Basis voor de beoordeling. De direct leidinggevende beoordeelt - na verkregen informatie van de functioneel leidinggevende indien de werkzaamheden zich (voor een groot deel) buiten het gezichtsveld van de direct leidinggevende plaatsvinden - de journalist op basis van:
Basis voor de beoordeling. De objectieve beoordeling vindt plaats door de direct leidinggevende op basis van de functieom- schrijving en de gemaakte afspraken in het planninggesprek, die SMART dienen te zijn. De doelstellingen waarop beoordeeld wordt vloeien altijd voort uit functiebeschrijvingen die gelieerd zijn aan de 5 functionele kenmerken, zoals genoemd in Annex 1 bij dit hoofdstuk. Als de werkzaamheden van de journalist zich (voor een groot deel) buiten het gezichtsveld van de direct leidinggevende afspelen, zal deze informatie inwinnen bij de functioneel leidinggevende, zodat deze zich een oordeel kan vormen over het functioneren van de desbetreffende journalist. Bij het eindoordeel wordt benoemd wie er is geraadpleegd.
Basis voor de beoordeling. De objectieve beoordeling vindt plaats door de direct leidinggevende op basis van de functieomschrijving en de gemaakte afspraken in het planninggesprek, die SMART dienen te zijn. De doelstellingen waarop beoordeeld wordt vloeien altijd voort uit functiebeschrijvingen die gelieerd zijn aan de 5 functionele kenmerken, zoals genoemd in Bijlage 1 bij dit hoofdstuk.