Weigeringsgronden. De aanvullende uitkering, de WAO- of de WIA-vervangende uitkering en/of de uitkering bij arbeidsongeschiktheid tussen 15 en 35%, wordt beëindigd of niet toegekend indien de werknemer: - passende werkzaamheden weigert of door zijn toedoen verliest; - wordt geschorst, als bedoeld in artikel 2.5 van de cao; - geen medewerking verleent aan handelin- gen die de werkgever noodzakelijk vindt; - door zijn toedoen zijn recht op wettelijke uitkeringen verliest dan wel niet geldend kan maken; - tijdens de opzegtermijn arbeidsongeschikt is geworden; - geen medewerking verleent om de hem toekomende wettelijke uitkeringen via de werkgever te laten uitbetalen. Behoudens het bepaalde in artikel 11.1, eindigt de aanvullende uitkering en de WAO-vervan- gende uitkering bij de beëindiging van het dienstverband.
Weigeringsgronden. U ontvangt geen pgb als zich één van de volgende weigeringsgronden voordoet:
1. U voldoet niet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 2 en/ of 3;
2. U bent bij de eerdere verstrekking van een pgb niet in staat gebleken zich op eigen kracht of met hulp van een (wettelijk) vertegenwoordiger te houden aan de aan het pgb verbonden taken en verplichtingen;
3. U beschikt blijkens de Basisregistratie Personen (BRP) niet over een woonadres;
4. Uw vrijheid is u rechtens ontnomen;
5. U verleent geen medewerking (meer) aan een telefonisch ‘Bewust-keuzegesprek’ en/of huisbezoek dat eventueel door ons wordt georganiseerd;
6. Uit uw aanvraagformulier of het ‘Bewust-keuzegesprek’ en/of huisbezoek blijkt dat u met uw pgb uitsluitend zorg of andere diensten wilt inkopen bij zorgverleners waarmee wij een overeenkomst hebben gesloten tot het leveren van zorg of andere diensten;
7. Uw (wettelijk) vertegenwoordiger (als u zijn of haar hulp nodig heeft voor het voldoen aan de in artikel 3 genoemde toegangsvoorwaarden):
a. heeft bij eerdere verstrekking van persoonsgebonden budgetten waarbij hij als hulppersoon of (wettelijk) vertegenwoordiger optrad niet ingestaan voor nakoming van de daaraan verbonden verplichtingen;
b. beschikt blijkens de Basisregistratie Personen (BRP) niet over een woonadres;
c. is zijn/haar vrijheid rechtens ontnomen;
d. valt onder de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (Wsnp), dan wel een verzoek tot van toepassing verklaring van die regeling is bij de rechtbank ingediend;
e. heeft surséance van betaling aangevraagd, verkeert in staat van faillissement of is failliet verklaard.
f. biedt anderszins onvoldoende waarborg voor het nakomen van de voor u aan het persoonsgebonden budget verbonden verplichtingen;
g. de hulp tegen betaling verleent.
8. U beschikt over meer dan één indicatie voor de zorg zoals beschreven in artikel 2.1. Uw gehele zorgvraag met betrekking tot de zorg omschreven in artikel 2.1. dient in één indicatie te zijn verwoord.
9. U koopt zorg in bij uw (wettelijk) vertegenwoordiger met uitzondering van familie (partner, bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad);
10. U bent failliet verklaard of, als de deelnemer de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, één van diens ouders of voogden is failliet verklaard;
11. Het pgb wordt geweigerd als u wordt geholpen door een andere vertegenwoordiger dan uw wettelijk vertegenwoordiger, een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad of uw echtgenoot of (geregistreerde) partner.
...
Weigeringsgronden. De aangevraagde subsidie wordt geweigerd:
a. Indien met het plaatsen c.q. treffen van de voorziening, waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;
b. Indien niet voldaan wordt aan de subsidiecriteria zoals omschreven in artikel 7;
c. Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zoals omschreven in artikel 6 zou worden overschreden.
Weigeringsgronden. §1. De burgemeester weigert de uitbatingsvergunning: ✓ als niet voldaan is aan de wettelijke of reglementaire bepalingen en voorwaarden van toepassing op de inrichting; ✓ indien minstens één van de onderzoeken die voorafgaan aan het verlenen van de toelating negatief werd geadviseerd. ✓ als de openbare orde, de openbare rust en/of de openbare gezondheid gevaar loopt; ✓ als controle door de ambtenaar van de stad of gemeente en/of de politie wordt verhinderd; ✓ als de aanvraag onjuiste gegevens bevat;
§2. Een nieuwe aanvraag van dezelfde uitbater, voor dezelfde plaats én voor dezelfde bestemming, volgend op een geweigerde aanvraag, kan ten vroegste zes maanden na de datum vermeld in de weigeringssbeslissing worden ingediend, op straffe van onontvankelijkheid. Deze nieuwe aanvraag dient vergezeld te zijn van een verklaring ondertekend door de uitbater, dat alle voorwaarden vermeld in dit reglement vervuld zijn.
Weigeringsgronden. In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de ASv wordt SubSidie alS bedoeld in artikel 6 geweigerd:
a. indien niet aan de indieningSvereiSten voor de aanvraag iS voldaan;
b. indien de totale CapaCiteit van de door de energieCoöperatie te inStalleren PV-panelen minder bedraagt dan 15 kilowattpiek;
Weigeringsgronden. 1. Een bijdrage op grond van de Bijdrageregeling kan worden geweigerd indien:
a. gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de Leverancier niet zal voldoen aan de verplichtingen die op grond van de Bijdrageregeling gelden voor verkrijging van eenbijdrage.
b. de Leverancier het bepaalde in artikel 21 van de Algemene Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0000 Xxxxxxxxx Xxxxxxx0 en het bepaalde in de Regels aanbesteding provincie Limburg bij subsidiëring2 niet in acht neemt.
2. Een bijdrage wordt geweigerd aan de Leverancier indien Zuid-Limburg Bereikbaar niet beschikt over een door de Leverancier ingevulde de-minimisverklaring, op basis waarvan door de Leverancier is verklaard dat (bijlage C):
a. De Leverancier geen onderneming is die: - actief is in de visserijsector; - actief is in de productie, verwerking of afzet van landbouwproducten; - actief is in de kolenindustrie; - in financiële moeilijkheden verkeert.
b. De te ontvangen bijdrage niet zal worden aangewend voor: - de bevoordeling van binnenlandse producten bij de export, dan wel de bevoordeling van binnenlandse producten ten opzichte van ingevoerde producten; - de aanschaf van vervoermiddelen voor goederenvervoer over de weg. c1. De Leverancier die niet actief is in het goederenvervoer over de weg over de periode van het lopende belastingjaar en de twee voorgaande belastingjaren geen De-minimissteun dan wel minder dan EUR 200.000,-- aan De-minimissteun heeft ontvangen; of c2. De Leverancier die actief is in het goederenvervoer over de weg over de periode van het lopende belastingjaar en de twee voorgaande belastingjaren geen De-minimissteun dan wel minder dan EUR 100.000,-- aan De-minimissteun heeft ontvangen.
3. Een bijdrage wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de bijdrage het bijdrageplafond als bedoeld in artikel 7 zal worden overschreden.
1 Te raadplegen op: xxxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxxxxx/Xxxxxxxx/Xxxxxxx/XXXX000000/XXXX000000_0.xxxx 2 Te raadplegen op: xxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxxxxxxx.xx/xxxx/XXXXXxxxxxx/Xxxxxxx/Xxxxxxx/00000.xxxx
4. Een bijdrage wordt tot slot geweigerd indien de Leverancier failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank isingediend.
Weigeringsgronden. De bijdrage in het kader van de Regio Deal Brainport Eindhoven kan geweigerd worden indien:
7.1. de met de toekenning van de aanvraag in strijd wordt gehandeld met dwingendrechtelijke wettelijke bepalingen, zoals maar niet beperkt tot bepalingen van het Europese staatssteunrecht;
7.2. een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de bijdrage is aangevraagd;
7.3. een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de continuïteit van de activiteiten van de aanvrager niet voldoende is gewaarborgd (laatste jaarverslag en accountantsverklaring dient te worden meegestuurd);
7.4. de aanvraag in het kader van de Regio Deal Brainport Eindhoven anderszins niet past binnen de Propositie Brainport Eindhoven;
7.5. de aanvraag niet voldoet aan deze algemene voorwaarden.
Weigeringsgronden. 1. In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de ASV weigert het college een subsidie geheel of gedeeltelijk als:
a. de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd al is gestart of heeft plaatsgevonden;
b. financiering op grond van een andere regeling is voorgeschreven of mogelijk is;
c. de activiteiten onvoldoende bijdragen aan het doel of de doelen van deze subsidieregeling;
d. de activiteit tot de reguliere (kern)activiteit(en) of (jaar)programmering van de aanvrager behoort waarvoor al subsidie wordt ontvangen;
e. er voor uitvoering van de activiteiten meer uren of een hoger bedrag wordt gerekend dan door het college redelijk wordt geacht of de kosten niet in verhouding staan tot de gewenste resultaten;
f. de activiteiten geheel of deels gericht zijn op het behalen van winst.
2. Het college kan een subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien niet wordt voldaan aan één of meerdere algemene uitgangspunten uit artikel 1.4 van deze subsidieregeling.
Weigeringsgronden. 1. Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:
a. de subsidieaanvrager een rechtspersoon is die waterwinning als doelstelling heeft;
b. de subsidieaanvrager een privaatrechtelijke rechtspersoon is die kennelijk is opgericht ten behoeve van het beheer van grond of water, waarvan de eigendom geheel of gedeeltelijk berust bij de rechtspersoon, bedoeld onder a of een publiekrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde Staatsbosbeheer;
c. de subsidieaanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in het landbouwsteunkader, of jegens wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard;
2. Subsidie kan worden geweigerd indien het natuurterrein aan de subsidieontvanger om niet of tegen betaling is overgedragen door:
a. een gemeente;
b. een samenwerkingsverband als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waaraan in meerderheid gemeenten deelnemen;
c. het Rijksvastgoedbedrijf van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
d. een waterschap; of
e. een waterleidingmaatschappij.
Weigeringsgronden. De Aanbieder verplicht zich contractueel om de opdracht voor het leveren van een maatwerkvoorziening Begeleiding te aanvaarden. Deze verplichting start bij de ontvangst van een 301-bericht van de gemeente. Als de Aanbieder gegronde redenen heeft om de ondersteuning aan een specifieke cliënt niet te kunnen leveren dan wel stop te zetten, treedt de Aanbieder in overleg met de gemeente/indicatiesteller. De gemeente kan toestaan dat de Aanbieder in die specifieke cliëntsituatie geen ondersteuning gaat verlenen, dan wel de ondersteuning stopzet. Dat kan in ieder geval van toepassing zijn in de volgende situaties: • Als de opdracht die aan de Aanbieder is verleend niet past binnen de eigen expertise; • Voortdurende weigering van ondersteuning door de cliënt; • Ernstig of frequent wangedrag van de cliënt; • Het door toedoen van naasten van de cliënt ontstaan van ernstige spanningen met de Aanbieder waardoor het voortzetten van een zorgvuldige ondersteuning en verzorging van de cliënt ernstig wordt bemoeilijkt; • Als vanuit andere wet- en regelgeving (zoals de Zvw) gegronde redenen zijn om de geleverde zorg niet te gaan verlenen dan wel stop te zetten of de cliënt in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit een andere regeling (bijvoorbeeld Wlz of Zvw). De Aanbieder kan aantonen dat voldoende inspanning is gepleegd om de ondersteuning te kunnen starten dan wel voort te kunnen zetten. Als de weigering om ondersteuning te verlenen gegrond is, dient de Aanbieder samen met de gemeente een andere Zorgaanbieder te vinden. Het weigeren om ondersteuning te verlenen is niet toegestaan als de Aanbieder geen capaciteit beschikbaar heeft. Ook in die situatie heeft de Aanbieder de verplichting om samen met de cliënt en de gemeente een andere passende oplossing te zoeken.