Weigeringsgronden Voorbeeldclausules

Weigeringsgronden. De aanvullende uitkering, de WAO- of de WIA-vervangende uitkering en/of de uitkering bij arbeidsongeschiktheid tussen 15 en 35%, wordt beëindigd of niet toegekend indien de werknemer: - passende werkzaamheden weigert of door zijn toedoen verliest; - wordt geschorst, als bedoeld in artikel 2.5 van de cao; - geen medewerking verleent aan handelin- gen die de werkgever noodzakelijk vindt; - door zijn toedoen zijn recht op wettelijke uitkeringen verliest dan wel niet geldend kan maken; - tijdens de opzegtermijn arbeidsongeschikt is geworden; - geen medewerking verleent om de hem toekomende wettelijke uitkeringen via de werkgever te laten uitbetalen. Behoudens het bepaalde in artikel 11.1, eindigt de aanvullende uitkering en de WAO-vervan- gende uitkering bij de beëindiging van het dienstverband.
Weigeringsgronden. De aangevraagde subsidie wordt geweigerd:
Weigeringsgronden. ‌ U ontvangt in ieder geval geen Zvw-pgb als zich één van de volgende weigeringsgronden voordoet:
Weigeringsgronden. 1. In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de ASv wordt SubSidieS alS bedoeld in artikel 13 geweigerd:
Weigeringsgronden. In aanvulling op artikel 11 en 12 van de Asv wordt subsidie geweigerd:
Weigeringsgronden. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de ASV wordt de subsidie in ieder geval geweigerd als:
Weigeringsgronden. 1. Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:
Weigeringsgronden. 1. Een bijdrage op grond van deze bijdrageregeling kan worden geweigerd indien:
Weigeringsgronden. De bijdrage in het kader van de Regio Deal Brainport Eindhoven kan geweigerd worden indien:
Weigeringsgronden. De Aanbieder verplicht zich contractueel om de opdracht voor het leveren van een maatwerkvoorziening Begeleiding te aanvaarden. Deze verplichting start bij de ontvangst van een 301-bericht van de gemeente. Als de Aanbieder gegronde redenen heeft om de ondersteuning aan een specifieke cliënt niet te kunnen leveren dan wel stop te zetten, treedt de Aanbieder in overleg met de gemeente/indicatiesteller. De gemeente kan toestaan dat de Aanbieder in die specifieke cliëntsituatie geen ondersteuning gaat verlenen, dan wel de ondersteuning stopzet. Dat kan in ieder geval van toepassing zijn in de volgende situaties: • Als de opdracht die aan de Aanbieder is verleend niet past binnen de eigen expertise; • Voortdurende weigering van ondersteuning door de cliënt; • Ernstig of frequent wangedrag van de cliënt; • Het door toedoen van naasten van de cliënt ontstaan van ernstige spanningen met de Aanbieder waardoor het voortzetten van een zorgvuldige ondersteuning en verzorging van de cliënt ernstig wordt bemoeilijkt; • Als vanuit andere wet- en regelgeving (zoals de Zvw) gegronde redenen zijn om de geleverde zorg niet te gaan verlenen dan wel stop te zetten of de cliënt in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit een andere regeling (bijvoorbeeld Wlz of Zvw). De Aanbieder kan aantonen dat voldoende inspanning is gepleegd om de ondersteuning te kunnen starten dan wel voort te kunnen zetten. Als de weigering om ondersteuning te verlenen gegrond is, dient de Aanbieder samen met de gemeente een andere Zorgaanbieder te vinden. Het weigeren om ondersteuning te verlenen is niet toegestaan als de Aanbieder geen capaciteit beschikbaar heeft. Ook in die situatie heeft de Aanbieder de verplichting om samen met de cliënt en de gemeente een andere passende oplossing te zoeken.