Andere specificaties Voorbeeldclausules

Andere specificaties. Volgende punten worden verduidelijkt: ▪ De DCK is vrijgesteld van roerende voorheffing op grond van artikel 39 van het Koninklijk Besluit n°150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934. ▪ De overdrachtskosten van de effecten van de effectenrekening van de DCK geopend in de boeken van de effectenbeheerder naar de effectenrekening van de rechthebbende, zijn ten laste van degene aan wie de effecten worden teruggegeven (houder van de rekening of begunstigde van de effecten, al naargelang). De effectenbeheerder zal het nodige doen voor de terugbetaling van de overdrachtskosten door de bank in de boeken van welke de rekening is geopend waarop de overgedragen effecten worden gestort of, bij gebreke hieraan, door de belanghebbende zelf. De DCK kan in geen geval gehouden zijn enige som, van welke aard dan ook te betalen. Deze overdrachtskosten kunnen nooit worden beschouwd als “kosten van derden”. ▪ In voorkomend geval kan de effectenbeheerder zonder kosten de effectenrekeningen overnemen, geopend door de NBB op naam van de DCK in de boeken van de banken die slapende effecten hebben, interne effectenrekeningen bij de banken op welke de slapende effecten van elke bank in een eerste fase worden overgedragen. ▪ De leningen van de Belgische Staat (staatsbons, enz.) kunnen in het Grootboek van de Staatsschuld worden neergelegd, die ze bewaart en het gratis beheer ervan verzekert (contact: Xxx XXXX, eerste attaché van financiën, tel: +00 (0)000 000 00, fax: +00 (0)000 000 00, e-mail: xxx.xxxx@xxxxxx.xxx.xx ▪ Artikel 28/1 van de wet van 24 juli 2008 definieert de omstandigheden waarin de DCK bepaalde effecten kan doen verkopen. De effectenbeheerder moet aan de DCK de gepaste aanbevelingen doen om de kosten te beperken van de overdrachten en de transacties die de uitvoering van deze bepaling met zich meebrengt. Overeenkomstig voornoemd artikel 28/1 moet de opdrachtnemer zonder kosten de effecten schrappen die de DCK hem verzoekt te vernietigen. ▪ De inschrijver zal de eventuele “kosten van derden” voor rekening van de DCK voorschieten en kan er de terugbetaling van verkrijgen op voorlegging van de bewijsstukken, vergezeld van een factuur van de derde in kwestie. Onder “kosten van derden” wordt verstaan de kosten gedragen voor rekening van derden voor prestaties die geleverd zijn buiten elke controle van de inschri...
Andere specificaties. Volgende punten worden verduidelijkt: ▪ De DCK is vrijgesteld van roerende voorheffing op grond van artikel 39 van het Koninklijk Besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934. ▪ in geen geval mag het algemeen deviezenbeheer enigerlei kosten met zich meebrengen voor de Staat in zijn betrekkingen met de deviezenkassier (kosten voor het houden van de rekening, beheerkosten, informatiekosten, enz., met uitzondering van de hierna volgende bepalingen betreffende de overdracht van de deviezen). Enigerlei kosten voor het deviezenbeheer moeten minstens gedekt zijn door de inkomsten van het deviezenbeheer, behalve in uitzonderlijke omstandigheden (nul creditrente, enz.) in welk geval de DCK en de deviezenkassier een oplossing overeenkomen die voor de financiën van de Staat het meest voordelig is. Indien de deviezen apart worden beheerd, is deze bepaling op elke deviezen apart van toepassing. Indien de deviezen worden beheerd in de vorm van "cash pooling", is deze bepaling algemeen en zonder onderscheid van toepassing op alle deviezen die voor de "cash pooling" in aanmerking komen. ▪ Met betrekking tot de geldtransacties en onverminderd de Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG, en ook de wet van 10/12/2009 die deze richtlijn in Belgisch recht omzet, moeten de volgende procedures worden gevolgd: - overdracht van de slapende deviezen oor de bank waar de slapende rekening in deviezen zich bevindt, aan de deviezenkassier: alle overdrachtskosten worden door de bank afgehouden die de storting uitvoert ("OUR") (gestort bedrag = netto); - terugbetaling van de slapende deviezen door de deviezenkassier aan de "wakkere" houder die zijn tegoed in deviezen opeist: de overdrachtskosten worden afgehouden door de financiële instelling naar welke de "wakkere" houder de overdracht van zijn tegoed in deviezen verzoekt ("BEN") (gestort bedrag = bedrag aangeduid door de DCK dat aan de houder moet worden gestort, zonder aftrek van kosten). - andere door de DCK beheerde deviezen: in principe toepassing van het systeem "SHARE". ▪ De overdrachtskosten van deviezen worden uitsluitend betaald op voorlegging door de...