Grondslag 1.1 Aan deze verzekeringsovereenkomst liggen ten grondslag de door verzekeringnemer tot het aangaan van de verzekering verstrekte inlichtingen en verklaringen - in welke vorm dan ook - en worden geacht daarmee één geheel te vormen. 1.2 Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voorzover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens de verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.
Uitsluitingsgronden Om voor een overeenkomst in aanmerking te komen dient de opdrachtnemer niet te voldoen aan de hierna omschreven uitsluitingsgronden. Bij de inschrijving geven opdrachtnemers via het UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) aan dat geen van de uitsluitingsgronden op hen van toepassing is. Deze gelden zowel bij inschrijving als gedurende de looptijd van de overeenkomst. In de afgelopen vijf jaar, gerekend vanaf het moment van indiening door opdrachtnemer van de contractdocumenten op het inkoopplatform en gedurende de looptijd van de overeenkomst met opdrachtnemer dient geen sprake te zijn van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak inzake één van de volgende veroordelingen: a. deelneming aan een criminele organisatie in de zin van artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit; b. omkoping in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn en van artikel 2, eerste lid, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector; c. fraude in de zin van artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap; d. xxxxxxxxx xxx xxxx in de zin van artikel 1 van richtlijn nr. 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld; e. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten in de zin van de artikelen 1, 3 en 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2003 inzake terrorismebestrijding; f. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ. Eveneens is er geen sprake van een onherroepelijke veroordeling van een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Eveneens dienen geen van de volgende situaties op opdrachtnemer van toepassing te zijn: 1. Opdrachtnemer verkeert in staat van faillissement of liquidatie, diens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens hem geldt een surseance van betaling of een (faillissements-)akkoord, of opdrachtnemer verkeert in een andere vergelijkbare toestand ingevolge een soortgelijke procedure uit hoofde van op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving; 2. Opdrachtnemer heeft zich in ernstige mate schuldig gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van gronden voor uitsluiting of het voldoen aan de geschiktheidseisen of heeft die informatie achtergehouden, dan wel was niet in staat de ondersteunende documenten te overleggen; Een onwaarheid, waarvan opdrachtnemer redelijkerwijs had dienen te weten dat dit een onjuiste weergave van de werkelijkheid betrof, van hetgeen opdrachtnemer heeft ingevuld en verklaard wordt gelijkgesteld met een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomst en leidt per direct tot ontbinding van de overeenkomst; 3. De opdrachtnemer heeft in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4. Opdrachtnemer voldoet niet aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen of van sociale zekerheidspremies. 5. Indien de overeenkomst met opdrachtgever of diens rechtsvoorganger eerder ontbonden is, met in achtneming artikel 3.5 lid 5.
Opmerking Xxx regelen de schade binnen de grenzen van de verplichtingen die wij hebben. Wij hebben het recht om benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen.
Ongevallen U bent verzekerd voor blijvende invaliditeit of overlijden als dit rechtstreeks en uitsluitend het gevolg is van een ongeval.
Weigeringsgronden De aanvullende uitkering, de WAO- of de WIA-vervangende uitkering en/of de uitkering bij arbeidsongeschiktheid tussen 15 en 35%, wordt beëindigd of niet toegekend indien de werknemer: - passende werkzaamheden weigert of door zijn toedoen verliest; - wordt geschorst, als bedoeld in artikel 2.5 van de cao; - geen medewerking verleent aan handelin- gen die de werkgever noodzakelijk vindt; - door zijn toedoen zijn recht op wettelijke uitkeringen verliest dan wel niet geldend kan maken; - tijdens de opzegtermijn arbeidsongeschikt is geworden; - geen medewerking verleent om de hem toekomende wettelijke uitkeringen via de werkgever te laten uitbetalen. Behoudens het bepaalde in artikel 11.1, eindigt de aanvullende uitkering en de WAO-vervan- gende uitkering bij de beëindiging van het dienstverband.
Facultatieve uitsluitingsgronden indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden;
Preventieve maatregelen Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
Meldplicht datalekken 6.1. Verwerker stelt Verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging op de hoogte van een inbreuk in verband met persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 4 lid 12 van de AVG (hierna: “Datalek”). Daarbij zal Verwerker redelijke maatregelen treffen om de gevolgen van het Datalek te beperken en verdere en toekomstige Datelekken te voorkomen. 6.2. Verwerker zal bijstand verlenen aan Verwerkingsverantwoordelijke, rekening houdend met de aard van de verwerking en de hem ter beschikking staande informatie, ten aanzien van (nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van) het Datalek. 6.3. De kennisgeving aan de Verwerkingsverantwoordelijke omvat, voor zover op dat moment bekend, in ieder geval: a. de aard van het Datalek; b. de (te verwachten) gevolgen van het Datalek; c. welke categorieën persoonsgegevens zijn getroffen door het Datalek; d. of en hoe de betreffende persoonsgegevens waren beveiligd; e. de (voorgestelde) maatregelen om de gevolgen van het Datalek te beperken of verdere Datalekken te voorkomen; f. de categorieën betrokkenen; g. het (geschatte) aantal betrokkenen; en h. eventueel afwijkende contactgegevens voor de opvolging van de melding.
Samenloop 4.14.1 Indien bij schade aanspraak gemaakt kan worden op polisdekking onder enige andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of gemaakt zou kunnen worden als deze verzekering niet zou hebben bestaan, geldt deze verzekering slechts voor zover de aanspraken het bedrag te boven gaan waarop de verzekerde elders recht heeft of zou hebben. Een eigen risico op de andere verzekering komt niet voor vergoeding in aanmerking. 4.14.2 De verzekerde dient aan de verzekeraar een opgave te doen van alle hem bekende verzekeringen, al dan niet van oudere datum, die op het moment van de schade geheel of ten dele betrekking hebben op hetzelfde belang.
Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.