze beschikbaar is, de financiële informatie (EBITDAR) van de huurder. De daaruit resulterende waarde moet worden gecorrigeerd indien de lopende huur een operationeel resultaat genereert dat hoger of lager is dan de Geschatte Huurwaarde die voor de kapitalisatie wordt gebruikt. De waardering houdt eveneens rekening met de in een nabije toekomst te maken kosten. Voor deze methode moet de netto huurinkomst die het goed op jaarbasis oplevert, gewaardeerd worden. Nadien wordt deze kasstroom in actuele waarde herleid. De extrapolatieperiode varieert meestal tussen 10 en 18 jaar. Aan het einde van deze periode wordt een restwaarde berekend aan de hand van een kapitalisatievoet op de eindhuurwaarde die rekening houdt met de verwachte staat van het gebouw aan het einde van de extrapolatieperiode, herleid naar de actuele waarde. Deze methode is gebaseerd op het principe dat een potentiële koper voor de verwerving van een goed niet meer zal betalen dan de prijs die recentelijk op de markt voor de aankoop van een gelijkaardig goed werd betaald.

  • Luchtvaartuigen Niet gedekt zijn aanspraken tot vergoeding van schade veroorzaakt met of door een (lucht)vaartuig. Deze uitsluiting geldt echter niet voor: 3.3.1 Personenschade toegebracht met of door een vaartuig. 3.3.2 Schade die door een verzekerde als passagier van een (lucht)vaartuig is veroorzaakt. Bij zaakschade aan het (lucht)vaartuig zelf toegebracht, zal geen beroep worden gedaan op de uitsluiting Opzicht als omschreven in artikel 3.1. 3.3.3 Zaakschade toegebracht door pontons, bakken, roeiboten en andere vaartuigen zonder motoren voor eigen voortstuwing, dan wel met motoren voor eigen voortstuwing van niet meer dan 3 kW, mits de waterverplaatsing niet meer is dan 20 m³.

  • Afbreukrisico Fouten of onachtzaamheden bij het beoordelen, het indelen, het in- strueren en/of het controleren van de opdrachten kunnen leiden tot een verkeerde uitvoering van de opdrachten en tot productieverlies en/of vertraging bij de aflevering en/of irritatie bij de opdrachtgever. Tijdige ontdekking en herstel van de fouten berusten op zelfcontrole en op signalen van medewerkers.

  • Vaartuigen Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt met of door een vaartuig. In afwijking hiervan is wel verzekerd: a. de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door roeiboten, kano’s, zeilplanken en op afstand bediende modelboten; b. de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade aan personen, veroorzaakt met of door zeilboten met een zeiloppervlakte van ten hoogste 16 m2; tenzij deze vaartuigen zijn uitgerust met een (buitenboord)motor met een vermogen van meer dan 3 KW (ongeveer 4 PK); c. de aansprakelijkheid van een verzekerde als passagier van een vaartuig; het bepaalde in de artikelen 4.2 en 5.2 blijven onverkort van toepassing.

  • Arbeidstijden 1. Gemiddelde arbeidstijd per week

  • Gedekte gebeurtenissen De gedekte gebeurtenissen zijn identiek aan degene die recht geven op waarborg in « reiswijziging » Zie 2.3.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Ruitbreuk Bij ruitbreuk vergoeden wij de schade nadat wij de originele en definitieve reparatienota hebben ontvangen.

  • Veiligheidsmaatregelen Memoriseer de Veiligheidscode en noteer deze nergens in een makkelijk herkenbare vorm op om het even welke drager. Deel deze niet mee aan eender welke derde, ook niet aan familieleden, uw bank of politie. - Noteer in geen geval uw Veiligheidscode in of op het Toestel, zelfs niet in codevorm. - Wees discreet bij het invoeren van uw Veiligheidscode. - Kies onmiddellijk een andere Veiligheidscode wanneer u vermoedens hebt dat het vertrouwelijk karakter niet meer gegarandeerd is en verwittig de Bank (zie punt 5). - Laat het Toestel en de middelen voor activatie, inloggen en ondertekening niet onbeheerd achter (bv. werkplek, voertuig, hotel of andere feitelijk voor het publiek toegankelijke ruimten). - Sluit de sessie af met knop “afmelden” zodra een sessie beëindigd is en laat het Toestel tijdens een sessie niet onbewaakt achter, ongeacht de reden. - Laat je Xxxxxxx niet gebruiken door derden zolang je aangemeld bent in de Dienst. - Zorg ervoor dat je enige gebruiker bent van het Toestel wanneer je de functie lezen van digitale vingerafdruk of gezichtsherkenning activeert en registreer enkel je eigen vingerafdruk of gezicht.

  • Jeugdlonen 1.a. Voor werknemers van 21 jaar en jonger, die niet in het bezit zijn van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT-certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan gelden de volgende percentages van het wettelijk minimumloon: 15 jaar 45% 16 jaar 50% 17 jaar 56% 18 jaar 63% 19 jaar 72% 20 jaar 83% 21 jaar 95% (met ingang van 1 januari 2018 wordt dit verhoogd naar 100%) 1.b. De hogere beloning conform lid 1.a. gaat in op de 1e dag van de betalingsperiode volgend op de verjaardag. 2.a. Voor werknemers van 21 jaar en jonger, die in het bezit zijn van een geldig getuigschrift van xxxxxxxxxxxxxx voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT- certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan gelden de navolgende percentages van trede 0 van de loonschaal behorende bij zijn functie, met als maximum loonschaal D. 18 jaar 80% 19 jaar 90% 20 jaar 95% 21 jaar 100% 2.b. In afwijking van artikel 22, lid 1.a. geldt dat een werknemer van 21 jaar en jonger, die in het bezit is van een geldig getuigschrift van vakbekwaamheid voor het besturen van een vrachtauto, het wettelijk verplicht TCVT- certificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een mobiele kraan, na één ervaringsjaar bij het bereiken van de 22-jarige leeftijd dient te worden geplaatst in loonschaal A, B, C, D trede 1, danwel loonschaal E trede 0, afhankelijk van de functie. 2.c. De hogere beloning conform lid 2.a. en lid 2.b is slechts van toepassing, indien de in deze leden bedoelde werknemer in zijn dagelijkse werkzaamheden ook daadwerkelijk een vrachtauto moet besturen en/of een mobiele kraan moet bedienen.