Common use of Basisdekkingen Clause in Contracts

Basisdekkingen. De maatschappij verzekert de in de in- ventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover die zich op de in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) : - terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "machinebreuk" verstaat men onvoorziene en plotselinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzaken: 1.1. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwil- ligheid van personeelsleden van de ver- zekerde of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de te berokkenen; 1.2. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tie; 1.3. materiaal-, constructie- of montage- fouten of -gebreken; 1.4. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, door- slaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende kracht; 1.5. falen van een aangekoppelde machi- ne, van een beveiligings- of regeltoestel; 1.6. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig werden ontwikkeld. Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen van gassen, dampen of vloeistof- fen in gelijk welke toestellen en recipiën- ten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens als een ontploffing beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen van gassen, dampen of vloei- stoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat; 1.8. terugslag of waterstoot in een zui- germachine of hydraulische installatie; 1.9. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- ting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische elektriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dekking is be- perkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.10. wind, storm, vorst, kruien van ijs.

Basisdekkingen. De maatschappij verzekert de in de in- ventaris inventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover voorzover die zich op de in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats plaatsen bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) : - • terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - ; • tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "machinebreuk" verstaat men onvoorziene onvoorzienbare en plotselinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzakenoorzaken : 1.1. A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwil- ligheid kwaadwilligheid van personeelsleden van de ver- zekerde verzekeringnemer of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de schade te berokkenen; 1.2. B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tiesubstantie; 1.3. C. materiaal-, constructie- of montage- fouten montagefouten of -gebreken; 1.4. D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialenmateriaalmoeheid, door- slaan doorslaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende middelpuntvliedende kracht; 1.5. E. falen van een aangekoppelde machi- nemachine, van een beveiligings- of regeltoestel; 1.6. F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en of dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig gelijktijdig werden ontwikkeld. Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen binnendringen van gassen, dampen of vloeistof- fen vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiën- tenrecipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens eveneens als een ontploffing beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen binnendringen van gassen, dampen of vloei- stoffenvloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat; 1.8. H. terugslag of waterstoot in een zui- germachine zuigermachine of hydraulische installatie; 1.9. I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsvalspanningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- tingkortsluiting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische atmosferische elektriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. ; Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis het contract gedekt; de dekking is be- perkt beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.10. J. wind, stormxxxxx, vorst, kruien van ijs.

Basisdekkingen. De maatschappij Maatschappij verzekert de in de in- ventaris inventaris beschreven voorwerpen tegen "“machinebreuk" ” voor zover die zich op de in vermel- de bijzondere voorwaarden vermelde plaats bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) bevinden: - — terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - ; — tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "“machinebreuk" ” verstaat men onvoorziene en plotselinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzaken: 1.1. A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwil- ligheid kwaadwilligheid van personeelsleden van de ver- zekerde verzekerde of van derden. Onder ; onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele rationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder ; onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de schade te berokkenen; 1.2. B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tiesubstantie; 1.3. C. materiaal-, constructie- of montage- fouten montagefouten of -gebreken; 1.4. D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, door- slaan doorslaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende middelpuntvliedende kracht; 1.5. E. falen van een aangekoppelde machi- nemachine, van een beveiligings- of regeltoestel; 1.6. F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ; onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampendam- pen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig gelijktijdig werden ontwikkeld. Een ; een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen binnendringen van gassen, dampen of vloeistof- fen vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiën- tenrecipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens eveneens als een ontploffing beschouwd. De ; de hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen binnendringen van gassen, dampen of vloei- stoffenvloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat; 1.8. H. terugslag of waterstoot in een zui- germachine zuigermachine of hydraulische installatie; 1.9. I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsvalspanningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- tingkortsluiting, boogvormingboog- vorming, invloed van atmosfe- rische atmosferische elektriciteit. Brandschade ; brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzakenoor- zaken, is door de polis het contract gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing ; ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis het contract gedekt; de dekking is be- perkt beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.10. windX. xxxx, stormxxxxx, vorst, kruien van ijs.

Basisdekkingen. De maatschappij verzekeringsonderneming verzekert de in de in- ventaris inventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover die zich op de in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) : - • terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - • tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "machinebreuk" verstaat men onvoorziene en plotselinge materiele schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzakenoorzaken : 1.1. a. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme vandalisme* of kwaadwil- ligheid kwaadwilligheid* van personeelsleden van de ver- zekerde verzekerde of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de te berokkenen;*, 1.2. b. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste substantie (vast of vloeibare substan- tievloeibaar), x. xxxx, storm*, vorst, kruien van ijs, d. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of spanningsval, te grote stroomsterkte, kortsluiting, boogvorming, invloed van atmosferische elektriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing van transformatoren, automatische en andere schakelaars en stroomonderbrekers is door de polis gedekt; de dekking is beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.3. e. materiaal-, constructie- of montage- fouten montagefouten of -gebreken;–gebreken, 1.4. f. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, door- slaan ,doorslaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende middelpuntvliedende kracht;, 1.5. falen x. xxxxx van een aangekoppelde machi- nemachine, van een beveiligings- of regeltoestel;, 1.6. h. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering;, 1.7. i. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig gelijktijdig werden ontwikkeld. Een Wordt eveneens, in de zin van het huidig contract, als een ontploffing beschouwd, een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen binnendringen van gassen, dampen of vloeistof- fen vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiën- tenrecipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens als een ontploffing beschouwd,. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen binnendringen van gassen, ,dampen of vloei- stoffenvloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat;. 1.8. j. terugslag of waterstoot in een zui- germachine zuigermachine of hydraulische installatie; 1.9. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- ting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische elektriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dekking is be- perkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.10. wind, storm, vorst, kruien van ijs.

Basisdekkingen. De maatschappij Verzekeraar* verzekert de tot beloop van het voor machines in de in- ventaris beschreven voorwerpen tegen "Bijzondere Voorwaarden vermelde bedrag de schade veroorzaakt door “machinebreuk" ” voor zover die zich op de in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) bevinden: - terwijl ze in werking zijn of stilstaan, ; - tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, monteren die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, onderhoud de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "machinebreuk" verstaat men alle onvoorziene en plotselinge schade aan de verzekerde voorwerpengoederen*, die te wijten is aan één van de volgende oorzaken: 1.1. A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme vandalisme* of kwaadwil- ligheid kwaadwilligheid* van personeelsleden van de ver- zekerde verzekerde* of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de te berokkenen*; 1.2. B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tiesubstantie; 1.3. C. materiaal-, constructie- of montage- fouten montagefouten of -gebreken; 1.4. D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, door- slaan materialen doorslaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende middelpuntvliedende kracht; 1.5. E. falen van een aangekoppelde machi- nemachine, van een beveiligings- of regeltoestel; 1.6. F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, stoomapparaten behalve als er een ontploffing ontploffing* op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig werden ontwikkeld. Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen binnendringen van gassen, dampen of vloeistof- fen vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiën- tenrecipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, leidingen wordt in de zin van het contract, even- eens contract eveneens als een ontploffing ontploffing* beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren ge- beuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing ontploffing* beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige vervorming of breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen binnen- dringen van gassen, dampen of vloei- stoffenvloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat;. 1.8. H. terugslag of waterstoot in een zui- germachine zuigermachine of hydraulische installatie; 1.9. I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsvalspanningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- tingkortsluiting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische atmosferische elektriciteit. ; Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing ; Ontploffing* van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dekking dek- king is be- perkt beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing ontploffing* zich heeft voorgedaan; 1.10. windX. xxxx, stormxxxxx, vorst, kruien van ijs.

Basisdekkingen. De maatschappij verzekert de in de in- ventaris inventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover voorzover die zich op de in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats plaatsen bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) : - • terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - ; • tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "machinebreuk" verstaat men onvoorziene onvoorzienbare en plotselinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzakenoorzaken : 1.1. A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwil- ligheid kwaadwilligheid van personeelsleden van de ver- zekerde verzekeringnemer of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de schade te berokkenen; 1.2. B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tiesubstantie; 1.3. C. materiaal-, constructie- of montage- fouten montagefouten of -gebreken; 1.4. D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialenmateriaalmoeheid, door- slaan doorslaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende middelpuntvliedende kracht; 1.5. E. falen van een aangekoppelde machi- nemachine, van een beveiligings- of regeltoestel; 1.6. F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en of dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig gelijktijdig werden ontwikkeld. Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen binnendringen van gassen, dampen of vloeistof- fen vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiën- tenrecipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens eveneens als een ontploffing beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen binnendringen van gassen, dampen of vloei- stoffenvloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat; 1.8. H. terugslag of waterstoot in een zui- germachine zuigermachine of hydraulische installatie; 1.9. I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsvalspanningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- tingkortsluiting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische atmosferische elektriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. ; Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis het contract gedekt; de dekking is be- perkt beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.10. windX. xxxx, stormxxxxx, vorst, kruien van ijs.

Basisdekkingen. De maatschappij Belfius Insurance NV. verzekert de in de in- ventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover die zich op de in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) van de polis beschreven voorwerpen tegen machinebreuk voorzover die zich op de daar vernoemde plaatsen bevinden: - − terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - ; − tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "machinebreuk" machinebreuk verstaat men de onvoorziene en plotselinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één een van de volgende oorzakenoorzaken : 1.1. A onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwil- ligheid kwaadwilligheid van personeelsleden van de ver- zekerde verzekerde of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de te berokkenen; 1.2. B vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tiesubstantie; 1.3. C materiaal-, constructie- of montage- fouten montagefouten of -gebreken- gebreken; 1.4. D trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, door- slaan doorslaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende middelpuntvliedende kracht; 1.5. ; E falen van een aangekoppelde machi- nemachine, van een beveiligings- of regeltoestel; 1.6. F warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. G waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, ,warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even gelijk welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig werden ontwikkeld. Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen van gassen, dampen of vloeistof- fen in gelijk welke toestellen en recipiën- ten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens als een ontploffing beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen van gassen, dampen of vloei- stoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat; 1.8. ; H terugslag of waterstoot in een zui- germachine zuigermachine of hydraulische installatie; 1.9. I inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsvalspanningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- tingkortsluiting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische atmosferische elektriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dekking is be- perkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan;. 1.10. J wind, stormxxxxx, vorst, kruien van ijs.

Basisdekkingen. De maatschappij Maatschappij verzekert de voorwerpen beschreven in de in- ventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover die zich op de inventaris: — in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) : - aangeduide plaatsen terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - ; — tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of en opnieuw monteren. De Maatschappij dekt de verzekerde voorwerpen tegen alle schade veroorzaakt door “uitwendige risico’s”, die noodzakelijk zijn voor van om het onderhoudeven wel- ke aard, enkel onder voorbehoud van de controle, uitsluitingen bepaald in artikel 3. B. van de revisie of algemene voorwaarden en in de herstelling ervanartikelen 2. en 3. A. van dit aanhangsel. Onder "machinebreuk" verstaat men onvoorziene “uitwendige risico’s” wordt verstaan, alle oorzaken van niet te voorziene en plotselinge schade aan die zich buiten de verzekerde voorwerpenverze- kerde voorwerpen bevinden, die te wijten is aan één van de volgende oorzakenzoals: 1.1. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwil- ligheid van personeelsleden van de ver- zekerde of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de te berokkenen; 1.2. A. vallen, stoten, botsen, omvallen te wijten aan een uitwendige oorzaak, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tievreemd uitwendig voorwerp in het verzekerde voorwerp; 1.3. materiaal-B. instorten, constructie- verzakken of montage- fouten verschuiven van grond, inkalving, vallen van stenen of -gebrekenrotsen; 1.4. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen C. gehele of gedeeltelijke instorting van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van gebouwen die de materialen, door- slaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende krachtverzekerde voorwerpen inhouden; 1.5. falen van een aangekoppelde machi- ne, van een beveiligings- of regeltoestel; 1.6. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig werden ontwikkeld. Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen van gassen, dampen of vloeistof- fen in gelijk welke toestellen en recipiën- ten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens als een ontploffing beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen van gassen, dampen of vloei- stoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat; 1.8. terugslag of waterstoot in een zui- germachine of hydraulische installatie; 1.9. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning of span- ningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- ting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische elektriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dekking is be- perkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.10. windX. xxxx, storm, vorst, kruien van ijs; E. overstroming, onder- of bovengronds waterwassen, onvoldoende afvoer door de riolen; F. brand, ontploffing voor zover ontstaan door een oorzaak uitwendig aan het verzekerde voorwerp; G. vallen van luchtvaartuigen alsook het rechtstreeks inslaan van bliksem op de verzekerde voorwerpen of op de gebouwen die de verzekerde voorwerpen inhouden; H. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid of kwaadwilligheid van personeelsleden van de verzekerde of van der- den; I. verlies of schade te wijten aan diefstal of poging tot diefstal; J. verplaatsing van de verzekerde voorwerpen op openbare of private weg van en naar de aangeduide plaatsen, hetzij op eigen kracht, hetzij voortbewogen door of vervoerd op daartoe bestemde toestellen, alsook de operaties van laden en lossen, mon- tage, demontage en opnieuw monteren ter gelegenheid van die verplaatsingen of noodzakelijk voor hun onderhoud, inspec- tie, revisie of herstelling.

Basisdekkingen. De maatschappij verzekert verzekeraars verzekeren de in de in- ventaris inventaris beschreven voorwerpen tegen "machinebreuk" voor zover die zich op de in de bijzondere voorwaarden vermelde plaats bevinden en bedrijfsklaar zijn (d.w.z. nadat het proefdraaien voldoening heeft geschonken) bevinden: - terwijl ze in werking zijn of stilstaan, - tijdens de verrichtingen van het demonteren, verplaatsen of opnieuw monteren, die noodzakelijk zijn voor het onderhoud, de controle, de revisie of de herstelling ervan. Onder "machinebreuk" verstaat men onvoorziene en plotselinge plot- selinge schade aan de verzekerde voorwerpen, die te wijten is aan één van de volgende oorzaken: 1.1. A. onhandigheid, toevallige nalatigheid, onervarenheid, vandalisme of kwaadwil- ligheid kwaadwilligheid van personeelsleden van de ver- zekerde verzekerde of van derden. Onder vandalisme wordt verstaan elke irrationele daad waardoor iemand een goed beschadigt of vernielt. Onder kwaadwilligheid wordt verstaan elke opzettelijke daad met de bedoeling scha- de schade te berokkenen; 1.2. B. vallen, stoten, botsen, indringen van een vreemde vaste of vloeibare substan- tiesubstantie; 1.3. C. materiaal-, constructie- of montage- fouten montagefouten of -gebreken; 1.4. D. trillen, ontregelen, slecht uitlijnen, loskomen van delen, abnormale spanning, vermoeidheid van de materialen, door- slaan doorslaan of te grote snelheid, middelpunt- vliedende middelpuntvliedende kracht; 1.5. E. falen van een aangekoppelde machi- nemachine, van een beveiligings- beveili- gings- of regeltoestel; 1.6. F. warmlopen, vastlopen door wrijving, toevallig ontbreken van smering; 1.7. G. waterslag, oververhitting, gebrek aan water (of andere vloeistof) in ketels, warmwatertoestellen (of toestellen met andere vloeistof) en stoomapparaten, behalve als er een ontploffing op volgt met om het even welke grondoorzaak. Onder ontploffing verstaat men een plotselinge en hevige uiting van krachten te wijten aan de uitzetting van gassen of dampen, hetzij die gassen en dampen reeds tevoren aanwezig waren of gelijk- tijdig gelijktijdig werden ontwikkeld. Een implosie d.w.z. een plotselinge of hevige uiting van krachten te wijten aan het binnen- dringen binnendringen van gassen, dampen of vloeistof- fen vloeistoffen in gelijk welke toestellen en recipiën- tenrecipiënten, met inbegrip van buizen en leidingen, wordt, in de zin van het contract, even- eens eveneens als een ontploffing beschouwd. De hierboven bepaalde uitingen die gebeuren in toestellen of recipiënten worden nochtans enkel als ontploffing beschouwd wanneer de wanden ervan een zodanige breuk ondergaan hebben dat, ten gevolge van de uitzetting of het bin- nendringen binnen- dringen van gassen, dampen of vloei- stoffenvloeistoffen, een plotseling evenwicht van de druk binnen en buiten ontstaat;. 1.8. H. terugslag of waterstoot in een zui- germachine zuigermachine of hydraulische hydrau- lische installatie; 1.9. I. inwerking van de elektrische stroom ten gevolge van overspanning over- spanning of span- ningsvalspanningsval, te grote stroomsterkte, kortslui- tingkortsluiting, boogvorming, invloed van atmosfe- rische elektriciteitatmosferische electriciteit. Brandschade die ontstaat in de elektrische toestellen en toebehoren toe- behoren als gevolg van één van onder deze littera vermelde oorzaken, is door de polis gedekt; deze dekking is echter beperkt tot de schade aan het elektrische toestel of toebehoren waarin de brand is ontstaan. Ontploffing van olietransformatoren, automatische en andere olieschakelaars is door de polis gedekt; de dekking is be- perkt beperkt tot de schade aan het toestel waarin de ontploffing zich heeft voorgedaan; 1.10. windX. xxxx, stormxxxxx, vorst, kruien van ijs.